F*ck the Context - Fac-ARK

Download Report

Transcript F*ck the Context - Fac-ARK

ontwerpstudio 1 master
architectuur
Universiteit Hasselt
voorwoord
“Bigness is no longer part of any urban tissue. (...) Its subtext is fuck context.”
Rem Koolhaas in Bigness, or the problem of Large uit 1995
Grenzend aan de historisch gegroeide stedelijke centra ontstond doorheen de tijd een lappendeken van stedelijke en landelijke gebieden waaruit een nieuw, stedelijk cultuurlandschap
groeide. Dit is een continu wereldwijd fenomeen dat verschilt afhankelijk van de culturele
context, maar is gebaseerd op gemeenschappelijke tendensen van individualisering en globalisering. Het 'Stedelijk Landschap' en de 'Landschappelijke Stad' zijn slechts twee vormen uit
een gamma van verschijningsvormen die het resultaat zijn van het uiteenvallen van de traditionele stad en de toenemende verstedelijking van de traditionele cultuurlandschappen. Waar
de traditionele beelden van stad en landschap zich vermengen tot nieuwe hybrides creëren ze
nieuwe vormen van samenleven die belangrijke uitdagingen met zich meebrengen voor de
stedelijke ontwikkeling. Metapolis, Netzstadt, Zwischenstadt, Stadslandschap, Landscape III,
New Urbanism, SCAPE: Al deze termen zijn experimenten in verschillende discours om deze
relatief nieuwe verschijnselen te beschrijven.
Om deze uitdagingen (bv stedelijke verdunning en verdichting) in west-europa te begrijpen
op architecturaal niveau hebben we ons gericht naar het meest tegengestelde alternatief.
Gebieden zonder enige variatie. Monotone verkavelingsvelden gekenmerkt door een geometrische ontwikkelaarslogica. Gebieden, dus, schijnbaar zonder actieve ruimtelijke structurele
verandering. In deze gebieden testen we het idee van de 'activerende autonome ruimte'. Architectuur die niet gekenmerkt wordt door klassieke groeiparameters, maar die een zelfgenererende ruimtelijke dynamiek geeft aan de omgeving.
De context is ook nooit statisch, maar procedureel; historisch, morfologisch, sociaal, economisch, regionaal, nationaal, mondiaal, cultureel, geografisch, functioneel, stedelijk, landschappelijk, tijdelijk, … In plaats van revolutie zijn we geïnteresseerd in de evolutie, de ontwikkeling,
verandering, compensatie, dichtheid, activiteit en dynamiek. Net zoals het leven evolueert
door aanpassing aan en veranderingen in de natuurlijke omgeving, evolueren architecturale
ideeën ook door mutatie en kruising, resulterend in een nieuwe soort van architectuur. Per
definitie steeds een hybride architectuur.
We gebruiken hierbij een kruisbestuiving van ideeën als startpunt. Ten eerste Koolhaas' stelling
dat vanaf een bepaalde grootte architectuur een interne logica bezit die sterker is dan haar
reactie op de omgeving. Met andere woorden dat ze vanaf een bepaalde complexiteit autonoom wordt. Ten tweede het idee van Léon Krier die de stad ziet als optelsom van Res Publica
(monumenten, hallen, memorials, en publieke gebouwen) versus Res Economica Privata (het
weefsel van private, familiale ruimte). En ten derde Pier Vitorio Aureli's kritische houding tegenover de fictieve rol van het programma als leidinggevende vormgever. Een houding die
volgens hem tot non-compositorische architectuur leidt als resultaat van heldere, ruimtelijke
beslissingen en een interne logica die het oorspronkelijke programma alsook de handtekening
van de auteurs overstijgt.
Nick Ceulemans,
mei 2014
projecten
Liselore Nelis
PSYCHIATRISCH CENTRUM + KINDERBOERDERIJ + BROUWERIJ +KRUIS
Bart Houben
INTERNAAT + DIERENASIEL + THEATER + DRIEHOEK
Alexander Massoels
REVALIDATIE CENTRUM + KARTING + SKATEPARK + VIERKANT
Robbert Kempeneers
JEUGDHOTEL + OVERDEKTE PARKING + MUZIEKSTUDIO + CIRKEL
Katrien Schepers
BEGELEID WONEN + RELIGIEUS CENTRUM + INDOOR SKIPISTE + DRIEHOEK
Robin Prickaerts
PSYCHIATRISCH CENTRUM + FUNERARIUM + BIBLIOTHEEK + VIERKANT
Rien Cleuren
WOON-ZORGCENTRUM + JEUGDHUIS + KLIM&DUIK CENTRUM + KRUIS
Lien Raskin
DETENTIE CENTRUM + ZWEMBAD + CASINO + CIRKEL
Birgit Festjens
BEGELEID WONEN + BROUWERIJ + BIBLIOTHEEK + VIERKANT
Innesse Favoreel
REVALIDATIE CENTRUM + MUZIEKSTUDIO + FUNERARIUM + DRIEHOEK
Yentl Bielen
PSYCHIATRISCH CENTRUM + KLIM&DUIK CENTRUM + KARTING + CIRKEL
Wouter Lenaerts
DETENTIE CENTRUM + THEATER + SKATEPARK + KRUIS
Thomas Meers
INTERNAAT + KINDERBOERDERIJ + SKIPISTE + KRUIS]
Carmine Onorato
WOON-ZORGCENTRUM + CASINO + ZWEMBAD + DRIEHOEK
Kristof Neyskens
JEUGDHOTEL + OVERDEKTE PARKING + JEUGDHUIS + CIRKEL
Nathalie Kavse
DETENTIECENTRUM + DIERENASIEL + RELIGIEUS CENTRUM + VIERKANT
Robbe De Geyndt
REVALIDATIE CENTRUM + THEATER + KLIM&DUIK CENTRUM + KRUIS
Vincent Verboven
WOON-ZORGCENTRUM + DIERENASIEL + CASINO + CIRKEL
Tine Hulsmans
PSYCHIATRISCH CENTRUM + KINDERBOERDERIJ + SKATEPARK + VIERKANT
Lotte Willems
INTERNAAT + FUNERARIUM + OVERDEKTE PARKING + DRIEHOEK
Silke Valy
BEGELEID WONEN + BROUWERIJ + KARTING + VIERKANT
Maxime Lynen
JEUGDHOTEL + JEUGDHUIS + BIBLIOTHEEK + KRUIS
Vincent Emonds
DETENTIECENTRUM + MUZIEKSTUDIO + ZWEMBAD + CIRKEL
Liselore Nelis
Kinderboerderij + Psychiatrisch centrum + Brouwerij + Kruis
Het ontwerp bestaat uit een kinderpsychiatrisch centrum, een brouwerij en een kinderboerderij. In het centrum van de kruisvorm bevindt zich een gemeenschappelijke cafetaria, die tevens
fungeert als proefruimte voor het pas gebrouwen bier en als bezoekruimte voor het psychiatrisch centrum. Hier rond liggen 4 leefgroepen, waarin telkens 8 kinderen kunnen verblijven.
Deze zijn steeds afgesloten van het publieke gedeelte door andere functies, zoals therapieruimtes of stallen. De zwaarste functie, de brouwerij, bevindt zich in de kelder van het gebouw.
De kinderboerderij fungeert als verbinding tussen alle functies. Het staat namelijk niet enkel in
verbinding met de gemeenschappelijke cafetaria, maar brengt ook licht in de ondergrondse
brouwerij, waar het restproduct van het brouwproces wordt opgeslagen als veevoeder. Eveneens doet de boerderij dienst als buitenruimte voor de leefgroepen van het psychiatrisch centrum. Alle buitenruimtes staan via het dak met elkaar in verbinding. Dit stelt zowel de bezoekers, als de kinderen en dieren in staat om zich vrij door alle tuinen voort te bewegen. De schil
rondom zorgt ervoor dat de kruisvorm zowel de binnen- als buitenruimte kan omvatten, zonder dat het gebouw zijn eenvormig uitzicht verliest. Dit monolitisch geheel is ingeplant in een
suburbane wijk van Las Vegas, waar tot nog toe enkel gewoond werd. De inplanting van een
vreemd object stimuleert nieuwe interacties, welke een meerwaarde creëren voor de ruimere
omgeving.
Ik heb gekozen voor alledaagse baksteenarchitectuur, waarin de meeste mensen zich snel op
hun gemak voelen. Ik vind dit belangrijk omdat het psychiatrisch centrum vaak voor langere
tijd onderdak biedt aan kinderen, die zich op deze manier gemakkelijker thuis kunnen voelen.
Om hierover inspiratie op te doen, heb ik enkele projecten van Collectief Noord bestudeerd
omdat ze ingetogen, maar zeer doordachte en goed geïntegreerde architectuur maken.
Als inspiratie voor de schil ben ik gaan kijken naar Tham en Videgard architecten, die ook hebben gewerkt met een schil rond zowel binnen- als buitenruimtes, en deze buitenruimtes opvatten als kamer.
Voor de brouwerij ben ik op zoek gegaan naar andere ondergrondse architectuur, om manieren te vinden om licht in een ondergrondse ruimte binnen te krijgen.
Bart Houben
Theater + Internaat + Dierenasiel + Driehoek
Een theater, een internaat en een dierenasiel zijn drie functies die niet meteen met elkaar gecombineerd zullen worden, alhoewel het kan uitgroeien tot een interessant geheel. De functies onderling kunnen op nieuwe manieren met elkaar communiceren, waarbij het theater de
katalysator is in dit geheel. Het theater vormt één geheel met het dierenasiel en het internaat,
in dit geval van een theaterschool.
Door de lessen en het leven van de leerlingen dichtbij de voorstellingen en de bezoekers te
betrekken, worden ze
ondergedompeld in de wereld van het theater. Tevens kunnen de leerlingen kiezen om te
helpen bij het verzorgen van de dieren in hun vrije tijd. Het asiel wordt bij het geheel betrokken door een link te leggen tussen de immer drukke foyer en de buitenruimte voor de dieren.
Het gebouw is dus altijd in leven.
Door gebruik te maken van de rust en eenheid van beton wordt de drukte die in elk van deze
functies heerst terug in evenwicht gebracht.
Bouwen in een driehoek is niet altijd simpel, maar na het bekijken van zowel het Forum van
Herzog & de Meuron te Barcelona als Casa da Musica van OMA te Porto wordt duidelijk dat
door niet vast te houden aan rechte hoeken zich een sterk geheel van vormen ontstaat binnen
een driehoek of andere niet conventionele vormen.
Het betrekken van het internaat bij het theater zonder dit te storen werd mogelijk gemaakt
door zoals in het Operahouse te Oslo gebruik te maken van balkons, maar deze in te vullen als
zitruimtes, les- en studielokalen, afgesloten met akoestische glazen panelen indien nodig.
“Architectuur is er niet enkel voor het beeld, om foto’s van te maken. Architectuur moet er zijn
om in geleefd te worden, moet functioneel zijn.” zei Alfredo de Gregorio in “De kunst van het
gewone”.
Door alle functies door elkaar te mengen, creëer je een samenhang die voor onverwachte
ontmoetingen zorgt. Als dit dan nog een functioneel geheel vormt, dan komt het gebouw tot
leven in zijn omgeving en krijgt een eigen identiteit. Net zoals Koolhaas ooit zei dat elk gebouw toch een eigen leven gaat leiden, soms compleet anders dan wat de architect dacht.
Alexander Massoels
Revalidatiecentrum + Paintball/karting+ Skaten + Vierkant
Wanneer er in 2000 een nieuwe president wordt gekozen in Mexico stelt hij dat zijn voorzitterschap de geschiedenis zal ingaan als het tijdperk van de sociale huisvesting. Er worden doorheen Mexico dan ook meer dan twee miljoen sociale woningen gebouwd verspreid over zes
jaar, bijna overnacht ontsproten er rasters met 20 tot 80.000 identieke woningen.
Verstedelijking wordt gereduceerd tot de loutere bouw van woningen, zo zijn er nauwelijks
openbare voorzieningen of commerciële structuren. Er is dus nood aan plaats waar deze twee
gecombineerd kunnen worden op zo een manier dat de meerderheid van de bevolking er de
voordelen van kan ondervinden. Met het aanbod in mijn gebouw probeer ik aan deze vraag te
voldoen. Nagenoeg het gehele gebouw is publiek toegankelijk waardoor er een gemoedelijk
sfeer ontstaat waarin de verschillende functies in het gebouw voor meerdere doelen kunnen
gebruikt worden. Zo kan de buitenste schil van het gebouw gebruikt worden als de plaats
waarin niet alleen de actieve functies plaatsvinden maar ook als circulatiezone voor patiënten
en verblijvers van het revalidatie gedeelte. Fitness, zwembad, bank, kapsalon, enz. die ontwikkeld zijn voor de mensen die er verblijven en revalideren kunnen opengesteld worden voor de
wijk.
Het constructief principe is gebaseerd op werken van Toyo Ito waarin de hoofdstructuur bestaat uit een golvende betonnen wand die overloopt in een hellende baan waardoor er een
licht ogende constructie gecreëerd wordt die toch de stabiliteit kan waarborgen. Door de
dubbele schil en de patio is het project geschikt voor het warme klimaat van Centraal Mexico.
Het project dat ontworpen is met het idee “F*ck the context” was een geheel andere aanpak
dan diegene die ik normaal gezien zou volgen. Hoewel dit een leerrijke en vernieuwende manier was van ontwerpen vind ik dat naast een programma de omgeving en cultuur belangrijke
punten tijdens het ontwerpen van een ruimte of gebouw, het moet een meerwaarde zijn voor
de gehele omgeving, dit leunt aan bij Norberg-Schulz en het principe genius loci.
Robbert Kempeneers
Muziekstudio + Parkeren + Hostel + Cirkel
Bij deze opdracht heb ik als doel een muziekstudio te combineren met een hostel en een parkeergarage. Bij het bestuderen van deze functies ben ik tot 1 bindend element gekomen, namelijk jongeren. Jongeren zoeken altijd naar een eigen plek, waar ze zichzelf kunnen uiten en
ontwikkelen. Wanneer de omgeving jongeren deze plek niet geeft, gaan ze op zoek naar eigen
plekken om rond te hangen. Vaak in parkeergarages, steegjes en parken waar de verveling al
snel kan toeslaan. In mijn ontwerp heb ik het stereotype ‘hangjongeren in een parkeergarage’
positief trachten te benaderen.
De meeste parkeergarages zijn betonnen, gesloten boxen die enkel dienen om auto’s te stallen. Deze perceptie van een parkeergarage heb ik trachten te doorbreken door de hele structuur open te trekken en er functies in te integreren die je normaal niet in een parkeergarage
verwacht. Hierbij wil ik de nadruk, die oorspronkelijk op het parkeren van de auto's ligt, verschuiven naar de jongeren en hun noden. Door de afwisseling van open en gesloten, hoge en
lage ruimtes, is de functie van het parkeren luxueus opgevat, wat de mogelijkheid biedt om
sommige parkeerstroken als een evenementen ruimte te benutten. Binnen de garage tracht ik
ook jongeren de mogelijkheid te bieden om zowel muziek te kunnen beoefenen, op te nemen
en live te spelen. Bovenop het gebouw is de hostel gevestigd. Deze ligt rond een centrale
patio, op het 6de en 7de verdiep, wat maakt dat deze helemaal vrij ligt van de drukte beneden
en aan de bezoekers een ongelooflijk uitzicht kan bieden. Om al deze functies te kunnen bundelen aan 1 centraal punt, heb ik beneden een jeugdhuis en info-punt voorzien. Hierdoor
kunnen jongeren makkelijk en gecontroleerd gebruik maken van alle mogelijke functies die
het gebouw te bieden heeft.
Mijn grote inspiratiebron bij dit ontwerp was de parkeergarage 1111 Lincoln Road van Herzog
& de Meuron. Het is boeiend om te zien dat wanneer je een anders zo gesloten gebouw, vanuit
een ander perspectief weet te benaderen, het geheel een hele publieke en open functie meegeeft.
“Mensen komen en verblijven in een parkeergarage, waar ze anders
zo snel mogelijk weg willen.”
- Herzog & de Meuron
Voor mij is het heel belangrijk dat een gebouw meer is dan alleen een vervulling van zijn functies. Zo moet het ook het sociale gedrag van de gebruiker en bezoeker kunnen prikkelen en
een eigenheid / eigenzinnigheid uitstralen. Op deze manier kan een gebouw groot of klein,
een indruk bij mensen achterlaten en een soort meerwaarde worden voor de samenleving.
Katrien Schepers
Indoor skipiste + Religieus centrum + Begeleid wonen + Driehoek
De vele kleuren van de glasramen in de gevel, zijn het eerste wat opvalt. Dit representeert het
religieus centrum, waarbij licht en kleur centraal staan. Glas in loodramen zijn zeer bekend in
grote kathedralen en kerken. Marc Chagall gaf deze kunstvorm een modernere insteek. Het
gebruik van gekleurde glaspartijen is een knipoog naar de religie. In de hedendaagse architectuur zijn enkele architecten zoals Sauerbruch Hutton en Bernard Bühler bezig met het gebruik
van gekleurde glasramen. Met het glaspaleis van Wiel Arets in Heerlen ben ik bewust geworden van de detaillering van een dergelijk glasgordijn. Het religieus centrum is opgevat als
bezinningsruimte: een ruimte waar mensen met, of zonder religie terecht kunnen om te bezinnen. De skipistes zijn op een manier geschakeld dat skiën van de ene piste naar de andere piste
mogelijk is. Ten derde is het belangrijk dat de mensen die onder begeleiding wonen een bezigheid hebben doorheen de dag . Zij hebben te maken gehad met een alcohol- en drugverleden
en hebben nood aan momenten om zich te bezinnen. Met de zomertuin op het dak van het
skigebeuren is er een link gelegd met het Nemo in Amsterdam van Renzo Piano.
Ik ben tot deze oplossing gekomen door uit te zoomen, zicht te krijgen op de zaak en een zo
simpel mogelijk idee naar voren te brengen; nl. Skiën in één beweging. Ik wil een lichte architectuur maken. Architectuur waar licht centraal staat. Dit is belangrijk bij het indoor skiën waar
licht niet zo vanzelfsprekend lijkt te zijn, maar ook voor het religieus centrum waarbij het gebruik van licht kan doen aanzetten tot bezinnen.
Ik vind dat architectuur mensen emotioneel moet raken. Het moet op een zodanige manier de
mens ontroeren en tot stilte brengen. De bibliotheek van Wiel Arets in Utrecht is zo een gebouw. Het moet eerlijk en comfortabel zijn, aangepast aan de mens die het gebruikt. Rekening
houdend met het verleden kent de architectuur die ik goed vind een zeker geheugen. Het
staat tussen het verleden en de toekomst in en verenigt ze met elkaar. Waarbij we met F*ck the
context juist een statement maken en een driehoek plaatsen te midden in een zone van woningen vind ik dat architectuur mee geïntegreerd moet worden in de omgeving. En dit op een
zodanige manier dat deze integratie als normaal wordt beschouwd en niet dat het opvalt.
Maar vooral mag het geen afbreuk doen aan de omgeving, maar moet deze juist aanvullen.
Een concept moet kunnen verrassen en tegelijkertijd vanzelfsprekend zijn.
Robin Prickaerts
Psychiatrisch centrum + Funerarium + Bibliotheek + Vierkant
Het mengen van drie programma’s in één gebouw leidt altijd tot conflicten op vlak van privacy
en lichtinval. Om dergelijke ‘problemen’ in Architectuur op te lossen kunnen we volgens Leon
Krier lessen leren uit het verleden. Verschillen in graden van privacy heb ik proberen op te
lossen door een opbouw in schillen. Zoals een klassieke tempel is het ontwerp opgebouwd uit
de centrale, meest belangrijke ruimtes met rondom meerdere lagen en een zuilengalerij. Het
programma vraagt in sommige ruimtes om stilte. Om dit te bekomen heb ik gewerkt met de
lichtinval. Volgens Louis Kahn moet een ruimte die bedoeld is donker te zijn, net genoeg licht
krijgen van enkele mysterieuze openingen om ons te vertellen hoe donker ze werkelijk is. Dit
principe is in de aula en het crematorium toegepast met lichtkokers die sterk gebundeld daglicht binnenhalen om de duisternis in de ruimte te benadrukken.
Zoals Peter Zumthor deed bij zijn ontwerp voor het Serpentine Gallery paviljoen, was het de
bedoeling om het gebouw een achtergrond te laten zijn, een platform waarmee naar iets belangrijkers gekeken kan worden. In Zumthors ontwerp de natuur, in dit ontwerp het afscheid
nemen van overledenen, lezen en zorgen voor zieke mensen. Door een sober materiaalgebruik
van beton en hout gaat alle aandacht naar de functies, eerder dan naar de esthetiek. Het ontwerp treedt naar de achtergrond en wordt ondergeschikt aan de inhoud. Misschien is de verklaring van Rem Koolhaas wel het meest logische: “Bij een uitgebreid, complex programma
worden de functies belangrijker dan de esthetiek en speelt context geen rol meer”. Inspiratie
heb ik gezocht bij het Museum voor Moderne Literatuur, ontworpen door David Chipperfield,
waarbij de Architectuur met juiste verhoudingen en materialen de inhoud van het museum tot
een hoger niveau van beleving tilt.
In een wijk met oneindig veel vrijstaande woningen en verrommeling zorgt het ontwerp, in
groot contrast met zijn omgeving, voor een punt van rust en orde. De zuilengalerij creëert een
zekere afstand ten opzichte van de woningen maar schept ook orde en geeft een zachte grens
naar de buitenwereld toe.
Rien Cleuren
Woonzorgcentrum + Duik/Klim Centrum + Jeugdhuis (+Chiro) + Kruis
Hedendaagse suburbane wijken worden vaak gekenmerkt door hun continue netwerk van
identieke gebouwen zonder identiteit. Dit is niet alleen een vervuiling van het landschap, maar
vormt evenwel een sociale en culturele barrière voor de omliggende omgeving. Door het integreren van een publieke motor kan dit omgevormd worden tot een functioneel geheel. Er is
niet alleen nood aan een fysieke katalysator, maar ook aan een goede, kwalitatieve buitenruimte. Wanneer dit op een doordachte manier gecombineerd wordt, kan er een interessante
'landmark' tot stand komen. Dit hoeft geen hoog, uitgesproken massief gebouw te zijn, maar
kan ook opgevat worden als een teruggedrongen, sociaal geïntegreerd punt dat een nieuwe
identiteit geeft aan de omgeving. Een landmark vormt dan ook, in de historische betekenis van
het woord, een oriëntatiepunt dat zorgt voor een correcte weergave van de 'mind map'. Dit
heb ik trachten te verwezenlijken door de uitgegraven grond te hergebruiken om een eigen
context te creëren. De context uit zich aan de ene kant als een heuvel die functioneert als park
en uitkijkpost voor de omgeving. Maar door deze heuvel uit elkaar te scheuren vormt zich aan
de andere kant, binnenin, een levendig publiek gebeuren met drie gebundelde functies.
'Landpark' combineert een woonzorgcentrum, een duik/klimcentrum en een jeugdhuis. Dit
laatste vormt eerder een polyvalente omgeving voor zowel vergader- als Chiro activiteiten. De
kruisvorm wordt in dit ontwerp op een andere manier geïnterpreteerd. Beginnend vanuit het
aspect toegankelijkheid wordt deze vorm namelijk de aslijn van de drie verschillende functies.
Het woord 'kruis' in dit ontwerp wordt dus vooral gedefinieerd als buitenruimte die dwars door
het grondplan loopt, het grondplan als kruis.
Het woonzorgcentrum bevindt zich volgens dit concept dan ook op het maaiveldniveau in
functie van een goede toegankelijkheid voor senioren. Dit gedeelte is in zijn volledige omtrek
ontsloten in functie van een goede werking van een meer specifieke zorgfunctie. Hierboven is
hetzelfde programma voorzien. Onder het maaiveldniveau bevinden zich de polyvalente ruimten. Deze kunnen door de bewegende ramen als aparte ruimten maar ook als een open geheel
gebruikt worden. In deze vloer zijn glazen openingen voorzien om de ruimtelijkheid onderin te
verlengen naar boven (verticaliteit). Ook zorgt dit voor de nodige sfeer, gecreëerd door het
reflecterende water dat in de onderste verdieping opgewekt wordt. Onderaan vindt men het
duikcentrum met daarboven een volledig publiek, recreatief plan met vides die de ruimtelijkheid en relaties versterken.
Mijn ontwerp reflecteert onmiddellijk naar mijn denkwijze over de natuur die volgens mij onvermijdelijk destructief werkt ten opzichte van architectuur in functie van tijd. Door goede
integratie in de omgeving en hergebruik van aarde, heeft de natuur minder te recupereren. Zo
gaat men ook op een duurzamere manier om met het landschap, dat in dit geval volledig beloopbaar wordt. Het ontwerp kan namelijk zowel er op, er in, als er tegen beleefd en herbeleefd worden.
Lien Raskin
Zwembad + Detentiecentrum + Casino + Cirkel
De drie functies hebben elk zeer uiteenlopende programma’s. Het zijn drie functies met totaal
andere sferen en verschillende individuen. Zo is een zwembad heel publiekelijk, open. Een
detentiecentrum is meer gesloten is, maar staat toch nog in contact met de buitenwereld. Dit
in tegenstelling tot een casino dat een wereld op zich is. Hieruit is het concept ontstaan om
een gelaagde architectuur te maken waarbij deze functies boven elkaar gestapeld zijn in gradatie van open naar gesloten.
In `Learning from Las Vegas’ van Robert Venturi en Denise Scott wordt architectuur als symbool in vraag gesteld. Ik ben van mening dat de architectuur voornamelijk moet uitstralen
welke functies er in het gebouw schuilen. In mijn ontwerp heb ik mij hiervoor gebaseerd door
naar bestaande architectuur te kijken die betrekking hebben op mijn functies. De functies
bepalen de sfeer van het gebouw. Architectuur gaat over ruimtelijkheid. Niet of je een mooi
icoon neer kunt zetten. Daar het gebouw nu wel een object op zich is omwille van de opdracht, heb ik kritiek op architectuur als onafhankelijk object. Zo ben ik tegen het citaat `fuck
the context’ van Rem Koolhaas waar hij probeert terug te keren naar het gebouw als autonoom object. Ik ben voorstander van het contextualisme, ik ben het er mee eens dat een
bouwwerk geen geïsoleerd en autonoom object is, maar deel uitmaakt van een bredere samenhang. Aansluiten bij de traditie hoeft geen stilstand te zijn, nieuwe scheppingen moeten
juist verbonden zijn met hun context.
Birgit Festjens
Brouwerij + Bibliotheek + Begeleid wonen + Vierkant
De dag van vandaag zitten we in een wereld waar alles om technologie draait. We spenderen
grotendeels van onze tijd op het internet terwijl we vroeger in de bibliotheek tussen de boeken gingen neuzen. Nu zijn we al eerder geneigd om de computer of tablet te raadplegen. De
mens geraakt al maar meer gewend aan de automatisering van de kleinste dingen. Zo is het
heel normaal om elektronisch bedient te worden bij het bestellen van een drankje of snoepje,
waarom dus ook niet bij een boek? In dit ontwerp wordt op deze gedachte ingespeeld door
een volledig geautomatiseerde, verticale, boekentoren te plaatsen centraal in het gebouw. Dit,
gecombineerd met de omliggende leesruimten, moet de hedendaagse mens kunnen aansporen om terug een boek te lezen en nu dus ook, in een automaat, te ‘bestellen’. Vermits UV-licht
slecht is voor boeken, moet er dus een verduistering voorzien worden. Dit wordt hier geïntegreerd in de gevel door middel van een rooster (tussen de glasplaten) die de directe zonnestralen zal tegenhouden. Hierdoor krijgt het gebouw een koperen schijn die rechtstreeks refereert
naar de brouwketels. Ook dit brouwproces gebeurt vandaag de dag gedeeltelijk geautomatiseerd. Door deze ook in zijn verticaliteit te plaatsen, wordt het concept versterkt. De twee functionele kokers, de gesloten kern voor nutsvoorzieningen en een monumentale trap die doorheen dit beeldend verhaal kronkelt, doet een positieve beleving ontstaan. Dit vormt een
‘promenade architectural’ die volgens mij in elk gebouw te vinden zou moeten zijn. Zowel een
leeshoek, als een café, als een vergaderzaal zal men op deze route vinden. Overigens zijn deze
polyvalente plateaus vrij in te delen in functie van de tijd waardoor er een duurzaam gebouw
ontstaat. Waar de technologie toch tekort schiet, is de mens aanvullend in dit concept. Dit in
de vorm van begeleid wonen waar iedere bewoner zijn eigen functie heeft binnen het gebouw.
In dit ontwerp wordt de nadruk gelegt op het weergeven van een proces. Van gerst naar bier,
van bier naar café. Op zijn beurt doet een café dan weer lezen, waardoor je uiteindelijk ook
weer het boek moet inleveren. Kortom een vicieuze cirkel die een versterkende werking geeft
aan zijn leefomgeving.
Innèsse Favoreel
Revalidatiecentrum + Muziekstudio + Funerarium + Driehoek
Revalideren is een zoektocht naar zichzelf, een manier om zichzelf opnieuw te ontdekken.
Rouwen is een zoektocht naar aanvaarding, het verwerken van intens verdriet.
Musiceren is een zoektocht naar inspiratie, het creëren van harmonieën.
Hoe meer ik mij verdiepte in dit ontwerpproces, hoe meer de factor emotie naar voren kwam.
Ik was intussen in een ver stadium van de ontwerpopdracht toen ik, na een bewustmakende
begeleiding, besloot het toch over een andere boeg te gooien. Het ging binnen dit ontwerp
om emotie, om het uitdrukken van gevoelens, om sfeer. Drie programma’s, die te maken hebben met plekken waar men tot bezinning kan komen en zich ten gepaste tijde kan afzonderen,
omgeven door een zentuin. Dit natuurlijk draagvlak van rust scheurt de driehoek open en laat
zich voelen tot in zijn kleinste hoeken. De elementen occuperen als eilanden in de zenzone,
hierdoor worden paviljoenen gecreëerd die mensen bewust in de richting van de meditatiezone sturen. De essentie van elk programma (revalideren, rouwen en musiceren) is in het hart
van de driehoek gepositioneerd, daar waar de formele ruimtes dadelijk toegankelijk zijn voor
de bezoeker dient men verder in elk gebied door te dringen om tot de intiemere ruimtes te
komen. Het ommuren van het gebied, het afsluiten van de buitenwereld, de drukte, de chaos,
maakt het voor de bezoeker mogelijk om tot rust te komen, inspiratie te krijgen, zichzelf te
herontdekken. Het project biedt op deze wijze de mogelijkheid om een dichtgeslibd stedelijk
weefsel leefbaarder te maken en een oase van rust te creëren.
Een belangrijke inspiratie bron is Tadao Ando, hij staat bekend om zijn zorgvuldig uitgedachte
driedimensionale ordening van eenvoudige, zich vaak herhalende bouwvolumes, met een
avontuurlijk looppad doorheen het geheel. Oppervlakkige gemakken zeggen hem weinig, wat
niet wil zeggen dat hij tegen comfort is, wel is het streven naar een balans tussen lichamelijk
en spiritueel plezier van belang. Wat volgens hem verloren gegaan is, zeker in de westerse
cultuur, is de gevoeligheid en liefde voor de natuur, men probeert deze steeds te controleren.
Door een ingetogen dialoog met de natuur aan te gaan wil hij hier verandering in brengen.
Voor mij persoonlijk is niet alleen het creatieve aspect binnen architectuur van belang, maar
zeker ook de impact die architectuur zal hebben op de mens binnen het project. Naast de
vormgeving van een ontwerp is de manier waarop een persoon de ruimte zal beleven minstens even belangrijk.
Yentl Bielen
Kart/paintball + Klim/duik + Psychiatrisch centrum + Cirkel
De factor die deze verschillende activiteiten gemeenschappelijk hebben is de actieve sfeer die
hierbij gepaard gaat. In het gebouw kan men tot rust komen door het doen van verschillende
activiteiten. De nadruk is gelegd op transparantie en visuele ontmoeting. Dit aspect geeft ook
aan de andere functies een zekere meerwaarde. Er is gebruik gemaakt van een lichte, transparante structuur waardoor er steeds een visueel contact mogelijk is met andere activiteiten. Het
gebouw legt de nadruk op de beweging van zijn gebruikers. Ik heb gekozen voor een experimenteel ontwerp. Het concept is opgevat als een dragende kern en een dragende schil waaraan de verschillende verdiepen zijn opgehangen. Deze vloeren zijn acentrisch opgehangen ten
opzichte van de kern. Zo zorgen ze automatisch voor de grote en kleinere ruimten die er nodig
zijn. De buitenruimten worden eveneens gecreëerd door deze asymmetrie. Onderaan is er een
sokkel die dienst doet als een activiteitenlandschap. De schaal van de ruimten is gebaseerd op
verschillende functies. Zo zijn de publieke ruimten hoger en meer open, terwijl het psychiatrisch centrum meer op maat van de bewoner is. De overdekte buitenruimte is een hele hoge
ruimte om zo de openheid van deze ruimte te versterken en het buitengevoel te waarborgen.
Ik heb me laten inspireren door de klassieke Japanse architectuur. Deze kent met haar zwevende vloeren, en het verhullen van de dragende elementen een heel andere relatie tot de ruimte
dan de klassieke Europese architectuur. Ook de flexibiliteit heeft haar wortels in de Japanse
cultuur. Door transparante schuifwanden kunnen ruimten voor meerdere functies worden
gebruikt. Qua materialiteit is er gebruik gemaakt van sobere materialen waardoor het de mensen zelf zijn die kleur en activiteit brengen in het gebouw. Betonnen wanden in vloeren worden gecombineerd met grote glaspartijen. Aan de balustraden zijn stalen kabels voorzien die
dienst doen als zonnewering. Een publiek gebouw moet naar mijn mening duidelijk te onderscheiden zijn van een residentieel gebouw. Het moet mensen uitnodigen om binnen te komen, het moet zijn gebruikers prikkelen. Het publieke gebouw is ook een flexibel gebouw, niet
enkel in zijn gebruik nu, maar ook in de toekomst. Het moet eenvoudig aan te passen zijn aan
de steeds veranderende noden van de tijd.
Wouter Lenaerts
Detentiecentrum + Theater + Skatepark + Kruis
Hoewel niet vanzelfsprekend, combineert dit project de drie programma’s zowel architecturaal
als functioneel. Architecturaal vormt het skatepark, dat het verlengde is van de publieke ruimte, het dak van het ondergrondse detentiecentrum. Via de golvingen in de skatebanen valt er
op een speelse manier licht binnen in de cellen, gesitueerd in de ene richting van het kruis. Het
podium met backstage en het cafetaria bedekken respectievelijk de kantoor/werkruimte en de
keuken/leefruimte van het detentiecentrum in de andere richting van het kruis.
De theatertribune wordt centraal vormgegeven door het trapsgewijs verspringen van de skatebanen.
Functioneel zullen gedetineerden decorstukken vervaardigen en herstellen in de werkruimte.
Er zullen ook maaltijden klaargemaakt worden in de keuken die verkocht worden in de cafetaria. Zoals eerder vermeld lopen theater- en skategebeuren centraal in elkaar over.
‘Form follows function’ + ‘Form follows function’ + ‘Form follows function’ = ‘Form follows
functionS’
Ieder programma bepaalt zijn vorm. Het zoeken naar vormgelijkenissen laat ons toe om de
vormen te combineren tot één vorm die alle programma’s herbergt.
Thomas Meers
Skipiste + Kinderboerderij + Internaat + Kruis
Wat zijn de bestaande kwaliteiten/gebreken van een skipiste, kinderboerderij en een internaat? Hoe kunnen deze leiden tot een synergie? De indoor skipiste staat in groot contrast met
het eigenlijke skiën. Waar de relatie met de omgeving bij het skiën in de bergen zeer sterk
aanwezig is, is deze in de meeste skihallen nihil. Bij een internaat is er enerzijds een beperking
van de vrijheid van de internen maar anderzijds is het collectief gebeuren tussen de internen
een grote meerwaarde. Bij een kinderboerderij is er een grote relatie met de natuur en kan er
een belangrijke educatieve factor aanwezig zijn.
Deze kwaliteiten komen terug in een al reeds bestaand en welbekend model ‘DE VALLEI’. Door
het gebouw op te vatten als een vallei kunnen deze kwaliteiten lijden naar een nieuw geheel.
Met andere woorden dus een gebouw waar zich de recreatieve functies, alsook de grootste
relaties met de omgeving zich op de bergflank bevinden en waar in de vallei alles samenkomt.
Het ontwerp is zodanig opgebouwd dat de skipistes onderaan gelegen zijn. Op deze manier
kunnen deze volledig doorlopen. Boven de skipiste bevindt zich ‘HET DORP’ meer bepaald de
kleedruimte, de cafetaria, diensten en het internaat. Deze functies zijn als bouwlagen boven
elkaar geplaatst. De lagen zijn allemaal rond een centrale patio georiënteerd. Verder zijn er
bijkomende patio’s en vides voor lichtinval. Deze vergroten ook de interne ruimtelijkheid en
relaties. In de centrale patio komen alle functies gelijktijdig voor. De dierenboerderij is op het
dak geplaatst en vormt een park, met op de uiteinden van de 4 benen uitkijkplateau’s. De
stallen voor de dieren alsook enkele kleine horeca functies bevinden zich in de helling van het
dak.
Naar mijn mening vind ik niet dat architectuur heruitgevonden moet worden. Ik heb het hier
niet over het overnemen van een bepaalde vormentaal. Integendeel het gaat juist om de herinterpretatie van een bestaand idee of gegeven om zo tot een nieuw concept, gebouw te
komen. Men moet de kwaliteit proberen te vatten in het alledaagse.
Tenslotte moet het concept zowel ruimtelijk als sociaal-cultureel een meerwaarde bieden.
Hierbij vind ik dat architectuur eerder een hulpmiddel is dan een doel op zich.
Carmine Onorato
Zwembad + Casino + Woonzorgcentrum + Driehoek
In dit project is getracht om drie totaal verschillende functies te combineren. Aangezien het
niet evident is om deze functioneel te verenigen is er architecturaal geopteerd voor een duidelijke structuur. Deze constructieve structuur vormt de rode draad in het gebouw en is de lijm
die de verschillende functies bij elkaar houdt. De functies worden over drie niveaus
verspreid. Om een doelmatige samenhang te scheppen kunnen bepaalde ruimten door meerdere gemeenschappen benut worden. Zo kan bijvoorbeeld het podium in het casino overdag
benuttigd worden door het woonzorgcentrum. Om een versnippering van deze functies te
vermijden is er verkozen om de inkom zo centraal mogelijk te situeren. De gevel is gebaseerd
op de structuur. Door één van de drie platen te laten verspringen t.o.v. de anderen wordt er
een soort van continuïteit gecreëerd over de gevel.
Aangezien de locatie gesitueerd is in het warme Mexico moest er gestreefd worden naar een
grote thermische massa. Vandaar de keuze om met beton te werken. Om een fijn detail in het
beton te verkrijgen wordt deze bekist met houten planken en ter plaatse gestort. Na het verwijderen van deze planken geeft het beton de tekening van het hout mooi weer, net zoals Le
Corbusier in India ontdekte bij het verwezenlijken van de ‘Palace of the Assembly’.
Bij dit ontwerp is er teruggegrepen naar het constructivisme. Deze stroming ontstond als gevolg van de Russische revolutie van 1917. De belangrijkste architecten van deze stroming
waren Konstantin Melnikov en Ivan Leonidov. Net zoals toen is ook hier teruggegrepen naar
geometrische vormen. Een belangrijk voorbeeld van het constructivisme is het Hotel Druzhba
(1978) gelegen te Oekraïne. Als men deze bestudeert kan men al op het eerste zicht de gelijkenissen treffen met dit project.
Kristof Neyskens
Parking + Jeugdhuis + Jeugdhotel + Cirkel
''Bellflower California', een Amerikaanse woonwijk, een wereld van grijs beton, uitgesmeerd in
de vorm van wegen. Een plek waar de grote boom in het groene gras steeds vaker wordt vervangen door parkeergelegenheid. Een plek die beter bekend staat als de 'suburban sprawl'.
Een wijk waar wandelen ondergeschikt wordt aan rijden, een wijk waar gezondheidsproblemen hoge toppen scheren. Een wijk waarvoor mijn ontwerp de redding kan zijn. Het gebouw,
dat een combinatie is van PARKING, JEUSDHUIS EN JEUGDHOTEL, zal de parkeerplaatsen voor
de deur vervangen en de mogelijkheid bieden om de boom in het groene gras terug te brengen.
Het gebouw draait rond de samenwerking van de drie functies, geplaatst op twee helixen, die
elk aan een zijde van de diagonaal beginnen. Dit is te vergelijken met de bekende wenteltrap
in het kasteel van ‘Chambord’. Onder weg kruisen ze elkaar nooit, maar op het einde worden
ze gekoppeld in de vorm van een sierlijke ontmoeting. Aangezien de helixen elkaar niet kruisen vormt de een het dak van de ander. De eerste helix bevat het jeugdhuis en jeugdhotel. De
tweede helix vormt het dak van deze kamers waar bovenop de mogelijkheid is gecreëerd om
te parkeren. Dit alles stijgt de lucht in als het waren een verticale stad, een stad in de wolken.
De woonhelix is opgebouwd uit kamers die tot op de buitenrand van de cirkel geplaatst zijn.
De binnenzijde bestaat uit een open circulatiezone. Om verschillende belevenissen te creëren
worden de slaapvertrekken onderbroken door vides die over verschillende lagen van het gebouw heen lopen. Deze vormen als het waren de groene ruimtes in de stad. Een extra belevenis wordt gecreëerd door de kleinere helixen die zich in het centrum van het gebouw bevinden ze verspringen van kant en variëren in aantal. Zij doen dienst als daling van de parkeergarage, maar omdat het hier gaat om een kleine diameter moet er na enkele dalingen een halve
spoed van de parkeergarage omhoog genomen worden om zo in de volgende helix naar beneden te geraken. De parkeer helix is zo gedimensioneerd dat er buiten parkeren ook andere
activiteiten kunnen plaatsvinden. Activiteiten die gekoppeld kunnen worden aan het jeugdhuis. Op het einde van zo’n dag kan er dan genoten worden van een warm bed van het jeugdhotel. Beide lagen steunen op een stijve kern opgebouwd uit kolommen om zo een maximaal
zicht naar het midden van het bouwwerk te garanderen.
Net als ‘Big Architects’ de constructie van hun ontwerp van de Shanghai expo van 2010 inpakt
in een architecturaal jasje, wordt er rond mijn gebouw een geperforeerde schil gedraaid, de
perforaties zijn zo gekozen dat ze op een afstand waargenomen worden als de contouren van
een stad. De ramen in deze openingen zijn onder een hoek geplaatst zodat ze de wolken weerkaatsen, een beeld die de stad in de wolken nog meer benadrukt.
Nathalie Kavse
Detentiecentrum + Dierenasiel + Religieus centrum + Vierkant
Het volume is omgeven door een schil in cortenstaal, dat zorgt voor de nodige schaduw en de
overgang van open naar (in)gesloten. De schil geeft de dieren een intentie van vrijheid. Binnen
het gebouw wordt een groene patio omarmd door de drie functies van het gebouw met een
dikke betonmuur als scheiding. Tussen de schil en de betonnen muur ligt een wandelgang,
een buffer van warmte en rechtstreekse zonnestralen. Ook bevat de gang twee doorsteken in
de vorm van een helling naar een bovenliggend niveau. Verticale circulatie zoals trappen en
liften bevinden zich afzonderlijk in de drie functies.
Vanaf de kinderkamers kan men de dierenkooi zien om zo niet het gevoel te geven van opvang
of detentie, maar eerder een huiselijk sfeer. De dieren werken zo mee aan de behandeling van
de kinderen. De religieuze ruimtes kunnen eveneens dienst doen als therapielokalen. Het dak
dient niet enkel om de onderliggende ruimtes te beschermen tegen weersinvloeden maar een
zone voor sport en ontspanning wordt gecreëerd.
Door het gebouw te plaatsen in Rio Rancho, New York, is het duidelijk dat de grootte van het
gebouw een impact heeft op zijn omgeving. Zo lijkt het gebouw als een vierkante wolk te
zweven tussen zijn omliggende gebouwen en zich hiervan te onderscheiden.
OFFICE KGDVS haalt aan dat het maken van architectuur lijkt af te drijven in de retoriek van
programmatische organisatie en ironische provocatie. Zo zijn vorm en ruimte een zeldzaam
goed. OFFICE probeert dit te verwerken in zijn projecten met behulp van een ruimtelijke voorstelling en composities zonder retoriek. Deze letterlijke architectuur streeft naar een fenomenologische ervaring via haar programma. Deze ideeën van OFFICE sluiten zich nauw aan bij
mijn ontwerp en de manier waarop dit gepresenteerd wordt.
Robbe De Geyndt
Klim/duikcentrum + Theater + Revalidatiecentrum + Kruis
Een continu groeiende wereldbevolking, en de daarbij aansluitende stijgende vraag naar huisvesting, heeft samen met de hoge grondprijzen en een reeks van crisissen ervoor gezorgd dat
de relatief goedkope kant en klare 'copy-paste' wijken wereldwijd als paddenstoelen uit de
grond zijn geschoten. In dergelijke woonwijken worden publieke ruimtes en diversiteit tot een
minimum beperkt omdat ze teveel plaats en werk vereisen en verhoudingsgewijs dus weinig
opbrengen. In deze zee van repetitie ontwerp ik een publiek eiland, een houvast waar de rest
van de wijk aan wal kan gaan.
Dit eiland, dat binnen de denkwijze van Vittorio Aureli onder de noemer 'absolute architectuur'
kan worden gerekend, is zo ontworpen dat de individualiteit van de architecturale vorm in
contrast komt te staan met de monotone omgeving waarin het wordt gezet. Door dit contrast
onderscheidt deze 'absolute architectuur' zich van het dwingende en dwangmatige grid van de
wijken en overstijgt dit ook. Er is echter geen sprake van distantiëring. Het complexe publieke
programma, bestaande uit een klim- en duikcentrum, een theatercomplex en een revalidatieoord, profileert zich als een sirene die met haar aantrekkingskracht de woonwijkdrenkelingen
naar het eiland, naar het ontwerp leidt.
Het gebouw is in een kruisvorm ontworpen en is zo bijna letterlijk het kruispunt van de mensenstromen in en rond de wijk. Terugkijkend naar en inspiratie puttend uit het architype van
de kruisvormige architectuur, de orthodoxe kerk, is dit gebouw bedacht volgens dezelfde
logische opbouw. Het schip met zijn banken vertaalt zich in de vorm van het kleine theater
met zitplaatsen voor 120 personen. Daar waar zich binnen het orthodoxe denken de hoge
transepten bevinden, krijgen we hier twee (hoogte)klimzalen. De plaats waar deze klimtransepten het schip haaks snijden, is de uitverkoren ruimte voor de alles verbindende crossing, de
duiktoren. In de vierde arm van het kruis zou zich volgens de logische opbouw het koor bevinden. Dit koor heeft zijn vertaling gevonden in het groot theater (maximumcapaciteit van 400
personen) met zijn eigen ambulatorium. Het geheel wordt ommanteld door een revalidatieschil. Dit revalideren wordt opgesplitst in een harde en een zachte tak. De harde revalidatie, na
ongelukken of spierblessures, maakt zowel gebruik van de fitness horende bij de klimzalen
voor haar krachttraining als van de ondiepe initiatiebaden horende bij het duikcentrum voor
haar hydrotherapie. De zachte tak, die zich toespitst op logopedie en fijne motoriek, gebruikt
de verschillende podia, de spiegelzaal en de repetitieruimtes. Zo ontstaat er binnen het complexe kruis een wisselwerking tussen de verschillende onderdelen van het diverse programma.
Om een antwoord te bieden op de hitte van de Mexicaanse woonvlakte is het gebouw opgetrokken uit betonnen elementen die van het geheel een thermische massa maken. Deze schil
neemt de warmte op en houdt het binnenin aangenaam fris. door het gebruik van deze betonnen elementen in de vorm van rondbogen wordt het gebouw iconisch opgeladen en doet zo
denken aan het meert representatieve gebouw uit de EUR in Rome, het Colosseo Quadrato.
Vincent Verboven
Woonzorgcentrum + Casino + Dierenasiel + Cirkel
De kracht van een cirkelvorm wordt gepuurd uit zijn centraliteit. Een ingetogen kern wordt
omsloten door een ring. Rond dit idee is dit ontwerp ontstaan. Een wisselwerking tussen intiem en extravert.
Het betreden van het complex gebeurt via de grote trappenpartijen aan weerszijden van het
cirkelvormige grondplan. Hierdoor komt men toe in een open, doorwaadbaar gelijkvloers dat
dienst doet als casino en ontmoetings- en verblijfsruimte, als activator voor het gehele gebouw. Door het niveau te verzinken in de bodem wordt de integriteit benadrukt. Het is als
zodoende een zelfstandige wereld, waarbij de buitencontext van weinig tot geen belang is. De
grote trappenpartijen om het gebouw te betreden kunnen eveneens dienst doen als theaterruimte voor kleine voorstellingen of gewoon om er rustig te vertoeven. Aan de rand van het
cirkelvormige grondplan liggen de ondersteunende functies die het intieme gevoel van de
benedenverdieping benadrukken. Op de verdiepingen erboven is het woonzorgcentrum gepositioneerd. De woningen aan de buitenkant van de cirkel liggen in een alternerend ritme
naast elkaar. Zo wordt de circulatie voor de woningen geen lange, saaie gang, maar een interessante doorgang. Dit zien we ook terug in het Tietgen Dormitory in Kopenhagen van de
Deense architecten Lundgaard & Tranberg.
De woningen komen in het midden samen in een doorwaadbare gemeenschapsruimte die als
polyvalent aandoet. De verschillende dienende functies bevinden zich hier en laten zich echt
blijken als 'centrum'.
Dit geheel wordt uniform omgeven door een grote 'volière’ waarin de vogels van het dierenasiel vrij rond kunnen bewegen. Door de geperforeerde metaalplaten krijgt het geheel een
eenvoud uitzicht. Het brengt de rust weer die door de grillige vorm erachter was weggenomen.
Door zijn eenvoud en opgelegde looplijnen wordt het gebouw een vlot te begrijpen geheel.
Zowel als bewoner, werknemer of als bezoeker. Door de binnenkant vrij open en doorwaadbaar te maken, doet het gebouw dienst als intelligente ruïne zoals beschreven door bOb van
reeth. Het is mogelijk het gebouw te transformeren voor andere doeleinden.
Tine Hulsmans
Psychiatrisch centrum + Skatepark + Kinderboerderij + Vierkant
Een psychiatrisch centrum, een skatepark en een kinderboerderij. Drie programma’s met uiteenlopende atmosferen en functies worden samengesmolten tot één geheel. De vorm waarin
dit gebeuren plaats vindt, wordt bepaald door een vierkant.
Het meest delicate programma vindt plaats in de kern van het volume. Zo wordt de noodzakelijke geborgenheid van het psychiatrisch centrum gegarandeerd. Rondom deze kern worden
de andere twee programma’s geplaatst zodat deze in harmonie met elkaar optreden.
Op niveau 0 bevindt zich de inkomsthal met als knooppunt de balie. Ook de gespreks- en therapieruimten worden hier voorzien zodat dit toegankelijk is voor alle patiënten, zowel binnen
als buitenshuis.
Op niveau -1 bevinden zich de leefgroepen. Gebaseerd op de gevangenistypologie ontstaan er
vier vleugels waardoor er aparte buitenruimten ontstaan. De leefgroepen worden ingedeeld
op basis van leeftijd. Door de afzonderlijke buitenruimten kan er speci ek ingespeeld worden
op de noden van de leefgroep en de activiteiten die zij vervullen. De vleugels komen samen in
een centraal punt wat fungeert als ontmoetingsplaats en bezoekersruimte.
De ruimten van de leefgroepen worden omringd door een muur met een tweezijdige functie.
Enerzijds vormt deze een grens met de buitenwereld, waarbij de geborgenheid van het psychiatrisch centrum behouden blijft.
‘The importance of walls lies in the fact that they form a barrier to the outside,
to the street. The street is aggresive, even hostile; the walls create silence.’
- Luis Barragan
Anderzijds verhult deze muur nog extra kamers. Deze worden ingevuld als stallen en werkruimten van de kinderboerderij naar aanleiding ven een onderzoek: ‘Walls as rooms’ –Louis
Kahn. De kinderboerderij is toegankelijk voor zowel mensen binnen het psychiatrisch centrum
als voor mensen buitenaf. Hiermee kunnen de dieren en hun verzorging een integratie vormen
met de begeleiding van de patiënten. Ook wordt de transparantie voor mensen buitenaf verhoogd zodat hun negatieve connotatie plaats maakt voor een meer open visie over psychiatrische centra.
Bovenop de muur is een groene ruimte aangelegd. Waarbij de skatebaan als het ware een pad
vormt doorheen deze ruimte.
Het creëren van de juiste sfeer is de belangrijkste pijler waarop architectuur gebouwd is. Ik ben
het eens met Pier Vittorio Aurelli die stelt dat architectuur de mensen, de stad niet beter maakt.
Toch ben ik van mening dat architectuur wel degelijk een invloed heeft op de gemoedstoestand van mensen. En deze beïnvloeding heeft alles te maken met het overbrengen van de
juiste sfeer als architect.
Binnen dit project zijn twee elementen doorslaggevend voor het bepalen van de juiste sfeer. In
eerste instantie zijn de buitenruimten erg belangrijk binnen de drie programma’s. Dit vormt
een rode draad in dit project. Daarnaast is ook het gebruik van materialen gemeenschappelijk.
Hout vormt een typerend element voor de drie programma’s.
Lotte Willems
Internaat + Funerarium + Parking + Driehoek
Een driehoekig grondplan met als programma: een internaat, een funerarium en voldoende
parkeergelegenheid. Het basisvolume werd ingedeeld in drie categorieën. In de kern bevindt
zich de collectieve ruimte. Deze wordt volledig omgeven door een volume waarin alle private
functies vervat zitten. Aan de buitenzijde bevindt zich nog een circulatiestrook. Verder is er ook
aandacht besteed om voldoende licht in het gebouw te krijgen, namelijk door middel van
verschillende patio's die tevens de ruimte verdelen in drie zones. Het parkeren en de technische ruimtes van het funerarium bevinden zich ondergronds. Hierdoor bevindt het gebouw
zich slechts vier bouwlagen boven het niveau van het maaiveld en behoudt het internaat op
deze wijze voldoende relatie met het straatniveau. De materialisatie in het gebouw is beperkt
tot drie materialen, beton, glas en staal. Verder is er aan de buitenzijde een nietgrondgebonden groengevel op staaldraadsysteem opgetrokken waardoor het internaat zijn
eigen omgeving krijgt. Door de uitkraging van de betonnen vloerlagen in combinatie met de
groene schil worden geborgen terrassen gecreëerd en oververhitting tegengegaan, terwijl er
via de grote raampartijen toch nog voldoende daglicht kan binnenvallen.
In dit gebouw ben ik vertrokken vanuit het standpunt dat architectuur nog al te vaak een combinatie is van gangen en kamers. De beleving van ruimte komt hier dan ook vaak op de achtergrond terecht. Door het vermijden van gangen en het creëren van ruimtes waar men niet alleen personen kan tegenkomen maar waar men ook wel een tijdje zou willen verblijven. Zowel
een funerarium als een internaat worden op de dag van vandaag nog al te vaak gekenmerkt
door een kille sfeer. Nochtans is het naar mijn mening voor een groot deel de taak van de architectuur om een bepaalde sfeer te scheppen. Ik ben van mening dat we niet louter een onderdak bieden voor bepaalde functies maar dat we een plek creëren waar de mens zich thuis
voelt. Een plek waar men collectief met anderen kan leven maar waar ook ieder individu zijn
eigen plekje heeft waar hij even tot rust kan komen.
Silke Valy
Brouwerij + Karting + Begeleid wonen + Vierkant
De functies brouwerij, begeleid wonen voor adolescenten en karting vallen goed te combineren naar werkgelegenheid. Toch is er een groot contrast tussen de grote, open, publieke, industriële ruimtes en de private, kleine woningen. Dit contrast wordt gebruikt voor de ordening
van de functies. De brouwerij en een brasserie zijn geplaatst in een kruisvorm waarrond een
band zit met de private functies zoals de woningen. De plaatsen waar deze twee figuren overlappen doen dienst voor de private of gesloten ruimtes die nodig zijn voor de publieke functies. De restruimtes worden gezien als tuinen met elk een eigen karakter en functie.
Het gebouw zweeft boven het maaiveld en rust op vier poten. Hierdoor ontstaat een groot
overdekt plein onder het gebouw, dat dienst kan doen voor tal van evenementen zoals een
markt, een optreden, bierfeesten, etc.
Boven op het dak bevindt zich een gerstveld, waarvan het geoogste graan gebruikt kan worden in de brouwerij en het restproduct kan dienen voor strobalen voor de karting. Dit zorgt
bovendien ook voor een betere waterhuishouding van het gebouw en heeft nog andere ecologische voordelen.
De drie niveaus van; het plein, de gesloten ruimtes en het gerstveld worden verbonden door
de kartbaan. Deze slingert over het plein, gaat in het midden van het kruis omhoog om zo
verder te lopen tussen de gerst.
Het gebouw is opgebouwd uit vierendeelliggers die gecombineerd zijn tot een raster waarin
de ruimtes gevormd zijn. Een vierendeelligger is een uitvinding van de Belgische ingenieur
Arthur Vierendeel en maakt de grote overspanningen, zelfs onder de zware gewichten, toch
mogelijk. Deze liggers worden ondersteund door vier betonnen kernen. Omdat de constructie
ook heel bepalend is voor de indeling van de ruimtes is er geopteerd om deze zeer duidelijk
aanwezig te laten zijn in de publieke functies. Dit legt nog eens extra de nadruk op het industriële karakter van de brouwerij en de karting.
Maxime Lynen
Jeugdhotel + Jeugdcentrum + Bibliotheek + Kruis
Het ontwerp is opgebouwd uit drie functies: een jeugdhotel, een bibliotheek en een jeugdcentrum. Deze drie programma’s hebben veel overlappende kenmerken. De doelgroep “jeugd” is
een zeer belangrijke verbindende factor. Daarom moet het project een ontmoetingsplaats zijn
voor jongeren, een plek waar het mogelijk is cultuur op te snuiven, een pint te drinken, te
ravotten met de jeugdbeweging en gezellig te overnachten. Startend met het idee dat de
bezoekers van het jeugdhotel slapen tussen de boeken zijn er drie schillen gecreëerd. De binnenste schil wordt gevormd door een wand van boeken. In drie flanken van het kruis is er binnen deze schil een patio voorzien om voor voldoende lichtinval te zorgen. In de overige flank is
er een grote trap voorzien die uitkomt in een lager gelegen zaal die gebruikt kan worden als
cafetaria en jeugdhuis. De slaapzalen, lees- en speelruimtes worden afgewisseld met patio’s en
vormen zo de middelste schil. Tot slot is er een buitenschil die het geheel omarmd en naar
binnen plooit aan de patio’s. Door deze schil ontstaan er op het dak interessante landschapskamers die vrij in te vullen zijn door de gebruiker.
Door de gesloten buitenschil is het gebouw heel introvert. Om dit effect te versterken heb ik
me laten inspireren door het jeugdhuis in Genk van Cleuren Merken. Hier wordt het gebouw
afgesloten door middel van grote schuivende poorten. Dit principe is toegepast op de buitenschil om de patio’s afsluitbaar te maken ten opzichte van de buitenomgeving. In tegenstelling
tot de buitenzijde is de binnenzijde van het gebouw heel open en overladen met licht door de
grote patio’s. Om deze ruimte te ontwerpen heb ik me gebaseerd op de bibliotheek van Maarten Van Severen in het Van Abbemuseum in Eindhoven. Hier zijn alle wandoppervlakten voorzien van boeken. De samenhang tussen de binnen- en buitenruimtes in het kruis wordt gecreeerd door natuursteen die zowel de binnen- als buitenzijde bekleedt. Op deze manier vloeien
de binnen- en buitenruimten in elkaar over. Hierbij wil ik het gevoel opwekken dat beleefd
wordt in Therme Vals van Peter Zumthor.
In dit project heb ik ernaar gestreefd de drie programma’s te verweven met elkaar zonder dat
het zijn bruikbaarheid verliest. Functionaliteit is en blijft een belangrijk aspect dat ervoor zorgt
dat een gebouw werkt. Daarnaast moet het gebouw de bezoekers nieuwsgierig maken om het
te ontdekken. Architectuur draait niet alleen om de esthetiek, maar in een gebouw moet je
kunnen leven en beleven.
Vincent Emonds
Detentiecentrum + Muziekstudio + Zwembad + Cirkel
Het ontwerp omvat een detentiecentrum, een muziekstudio en een zwembad in een cirkelvormig grondplan. Deze drie functies hebben een zeer beperkte gemeenschappelijke factor. Bovendien leent een detentiecentrum zich niet tot interactie met om het even welk ander programma. Er moest dus los van de gegeven programma’s naar een manier gezocht worden om
de diverse functies tot één geheel te smeden.
De definitie van een zeer duidelijke structuur is de leidraad gaan vormen binnen het ontwerpproces. Deze structuur bestaat uit vier concentrische cirkels die in vierentwintig gelijke segmenten verdeeld worden door radiale lijnen. De binnenste cirkel werd niet verdeeld en vormt
zo een grote open ruimte die vrij ingevuld wordt, afhankelijk van de noden van het programma. De drie buitenste cirkels vormen een smalle circulatiestrook geflankeerd door twee bredere zones waarin diverse kleinere ruimtes ondergebracht worden. Binnen deze duidelijke structuur werd iedere functie op zijn eigen manier ingepast en vervolgens werden deze volumes op
elkaar gestapeld om één geheel te vormen. De meest publieke functies – het zwembad en de
muziekstudio – bevinden zich onderaan het gebouw. Het detentiecentrum is bovenaan gelegen en gericht naar een centrale patio die de gehele middelste cirkel in beslag neemt.
De herbestemming van oude gebouwen maakt tegenwoordig een steeds groter deel uit van
het werk van architecten. Wanneer bij het oorspronkelijke ontwerp niet nagedacht is over een
mogelijke functieverandering zijn vaak ingrijpende veranderingen noodzakelijk om het gebouw aan te passen aan de noden van het nieuwe programma. Met de intelligente ruïnes van
bOb Van Reeth in het achterhoofd heb ik er voor een gekozen om een duidelijke structuur te
definiëren die toelaat diverse functies te herbergen. Ondanks het complexe programma was
het mogelijk om de verschillende onderdelen een plaats te geven in dit geheel. Ook als in de
toekomst de functie van het gebouw zou veranderen zal deze structuur dienen als een leidraad voor de organisatie. Door een goede en heldere structuur te ontwerpen zal een gebouw
immers blijven functioneren. Deze structuur wordt in het gebouw dan ook duidelijk gecommuniceerd, zowel in het interieur als in de gevel. Hiervoor heb ik me laten inspireren door
ontwerpen van Toyo Ito en Sanaa. De betonnen kolommen en balken blijven zichtbaar. De
wanden en vloer worden eveneens in beton uitgevoerd, waarbij de uitzetvoegen aangewend
worden als middel om het raster te benadrukken. Zo ontstaat een eerlijk gebouw, waarbij de
materialen spreken voor zich.
coördinatie
architect-stedenbouwkundige
Nick Ceulemans DipArch. MArch.(hons.) MA (AA-dist.)
Nick Ceulemans studeerde in 2002 af met grootste onderscheiding aan de Provinciale Hogeschool te Hasselt. Na zijn stage bij Wiel Arets te Maastricht (NL) werkte hij als projectmedewerker aan kleine en middelgrote architectuurprojecten bij het bureau Cleuren-Merken. Ondertussen was hij met eigen werk reeds laureaat van verschillende architectuurwedstrijden waaronder de Desque-Artifort Designcontest, Studentenprijs 2002 van de Belgische Baksteenfederatie, de Belgische Stichting Roeping, Archiprix International (Istanbul) en de Euregionale Architectuurprijs. In 2003 kreeg hij de titel van “Jonge Ontwerper van de Vlaamse Gemeenschap en
Nederland”.
In 2005 volgde hij een bijkomende masteropleiding “Housing and Urbanism” aan de Architectural Association te London waar hij als enige afstudeerde met “Distinction”. Hierna was hij
werkzaam als projectarchitect en ruimtelijk planner bij Zaha Hadid Architects en David Chipperfield Architects te London waar hij betrokken was bij het ontwerp en uitvoering van grote
architecturaal-stedenbouwkundige projecten te Dubai, Atlanta, Majorca en New York.
In 2008 was hij samen met zijn vrouw Liesbet Thewissen mede oprichter van de ontwerpstudio
C.T. Architects waarmee hij tot op heden projecten uitvoert in binnen- en buitenland gaande
van stedelijke en landschappelijke masterplannen, private en publieke architectuurprojecten
en productdesign.
Kwalificaties;
BA (grote onderscheiding), Provinciale Hogeschool Limburg,
BE MArch (grootste onderscheiding), Provinciale Hogeschool Limburg, BE
MA (Distinction), Architectural Association, Londen, UK
Lid van 'Royal Institute of British Architects' (No.12688570)
Lid van de Orde Van Architecten, Limburg
Geregistreerd Ruimtelijk Planner
Geselecteerde Academische Projecten;
Sinds 2008 doceert hij architectuur en stedenbouw aan de Universiteiten van Antwerpen,
Hasselt en Londen, en geeft regelmatig gastlezingen en jury’s, waaronder recent aan de Universiteiten van Hong Kong, Shenzhen en New York (Columbia).
masterstudio's 2013-2014
Coördinatie
Ceulemans Nick
Studenten
Bielen Yentl
Cleuren Rien
De Geyndt Robbe
Emonds Vincent
Favoreel Innèsse
Festjens Birgit
Hulsmans Tine
Houben Bart
Kavse Nathalie
Kempeneers Robbert
Lenaerts Wouter
Lynen Maxime
Massoels Alexander
Meers Thomas
Nelis Liselore
Neyskens Kristof
Onorato Carmine
Prickaerts Robin
Raskin Lien
Schepers Katrien
Valy Silke
Verboven Vincent
Willems Lotte
Redactie
Demeer Maarten
Schuermans Gunther
Verboven Vincent
Verlaak Jasper
Omslag
Kovacs André, 2012
De 1ste master ontwerpstudio's wenst met de studenten een aantal basiscompetenties in te
vullen die in het samenspel van 4 sleutelwoorden passen: context, content, concept, constructie. Hieraan worden vaardigheden op gebied van ontwerpen, management, communicatie,
samenwerken, business en wetgeving gekoppeld. Het studiejaar is opgedeeld in 5 studio's
die elk parallel aan mekaar enkele specifieke sleutelbegrippen uitdiepen en in detail bestuderen. Studenten kiezen doorheen het jaar hieruit 2 studio's die complementair aan mekaar de 4
sleutelbegrippen bestrijken. Daarnaast willen de studio's een internationale dimensie aan de
projecten en de benaderingen toe te voegen, door de keuzen van de locaties, door samenwerking met buitenlandse Universiteiten en architectenbureaus en door het opnemen van buitenlandse studenten en docenten in de masterstudio.
context : het sociaal-ruimtelijke stedelijk milieu van het macro-schaalniveau van stad en omgevende landschap tot het micro-schaalniveau van de individuele woning. Het gelijktijdig
denken en werken op verschillende schaalniveaus.
content : of het programma van eisen met daarin de wensen van de stad en de behoeften van
de eindgebruikers, de programmapunten die tevoorschijn komen uit het onderzoek van de
ruimtelijke condities van de locatie en uit de persoonlijke visie op het sociaal-ruimtelijk gegeven. Het werken aan programma’s in de vorm van scenario’s of liever nog strategieën is een
opdracht waar de ontwerper vandaag niet (meer) omheen kan
concept : visie op de problematiek en vertaling ervan in ruimtelijke concepten op niveau van
het stadsweefsel, de gebouwtypes en het publieke domein. Het concept wordt verwerkt in een
masterplan voor het stadsdeel en het architectuurontwerp van een relevant deel van het project
constructie : structuur, opbouw en materialisatie van gebouwen, ofnog het zoeken naar bestaande en nieuwe bouwmethoden die een antwoord kunnen geven op de architectonische
en tectonische problematiek.
De vijf studio's 2013-2014 waren:
- Studio Rotterdam Masterplan (arch. Peter Bongaerts en arch. Oswald Devisch, met medewerking van KCAP Rotterdam)
- Studio Shenzhen Masterplan (arch. Nick Ceulemans en arch. Peter Bongaerts, met medewerking van Hong Kong University, arch. Tao Zhu en arch. Kristof Crolla)
- Studio Venice Start (arch. Jo Berben, arch. Maria Segantini en arch. Carlo Capai)
- Studio F*ck The Context (arch. Nick Ceulemans)
- Studio Betonwedstrijd (arch. Maria Leus)