Het meten van de wereld. De meridiaan. pdf free

Download Report

Transcript Het meten van de wereld. De meridiaan. pdf free

\9.o ~
r»
r» }
Dienst Weg- en Watarbouwkund'
PöSttaUs 5044, 2600 GA. DELF-"':
Je!. 015-699111
RAPPORT MI-AB/88-44
Globaal overzicht van de
milieuproblemen als gevolg
van het gebruik van dooimiddelen voor de gladheidsbestrijding bij Rijkswaterstaat.
Interim-rapportage;
DATUM: oktober 1988
Hoofdafdeling Milieu: •
tOnderafdeling Advies Bodem/Lucht
«Onderafdeling Advies Landschap & Natuurlijk Milieu
DIENST WEG- EN WATERBOUWKUNDE
v/d Burghweg 1 / POB 5044
2600 GA Delft
Tel: 015 - 699111
ig
INHOUDSOPGAVE;
Hoofdstuk 1
Inleiding;
Hoofdstuk 2
Strooitechnische aspecten;
Hoofdstuk 3
Milieu aspecten;
3.1
3.2
3.3
Verspreiding van stoffen in het milieu
Chemische samenstelling dooizouten
Effecten op het milieu
3.2.1. Zoutgehalte (NaCl);
5.2.2. Zware metalen
3.2.3
Antibakmiddelen/kleurstoffen;
Li teratuurlijst
Bijlage 1 :
Technische eisen dooizouten - maart 1988
Bijlage 2 ;
Prijslijst dooizouten 1988/1989
Rijkswaterstaat
Hoofdstuk 1
Inleiding;
Voor de bestrijding van gladheid wordt in Nederland voornamelijk gebruik gemaakt van zout (NaCl), dat door Akzo
Nederland BV wordt geproduceerd (KNZ wegenzout) en steenzout
afkomstig uit Sicilië (Eurosalt). Door Rijkswaterstaat wordt
momenteel ca 35 "/. van het totaal aan wegenzout van Akzo NL BV
betrokken en ca 15 "/. van Eurosalt BV. Tevens wordt zout van
andere herkomst als dooimiddel toegepast, kwantitatief echter
van geen betekenis.
Achtergrondinformatie:
% Akzozout. oftewel KNZ wegenzout:
Akzozout wordt verkregen uit steenzout door ondergronds
oplossen van het zout in de steenzoutlagen. De hierbij
ontstane verzadigde pekel wordt opgepompt uit de
mijnschachten en wordt vervolgens gezuiverd. Middels vacuüm
droogdampen ontstaat een droog "vacuumzout" dat kleine
gelijkmatige en enigszins afgeronde korrels heeft en vrij
zuiver is. Akzozout wordt geproduceerd en geleverd door Akzo
Zout Chemie Nederland BV.
t Eurosalt:
Eurosalt is een steenzout afkomstig uit Sicilië. Door middel
van dagbouw wordt het.zout gewonnen uit de bodem. Nadat het
steenzout'in een breekinstallatie tot de gewenste
korrelgrootte is verkleind wordt het als wegenzout op de
markt aangeboden. De korrels zijn hard (kristallijn),
onregelmatig van vorm en kunnen onzuiverheden (gesteente,
klei, andere zouten) bevatten. Er heeft geen scheiding van
stoffen in het proces van winning plaats gevonden. Eurosalt
is een "natuurlijk" produkt. In zijn algemeenheid kan men
zeggen dat de steenzoutlagen waaruit gewonnen wordt in
samenstelling kunnen varieren. Het vochtpercentage van deze
steenzout is laag. De leverancier is Eurosalt BV, Rotterdam.
Hoofdstuk 2
Strooitechnische aspecten:
Natzoutstrooitechniek:
In een gemiddelde winter wordt door Rijkswaterstaat 80.000
tot 100.000 ton wegenzout gestrooid met een gemiddelde van 40
strooibeurten per jaar. Hierbij wordt per keer ca 10-15 gram
per m2 gestrooid (bij sneeuw 20 gram/m2) (DWW-Gladheidsbestrijding/
) . Bij wegdekken waar zeer open
asfaltbeton (ZOAB) is toegepast wordt per keer globaal 2>:
zoveel zout gestrooid. In de toekomst kan blijken dat meer
strooien op wegen met ZOAB noodzakelijk is.
- 4 -
Van de totale hoeveelheid aan strooizout die landelijk per
jaar wordt gestrooid, neemt Rijkswaterstaat 1/3 deel voor
haar rekening. Daarnaast wordt door de Provincie en de
Gemeenten een gelijkelijk deel gestrooid. De jaarlijkse
hoeveelheid in Nederland gestrooid wegensout ligt daarmee
rond de 300.000 ton afgezien van wat door particulieren wordt
gebruikt. Deze hoeveelheid zal groeien als gevolg van het
gebruik van ZOAB (zeer open asfaltbeton) als wegverharding.
ZOAB zal worden toegepast bij nieuw aan te leggen
autosnelwegen met een verwachte verkeersintensiteit van
35.000 of meer motorvoertuigen per etmaal en binnenkort op
niet—autosnelwegen met een verwachte verkeersintensiteit van
10.000 of meer motorvoertuigen per etmaal.
Momenteel wordt bij Rijkswaterstaat gebruik gemaakt van de
techniek "natzoutstrooien". Hierbij wordt het strooizout .
bevochtigd met een 2O"/.-ige CaC12-oplossing in een verhouding
van 1 deel vocht op 2,5 delen zout. De proefnemingen in 1990
om te komen tot deze strooitechniek zijn uitgevoerd met
vacuumzout (Akzozout). De samenstelling van het dooimiddel
(zout + vloeistof) en de calibratie van de strooimachine zijn
op deze proefnemingen met Aksozout gebaseerd.
Deze uitvoeringstechnische randvoorwaarden dienen bij de
beoordeling op bruikbaarheid van strooizoutsoorten als
uitgangspunt. Dit om te voorkomen dat de strooiapparatuur
iedere keer bij verandering van zoutsoort opnieuw afgesteld
dient te worden. Eurosalt wordt reeds enige jaren toegepast
en voldoet.
Technische eisen dooizouten - maart 1988:
Strooizouten gebruikt door Rijkswaterstaat moeten voldoen aan
de "Technische eisen dooizouten -maart 1988" (zie bijlage 1 ) .
Hierin bevinden zich eisen t.a.v. de samenstelling van het
produkt, de korrelgrootte en het vochtgehalte.
Economische aspecten:
Voor het strooiseizoen 1988-1989 is door Rijkswaterstaat een
prijslijst "dooizouten" opgesteld (bijlage 2 ) . Dit zijn de
leverantieprijzen gemiddeld over een aangegeven periode. De
prijzen voor dooizouten worden gevormd door' het
marktmechanisme. In grote lijnen kunnen prijsverschillen
ontstaan door aanwezige voor— en nadelen aan de
strooizoutsoorten, zoals een te hoog vochtgehalte, een te
laag dooimiddelgehal te of te verwachten e:: tra kosten voor
beheer en onderhoud (gerelateerd aan de technische eisen
dooizouten 1988/89).
- 5 -
Hoofdstuk 5
3.1
Milieu-aspecten:
Verspreiding van stoffen in het milieu:
Van de gestrooide hoeveelheden zout komt 1007. in het milieu
terecht. Gladheidsbestrijdinq draagt bij als diffuse bron aan
de milieuverontreiniging. Uit onderzoek is gebleken (lit.
IMG/TNO) dat het overgrote gedeelte van het gestrooide zout
door afspoel.ing in de wegberm terecht komt. Deze
zoutafspoel ing concentreert zich op een smalle strook van ca
1-2 meter langs de wegverharding. Daarnaast is verstuiving
als gevolg van de opwervelende kracht van voorbij rijdende
auto's van belang. Zoute nevel kan zich afhankelijk van de
wind over tientallen meters vanaf de weg verspreiden. Globaal
genomen komt door verstuiving en afstroming ca 95% van het
strooizout op de 1-2 meter zone langs de weg terecht, ca . 57.
op grotere afstand van de weg. De bodem en vegetatie van de
wegberm worden in eerste instantie belast. Als gevolg van
uitspoeling verspreidt het zout zich naar het grondwater. Via
het grondwater kan het zout het oppervlaktewater belasten
(bermsloot). De concentraties zout die in het bodemvocht
optreden zijn in de eerste plaats afhankelijk van de
zoutbelasting, in de tweede plaats van de mate van door—
spoeling. In de winter vindt men vlak naast de weg de hoogste
concentraties. Vlak naast de weg is de doorspoeling ca 5 tot
10 maal groter dan op grotere afstand van de weg. Als gevolg
van deze doorspoeling zijn in de zomerperiode de chloride
concentraties in het bodemvocht vlak naast' de weg dan ook
veel lager (ca 25 mg/l) dan op ca 2,5 - 5 meter (300"- 500
mg/l) van de weg. Er is globaal genomen ongeveer een jaar
voor nodig voordat het stooizout van een winter uit de bodem
is geloogd. In het grondwater ontstaat een concentratie van
ca 300-400 mg Cl/l. De verblijftijd van het zout in het
grondwater varieert van een half jaar in natte perioden tot
anderhalf jaar en langer in droge perioden, afhankelijk van
de geohydrologische omstandigheden. De chloride-concentratie
in de bermsloot is afhankelijk van de mate van doorspoeling
(lit. IMG/TNO werkgroep zoutbalans).
3.2
Chemische samenstelling van de strooizouten:
Er zijn een aantal analyseresultaten van chemisch onderzoek
beschikbaar van de onderhavige strooizoutsoorten.
Om inzicht te krijgen van de chemische samenstelling is in
deze studie uitgegaan van gegevens verstrekt door de
producent of importeur en van door DBW-RIZA uitgevoerde
chemische analyses. Een voorbeeld van de chemische
samenstelling is weergegeven in tabel 1.
-
Tabel 1.
6
-
Oen» scha samenstelling van "Eurosalt"
en "Mczozour*.
Parameter
voeflt X
Eurosaie
1"
-
onooios*
baar X
NaCl X
AkZOZOUC
1 •
1*
3 *
0,91
•
2.7
0,56
-
< 0,001
-
97
*
> 97
-
•
•
8.5
-
•
101 ooi.
-
300
K Cmq/kqj
•
-
12
3000
Ca <m/*Q)
< o,or
•
< 0.01
< 0,001
« 0,2
< 0,2
AS
< 0.2
er
< 0,2
•
« 0,2
ca
< 0,02
•
< 0,02
< 0,001
Pb
< 0,2
•
* 0,2
0,01
Cu
(nq/kq;
< 0,2
•
< 0,2
0,02
< 0,2
•
« 0,2
0,02
5.9
-
* 2.0
0,01
0,005
(nq/kq)
SOb
200
11200
< 100
•
eoo
100
300
< 100
<0,2
-
0,4
1* Oitrat 8tnrwntMCtr«n «12A: Xaeport na 9 87-52/727-87
A/727-87 t ;
| * Eurosatt S . y . ; Britf karntnc vO/U 12-4-85
1
' - " • ' ^ « • ' « ««aartana 8V: Qeqay* cone. a a r * nacalan
- 7 -
3.3
Effecten op het milieu:
3.2.1. Zoutgehalte (NaCl):
Aksasout en Eurosalt bevatten ca 977. NaCl.
In de literatuur worden de effecten van NaCl op de bermbodem
en bermvegetatie beschreven (lit.:CROW, MentiVik, Terpstra,
Wijchman) .
In het kort een overzicht van de belangrijkste effecten:
- Na+-ionen kunnen vooral in klei- leem en humusrijke gronden
schade veroorzaken asin de bodemstruktuur als gevolg van
hechting aan het klei-humuscomplex. De bodem slaat hierdoor
sneller dicht, waardoor verdroging kan optreden
(verslemping). Door verdringing van Ca, K en Mg-ionen aan
het k lei-humus-comple:-! kan de bodemvruchtbaarheid
verminderd worden (dit is m.n. bezien vanuit de landbouw,
maar slechts beperkt van toepassing voor de wegbermen).
- Verzilting van de omgeving van de weg treedt op; de
chloride concentraties van bodémvocht, grondwater en
oppervlaktewater stijgen; De vegetatie kan door transport
van de Na- en Cl-ionen via de sapstroom naar de bladeren
schade oplopen (chlorose en bladrandnecrose).
Tevens treden er vegetatiekundige effecten op zoals
soortsverschuivingen en aanpassingen binnen
•soortpopulaties (lit. Van Ast e.a. 1988);
- Schade aan' beplantingen als gevolg van stuifen spatzout' is geconstateerd (lit. F'.J.M. Mentink).
Het zout zet zich vast op het oppervlak van de plant,
onttrekt water aan de plant, waardoor verdroging kan
optreden (plasmolyse). Vorst en het uitblijven van neerslag
zijn hierop in negatieve zin van invloed.
3.2.2. Zware metalen:
Bij vergelijking van de onderzochte strooizoutén (tabel 1)
blijkt dat er verschillen kunnen bestaan m.b.t. de gehalten
aan zware metalen en arseen. Akzozout bevat zeer geringe
concentraties aan zware metalen. Eurosalt bevat een
behoorlijke hoeveelheid zink, de overige gehalten zijn
gering. Bij aanbod van andere strooizoutén op de Nederlandse
strroizoutmarkt moet goed gelet worden op het gehalte aan
"zware metalen.
Bij beschouwing op jaarbasis (100.000 ton strooizout/jr)
kunnen de volgende emissies aan zware metalen verwacht worden
als gevolg van zoutstrooien (tabel 2 ) . Ter vergelijking wordt
de emissie van zware metalen door het wegverkeer aangegeven
(tabel 3) (lit. CUWVO 1986). Deze gegevens zijn samengesteld
uit de emissie door uitlaatgassen, banden-, remmen- en
wegdekslijtage en lekverliezen.
Bij de beoordeling van de belasting van het milieu door zware
metalen en arseen bij gebruik van verschillende soorten
strooizout moet rekening worden gehouden met voor zware
- 8 -
metalen geformuleerde uitgangspunten voor het milieubeleid:
Hg, Cd, Crlv1, Cu, Pb, Zn en As zijn schadelijke stoffen die
op de lijst van prioritaire stoffen van het milieubeleid
voorkomen. Op grond van eigenschappen van deze stoffen zoals
accumulatie, persistentie en toxiciteit wordt -om de
blootstelling aan deze stoffen te verminderen- een beleid
gevoerd ter beperking van de emissie en verspreiding van deze
stoffen in het milieu (lit. VROM MP 1988/91).
Concluderend kan men zeggen dat Rijkswaterstaat bij voorkeur
strooizouten voor gladheidsbestrijding gebruikt die een
geringe hoeveelheid zware metalen bevatten. Bij gebruik van
Akzozout is de emissie aan sware metalen het geringst.
f*" *••"*•»< ikina van d» jaarlijks* MtMCtnv in
kq/jr V M nat mliau door mar» iwtaian m an««n
bt j 9«orui( van « t n o i i l l a n itroaittiutan
««•dtataaontrt |<*lna; ai man t l jksMCtrttut.
Paraaatar
Eur««att
« 1
i
'•naatar
Utaxaut
* 0,1
•
(kvjpi
<ko/ir)
< 20
A«
(k«/ifJ
0,3
er
(kvirJ
790
« o.:
Cd
(ka/jr)
200
< 20
i
••
(kvirJ
CU
<ko/irj
< 20
2
cu
•«
(ko/ir)
< 20
2
NI
(kt/jfi
7TO
590
1
Zn
(kt/ir»
31.000 61.000
Aa
<k«/ir)
« 20
er
(kn/jrj
< 20
ca
Ck«/irj
« 2.3
f
Ui
Paraaattr
A«
Cr
Eurasait
Akxazeut
-
•
-*
-
.< 3
•
910.000
'<300.000)*j
U I I I I H van our« imrtitn
daar nat m < i f m > (naar
bpaaa. aatar, luent) ouitan
aa ~-— —~ ia* in tg/jr.
( U t . CUWVQ 198A)
1100
Loevr»ar<«airn in oerair»
(198D wraiteantrans.
0,072
#
Cd
•» •
< 0,053
< 1X
< O.SSAZ
CU
< 2Z
Hl
< sx
< 0.C03X
< 0,2
0,3
*
in
.. JTTïïTTT
y«i d* t o n t * w u i * van aiar* <a>tai«n door n*«
i i i f ouitan o* r—wajw tot r««r boetai «MCCT en iuent
bij atarutk van vwnetUltnM streaixoutseertan voer d«
gtJcn«ids6Mtri jdinv Biman «jksiMttniaAt.
(Voor tstaai ttaruik »*% aao»«taöt*an in Maartona <aa>
artrrment» an CaWMntant p w u n t u w om factor 3
nt«vutdt««n).
in banxin* <198D
- 9 -
3.2.5
Antibakmiddel/kleurstof fen:
Aan strooi zout wordt antibakmiddel (K4Fe(CN)6.3H20)
toegevoegd in de orde van grootte van 50-300 mg/kg om
klonteren te voorkomen. Dit is een stabiele verbinding,
waarbij het cyanide stevig gebonden is in complexvorm.
Afsplitsing van het giftige cyanide-ion is vrijwel
verwaarloosbaar. .Over omzettingen in de bodem is geen
informatie gevonden. Antibakmiddel wordt aan alle
wegenzouten toegevoegd.
Naast antibakmiddel wordt met name aan Eurosalt een kleurstof
toegevoegd (denatureren). Deze kleurstof heet eosine
(tetra-broom-fluoresceine). De stof is goed oplosbaar in
water en geeft een pH van 9-10 bij oplossen van ca 20 gram.
De stof is niet toxisch en over omzettingen in de bodem is
geen verdere informatie bekend.
- 10 -
Literatuurlijst;
Ast A. van. Groenendael J.M. van. Borg S.J. ter; Strooizout
veroorzaakt variatie binnen zuringsoorten.
De levende natuur, 1988, No 2.
"Glad-weg veilig..."; Eindrapport van de
CROW
werkgroep Wl "Gladheidsbestrijding en
sneeuwruiming"; Publ. no 5, 1987;
Stichting CROW, Ede.
Diffuse bronnen van waterverontreiniging;
CUWVO
Werkgroep VI, CUWVO, Ministerie van Verkeer
en Waterstaat, 1986;
Het effect van wegensout op het zoutgehalte
IMG-TNO
van bodemvocht, grondwater en
oppervlaktewater; Werkgroep, zoutbaïans van
de stichting relatie gladheidsbestrijding
milieubeheer; 1977 IMG/TNO;
Nieuwe richtlijnen natzoutstrooien op
Janssen J. A.
autosnelwegen. Land+Water—nu Nr.12 (1985)
Zoutschade aan beplantingen langs
Mentink P.J .M.
autosnelwegen. Verslag van een
inventarisatie, uitgevoerd na de winter
van 1984/85. Rapport no 438, "de Dorschkamp"
Wageningen, 1986.
Het effect van wegensout op het milieu.
Terpstra H.
Wetenschapswinkel voor Biologie, RU Groningen, 1986.
Milieuprogramma 1988-1991, VoortgangsVROM
rapportage. Tweede Kamer, vergaderjaar 19871988, 20202, nrs.1-2
Achtergrondgehalten van een aantal
VROM
anorganische en organische stoffen
in de bodem van Nederland, 1984
Bodembeschermingsreeks, no 34;
Gevolgen
winter gemakkelijk te zien maar
Wijchman B.
moeilijk te overzien: schade door vorst
en zout plaatselijk zeer ernstig.
Tuin & landschap no 17 (1985).
aehniaehs slaan *"** - w e e n - reaar^: 1988
Sarr.ar.ata 11 i.-.g
Dooizsucaa soetaa voor aisiaaal 96 gawiciiisproca-teo uit docivericaiid aidda
beacaaa (bij chloride aoudaada scofifea gerskead alj K a C l ) .
Dooizaucsa zttz airder d a a 90 gewichrsprocaataa dooiverisead aiddai zijn aiac
coageataaa. Hac verschil, gerakead vaaaf 96 gewisi:-:sprocaataa doaiv«rxar.i
aiddai, geert eea airdarvaarda aaa vaa hec dooisiidai.
Oooizsusaa so;ea geea vacerazarataada ai aadars aiddeiaa bavacran dia de
daoiwerxisg veriragea.
Er diaac eea iacihaicaiddai ta sija toegevoegd, zcdac gaea klaatvensis?' ar.zstsac tor eea tamsaracuar ^ a a - 15'C.
Oaoissutaa acgen aiac aeer daa 5 gewiciicscracaacaa icorraia Iciamer daa
0,16 s s bevattsa. Korrsis grccar d a a 3,00 s s rija aiet tsegeataaa. Xorrsis
grstsr daa 3,15 a s ea iciaiaar d a a S.QO tss aogea aaxisaai 20 gewtciitscrssan
cas aaavezig zijn.' Eaa ea aader ta bepalea door zaesaaaiyse. Het aansaei
Itorraia' grster d a a 3,15 -ten geest voor 50" eea airdervaarde aaa
dooisiddei.
Oooissutaa sogea bij iiiaveria? aiac maer daa •*! vacar bevacraa. ta becaier.
door drsgis? bij L05'C. ladiaa hec wacergeaaita grotar ia d a a LI, geeft hec
geceeita bovea <ta 11 eea ajjdarvaarda aaa hac dooiaiddei.
Alia bovaegeaoasea- vaardaa dieaen bepaaid ta wordaa TOigeas BA St.-3 2.3.
Auztauaalzsa.
Oéza aiaea icussaa worcaa aaageauid
*Zac£a.iscza eisaa dooiscutaa - oaart 1983
l'
P r i j s l i j s t dooizoutaa 1988/1989 e . b . r .
Rijlcavaearacaat.
Aksa Zsut O.eraie MaderUna 3 . T
levarisg ia da parioaa van:
L6 april 198S t / a 31 aai
L988
t
3 6 , - / ton
l
Juai
1988 t / a 30 Juai 1988
e
8 9 , - / t =r .
1
juli
1988 t / a 31 »ug. 1988
«
9 ^ , - / taa
1
sept. 1988 t / a 31 okc. 1988
£
99,-/106
1
nov.
f tO«.,- / taa
L988 t / a 1 naart 1989
Eursaait B.7,
beac»lliag3t»raijn voor spaciaia Icwalitaic 0-3 na:
l april 1988 t / a 31 aai
1988
f
SS.'O/ ton
1 Juni
1988 t / a 31 aug.
1988
4
88,- / ton
l sapt.
1988 t / a 31 ofct.
1988
l
94,- / ten
1 dac.
1988 t / a 31 aaar? 1989
i 103.«0/ tsa
Alla bev«a«aBoamda prijxaa z i j a «xci. STY aa Uciuaiat da RWS-«.ortis?.
Miaiaala lavarvat: 22 tca /
baacailis».