Regelgeving ontgassingsverbod Hans Kraaij Ministerie van Verkeer en Waterstaat Programma Binnenvaart en vaarwegen Voorlichtingsbijeenkomst 19 september 2006

Download Report

Transcript Regelgeving ontgassingsverbod Hans Kraaij Ministerie van Verkeer en Waterstaat Programma Binnenvaart en vaarwegen Voorlichtingsbijeenkomst 19 september 2006

Regelgeving ontgassingsverbod
Hans Kraaij
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Programma Binnenvaart en vaarwegen
Voorlichtingsbijeenkomst 19 september 2006
Inhoud
 Wat houdt het ontgassing verbod in?
 Wat is waar geregeld?
 Hoe is huidige ontgassingsverbod (zo) tot stand
gekomen?
2
Wat is ontgassen?
dampretour
3
Wat houdt ontgassingsverbod
in?
 Voor 1/1/2006: Verbod op ontgassen van benzine
als vervolglading benzine
 Na 1/1/2006:
Totaalverbod op ontgassen van
benzine
 Oplossingen:
 dampretour en dampterugwinning (logistiek + DTE)*
 ontgassings-DVI (bestaat nog niet)
*) Met ingang van 1/1/2005 hebben alle benzinelaadportalen een DTE.
4
Hoe moet het wel?
5
Hoe moet het niet?
6
Wat is waar geregeld?
Richtlijn 94/63/EG
ADNR (Rijnlanden)
Nationale regelgeving
- 7.2.4.12 verplichting RR
- 8.1.11 format RR
- Dl, Fr, B, Zw
- Nederland
Regeling benzinevervoer
in mobiele tanks 2006
- ontgassingsverbod voor
schepen (en andere
modaliteiten)
Regeling op-, overslag en
distributie benzine
milieubeheer
- regels voor dampretour en
dampterugwinning
- verbod om schip te beladen dat
niet aan ontgassingsregeling
Wvgs voldoet
Strafbaarstelling…
7
Uitzonderingen resultaat van…
 Onderhandelingen in de CCR:
 definities: UN1203
 uitzonderingen: overdruk, calamiteiten, “gasvrij” na
3 ladingen
 controlemogelijkheden: vormvrije reisregistratie
 Onderhandelingen met het bedrijfsleven:
 extra maatregel: ontgassings-DVI
 uitzondering: “gasvrij” na één volle lading (95%)
 Gesprekken met handhavers:
 formulering: bewijslast bij schippers, (keten)verantwoordelijkheid voor verladers
8
Vragen?
9
V&W-regeling (1)
Artikel 2
1. Deze regeling is niet van toepassing op ladingtanks indien de
schipper kan aantonen dat:
a. de drie voorafgaande ladingen van de desbetreffende
ladingtank, niet bestonden uit benzine of de desbetreffende
ladingtank bij de voorafgaande belading voor meer dan 95%
gevuld was met een andere stof dan benzine, of
b. de restladingdamp van de voorgaande lading verwerkt is in een
ontgassingsdampverwerkingsinstallatie en dat hierbij de
dampconcentratie, gemeten op een representatief punt in de
leiding die loopt van de ladingtank naar de
ontgassingsdampverwerkingsinstallatie, bij
standaardomstandigheden gedurende 30 minuten minder dan
3,5 g/m3 heeft bedragen.
10
V&W-regeling (2)
Artikel 4
1. Het is verboden een mobiele tank te ontgassen.
Restladingdampen blijven in de mobiele tank opgeslagen
totdat in een terminal wordt herladen, behoudens voor:
a. drukverevening die vanuit veiligheidsoogpunt noodzakelijk is, of
b. verwerking in een ontgassingsdampverwerkingsinstallatie.
2. Een ladingtank mag, in afwijking van het eerste lid, eerste
volzin, worden ontgast indien hiervoor ontheffing is gegeven
door een voor randnummer 7.2.3.7 aangewezen instantie als
bedoeld in bijlage 4 bij de Regeling vervoer over de
binnenwateren van gevaarlijke stoffen.
11
VROM-regeling
Artikel 4a
1. Het is degene die een terminal drijft, verboden een ladingtank
te beladen waarin volgens de stoffenlijst benzine mag worden
vervoerd.
2. Het eerste lid geldt niet indien:
a. de schipper aan degene die de terminal drijft, aantoont dat hij
beschikt over een bijgewerkte reisregistratie overeenkomstig
randnummer 7.2.4.12 van bijlage 1 bij de Regeling vervoer over
de binnenwateren van gevaarlijke stoffen, en
b. artikel 2 van de Regeling benzinevervoer in mobiele tanks 2006
van toepassing is of de schipper aan degene die de terminal
drijft, aantoont dat de ladingtank is ontgast met toepassing van
artikel 4 van de Regeling benzinevervoer in mobiele tanks 2006.
3. Het eerste lid geldt voorts niet indien tijdens het beladen van
een ladingtank verplaatsingsdampen uit die tank door een
dampdichte leiding worden teruggevoerd naar een
12
dampverwerkingseenheid.
ADNR (deel 8)
8.1.11 Reisregistratie
Tankschepen, die voor het vervoer van UN 1203 Benzine of
motorbrandstof zijn toegelaten, moeten een reisregistratie aan
boord meevoeren. De reisregistratie kan ook uit andere
documenten bestaan, waaruit de vereiste gegevens blijken. Deze
reisregistratie of deze andere documenten moeten ten minste
drie
maanden aan boord worden bewaard en ten minste de laatste
drie ladingen omvatten.
13
ADNR (deel 7)
7.2.4.12
Reisregistratie
In de reisregistratie als bedoeld in 8.1.11 moeten onmiddellijk ten
minste de volgende gegevens worden opgenomen:
Laden: plaats en laadinstallatie, datum, tijd, UN-nummer of
stofnummer, juiste vervoersnaam inclusief de Klasse
en, voor zover aanwezig, de verpakkingsgroep;
Lossen: plaats en losinstallatie, datum en tijd;
Ontgassen van UN 1203 Benzine of motorbrandstof:
plaats en installatie of ontgassingstraject, datum en
tijd.
Deze gegevens moeten voor iedere ladingtank aanwezig zijn.
14