Barrett metaplasie

Download Report

Transcript Barrett metaplasie

Slide 1

Barrett metaplasie
Dr F Staels
AZ Jan Portaels
Vilvoorde


Slide 2


Slide 3

Overzicht









Wat is Barrett metaplasie
Waarom ontstaat een Barrett
Soorten Barrett
Wat veroorzaakt Barrett
Wie wel, wie niet
Risico op ontaarding
Belang van biopten
Biomarkers


Slide 4









Endoscopische inspectie en techniek van
gerichte bioptiename
Behandeling van dysplasie en early cancer
EMR: endoscopisch mucosale resectie
Ablatietechnieken
Take home messages


Slide 5

1. Wat is een Barrett metaplasie


Twee criteria noodzakelijk


Endoscopisch




Anatomopathologisch




Roze verkleuring distaal in de slokdarm tegenaan
de GE junktie
Intestinale metaplasie

Een Barrett is dus nooit een louter
endoscopische diagnose, hoewel veel
gastroenterologen dit nog denken!


Slide 6

Metaplasie


Metaplasie: een bepaald type volwassen cel
wordt vervangen door een andere




In casu: slokdarm (squameus) epitheel wordt
vervangen door intestinaal (columnair) epitheel

Vroegere indeling wordt verlaten


Gastrisch type




Metaplasie door maagtype cel

Intestinale type


Metaplasie door een dundarmtype cel


Slide 7

2. Waarom ontstaat een Barrett


Metaplasie is een reaktie van het slijmvlies
op allerhande soorten stress




‘when the gut is under stress it wants to be
something else’
Slokdarm: bij aanhoudende reflux (stress)
treedt metaplasie op


Soort beschermingsmechanisme: het slijmvlies
veranderd (meplasie) in een ander, meer resistent
type


Slide 8

3. Soorten Barrett


Long segment Barrett




Short segment Barrett




Klassieke type, > 3 cm
<3 cm

Ultrashort segment Barrett






Niet met blote oog te zien, enkel bioptisch
Thv GE junktie vindt men in 1 op 3 gevallen eveneens
intestinale metaplasie
Geen maligne potentieel
In de praktijk niet gebruikt


Slide 9

4. Wat veroorzaakt een Barrett


Zure reflux





Vooral bij hernia diafragmatica
Rol van Helicobacter?

Alkalische reflux: gal


Believers en non-believers


Sommigen suggereren zelfs dat het vooral de
galreflux is die het vaakst dysplasie en ca zou
veroorzaken


Slide 10

5. Wie wel, wie niet


Stamcel




De metaplasie treedt op door een mutatie in een
stamcel
Waarom de ene wel en de andere niet blijft een
mysterie






Blanke mannen ontwikkelen vaak een Barrett, AfroAmerikanen daarentegen hebben evenveel GERD, doch nooit
Barrett
Allicht ook familiale voorbeschiktheid

Feit is dat de mutatie vrij plots optreedt èn volledig


Slide 11

Cijfers




10% van alle patienten met GERD
ontwikkelen een Barrett
Reëel cijfer is hoger: hoog aantal
asymptomatische (niet gekende) pten.




Tussen 0.2 en 1% van Westerse bevolking
heeft Barrett
Asymptomatische patienten tussen 50-80 jaar


1 op 8 had een Barrett


Slide 12

6. Risico op ontaarding


Cijfers






1-4% van alle Barrett’s ontwikkelen een
adenocarcinoma
Jaarlijkse follow-up Barrett: 1 adenocarcinoma per
300 patienten per jaar
Zwaar onderschat cijfers, meeste Barrett’s kennen we
niet




Studie: slechts 5% van alle slokdarm adenocarcinomen
werden endoscopisch gevolgd voor Barrett

Eerst dysplasie, erna adenocarcinoma


Slide 13

Dysplasie


Dysplasie is een verandering in de cellen van het
(intestinale) slijmvlies welke alle kenmerken
vertoont van een tumorale cel


Er zijn architecturale afwijkingen en kernafwijkingen




Hoe meer uitgesproken de kernatypieen, hoe hoger de grad
van dysplasie

Deze dysplastische cellen blijven evenwel ter
plaatse en gaan niet, zoals per definitie
kankercellen, invaderen (uitgroeien) buiten hun
normale lokatie


Slide 14

Dysplasie (2)




Dysplasie is hetzelfde
waarschuwingsmechanisme als
gynecologen opzoeken bij een vaginaal
uitstrijkje
Er is op dit ogenblik geen enkele manier
om te voorspellen welke patienten al dan
niet dysplasie zullen ontwikkelen.


Slide 15

Dysplasie (3)




Indien men bioptisch een hooggradige
dysplasie vindt, is de kans vrij groot dat er
elders reeds een adenoCA aanwezig is.
Vroeger stelde men dat het risico op
ontaarding groter is bij een long segment
Barrett dan bij een short segment Barrett.
Tegenwoordig wordt dit evenwel
tegengesproken.


Slide 16

Dysplasie (4)


We onderscheiden dus volgende histologische
stadia:





Laaggradige dysplasie
Hooggradige dysplasie
Intramucosaal carcinoma of early cancer




Heeft nog niet de submucosa geinvadeerd

Klassiek adenocarcinoma


De incidantie van slokdarmadenoCa is de laatste jaren fel
gestegen en is nu reeds verantwoordelijk voor 4% van alle
overlijdens door kanker.


Slide 17

7. Belang van biopten


Alle patienten met reflux klachten zouden
minstens één maal in hun leven een
oesophagogastroscopie moeten
ondergaan teneinde Barret uit te sluiten.



Once in a lifetime endoscopie
Zo aanwezig dienen ze in een follow-up
programma te worden geplaatst.


Slide 18



Geen biopten bij aktieve oesophagitis




Ulceraties en beslag kunnen een
onderliggende Barrett maskeren
Inflammatoire veranderingen zijn
anatomopathologisch soms moeilijk te
onderscheiden van dysplasie
Op apo verslag (foutieve) melding van dysplasie
 Patient laten terugkomen na 8 weken



Slide 19

At Random biopten


Men raadt klassiek aan om ‘at random’
biopten te nemen





Om de 2 cm over de 4 kwadranten,
beginnend gans onderaan de slokdarm
Best een jumbo tang gebruiken
Dus bij een Barrett van 4 cm lengte zou men
12 biopten moeten nemen in 12 verschillende
potjes (+orientatie).


Weinig endoscopisten doen dit


Slide 20

Frequentie van biopten





Nog steeds geen consensus
De meesten raden aan om na de eerste
endoscopie (Barrett) een jaar later een
tweede endoscopie uit te voeren
Als na deze 2 onderzoeken geen dysplasie
wordt weerhouden, volstaat een follow-up
onderzoek om de 2 tot 3 jaar.


Slide 21

Frequentie van biopten (2)


Frequentie van biopten bij dysplasie



Low grade dysplasie: na 6 maanden
High grade dysplasie: na 1-3 maanden


Alsdan biopten nemen om de cm!


Slide 22





Indien een adenocarcinoma wordt
gevonden bij een patient met Barrett in
follow-up, is de 5 jaars overleving 80%
Indien een adenocarcinoma wordt
gevonden obv klachten, zijn de meeste
patienten niet meer curatief te behandelen


Slide 23

8. Biomarkers




Het ware zeer nuttig om te kunnen voorspellen
wie al dan niet dysplasie of een ca zal
ontwikkelen
Bepaalde veranderingen in de mucosa kunnen
met speciale technieken (moleculaire
technieken) worden vastgesteld voor dat er
dysplasie optreedt: deze veranderingen noemt
men biomarkers


Het ultieme doel zou zijn een unieke biomarker
(‘magic marker’) te vinden.


Slide 24

9. Endoscopische inspectie en
techniek van de gerichte
bioptiename




Bedoeling is dysplastische letsels beter te
kunnen zien en aflijnen. Men verlaat maw
de techniek van ‘at random’ biopten.
Men onderscheid twee technieken:


Op basis van conventioneel licht
Chromo-endoscopie
 NBI




Op basis van fluorescerend licht


Slide 25

Op Conventioneel licht
chromo-endoscopie


Chromoendoscopie



Techniek met bv Indigo-carmijn
Minder geschikt






Vrij omslachtig
Inhomogene distributie over slijmvlies

Nieuwe variante: gebruik van azijnzuur





10-15 ml aan 1.5%
Azijnzuur veroorzaakt tijdelijke verandering in de mucosale
stuktuur wat met hoge resolutie endoscoop kan gezien
worden
Nog te experimenteel


Slide 26

Op conventioneel licht
NBI (Narrow Band Imaging)


Hoge resolutie endoscoop waarvan het licht
hoofdzakelijk uit blauw licht bestaat.


Blauw licht heeft kortere golflengte




Bovendien wordt blauw licht sterk geabsoorbeerd
door het hemoglobine




Dringt hierdoor minder diep in de weefsels, zodat men vooral
de oppervlakkige strukturen ziet

Vasculaire strukturen worden duidelijker

Een regulier mucosaal en vasculair patroon sluit
dysplasie uit


Slide 27


Slide 28


Slide 29


Slide 30


Slide 31


Slide 32


Slide 33

Op fluorescerend licht




Weefsels worden blootgesteld aan licht
met korte golfengte. Bepaalde endogene
substanties worden hierdoor geëxciteerd
en gaan licht uitzenden met een langere
golflengte
Een recente auto-fluorescentie endoscoop
van olympus geeft veelbelovende
resultaten


Slide 34

10. Endoscopische behandeling van
high grade dysplasie en early
cancer


Waarom niet langer opereren?





Mortaliteit van 3-5%, morbiditeit van 40-50%
Risico op invasie van de lymfeklieren is zeer laag bij
HGD en EC
Hierom wordt geopteerd voor een minimaal invasieve
endoscopische technieken




EMR
Ablatietechnieken
Principe: als het metaplastisch epitheel is verwijderd
verschijnt de oorspronkelijke mucosa terug: neosquameus
slijmvlies


Slide 35

EMR (Endoscopische Mucosale
Resectie)





Gemiddeld 1-4 sessies nodig
Vaak gecombineerd met ablatietechnieken
Complete remissie bij 97% vd pten
Ideale kandidaat




Nadelen van EMR





Barrett met een solitaire klein (<2cm) vlak letsel (HGD of EC)
welke oplift bij submucosale injectie.
Grotere letsels moeilijker te behandelen
Vrij hoge recidief frequentie in follow-up

Toekomst


Preventieve radicale resectie vd volledige Barrett mucosa?


Slide 36

Endoscopische ablatietechnieken



Twee soorten technieken



FDT (Fotodynamische therapie)
Argon plasma coagulatie

Grootste risico van ablatietechnieken
blijven de ‘buried barrett glands’:
resten van Barrett epitheel onder de
neosqameuze mucosa.
Kunnen potentieel op termijn,
zelfs na jaren, toch nog
ontaarden


Slide 37

Fotodynamische endotherapie


Men gaat een fotodynamische reaktie opwekken.
Hiervoor zijn 3 componenten nodig


Produkt die bepaalde weefsels gevoelig maakt voor
licht


Europa: 5-Ala





USA: Photofrin






Voordeel: werkt meer oppervlakkig, hierdoor minder stenosen
Nadeel: achtergebleven Barrett eilandjes
Voordeel: werkt in alle lagen: minder recidief
Nadeel: meer stenosevorming achteraf

Licht (vaak laserlicht)
zuurstof


Slide 38







Deze 3 componenten wekken een FD
reaktie op waardoor bepaalde stoffen
vrijkomen (O2 radicalen) die de celdood
veroorzaken. Een neosquameuze mucosa
komt in de plaats.
FD geeft betere resultaten voor kortere
Barrett segmenten
Niet alle patienten reageren op FD


Slide 39

Argon laser coagulatie



APC Erbe, gasflow 2 l/min, power 65 watt
APC in verticale lijnen van distaal naar
proximaal toe, met tussenin
achtergebleven mucosabruggen




Hierdoor minder risico op substenose vorming

Bij eerste sessie slechts de helft van de
omtrek behandelen


Slide 40

Vergelijking FD-APC


APC geeft in meeste studies de beste
resultaten:







Meer effectief
Minder neveneffecten
Gemakkelijker toegankelijk
Vaak transiente dysfagie (moeilijk slikken) en
odynofagie (pijnlijk slikken)
Gemiddeld 3 sessies noodzakelijk


Slide 41

Take home messages










1-4% van alle Barrett metaplasies ontwikkelen op
termijn een adenocarcinoma
Once in a lifetime gastroscopie voor elke patient met
GERD
Een barrett metaplasie ontwikkelt zich vrij plots en
volledig. Slechts casuistisch progressie of regressie
vastgesteld
Hoge prevalentie van barrett bij volstrekt
asymptomatische patienten
Geen biopten op ogenblik van aktieve oesophagitis


Slide 42










Als men op een biopt hooggradige dysplasie
vindt, is de kans groot dat elders reeds een
adenoca zich heeft ontwikkeld
Bye bye at random biopten, enkel nog gerichte
biopten
NBI eenvoudigste techniek voor gerichte biopten
Naar toekomst toe radicale preventieve
mucosectomies bij Barrett
Kijk uit naar ‘buried Barrett’, zelfs na jaren


Slide 43