Reflectieoefening

Download Report

Transcript Reflectieoefening

Slide 1

Hoe reflecteren?

Reflectiecyclus van Korthagen
Theorie en voorbeeld


Slide 2


Slide 3

O ntw ikkelen en kiezen
van alternatieven

4
U itproberen in
nieuw e situatie

5

3
B ew ustw ordin g
van essentiële
aspecten

1
2
T erugblik op actie

A ctie


Slide 4

Vragen om reflectie te stimuleren
• Fase 1: Handelen (=fase 5
vorige cyclus)
• Wat wilde ik bereiken?
• Waar wilde ik op letten? Welke
competentie?
• Wat wilde ik uitproberen?


Slide 5

Vragen om reflectie te
stimuleren
• Fase 2: terugblikken: wat gebeurde er
concreet?
Leraarsperspectief
Lln perspectief
Wat wilde je?
Wat denk je dat de lln
wilden?
Wat deed je?
Wat denk je dat de lln
deden?
Wat dacht je?
Wat denk je dat de lln
dachten?
Wat voelde je?
Wat denk je dat de lln
voelden?


Slide 6

Vragen om reflectie te
stimuleren
• Fase 3: bewustworden van essentiële aspecten
– Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met
elkaar samen?
– Wat is daarbij de invloed van de context / de school
als geheel?
– Wat betekent dit nu voor jou?
– Wat is dus het probleem of de positieve ontdekking?


Slide 7

Vragen om reflectie te stimuleren
• Fase 4: alternatieven
– Welke alternatieven
zie je?
– Welke voor- en
nadelen hebben die?
– Wat neem jij je nu voor
voor de volgende
keer?


Slide 8


Slide 9


Slide 10

Fase 1 Handelen
• Wat wilde ik bereiken?
– In de mini-les, gegeven in het vak Leren en
Onderwijzen, is duidelijk geworden dat ik het moeilijk
heb met de tijdsplanning van een les. Mijn persoonlijk
doel is dit te optimaliseren.

• Waar wilde ik op letten?
– Goed onderwijs betekent ook adequaat
klasmanagement. De tijd effectief benutten, vlotte
overgangen van de ene werkvorm naar de andere,…
dragen immers bij tot het creëren van een optimale
leeromgeving. Timing is echter, in een vak als
biologie, nog eens extra belangrijk daar een proef af
MOET zijn op het einde van een les. Het ligt dan ook
voor de hand dat ik als basiscompetentie de leraar als
organisator heb gekozen.


Slide 11

Kwalificatieprofiel van beginnende
leraar
• Verantwoordelijkheid t.a.v. de lerende






Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Opvoeder
Inhoudelijk expert
Organisator
Innovator/onderzoeker

• Verantwoordelijkheid t.a.v. de school en de
onderwijsgemeenschap





Partner van de ouders/verzorgers
Lid van een schoolteam
Partner van externen
Lid van de onderwijsgemeenschap

• Verantwoordelijkheid t.a.v. de maatschappij
• Cultuurparticipant/intellectueel


Slide 12

De leraar als organisator

• De lerares beschikt
over de nodige
vaardigheden m.b.t.
klasmanagement en
creëert een
stimulerende
leeromgeving


Slide 13

• Wat wilde ik uitproberen?
– Inschatten wat de beschikbare tijd is, dit aan de hand
van een voorbereiding met gedetailleerde timing van
elk lesonderdeel. Hier werd ook de mogelijkheid open
gelaten om de timing aan te passen aan de praktijk.
Hierbij is het belangrijk een goed onderscheid te
maken van wat echt gezien moet worden en waar
nog extra kan op worden ingegaan indien er nog
meer tijd beschikbaar blijkt te zijn.
– Nagaan of de ingeschatte timing en de timing in de
praktijk overeenkomen. Verschillen werden in een
andere kleur aangeduid op de LV
– In een parallelklas de verschillen in verband met
timing nagaan. De oorzaken van de verschillen
onderzoeken


Slide 14

– Vragen aan de mentor wat haar ervaringen zijn.
– Proeven eerst zelf uitvoeren en vergelijken met tijd
die eraan gespendeerd wordt tijdens de les. Hierbij
moet ik rekening houden met verschillende factoren
zoals bv materiaal dat door een andere lkr wordt opzij
geschoven.
– Proeven eerst zelf uitvoeren en trachten in te
schatten hoeveel tijd de lln eraan zullen spenderen.
Eventueel zelf al voorbereiden van de proef zodat de
studenten gedaan krijgen in één lesuur.
– Elke proef op voorhand timen + foto nemen of filmpje
maken.
– Noteren waar het mis kan gaan bij de proef (tijdens
voorbereiding).


Slide 15

Fase 2 Terugblik
• Wat gebeurde er concreet? Lkrperspectief
– Wat wilde ik?
• Ik wilde vooral beter inschatten hoelang een lesonderdeel kan
en zal duren. Ook wou ik de mogelijkheid openlaten om de
timing in de praktijk aan te passen. Dit betekende dat ik moest
leren een vlotte overgang te maken als het nodig was en, op
het moment zelf, moest bepalen welke leerstof belangrijk
genoeg is om er meer tijd aan te spenderen dan voorzien

– Wat deed ik?
• Ik heb telkens getracht in te schatten wat de beschikbare tijd
was, dit aan de hand van een voorbereiding met gedetailleerde
timing van elk lesonderdeel. Telkens werd nagegaan of de
ingeschatte timing en de timing in de praktijk overeenkwamen.
Indien dit niet het geval was werd onderzocht om welke
redenen de timing (en dan voor het tijdsverlies) in het honderd
liep. Dit betekende dat ik me regelmatig dezelfde doelstelling
voor ogen hield maar ook dat ik telkens tot een ander resultaat
kwam.


Slide 16

– Wat dacht ik?
• Natuurlijk kan ik voor mezelf een aantal
conclusies formuleren van wat ik beter wel of
niet kan doen, maar vaak werd de timing in
de war gestuurd door oorzaken van buitenaf
waar ik bijgevolg zelf niet veel kan aan
veranderen.

– Wat voelde ik?
• Soms voelde ik me, in eerste instantie, een
beetje hulpeloos. Op dat moment is het
belangrijk om zo vlug mogelijk terug met
beide voeten op de grond te staan. Ik heb
wel gemerkt dat dit vlotter begint te gaan. Ik
heb steeds minder problemen om mijn les
aan te passen aan de noden van mijn
leerlingen.


Slide 17

• Wat gebeurde er concreet (llnperspectief)
– Wilden?
• De lln wilden een vlotte en gestructureerde
les aangepast aan hun gedachtenwereld
en leefwereld

– Deden?
• De leerlingen werkten over het algemeen
zeer goed mee en zijn geïnteresseerd.
Soms hebben ze wel wat aanmoediging
nodig.

– Dachten?
• Soms vinden de lln het ook wel vervelend
indien een les gestoord wordt. Ook heb ik
gemerkt dat het voor hen zeer verwarrend
is als je nog één onderwerp moet afwerken
en aan een ander gaat beginnen in één
les.


Slide 18

– Voelden?

• De lln waar ik stage aan gegeven heb,
hebben zich vooral aangepast aan mijn
lesstijl en voelden zich hierbij goed. Toen ik
gestart ben met lesgeven in de derdes lag de
situatie enigszins anders. Deze lln hadden
het zeer moeilijk met in het midden van het
jaar zich te moeten aanpassen aan een
nieuwe leraar. In het begin was het voor
zowel hen als mij wat zoeken naar het tempo
van lesgeven en de moeilijkheidsgraad.
Ondertussen hebben zij mij goed aanvaard
en verloopt alles vrij vlot.


Slide 19

Fase 3 Bewustwording van essentiële
aspecten
• Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen
met elkaar samen?
– Ik denk dat aanpassing van zowel mijn kant als van
de kant van de lln essentieel is. Ik moet vooral leren
rekening houden met interindividuele verschillen
tussen de lln en de verschillende klassen. Bovendien
mag ik nooit twijfelen aan mezelf als ik mijn
lesplanning en –timing wil aanpassen.

• Wat is daarbij de invloed van de context?
– De invloed van de context is enorm. Er zijn duizend
en één factoren die de timing kunnen beïnvloeden en
waar je zelf geen controle over hebt. Weer is de
manier waarop je erop reageert en je
aanpassingsvermogen het belangrijkst.


Slide 20

• Wat betekent dit nu voor mij?
– Vele oorzaken liggen buiten mij
controle. Ik kan er alleen voor
zorgen dat ik perfect ben
voorbereid en vol vertrouwen voor
de klas sta.

• Wat is dus het probleem?
– Het probleem is dat je nooit weet
waar je je kan aan verwachten
waardoor ik minder zelfzeker
wordt.


Slide 21

Fase 4 Alternatieven
• Welke alternatieven zie ik?
– Goed voorbereid zijn, initiatieven durven
nemen en niet twijfelen aan mezelf.

• Welke voor- en nadelen hebben die?
– Je weet nooit wat er gaat gebeuren of hoe
de lln zullen reageren. Uiteindelijk moet je
ook vertrouwen hebben in de leerlingen en
dit start met vertrouwen in jezelf. Perfect
voorbereid zijn zorgt er eveneens voor dat
je verschillende richtingen uit kunt,
afhankelijk van de noden van de leerlingen.


Slide 22

• Wat neem ik mij voor voor de volgende keer?
– Communicatie met de mentor, de lln en de collega’s is zeer
belangrijk
– Ik mag niet aarzelen om van mijn timing en dus van mijn LV af te
wijken indien ik dit nodig vind
– Je lln kennen en niet onderschatten helpt bij het inschatten van
de timing
– Als lkr moet je ervoor zorgen dat je altijd extra lesmateriaal ter
beschikking hebt.
– Lln straffen of hen op iets negatief wijzen doe je niet juist voor de
start van een les en waar heel de klas bij is maar je vraagt ze om
eventjes langs te komen tijdens de speeltijd. Zo verloopt je les
rustig en kan de voorziene leerstof gegeven worden.
– Lln zo vlug mogelijk bij het begin van de les actief betrekken
helpt om de les vlotter te laten verlopen en verzekert, voor een
deel althans, hun medewerking voor de hele les.
– Als een lln een anekdote wil vertellen dan kan dit, maar je moet
de lln wel weer zo vlug mogelijk naar de lesinhoud en –opbouw
sturen.


Slide 23

Besluit

• Ik heb veel geleerd en heb
zeer veel zelfvertrouwen
gekregen over mijn manier
van lesgeven. Het
vertrouwen dat de meeste
leerlingen mij schenken
geeft voldoening om mijn
lessen ook aan hen
persoonlijk aan te passen.