Classificeren van planten Classificatiecriteria voor planten Criteria om planten in te delen Zijn er vaatbundels aanwezig? Criteria Vaatbundels Sporenvorming Zaadvorming Zaden in een kegel of vrucht Zijn er bij de vaatplanten.

Download Report

Transcript Classificeren van planten Classificatiecriteria voor planten Criteria om planten in te delen Zijn er vaatbundels aanwezig? Criteria Vaatbundels Sporenvorming Zaadvorming Zaden in een kegel of vrucht Zijn er bij de vaatplanten.

Slide 1

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 2

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 3

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 4

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 5

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 6

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 7

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 8

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 9

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 10

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 11

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 12

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 13

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 14

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 15

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 16

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 17

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 18

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 19

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 20

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 21

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 22

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 23

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 24

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 25

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten


Slide 26

Classificeren van
planten
Classificatiecriteria voor planten

Criteria om planten in te delen

Zijn er vaatbundels aanwezig?
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Zijn er bij de vaatplanten sporen
of zaden aanwezig?

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Liggen de zaden naakt in een
kegel of afgesloten in een
vrucht?
Uit hoeveel zaadlobben bestaat
het zaad?

Waar bevinden zich vaatbundels?

Criteria
Vaatbundels

• Vaatplanten: planten met vaatbundels.
• Vaatloze planten: planten zonder vaatbundels
(bv. mossen).

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Dwarsdoorsnede
bladsteel selder

Vaatbundel

Vaatbundels: transportsysteem in organen van de
plant:
• houtvaten: transport van water en mineralen 
opwaarts transport;
• zeefvaten: transport fotosyntheseproducten 
neerwaarts transport.

Sporenvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht

Kenmerken sporen:
• iedere spore bestaat uit één cel;
• sporen worden gevormd in sporenhoopjes;
• kiemen als ze op vruchtbare grond komen;
• ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting 
ongeslachtelijke voortplantingscel.
Bv. varens, wolfsklauwen, paardenstaarten.

Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Varen

Wolfsklauw

Paardenstaart

Zaadvorming

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Kenmerken zaden:
• ieder zaad bestaat uit meerdere cellen;
• kiemende zaden hebben reservevoedsel;
• ontstaan uit geslachtelijke voortplanting 
bevruchte eicel wordt embryo na celdelingen.

Zaden in een kegel of opgesloten in een vrucht

Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Zaadplanten= planten waarbij zaden worden
gevormd:
• bedektzadigen: zaden zitten in een vrucht;
• naaktzadigen: zaden liggen bloot tussen
schubben van een houtachtige kegel.

Eenzaadlobbigen (monocotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 1 zaadlob;
• bijwortels;
• parallelnervige bladeren;
• vaatbundels verspreid bij stengeldoorsnede.
Tweezaadlobbigen (dicotylen):
• zaad bestaat uit kiempje + 2 zaadlobben;
• hoofdwortel met zijwortels;
• veernervige en handnervige bladeren;
• vaatbundels liggen in een kring bij
stengeldoorsnede.

Hoe gebeurt de classificatie van planten?

Grote verschillen tussen echte tweezaadlobbigen
Criteria
Vaatbundels
Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Klasse  orde  familie  geslacht  soort

Stamboom van het plantenrijk

Criteria
Vaatbundels

Het opstellen van de stamboom gebeurt op basis
van vermoedelijke verwantschappen.
→ Morfologische kenmerken + evolutiegeschiedenis.

Sporenvorming
Zaadvorming
Zaden in een kegel
of vrucht
Classificatie planten
Stamboom plantenrijk

Vereenvoudigde voorstelling indeling van de planten

Indeling volgens aanwezigheid van vaatbundels

Vaatbundel

Dwarsdoorsnede bladsteel van selder

Zeefvaten

Cambium
(groeiweefsel)

Houtvaten

Dwarsdoorsnede stengel linde

Gewone haarmos
Situering
van hetgeen
plantenrijk
in hetmaar
classificatiesysteem
Mossen
hebben
wortels,
rhizoïden (draadvormige uitgroeisels)
 vasthechting, maar geen transport.

Varensporen

Vruchtwand
Zaadhuid
Kiemwit

Zaadlob
Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaden van tarwe

Kiemwit = reservevoedsel (zetmeelrijk)

Doorsnede tarwekorrel
(schematisch)

Sporenhoopje met
sporendoosjes

Onderzijde varenblad met sporenhoopjes

Varens

Wolsfklauwen

Sporenaar met
sporendoosjes

Paardenstaart

Meloen (vrucht met zaden)

Peul (vrucht) met zaden

Kiwi (vrucht) met zaden

Bij bedektzadigen zitten de zaden in een vrucht.

Zaden tussen schubben van kegel

Vorming van zaden bij naaktzadigen

Naaktzadigen zijn naaldbomen. De zaden bevinden tussen de schubben.

Boonzaad met zaadhuid

Poortje
Navel

Kiempje
(worteltje,
stengeltje,
blaadjes)
Zaadlob

Boonzaad zonder zaadhuid

Boonzaad (schematisch)

Indeling volgens sporenvorming of zaadvorming

Indeling volgens dat zaden naakt in een kegel liggen of opgesloten zijn in een vrucht

Indeling volgens het aantal zaadlobben in een zaad

Levenscyclus van een varen

Vereenvoudigde voorstelling van de indeling van de planten

Geslachtelijke voortplanting bij planten