Nieuwe spelling TRAINING © ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl C of K? insect dialect complot product attractief collectief publicatie indicatie complex compleet cadeau actueel acuut secretaresse cruciaal viaduct Nieuwe spelling trakteren traktatie akte fotokopie prakkiseren akkoord accorderen actie Meervouden     meestal.

Download Report

Transcript Nieuwe spelling TRAINING © ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl C of K? insect dialect complot product attractief collectief publicatie indicatie complex compleet cadeau actueel acuut secretaresse cruciaal viaduct Nieuwe spelling trakteren traktatie akte fotokopie prakkiseren akkoord accorderen actie Meervouden     meestal.

Slide 1

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 2

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 3

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 4

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 5

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 6

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 7

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 8

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 9

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 10

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 11

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 12

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 13

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 14

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 15

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 16

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 17

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 18

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 19

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 20

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 21

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 22

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 23

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 24

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 25

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 26

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 27

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 28

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 29

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 30

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 31

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 32

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 33

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 34

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 35

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 36

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 37

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 38

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 39

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 40

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 41

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 42

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 43

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 44

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 45

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 46

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 47

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 48

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 49

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 50

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 51

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 52

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 53

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 54

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 55

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 56

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 57

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 58

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 59

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 60

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 61

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 62

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 63

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 64

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 65

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 66

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 67

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 68

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 69

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 70

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 71

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 72

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73


Slide 73

Nieuwe spelling
TRAINING

© ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784-786 | 3119 GV Schiedam | www.ator-opleidingen.nl

C of K?
insect
dialect
complot
product
attractief
collectief
publicatie
indicatie

complex
compleet
cadeau
actueel
acuut
secretaresse
cruciaal
viaduct
Nieuwe spelling

trakteren
traktatie
akte
fotokopie
prakkiseren
akkoord
accorderen
actie
2

Meervouden







meestal –en of –s soms –eren
eindigend op a, i, o, y of y: ‘s
accu’s, piano’s
eindigend op beklemtoonde –ie: -ën
fobie – fobieën
eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n
(trema op de –e-) koloniën
Nieuwe spelling

3

Meervouden (2)





laars-laarzen/impuls-impulsen
dief-dieven/fotograaf-fotografen,
filosoof-filosofen
korte klinker zonder klemtoon: geen
verdubbeling van medeklinker
monniken, dreumesen, kieviten

Nieuwe spelling

4

Accenttekens








gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN
accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner.
uitzondering: tien à twaalf dagen.
alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène,
première
niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op
de eerste e van procedé, maar wel op de tweede.
depot, epoque

woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens
(vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu,
maîtresse, maître d’hôtel
Nieuwe spelling

5

Klinkerbotsing (1)
Klinkerbotsing is de verwarring die
ontstaat wanneer we twee letters die
meestal één klinker of tweeklank
voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in
een woord toch afzonderlijk moeten
lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot
verschillende lettergrepen behoren.
Dat gebeurt in samenstellingen, in
afleidingen en in sommige ongelede
woorden die we uit andere talen
hebben overgenomen.
Nieuwe spelling

6

Klinkerbotsing (2)
Welke klinkers botsen?
klinkerbotsing
geen klinkerbotsing
aa, ae, ai, au
ee, ei, eu
ie
oe, oi, oo, ou
ui, uu

ao
ea, eo
ia, io, iu
oa
ua, ue, uo
aj, ej, oj, uj
iji (ij+i)
ay, ya, ey, ye,iy, yi,
oy,yo,
uy, yu
Nieuwe spelling

7

Klinkerbotsing (3)


Afleiding
Een afleiding met voorvoegsel van
Griekse of Latijnse oorsprong: aan
elkaar.
aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-,
co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-,
extra-, giga-, intra-, loco-, macro-,
micro-, mini-, mono-, multi-, neo-,
para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-,
quasi-, re-, retro-, semi-, socio-,
supra-, tri- ultra- en vice-.
Nieuwe spelling

8

Klinkerbotsing (4)


bij klinkerbotsing een koppelteken.
co-ouder, de-escaleren, mini-essay,
pre-emeritaat, pseudo-islamitisch,
quasi-intellectueel
geen klinkerbotsing: we schrijven deze
voorvoegsels vast aan het
grondwoord: coauteur, deactualiseren,
pseudoklassiek, regeneratie.
Nieuwe spelling

9

Klinkerbotsing (5)


Met -achtig

Een afleiding met -achtig krijgt een
koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig

Nieuwe spelling

10

Klinkerbotsing (6)


Uitheemse woorden
het uitheemse voorvoegsel kunnen we
niet los zien van het grondwoord: krijgt
bij klinkerbotsing een trema. We
schrijven dus:
re-integreren: geheel wordt herkend
als ‘opnieuw integreren’ – afleiding
Nieuwe spelling

11

Klinkerbotsing (7)


met uitheems voorvoegsel
reünie: geheel wordt niet herkend als
‘opnieuw een unie’ – beschouwd



als ongeleed woord
Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent,
biënnale, tetraëder
Nieuwe spelling

12

Klinkerbotsing (8)
Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in
ongelede
woorden en afleidingen


Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven
door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de
tweede klank een trema krijgen.
re+eel: reëel
ree+en: reeën
fee+eriek: feeëriek
ge+eigend: geëigend
bedoe+ien: bedoeïen
barbecue+en: barbecueën

Nieuwe spelling

13

Klinkerbotsing (9)




Na een i geen trema als er in totaal
drie of meer klinkertekens staan.
essenti+eel: essentieel
De eerste letter van een au, ij, oe, ou
of ui krijgt nooit een trema.



ge+automatiseerd: geautomatiseerd
ge+oefend: geoefend
Nieuwe spelling

14

Klinkerbotsing (10)





De eerste letter van een ie en ei kan wel een
trema krijgen.
Oekraïens, jezuïet, beëindigd
combinatie ie-e? dan hangt het van de
klemtoon af of er een e wegvalt of niet.
Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë
Heeft de /ie/ geen klemtoon?  ië


knieën, calorieën, oliën, chemicaliën
Nieuwe spelling

15

Klinkerbotsing (11)
Uitzonderingen
 Zoiets
 Zo-even
 Getallen in letters krijgen bij
klinkerbotsing een trema:
tweeënveertig.
 Maar: twee-eiig, twee-en-een-half.

Nieuwe spelling

16

Klinkerbotsing (12)


Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en
–ienne: opticien, lesbienne.



Nog als uitheems beschouwd?  Oorspronkelijke
spelling: paella, perpetuum, maestro, museum.



Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière,
première.



bij afbreking van een woord vervalt het trema op de
eerste letter van de volgende tekstregel.
ru•ine, ego•isme, continu•iteit

Nieuwe spelling

17

Afkortingen


Afkorting  met een of meer
punten en een hoofdletter als die
ook in het afgekorte woord
voorkomt



p. — pagina
bv., bijv. — bijvoorbeeld

Nieuwe spelling

18

Symbool


symbool  zonder punt en
hoofdletters of kleine letters die
nationaal of internationaal zijn
afgesproken




km/h — kilometer per uur
s — seconde
g — gram
Nieuwe spelling

19

Initiaalwoord of letterwoord
(1)



initiaalwoord of letterwoord 
zonder punten.
We nemen de hoofdletters van de
afgekorte woorden over of de
schrijfwijze van de organisatie zelf.





pc (personal computer)
btw (belasting over de toegevoegde
waarde)
NMBS (Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
Nieuwe spelling

20

Initiaalwoord of letterwoord
(2)


letterwoorden







pin (persoonlijk identificatienummer)
Riagg (Regionale Instelling voor
Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse
Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen)

Nieuwe spelling

21

Tussenletters –e- of –en(1)


Als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat niet
eindigt op een toonloze /ə/, schrijven
we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en.



Het hok van een hond is een hondenhok.
Het sap van een peer is perensap.

Nieuwe spelling

22

Tussenletters –e- of –en(2)




We schrijven de tussenklank als -en
als het linkerdeel van de samenstelling
een zelfstandig naamwoord is dat een
meervoud heeft op -en, maar geen
meervoud op -es.

In andere gevallen schrijven we -e.
Nieuwe spelling

23

Tussenletters –e- of –en
(3)
Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel

Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen
als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.
Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is,
ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord.






brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken
wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen
spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen

Wel -en in:



wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg
spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin

Nieuwe spelling

24

Tussenletters –e- of –en(4)
Drie gevallen waarin we de
hoofdregel niet toepassen
 Als het linkerdeel van de
samenstelling al eindigt op -en, is
er geen echte tussenklank. We
behouden de schrijfwijze van dat
deel.


Havengebied, keukentafel,
molensteen
Nieuwe spelling

25

Tussenletters –e- of –en(5)


In sommige samenstellingen kunnen we de
samenstellende delen nauwelijks of niet
herkennen. We noemen ze versteende
samenstellingen. Andere woorden zijn slechts
in schijn samenstellingen. Op deze woorden
passen we de regel niet toe.


apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich
het – werken), apezuur (zich het – werken),
bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak,
elleboog, kattebelletje (haastig geschreven
briefje), klerezooi, ledemaat, petekind,
ruggespraak, schattebout, takkewijf.

Nieuwe spelling

26

Tussenletters –e- of –en(6)


Sommige samenstellingen zijn
ontstaan doordat een woordgroep
aan elkaar is gegroeid. Vaak
hebben de zelfstandige
naamwoorden een oude
naamvalsvorm:


’s anderendaags, goedendag,
grotendeels, merendeel,
meestentijds, ingebrekestelling.
Nieuwe spelling

27

Tussenletters –e- en –en
(7)
Drie uitzonderingen op de hoofdregel


Uitzondering 1:
linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon
of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat
uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw
of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel.




Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro,
lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod,
maneschijn, hellevuur, helleveeg
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en
koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met
tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.

Nieuwe spelling

28

Tussenletters –e- of –en(8)


Uitzondering 2:
Als het linkerdeel van een
samenstelling een versterkende
betekenis heeft en het geheel is een
bijvoeglijk naamwoord, schrijven we –
e:


apetrots, apezat, beregoed, beresterk,
beretrots, boordevol, pikkedonker,
reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot,
reuzeklein, stekeblind
Nieuwe spelling

29

Tussenletters –e- of –en(9)


Uitzondering 3:
Als een zelfstandig naamwoord dat een
persoon aanduidt een vrouwelijke
nevenvorm heeft die alleen verschilt van de
mannelijke door een achtervoegsel -e, dan
gaan we voor de regels voor de tussenklank
/ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.

Als we een woord als studentenkamer
schrijven, gaan we uit van de mannelijke
vorm.
Nieuwe spelling

30

Afleidingen met tussenletters
–e- of –en- (1)
Vuistregels
 We schrijven nooit -en als tussenklank in een
afleiding, behalve in sommige gevallen voor
de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom:
afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos,
ideeëloos.


Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt
die behouden in de afleiding:


openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos,
gelegenheid.
Nieuwe spelling

31

Afleidingen met
tussenletters (2)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

32

Afleidingen met tussenletters
-e- of –en- (3)


Het grondwoord heeft een meervoud dat
eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e.




Het grondwoord heeft alleen een meervoud
op -en: schrijf –en.




heideachtig, vedettedom

sterrendom vorstendom, deskundigenschap

Als het grondwoord eindigt op een -n,
schrijven we die ook in de afleiding.


eigendom, wetenschap
Nieuwe spelling

33

Afleidingen met tussenletters
(4)




Voor een afleiding met het
achtervoegsel -achtig, -schap of –dom
passen we de hoofdregel voor de
tussenletter -e(n) in samenstellingen
toe.
Het grondwoord heeft geen meervoud
dat eindigt op -en: schrijf –e:


lenteachtig, zijdeachtig.
Nieuwe spelling

34

Tussenletter –s- (1)


Als we een extra /s/ horen tussen
twee delen van een samenstelling
of voor een achtervoegsel, dan
schrijven we die ook: dorpsplein,
bezienswaardig, meningsverschil.

Nieuwe spelling

35

Tussenletter –s- (2)


Soms kunnen we de extra /s/ niet horen
omdat het tweede deel van de samenstelling
begint met een sisklank. Denk aan
Stationsstraat. We schrijven een extra s in
Stationsstraat, omdat we die ook vinden in
andere samenstellingen met station-:
stationshal, stationsklok.




eenmanszaak (want: eenmansactie)
bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker)
meisjesschool (want: meisjesnaam)

Nieuwe spelling

36

Tussenletter –s- (3)


Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker
met, en door de andere taalgebruiker zonder
tussenklank /s/ uitgesproken.
De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik.
De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos.
In zulke gevallen zijn beide spellingen correct.


spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel,
gladheid(s)bestrijding

Nieuwe spelling

37

Tussenletter –s- (4)


Soms is er een verschil in betekenis
tussen een combinatie met, en een
combinatie zonder tussen-s.





waternood: gebrek aan water
watersnood: overstroming
zusterschool: verwante school
zustersschool: nonnenschool

Nieuwe spelling

38

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (1)
Basisregel:
 Een woord dat uit twee of meer andere
woorden is samengesteld, moet aan elkaar
worden geschreven:




toekomstperspectief, bedrijfsklaar,
langetermijnplanning, onaf.

Bij samenvoeging van twee of meer woorden
kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms
met een tussenletter wordt geschreven:


voorlichtingsrapport, lijdensdruk,
reclasseringswerker.
Nieuwe spelling

39

Aan elkaar, los of met
koppelteken? (2)


In enkele bijzondere gevallen
schrijven we een samenstelling of
woordgroep met een
koppelteken.

Nieuwe spelling

40

Wanneer een koppelteken?
(1)


Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie



gelijkwaardige elementen: zwart-wit,
cultureel-maatschappelijk



aardrijkskundige namen: Etten-Leur



met een plaats of een bevolkingsgroep:
Nederlands-hervormd
Nieuwe spelling

41

Wanneer een koppelteken?
(2)






woorddeel met hoofdletter: zwartAmerikaans, pro-Deoadvocaat

met cijfer, letter, symbool: 65-jarige,
T-shirt, $-teken, mama’s-kindje, top
10-lijst,
bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter
met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv
Nieuwe spelling

42

Wanneer een koppelteken?
(3)


met bijzondere voor- of nabepaling
(met de elementen niet-, non-, bijna-,
oud-, ex-, aspirant-, adjunct-,
substituut-,chef-, kandidaat-, interim-,
stagiair-, leerling-, assistent-, collega
of meester





niet-rookster
oud-burgemeester
ex-gedetineerde
adjunct-commissaris
Nieuwe spelling

43

Wanneer een koppelteken?
(4)


met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair








directeur-generaal
minister-president
proces-verbaal
auditeur-militair

groep of werkstuk, genoemd naar een auteur
of inspirator





regering-Kennedy
commissie-Pée-Wesselings
zaak-Profumo
rapport-Van Traa
Nieuwe spelling

44

Wanneer een koppelteken?
(5)


Als het grondwoord een letter, cijfer,
symbool of initiaalwoord
is, gebruiken we een apostrof om een
meervoud, een bezitsvorm,
een verkleinwoord of een andere afleiding te
vormen.






NCRV’s eerste uitzendingen
sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben
ge-sms’t
gsm’s, gsm’etje
tv’loos
Nieuwe spelling

45

Wanneer een koppelteken?
(6)
Opmerking 1:
 De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid
en
-schap verbinden we met een
streepje. Andere achtervoegsels met
een apostrof.





VTM-achtig
65+-dom
AOW’er
2’tjes
Nieuwe spelling

46

Wanneer een koppelteken?
(7)
Opmerking 2:
 Een voorvoegsel wordt aan een
letter, cijfer, symbool of
initiaalwoord
verbonden met een koppelteken.


al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild
Nieuwe spelling

47

Wanneer een koppelteken?
(8)




samenkoppeling: kruidje-roermij-niet, het vrouw-zijn, laag-bijde-gronds
samenkoppeling in samenstelling:
doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace
Nieuwe spelling

48

Wanneer een koppelteken?
(9)


in samenstellingen waarin het
rechterdeel verbonden wordt met
twee of meer elementen die met
elkaar
gelijkwaardig zijn:



zwart-witfoto
woon-werkverkeer
Nieuwe spelling

49

Samenstelling met een
woordgroep (1)


Aan elkaar:









lange afstand — langeafstandsraket
eerste minister —
eersteministerportefeuille
tweede kans — tweedekansonderwijs
open haard — nepopenhaard
sociale zekerheid — basissocialezekerheid

een koppelteken in geval van
klinkerbotsing:


eerste minister: vice-eersteminister
Nieuwe spelling

50

Samenstelling met een
woordgroep (2)


Als het eerste deel van de
woordgroep een telwoord is, dan
schrijven we het vast in de
driedelige samenstelling. Maar als
we het telwoord met een cijfer
schrijven, gebruiken we een
spatie.



elfjuliviering of 11 juliviering
vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet
Nieuwe spelling

51

Samenstelling met een
woordgroep (3)


samenstelling of afleiding met
meerdelige eigennaam:








Middellandse Zee — Middellandse
Zeegebied
Abu Dhabi — Abu Dhabireis
Rode Kruis — Rode Kruispost
Koningin Beatrix — Koningin
Beatrixestafette
Tweede Kamer — Tweede Kamerleden
Nieuwe spelling

52

Samenstelling met een
woordgroep (4)


Samenstelling met eigennaam in
rechterdeel:




Rode Kruis — het mini-Rode Kruis
New Yorker — ex-New Yorker
New Yorks — zwart-New Yorks

Nieuwe spelling

53

Samenstelling met een
woordgroep (5)


samenstelling met woordgroep
die eindigt met symbool, letter of
cijfer




Karel I-sigaar
Lodewijk XV-meubel
vitamine B12-kuur

Nieuwe spelling

54

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (1)


een voorzetselbijwoord kan met een
woord als daar, er, waar, hier een
voornaamwoordelijk bijwoord vormen.
We schrijven dat aaneen. Ook een
tweede voorzetselbijwoord hecht zich
daaraan vast.


daarboven – erboven – waarboven –
hierboven daarbovenop – erbovenop –
waarbovenop – hierbovenop
Nieuwe spelling

55

Voorzetselbijwoord + daar,
er, waar en hier (2)


Een voorzetselbijwoord schrijven we
niet vast aan een voorzetsel dat
behoort bij een woordgroep rond een
zelfstandig naamwoord.





Ze zit achterop.
Ze zit achter op de fiets.
Het staat vanboven.
Zij komt van boven de Moerdijk.
Nieuwe spelling

56

Samenstellingen met
telwoorden (1)


We schrijven een getal in één
woord, tot en met het woord
duizend. Na het woord duizend
volgt een spatie. De woorden
miljoen, miljard, biljoen enz.
schrijven we los.

Nieuwe spelling

57

Samenstellingen met
telwoorden (2)









tweeëntwintig
tweehonderd
tweehonderdtweeëntwintig
tweeëntwintighonderd
tweeduizend tweehonderdtwintig
twee miljoen
tweehonderdtwintigduizend
tweehonderdtweeëntwintig
Nieuwe spelling

58

Samenstellingen met
telwoorden (3)


Rangtelwoorden in woorden worden op
dezelfde manier geschreven.









de
de
de
de
de
de
de
de

tweede
twintigste
tweeëntwintigste
tweehonderdste
tweehonderdtweeëntwintigste
tweeduizend tweehonderdtwintigste
twee miljoenste
twee miljoen tweehonderdduizendste
Nieuwe spelling

59

Samenstellingen met
telwoorden (4)


Een rangtelwoord dat we met een
cijfer schrijven, gevolgd door e of
door ste/de, krijgt geen apostrof.




1e, 1ste
3e, 3de
105e, 105de
Nieuwe spelling

60

Samenstellingen met
telwoorden (5)


De teller en de noemer van een
breuk schrijven we los, behalve
als die deel uitmaakt van een
meerledige samenstelling.






twee derde van de bevolking
twee zesden van deze taart (twee
stukken die ieder één zesde zijn)
een tweederdemeerderheid
een driekwartmaat
Nieuwe spelling

61

Anders geschreven –
andere betekenis (1)








Ik vind alles behalve mijn pen.
Het is allesbehalve plezierig.
Jij kunt het even goed als ik.
Je kunt het evengoed laten.
We hebben ten minste een kilometer gelopen.
Kom maar op– tenminste, als je durft.
Ten slotte viel het doek.
We hadden het tenslotte zelf gekozen.

Nieuwe spelling

62

Anders geschreven –
andere betekenis (2)




Ze hebben te veel betaald.
Het teveel wordt terugbetaald.

Twee maal twee is vier.
Ik heb het tweemaal betaald.

Nieuwe spelling

63

Engelse woorden (1)


Een in het Nederlands gebruikelijke
samenstelling van Engelse woorden
schrijven we in één woord.









online
accountmanager
Businessclass
download
publicrelationsbureau
humanresourcesafdeling
lowbudgetfilm
Nieuwe spelling

64

Engelse woorden (2)


Bij klinkerbotsing of als een van
de delen een initiaalwoord, losse
letter,cijfer of symbool is,
gebruiken we een koppelteken:



e-mail
pay-tv
Nieuwe spelling

65

Engelse woorden (3)


gelijkwaardige delen:





gin-tonic
Dow-Jones
cash-and-carry
rock-’n-roll

Nieuwe spelling

66

Engelse woorden (4)


in het Engels ook een koppelteken:





up-to-date
catch-as-catch-can

linkerdeel no of non:




non-profit
no-nonsensepolitiek
no-iron

Nieuwe spelling

67

Engelse woorden (5)


rechterdeel is een Engels
voorzetselbijwoord:








lay-out
plug-in
stand-by
back-upbestand
all-inpakket

Uitzonderingen: pullover, countdown,
breakdown, feedback, playback.
Nieuwe spelling

68

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (1)
De stam van een werkwoord van
Engelse herkomst schrijven we
op dezelfde manier als in het
Engels. Die
vorm gebruiken we zoals de stam
van
een inheems werkwoord.
Nieuwe spelling

69

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (2)









to
to
to
to
to
to
to
to

fax - faxen - fax
snooker - snookeren - snooker
download - downloaden - download
barbecue - barbecueën - barbecue
rugby - rugbyen - rugby
upgrade - upgraden - upgrade
save - saven - save
skate - skaten - skate
Nieuwe spelling

70

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (3)
ott
ik
jij
hij
wij

download
downloadt
downloadt
downloaden
etc.

fax
faxt
faxt
faxen
etc.

rugby
rugbyt
rugbyt
rugbyen
etc.

snooker
snookert
snookert
snookeren
etc.

skate
skatet
skatet
skaten
etc.

ovt downloadde

faxte

rugbyde

snookerde

skatete

vtt

gefaxt

gerugbyd

gesnookerd geskatet

gedownload

Nieuwe spelling

71

Werkwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (4)


Als het woord in het Engels eindigt op
een dubbele medeklinker,
vernederlandsen we de stam en
schrijven we een enkele medeklinker,
tenzij dit een andere uitspraak
oproept.




to cross – stam: cros
volleyball – stam: volleybal
paintball – stam: paintball

Nieuwe spelling

72

Werwoorden van Engelse
oorsprong vervoegen (5)


Als het woord in het Engels in de
laatste uitgesproken lettergreep een
lange /oo/ of een daaraan verwante
klank heeft, vernederlandsen we de
stam en schrijven we oo met dubbel
klinkerteken.



to promote – stam: promoot
to score – stam: scoor
Nieuwe spelling

73