ARBEIDSRECHT HRM-VT 1e JAAR LES 2 Mr. Eppo van Koldam Module 2, par. 1.1 tm 1.3 en Module 5 Eerste oriëntatie  Instroom – Hoe gaan we vacatures vervullen? Arbeidsovereenkomst.

Download Report

Transcript ARBEIDSRECHT HRM-VT 1e JAAR LES 2 Mr. Eppo van Koldam Module 2, par. 1.1 tm 1.3 en Module 5 Eerste oriëntatie  Instroom – Hoe gaan we vacatures vervullen? Arbeidsovereenkomst.

ARBEIDSRECHT
HRM-VT 1e JAAR
LES 2
Mr. Eppo van Koldam
Module 2, par. 1.1 tm 1.3 en Module 5
1
Eerste oriëntatie

Instroom
– Hoe gaan we vacatures
vervullen?
Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd
Proeftijd
Arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd
Deeltijdwerk
Uitzendkrachten
Oproepkrachten
Thuiswerk

Doorstroom
– Welke verplichtingen
hebben werkgever en
werknemer tegenover
elkaar?
Zich als goed werkgever gedragen
Zich als goed werknemer gedragen
Loon
Belastingvrije vergoedingen
Verlof
Doorbetaling loon bij ziekte
Arbeidsongeschiktheid
Arbeidsomstandigheden

Uitstroom
– Hoe kan de arbeidsovereenkomst worden
beëindigd?
2
Beëindiging met wederzijds goedvinden
Opzegging
Ontbinding door kantonrechter
Ontslag op staande voet
Collectief ontslag
Rol van het CWI
Instroom
 Werving
en selectie
– Gedragsregels sollicitatie (NVP-code)
– Medische keuring (Wet medische
keuringen)
– (Positieve) discriminatie
 Manieren
inzet
menskracht
3
Discriminatie



4
Art. 1 GRONDWET
Allen die zich in Nederland bevinden,
worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld. Discriminatie wegens
godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht of
op welke grond dan ook, is niet
toegestaan.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Grondrechten
Ook van belang bij doorstroom en
uitstroom
Wetten (on)gelijke
behandeling






5
Algemene wet gelijke behandeling
Wet gelijke behandeling van mannen en
vrouwen
Art. 7:646 e.v. BW
Wet verboden onderscheid op grond van
leeftijd
Wet gelijke behandeling tijdelijke en vaste
arbeidscontracten
Wet gelijke behandeling op grond van
handicap en chronische ziekte
Directe en indirecte
discrimatie (bv WGB)
Wet van 1 maart 1980, houdende aanpassing van de Nederlandse
wetgeving aan de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 9 februari 1976 inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de
Nederlandse wetgeving aan te passen met het oog op de richtlijn van de
Raad van de Europese Gemeenschappen van 9 februari 1976 inzake de
gelijke behandeling van mannen en vrouwen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
6
Directe en indirecte
discrimatie (vervolg WGB)
§ 1. Algemeen
Artikel 1
1. In deze wet wordt verstaan onder:
a. onderscheid: direct en indirect onderscheid, alsmede de opdracht
daartoe;
b. direct onderscheid: indien een persoon op grond van geslacht op
een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare
situatie wordt, is of zou worden behandeld;
c. indirect onderscheid: indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling,
maatstaf of handelwijze personen van een bepaald geslacht in
vergelijking met andere personen bijzonder treft.
2. Onder direct onderscheid wordt mede verstaan onderscheid op grond
van zwangerschap, bevalling en moederschap.
7
Objectieve
rechtvaardigingsgronden




8
Legitiem doel voor onderscheid
Onderscheid moet passend middel
zijn
Onderscheid moet noodzakelijk zijn
om doel te bereiken
Discriminatie pensioengerechtigden
is toegestaan
Verboden onderscheid bij
werving (vb WGB)
Artikel 3
1.Het is niet toegelaten onderscheid te maken bij de aanbieding van een
betrekking, bij de behandeling bij de vervulling van een openstaande
betrekking of bij arbeidsbemiddeling.
2.Van het in het eerste lid bepaalde mag worden afgeweken in die gevallen
waarin ingevolge deze of enige andere wet bij het aanbieden van een
betrekking onderscheid mag worden gemaakt en, voor zover het betreft een
openlijke aanbieding van een betrekking, de grond voor dat onderscheid
daarbij uitdrukkelijk wordt vermeld.
3.Het aanbieden van een betrekking, bedoeld in het eerste lid, geschiedt wat
betreft tekst en vormgeving zodanig, dat duidelijk blijkt, dat zowel mannen als
vrouwen in aanmerking komen.
4.Indien voor de aangeboden betrekking een functiebenaming wordt gebruikt,
wordt of zowel de mannelijke als de vrouwelijke vorm gebruikt, of uitdrukkelijk
vermeld, dat zowel vrouwen als mannen in aanmerking komen.
9
Toegestaan onderscheid


Werven vrouwen voor functies waarin
traditioneel veel mannen werkzaam
zijn
Geslachtsbepalende
beroepsactiviteiten
http://vorige.nrc.nl/binnenland/article2563906.ece/Politie_discrimineert_in_personeelsadvertentie
10
Vormen discriminatie




11
Op basis aanstellingsduur
Tussen vast en tijdelijk
Vanwege handicap of chronische
ziekte
Op grond van leeftijd
Positie sollicitant is
zwak




Bewijs is lastig
Procederen heeft weinig zin en is
duur
Hulp vakbond
Commissie gelijke behandeling
(= Commissie voor de rechten van de
mens)


12
http://www.cgb.nl/home
Uitspraak Hoge Raad KLM
Instroom
 Werving
en selectie
– Gedragsregels sollicitatie (NVP-code)
– Medische keuring (Wet medische
keuringen)
– (Positieve) discriminatie
 Manieren
inzet
menskracht
13
Soorten overeenkomsten
verrichten werk
14
Essentialia
arbeidsovereenkomst


Gezagsverhouding werkgever/werknemer
Werknemer verplicht arbeid persoonlijk te
verrichten
– Gedurende zekere tijd

Werkgever verplicht tot betaling van loon
– Fooi is geen tegenprestatie, dus geen loon
– Fiscaal en Civiel loon is niet identiek

15
Niet van belang hoe partijen zelf hun
overeenkomst benoemen
Vraag 2.1
In een advertentie wordt gevraagd: een administratief medewerker op mbo-niveau; functieeisen: mbo administratie-diploma, aangevuld met het diploma Moderne bedrijfsadministratie;
goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden. Na een selectie op basis van de
binnengekomen brieven, worden vijf gesprekken gevoerd. Drie kandidaten vallen daarna af.
Ernst Muller en Titia Kraan blijven over.
Welk alternatief is juist
a. Ernst Muller en Titia Kraan kunnen worden onderworpen aan een medisch onderzoek.
Vervolgens kan degene die als beste uit de bus komt worden benoemd.
b. Titia Kraan kan, nadat haar is meegedeeld dat ze als beste kandidaat uit de selectie is
gekomen, met succes een uitnodiging voor een aanstellingskeuring weigeren.
c. Na het inwinnen van referenties valt de keus op Titia Kraan. Haar kan worden
medegedeeld dat zij voor de functie in aanmerking komt, mits zij goed door de
aanstellingskeuring komt.
d. Na het inwinnen van referenties valt de keus op Ernst Muller. Bij hem is vastgesteld, dat
zijn spraakvermogen de komende jaren zal verminderen door de ziekte van Parkinson,
maar dat behoeft hij op grond van de Wet op de Medische Keuringen niet te vermelden als
hij de benoeming accepteert.
16
Vraag 2.2
Mevrouw Klaassen solliciteert naar de vacature van groepsleider in een gezinsvervangend
tehuis. In het laatste gesprek (er zijn dan nog twee kandidaten over) deelt zij mee drie
maanden zwanger te zijn. Een week later ontvangt mevrouw Klaassen een brief waarin staat
dat zij niet in aanmerking is gekomen voor genoemde functie van groepsleider omdat a) de
voorkeur naar een man uitging en b) haar zwangerschap het tehuis binnen de kortste keren
opnieuw voor vervangingsproblemen zou plaatsen.
Welk alternatief is juist?
a. Hier is sprake van indirect onderscheid als bedoeld in de Wet Gelijke Behandeling.
b. De afwijzing op basis van de gegeven argumentatie is rechtmatig.
c. Mevrouw Klaassen kan het gezinsvervangend tehuis aanspreken op basis van een
onrechtmatige daad.
d. Mevrouw Klaassen kan zich met een klacht wenden tot de Commissie
Klachtenbehandeling Aanstellingskeuring.
17
Vraag 2.3
Frouke Bloem heeft een baan bemachtigd als personeelsadviseur bij de groothandel MUKRA. Zij
moet een aanstellingskeuring ondergaan. Tijdens de keuring blijkt dat Frouke zwanger is. Dat
heeft ze tijdens de sollicitatieprocedure bewust verzwegen.
Welke alternatief is juist?
a. De constatering tijdens de aanstellingskeuring heeft voor Frouke geen gevolgen.
b. De keuringsarts zal de geconstateerde zwangerschap moeten melden bij de directie van
MUKRO
c. Het verzwijgen van de zwangerschap door Frouke is een onrechtmatige daad jegens de
MUKRO
d. De keuringsarts behoeft de zwangerschap niet te melden aan de directie van MUKRO als
daar door de directie niet uitdrukkelijk om is gevraagd op basis van art. 8. lid 2, van de Wet op
de medische keuringen
18
Vraag 2.4
In welke van de onderstaande bepalingen is sprake van semi-dwingend recht?
a.
b.
c.
d.
art. 7: 627 BW
Art. 7: 653, lid 1, BW
Art. 6, lid 1, BBA
Art. 5, lid 1, Wet Arbeid en Zorg (WAZO)
19
Vraag 2.5
Maria Kerrie (22 jaar) wordt na haar studie Bedrijfskunde MER als junior beleidsmedewerker
aangesteld bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). In verband met plaatsgebrek op de afdeling
mag zij thuis werken aan de redactie en lay-out van concept beleidsstukken. Zij moet wekelijks
op maandag – en woensdagochtend aanwezig zijn om haar werk door te spreken met haar
leidinggevende. Verder moet zij dagelijks van 09.00 uur tot 17.00 uur per mail en telefoon
bereikbaar zijn voor opdrachten en aanwijzingen van haar leidinggevende.
a.
b.
c.
d.
Maria Kerrie kan worden beschouwd als een free-lancer die activiteiten verricht voor de RUG
Tussen Maria Kerrie en de RUG bestaat een overeenkomst van opdracht
Maria Kerrie heeft een arbeidsovereenkomst met de RUG
Maria Kerrie behoeft zich niet aan de arbeids- en rusttijden te houden conform de
Arbeidstijdenwet.
20
Vraag 2.6
In welk van de onderstaande gevallen is niet sprake van een arbeidsovereenkomst.
a. De overeenkomst tussen de muziekschool en een docent die gedurende een cursusjaar aan
twintig leerlingen vioolles zal geven.
b. De overeenkomst tussen het Gronings Mannenkoor en Jan Smit dat hij gedurende het
winterseizoen 2012/2013 zal optreden als dirigent
c. De overeenkomst tussen Truus Naber en het Sportcentrum Zwemlust op basis waarvan
Truus in voorkomende gevallen tegen een afgesproken loon zal worden ingezet
kassamedewerkster
d. De overeenkomst tussen Hans Mersbergen en uitzendbureau FIXKLUS op basis waarvan
Hans werkzaamheden verricht als schoonmaker in het Martiniziekenhuis.
21
Vraag 2.7
U werkt op de afdeling personeelszaken van een onderneming die zich toelegt op de fabricage van
computergestuurde landbouwapparatuur. In deze onderneming werken 130 mensen: 110 daarvan
verrichten arbeid achter de lopende band in de fabriek. Daarnaast zijn er een afdeling verkoop,een
afdeling inkoop, een afdeling administratie en de afdeling personeelszaken. Op deze afdelingen
werken in totaal 18 mensen. De directie wil van u weten hoe het aanstellingsbeleid met betrekking
tot de vervangers van de volgende personen moet worden vormgegeven. De directie vraagt u om
advies ten aanzien van de volgende punten:
I. Mevrouw Diepkens - een werkneemster uit de fabriek - deelt mee dat zij zwanger is en dat
haar zwangerschaps- en bevallingsverlof over drie maanden ingaat. Het betreft hier een
periode van 16 weken.
II. Op de afdeling verkoop (met vier verkopers en een chef-verkoper) is één van de verkopers al
drie weken ziek. Naar het zich laat aanzien zal de betrokken werknemer de komende zes
weken nog niet op het werk verschijnen. Tot nu toe hebben de andere drie verkopers het werk
van de vierde man erbij genomen, maar dat zal snel moeten zijn afgelopen. De 'rek' is er zo
langzaamaan uit. Vervanging is nodig.
III. Vermoedelijk zal er over twee weken een extra drukke periode aanbreken omdat dan enkele
soepeler gemaakte regels op het niveau van de Europese Unie in werking treden. Gedurende
een maand - zo luidt de prognose - zal de omzet 10 procent hoger zijn dan normaal.
U geeft per geval aan wat de beste soort overeenkomst is voor het invullen van de open plaatsen.
Uw beste voorstel is (zie voor alternatieven volgende sheet).
22
Vervolg vraag 2.7
a. Voor I vervanger met overeenkomst voor bepaalde tijd of uitzendkracht. Voor II vervanger
met aanstelling voor onbepaalde tijd. Voor III gebruik van oproepkrachten
b. Voor I vervanger met overeenkomst voor bepaalde tijd of uitzendkracht. Voor II vervanger
met aanstelling voor bepaalde tijd of uitzendkracht. Voor III oproepkrachten of
uitzendkrachten.
c. Voor I een uitzendkracht,. Voor II een kracht op basis arbeidsovereenkomst met uitgestelde
prestatieplicht. Voor III vervangers op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd. .
d. Voor I vervanger met overeenkomst voor onbepaalde tijd of uitzendkracht. Voor II vervanger
met aanstelling voor onbepaalde tijd. Voor III gebruik van oproepkrachten
23
Vraag 2.8
Arnoud heeft bij CTV bv de volgende tijdelijke ao’s gehad:

1-1-2009 t/m 30-6-2009 bij CTV bv

1-8-2009 t/m 30-6-2010 bij CTV bv

1-9-2010 t/m 30-6-2011 bij CTV bv
De directeur Legal van CTV bv vraagt in mei 2011 aan jou wat er aansluitend nog mogelijk is. Zij
wil Arnoud graag aanhouden tot 1 januari 2012, maar ze wil hem nog niet in vaste dienst. CTV
bv heeft geen CAO.
a. In totaal heeft Arnoud 6+11+10 maanden bij CTV bv gewerkt. Er is dus nog ruimte voor een
tijdelijk contract tot 1 januari 2012.
b. De tijdelijke contracten sluiten niet op elkaar aan. Er kan dus zonder problemen een nieuw
contract voor een periode van 6 maanden worden afgesloten. (van 1 juli 2011 tot 1 januari
2012)
c. Arnoud kan na 30 juni 2011 worden ingehuurd via een uitzendbureau. Per 1 oktober 2011
kan hij dan weer een contract krijgen voor 3 maanden.
d. Er is geen nieuw conract mogeljk zonder het risico van een aanstelling voor onbepaalde tijd.
24
Vragen 2.9
Marion heeft bij Hanzezorg de volgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten gehad:

2-10-2009 t/m 1-9-2010

2-10-2010 t/m 1-9-2011
Tegen het einde van het tweede contract komt er bij jou het verzoek een nieuwe tijdelijke
arbeidsovereenkomst met Marion af te sluiten vanaf 2 september 2011 voor de duur van twee
kalenderjaren. Een kortere periode heeft geen zin en behoeft daarom niet bij je advisering te
worden betrokken. Hanzezorg heeft wel een CAO, maar daar staan geen afwijkende bepalingen
in tav art. 7:668a lid 1 BW. Wat is je advies?
a. Een verlenging van de arbeidsovereenkomst met Marion voor meer dan 1 jaar is slechts
mogelijk als Marion een aanstelling krijgt voor onbepaalde tijd.
b. Het is mogelijk Marion nog één keer een aanstelling te geven voor bepaalde tijd.
c. Art. 7: 668a, lid 1, BW is een bepaling van dwingend recht waarvan onder geen enkel beding
mag worden afgeweken.
d. Als Madelon nog een arbeidsovereenkomst voor de duur van 2 jaar wordt aangeboden is ze
met onmiddellijke ingang in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde
tijd.
25
Vraag 2.10
Merel Verdonk wordt in uw bedrijf in dienst genomen ter vervanging van de zieke Annet van den
Brink. Na vier maanden keert Annet weer terug op haar werkplek. Tot niet geringe verbazing van
de overige personeelsleden werkt Merel nog steeds als ook Annet haar werkzaamheden weer
verricht. 'Dat komt', verduidelijkt de ondernemer, 'omdat Merel juist bezig is met een onderzoekje
dat nog even moet worden afgerond. Over twee dagen is zij weg.'
Welk van de onderstaande alternatieven is juist?
a. Merel heeft een stilzwijgende tijdelijke verlenging van haar aanstelling gekregen tot haar
onderzoek is afgerond.
b. Het tijdelijke contract met Merel is juridisch gezien opgezegd overeenkomstig art. 7: 667, lid
1, BW na afronding van genoemd onderzoekje .
c. Er is nu sprake van een nieuw tijdelijk dienstverband voor Merel op basis van art. 7:668, lid 1,
BW
d. Merels dienstverband is geëindigd. De afronding van het onderzoekje moet gezien worden
als vrijwilligerswerk. Dit op grond van art 7:627 BW
26
Vraag 2.11
De heer Buts is op tijdelijke basis werkzaam bij het architectenbureau BouwDoor bv. De
overeenkomst is aangegaan voor een periode van twee jaar. Al na vier maanden komt de leiding
van het bureau tot het inzicht dat het niets met Buts zal worden. 'Kunnen wij van het contract af?'
vraagt men u als personeelsadviseur.
Wat zal u aan uw directie adviseren?
a. Het tussentijds opzeggen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is niet mogelijk.
We kunnen dus niet van Buts af.
b. Er kan slechts tussentijds worden opgezegd, indien dit vooraf is overeen gekomen. Helaas is
een dergelijke afspraak niet gemaakt. Dus opzegging is niet mogelijk.
c. Opzegging is mogelijk als het niet functioneren van Buts wordt aangevoerd als dringende
reden. Buts dient dan wel schadevergoeding te ontvangen.
d. Buts zit nog in de proeftijd. Stopzetting van zijn dienstverband kan dus met onmiddellijke
ingang plaats vinden.
.
27
Vraag 2.12
Ron is oproepkracht bij Haanders bv, op basis van een voorovereenkomst. Hij heeft gewerkt
op de volgende dagen: 12 augustus 2011, 19 augustus 2011 en 18 september 2011
Per wanneer kun je hem weer oproepen, zonder dat je aan een vast contract vastzit?
a.
b.
c.
d.
Per 12 oktober 2011
Per 13 november 2011
Per 1 november 2011
Per 1 oktober 2011
28
Vraag 2.13
Mevrouw Jongsma komt na een zware selectieprocedure in aanmerking voor de functie van
General Manager van de Holland divisie van een internationaal olieconcern. Als functie-eisen
waren bij de werving onder meer genoemd: zware stressbestendigheid, bereidheid tot en fysiek
in staat om tevens 's avonds te werken, bereidheid om ten minste zeven dagen in de maand in
het buitenland te verkeren. Mevrouw Jongsma heeft reeds een psychologische test achter de
rug, maar zal, voordat het dienstverband daadwerkelijk tot stand komt, eerst een (medische)
aanstellingskeuring moeten ondergaan.
Welk alternatief is correct.
a. Mevrouw Jongsma zal op basis van de geldende wetgeving een keuring moeten
accepteren.
b. Als de uitslag van de aanstellingskeuring negatief is, zal mevrouw Jongsma moeten
accepteren dat dit aan de directie van het olieconcern wordt gemeld.
c. De keuringsarts zal gemotiveerd aan de directie moeten aangeven op welke gronden hij tot
een al dan niet positieve keuring gekomen is.
d. Aanstellingskeuringen worden gereglementeerd in de Wet arbeid en Zorg
29
Arbeidsovereenkomst

Bepaalde tijd eindigt van
rechtswege:
– Kalenderdatum
– Einde project
– Einde ziekte of
zwangerschapsverlof

30
Bepaalde tijd of onbepaalde tijd
Rechtsvermoedens

Rechtsvermoeden van het zijn/hebben van een
arbeidsovereenkomst, art. 7: 610a BW
Het vermoeden van arbeidsovereenkomst bestaat indien iemand
gedurende 3 opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende 20
uur per maand, tegen beloning arbeid voor een ander verricht

Rechtsvermoeden omvang van de
arbeidsovereenkomst, art. 7:610b BW:
Indien de arbeidsovereenkomst tenminste 3 maanden heeft geduurd, wordt
de omvang vermoed gelijk te zijn aan de gemiddelde omvang in de
voorafgaande 3 maanden.

31
Rechtsvermoedens hebben gevolgen voor de
bewijslast in een proces
Reactie van organisaties
(werkgevers):


Flexibilisering
Aanstellingsmogelijkheden:
– Vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten
– Oproepovereenkomst (nuluren, min-max, doza)
– Overeenkomst tot aanneming van werk
(thuiswerker, freelancer, zzp-er)
– Overeenkomst tot opdracht (freelancer, zzp-er)
– Uitzendovereenkomst (uitzendkracht door
inlener aangestuurd)
– Detacheringsovereenkomst (specifieke
deskundigheid, aansturing door
detacheringsbedrijf)
32
Relaties uitzendkracht





33
Uitzendarbeid is normaal instrument geworden op de
arbeidsmarkt. Voordelen/Nadelen
Arbeidsovereenkomst uitzendkracht met de uitlener
(uitzendbureau) Zie art. 7:690 BW e.v. en de Wet
allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi)
Opdrachtovereenkomst uitzendbureau en inlenende
bedrijf
Geen juridische relatie uitzendkracht en inlenende
bedrijf
Wel gevolgen voor WOR en Arbo
Verlenging ao voor
bepaalde tijd?
Ketenconstructie arbeidsovereenkomsten
(art. 7: 668a BW)




34
Maximaal 3 contracten voor bepaalde tijd
Maximaal 36 maanden, inclusief
onderbrekingen van korter dan 3 maanden
Afwijking in CAO mogelijk
Keten geldt ook bij meerdere werkgevers,
mits hetzelfde werk