Home Care or Residential Care: the Case of Flanders Paper prepared for the International Conference: Population Ageing.

Download Report

Transcript Home Care or Residential Care: the Case of Flanders Paper prepared for the International Conference: Population Ageing.

Home Care or
Residential Care: the
Case of Flanders
Paper prepared for the
International Conference:
Population Ageing. Towards an
Improvement of the Quality of Life
Brussels, 1 March 2007
by
Lieve Vanderleyden
SVR
Structuur
SVR
•
Inleidende beschouwingen
•
Demografische maatgetallen
•
Ontwikkelingen in het beleidsdiscours van
afgelopen 20 à 25 jaar
•
Realisaties op het terrein
•
(Dis)congruentie tussen normatief en
feitelijk beleid
•
Ontwikkelingen tussen 2000 en 2006
•
Aanbevelingen
Algemene beschouwingen
•
Veroudering bevolking = fundamenteel gegeven in
onze samenleving
•
Bedreiging of uitdaging?
•
2000 : % 60-plussers Vl. Gewest = 22%
2050 : % 60-plussers Vl. Gewest = 34%
•
SVR
Feit dat steeds meer mensen oud worden én hoge
leeftijd bereiken ▬► dubbele uitdaging
–
welke aantallen op het vlak van
zorgbehoevendheid = vraag naar kwantiteit
–
hoe ouderen, overeenkomstig de eigen
wensen, zo lang mogelijk gezond houden en
zelfstandig laten wonen? = vraag naar
kwaliteit
Demografische maten (1)
Vlaams Gewest 1975-2050
Gemiddelde leeftijd
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
35,7
1975
SVR
39,7
41,7
44,7
46
2000
2010
2030
2050
Demografische maten (2)
Vlaams Gewest 1975-2050
Vergrijzingsindex: {(60+)/(0-19)}x100
200
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
164,42
115,82
97,35
57,43
1975
SVR
175,67
2000
2010
2030
2050
Demografische maten (3)
Vlaams Gewest 1975-2050
totale afhankelijkheid {(0-19)+(60+)/(20-59)}x100
afhankelijkheid ouderen {(60+)/(20-59)}x100
140
120
116,53
110,43
100
96,1
85,57
82,18
80
60
40
74,26
68,67
35,06
45,92
40,54
20
0
1975
2000
2010
totale afhankelijkheid
SVR
2030
2050
afhankelijkheid ouderen
Demografische maten (4)
Vlaams Gewest 1975-2050
Potentiële steun {(20-59)/(60+)}x100
3
Intensiteit veroudering {(80+)/(60+)}x100
35
2,8
2,5
2,47
2,18
2
32,92
30
25
20,84
20
1,5
1,46
1,35
1
0,5
5
0
0
1975
SVR
2000
2010
2030
2050
16,04
15
10
22,48
11,62
1975
2000
2010
2030
2050
Toekomstige aantallen?
SVR
•
aanname = aandeel zorgbehoevende ouderen zal
toenemen.
•
volgens berekeningen voor de Europese Unie ▬►
niet noodzakelijk zo.
•
uitgaande van de veronderstelling van een constant
leeftijdsspecifiek profiel van 'disability‘ ▬► aandeel
afhankelijke ouderen neemt toe.
•
bij verschuiving van ‘disability’ profiel met 1, 2 of 3
jaar (i.c. naar een hogere leeftijd) ▬► stijging van
aandeel afhankelijke ouderen veel geringer, in het
laatste geval (verschuiving met 3 jaar) onbestaande.
•
sleutelfactor = toekomstige trend inzake het
leeftijdsspecifiek risico waarop ‘disability’ optreedt
▬►belangrijke rol van preventie en gewijzigde
'lifestyles'.
Ontwikkelingen in het
beleidsdiscours
 Vanaf jaren ’80 :
Overdracht persoonsgebonden materies naar
gewesten en gemeenschappen: Vlaanderen
profileert zich met het ouderendecreet van 1985
= voor die periode zeer vernieuwend
= tot vandaag dé regelgevende basis voor het
ouderenbeleid in Vlaanderen
Opzet = verschuiving van intramurale opvang naar
transmurale en extramurale zorg via oprichting
serviceflats/woningcomplexen met dienstverlening,
woningen voor ouderen, dienstencentra,
dagverzorging (1991). Illustratief voor nieuw
concept = functionele benadering
SVR
Ontwikkelingen in het
beleidsdiscours (vervolg)
 Jaren ’90 en verder:
•
Thuiszorg als basisvoorziening + maatzorg
1998: thuiszorgdecreet ▬► bundeling van diensten
en voorzieningen gericht op handhaven van
gebruiker (ongeacht leeftijd) in het natuurlijk
thuismilieu + formele erkenning van mantelzorg
SVR
•
Wettelijke ondersteuning van centra kortverblijf en
oppasdiensten (gestuwd door impulsen vanuit het
werkveld)
•
Opvang en dienstverlening prioritair richten naar
degenen met grootste zorgbehoefte (vaststellen
programmacijfers i.f.v. leeftijd inwoners; voorzien in
evaluatiecriteria)
Ontwikkelingen in het
beleidsdiscours (vervolg)
• Verschuiving van kwantiteit naar kwaliteit (zie
decreet op kwaliteit in de welzijnsvoorzieningen)
• Introductie van de zorgverzekering: niet-medische
kosten van zorgbehoevende burgers helpen dekken
• Opvang in instellingen voorbehouden aan hen die
geen andere mogelijkheid hebben
• Niet aflatende promotie, althans verbaal, van
transmurale voorzieningen: serviceflats,
dienstencentra, woningen speciaal voor ouderen,… .
SVR
Realisaties op het terrein
volgens aantal dimensies
1. Wie is gerechtigd?
principe van universaliteit
versus selectiviteit
2. De voorziening:
‘in cash’ of ‘in kind’
3. De organisatie:
vormgeving publiek-privaat
4. De financiering:
wie betaalt?
5. Functie/plaats van de voorziening in het geheel
SVR
Realisaties op het terrein:
periode 1981- 1999
• ‘Selectiviteit binnen de universaliteit’:
bijv. thuiszorgdecreet van 1998 = gericht naar alle
categorieën van gebruikers (niet alleen ouderen i.t.t.
voorafgaande periode); door introductie gebruiksrisico
in de programmatie ▬► beginsel van selectiviteit
bekrachtigd
• Aard van de diensten: niet enkel ‘in kind’, ook ‘in cash’
▬► zorgverzekering in Vlaanderen (maandelijkse
tussenkomst in niet-medische kosten = 125 € voor
zwaar zorgbehoevende in instelling – 90 € in thuiszorg)
• Particuliere initiatief (non-profit) primeert op vele
terreinen op het openbare
SVR
periode 1981- 1999
• Inzake financiering: mixed economy of welfare blijft
overeind maar i.t.t. voorafgaande periode ▬►
zoektocht naar alternatieve financiering (leasing) +
aanboren van privé-kapitaal (bijv. voor serviceflats)
• Minder fragmentatie van diensten en voorzieningen.
Pogingen tot coördinatie en integratie van de zorg,
maar ook gemiste kansen. Geen ‘Interface’ tussen
sociale zorg en gezondheidszorg
SVR
(Dis)congruentie tussen
normatieve en feitelijk
beleid
• Van externe substitutie (= van instellingszorg naar
thuiszorg) nauwelijks sprake
• Redelijke substitutie binnen residentiële sector
(vervanging ‘gewone’ ROB-bedden door RVT-bedden;
programmatorisch vastgelegd)
• Ondanks accentverschuiving vanaf jaren ’80 van
instellingszorg naar thuiszorg ▬► uitgaven in de
intramurale sector omvangrijk.
1999: oudere in thuiszorg=6.431 € per jr per verzorgde
oudere in residentiële zorg=8.957 € per jr per
verzorgde
SVR
2006???
(Dis)congruentie
(vervolg)
•
Vernieuwingstendensen vanaf de jaren ‘80
– zorginhoudelijke: belangrijke productdifferentiatie
maar onvoldoende samenwerking tussen
verschillende diensten
– organisatorische: markt als actor in welzijnszorg
voor ouderen ▬► al aanwezig in residentiële sector,
geleidelijke doorbraak in thuiszorg
– overname in welzijnszorg van technieken en
benaderingswijzen uit het organisatiemanagement
van private ondernemingen of bedrijven (bijv.
kwaliteitsdecreet ▬► aandacht voor structuur
organisatie, procedures voor nemen van
beslissingen, overleg, transparantie in processen, …)
SVR
Ontwikkelingen tussen
2000 en 2006
• 2001 : aanbevelingen om te komen tot een integratie
van thuiszorg en residentiële zorg. Ontwerp van
decreet maar gebrek aan financiële ondersteuning
• Nieuw woon-zorgdecreet in voorbereiding (2007)
• Op terrein zelf:
- ingevolge protocol akkoord nr 3 tussen federale
regering en gewesten/gemeenschappen ▬►
bijkomende middelen voor RVT-reconversie
- stagnatie in de investeringsuitgaven (VIPA)
- onvoldoende financiering voor werking
thuiszorgondersteunende diensten
- vooruitgang maar nog tekorten (zie tabel)
SVR
Ontwikkelingen op het
terrein
Voorzieningen
Realisatie
1/1/2000
Realisatie
1/1/2007
Invulling norm
t.o.v. 2007
ROB en RVT (in rusthuizen)
Aantal woongelegenheden
Bestaande
Bestaande en geplande
58.476
67.118
63.382
73.580
79%
92%
Serviceflats
Aantal wooneenheden
Bestaande
Bestaande en geplande
9.829
17.728
12.872
19.717
40%
61%
Dagverzorgingscentra
Aantal verblijfseenheden
680
1.335
50%
Kortverblijf
Aantal woongelegenheden
229
747
28%
Oppashulp (aantal diensten)
42
47
78%
Dienstencentra
Regionale
Lokale
53
127
50
155
83%
27%
13.364.589
14.791.207
Gezinszorg
Aantal uren
SVR
Zorgtekorten (in % - Basis
zelfrapportering)
75-90 jaar
30%
25%
20%
15%
nood aan (incl. soms
w el/soms niet)
huidig gebruik
10%
5%
0%
maaltijdbedeling
klusjesdienst
SVR
gezinszorg
-15%
thuisverpleging
-10%
sociale dienst
-5%
verschil
Vlaanderen in Europa
• Thuiszorg goed ontwikkeld in Vlaanderen
• Positie van Vlaanderen in Europa?
SVR
ouderen in thuiszorg, als % van bevolking 65 j. en +
Aandeel in thuiszorg en
residentiële zorg
30
Denemarken
25
Verenigd
Koninkrijk
Noorwegen
20
15
Oostenrijk
Nederland
10
Duitsland
5
Zweden
Vlaanderen
Wallonië
Luxemburg
Brussel
0
0
2
4
6
8
ouderen in residentiële voorzieningen, als % van bevolking 65 j. en +
SVR
10
Beleidsaanbevelingen
• Thuiszorg en residentiële zorg ▬► geen of/of maar
en/en verhaal; (nog) te veel gescheiden werelden:
streven naar een zorgcontinuüm
• Garantie van gelijke financiële behandeling ongeacht
locatie van de zorg (= herbekijken van de budgettaire
middelen)
• Onvoldoende zicht op zorgvragen door gebrek aan
registratie (zie o.m. probleem van wachtlijsten in
residentiële voorzieningen)
SVR
Beleidsaanbevelingen
(vervolg)
• Inzake preventie ▬► nog winst mogelijk (bijv. inzake
valincidenten en depressie)
Gezonde ouderdom = gezonde leefstijl op jongere
leeftijd
• Belang van technologische ondersteuning en innovatie
in de zorg (ICT toepassingen)
• Verder werk maken van een kwaliteitsvolle zorg
(ontwikkelen van indicatoren)
SVR
Bedankt voor de
aandacht
SVR