Van recht tot plicht op maatschappelijke integratie? Reflecties over

Download Report

Transcript Van recht tot plicht op maatschappelijke integratie? Reflecties over

Wie niet horen wil, moet voelen! Van recht tot plicht
op maatschappelijke integratie?
Wim Van Lancker
Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck
Universiteit Antwerpen
Ronde Tafel “Leefloon en aanvullende uitkeringen”
CEDER, 29-05-2013
Voor wat, hoort wat: context en trends
• Van de verzorgingsstaat naar de ‘actieve welvaartsstaat’ of de ‘sociale
investeringsstaat’
• Verschuiving in het denken over en handelen van sociaal beleid in het
algemeen en sociale bescherming in het bijzonder: van ‘beschermen’
naar ‘empoweren’
– Beleidsmatig: Nadruk op gelijke kansen en arbeidsmarktintegratie als kortste weg
naar sociale inclusie
– Normatief: Individualisering van sociale risico’s en nadruk op persoonlijke
verantwoordelijkheid
• Het logische gevolg is een verscherpte vorm van wederkerigheid (‘voor
wat, hoort wat’): we zijn bereid solidair te zijn met wie zijn of haar
verantwoordelijkheid neemt en de aangeboden kansen grijpt. Wie dat
niet doet, moet zelf de gevolgen dragen (‘eigen schuld, dikke bult’). Een
gevoel dat veel mensen delen.
Recente voorbeelden
• Intrekken van schooltoelage van hardnekkige spijbelaars;
• Recht op kinderbijslagen koppelen aan schoollopen of kinderopvang;
• Geert Versnick: leefloon afnemen van zij die hun kinderen niet naar de
kleuterklas sturen;
• Of nog: degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen als financiële
prikkel om aan het werk te gaan ;
• Of nog: mensen met obesitas meer laten betalen voor hun
ziekteverzekering;
• Zelfs deze maand nog: Jan Denys van Randstad die oproept om
vroegtijdige schoolverlaters geen uitkering meer te geven.
• Rode draad: mensen worden individueel verantwoordelijk gesteld
voor een in wezen sociaal probleem; wie niet aan de strenge vorm van
wederkerigheid voldoet wordt financieel gestraft.
De ondraaglijke complexiteit van persoonlijke
verantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid
• De studietoelage wordt teruggevorderd van de ouders van
hardnekkige spijbelaars als financiële strafmaatregel.
• Minister van Onderwijs Smet: “iets teveel ouders wentelen de
verantwoordelijkheid van de opvoeding af op de school”
• Crux van het probleem: is spijbelen een persoonlijke keuze, of is er
meer aan de hand?
• Oorzaak van spijbelen is een kluwen van verbanden en interacties die
heel sterk gerelateerd zijn aan de sociale positie van het gezin in de
samenleving, aan de school, aan de buurt waarin men opgroeit, aan de
middelen die het gezin heeft.
• Het is niet mogelijk om ‘eigen verantwoordelijkheid’ te onderscheiden
van de omstandigheden waarin men leeft.
De ondraaglijke complexiteit van persoonlijke
verantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid
• TABEL1:
Causes
of
registered
schools
Sociale achtergrond van spijbelaars
truancy
as
by
Flemish
% of truants
% of school population
Non-Dutch home language
33,3
9,0
Low educational level of the
mother
65,2
23,1
Homeless
2,8
0,3
Entitled to school allowance
33,2
25,8
De ondraaglijke complexiteit van persoonlijke
verantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid
• TABEL 2:
Oorzaken van spijbelgedrag
% of registered cases of truancy
Lack of motivation
Low level
school
of
well-being
74.9
at
48.0
Parenting incapacity
42.1
Problematic familial situation
32.8
Pupil’s unwillingness
28.7
No medical certificate
28.6
Problematic school career
22.6
Difficult parent/school contact
17.4
Parental unwillingness
10.1
De ondraaglijke complexiteit van persoonlijke
verantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid
• Is het de schuld van de ouders, of van het kind zelf? Is het de schuld
van de school (want spijbelen is geconcentreerd in scholen, vaak
scholen met te weinig middelen, lagere kwaliteit, slechtere
infrastructuur)? Van de vrienden? Van de buurt waarin men opgroeit
(want spijbelen is geconcentreerd in buurten)?
• Het is een illusie te denken dat fenomenen die heel sterk vasthangen
aan sociale achtergrond (loterij van de geboorte) gereduceerd kunnen
worden tot ‘schuld’.
• Hetzelfde geldt voor inschrijvingen in kleuterschool, in
ongekwalificeerde uitstroom, etc.
• Wie heeft recht op een schooltoelage? Kwetsbare gezinnen met weinig
middelen. Wie is oververtegenwoordigd in de spijbelstatistieken?
Dezelfde gezinnen. Help je hen vooruit door hen te straffen?
De ondraaglijke complexiteit van persoonlijke
verantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid
• Los van de vraag of die gelijke kansen wel echt verzekerd zijn (cf.
aanbod kinderopvang en kleuterschool, wachtlijsten, kwaliteit van
scholen etc)
• Appel op persoonlijke verantwoordelijkheid in het sociaal beleid
viseert per definitie de meest kwetsbaren in de samenleving
(leefloners, ontvangers van schooltoelagen), zonder de sociale context
en dus de gedeelde verantwoordelijkheid van de samenleving in acht te
nemen
• Ik zeg niet dat verantwoordelijkheid onbestaande is noch dat het
beleid niet zou mogen ingrijpen. De vraag is alleen hoé je dat doet.
• Net omwille van de enorme invloed die uitgaat van iemands
(ongekozen!) sociale positie, moet men zeer omzichtig omspringen met
bestraffende maatregelen die geënt zijn op de idee van persoonlijke
verantwoordelijkheid. Anders dreigen de meest kwetsbaren nog meer
uitgesloten te worden.
RMI-wet
• Wet op Maatschappelijke Integratie van 2002: niet noodzakelijk
financiële steunverlening, maar ‘maatschappelijke integratie’.
– Tewerkstelling of opleiding
– Leefloon
• Rationale: veranderende omstandigheden, grotere uitstroom realiseren
• Werkbereidheid als voorwaarde en activering in de bijstand niet nieuw
(sinds ‘70), maar vaak dode letter. Met de RMI-wet krijgt activering
meer haar op de tanden: werkbereidheid en toeleiding naar
arbeidsmarkt krijgt veel groter gewicht, en het recht op een
minimuminkomen is niet vrijblijvend (contractbenadering).
– Geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)
– Art 60§7, doorstroming naar werk en herinschakeling in de SZ
Hoe het niet moet: workfare in Nederland
• Nieuwe bijstandswet: In ruil voor het recht op bijstand is er een
wettelijke verplichting gekomen tot ‘tegenprestatie naar vermogen’ die
de gemeente kan opleggen. = ‘verplicht vrijwilligerswerk’ (contradictio
in terminis)
• Vb: sneeuw ruimen, parken onderhouden, .. Maar ook in buurthuizen of
in de zorg(!). Wie ‘niet aan de voorwaarden voldoet’ wordt geschorst
van de bijstand.
• Jongeren zonder startkwalificatie ( = getuigschrift secundair
onderwijs) hebben geen toegang meer tot bijstand
Gevolg:
De meest kwetsbaren vallen onder dit regime en riskeren financieel te worden gestraft
Geen uitzicht op een waardevolle integratie op de arbeidsmarkt
Goedkope arbeidskrachten zonder opbouw van sociale rechten
Een waarschuwing voor België?
• Ook bij ons trend naar een verscherping van voorwaarden (cf. Project
Ruitenkuis in Antwerpen), maar erg veel verschillen tussen OCMW’s
=> probleem van de discretionaire bevoegdheid (‘werkbereidheid is erg ruim en kan
door een sociaal werker anders worden ingevuld’)
• Wel nog vaak in wettelijk kader zoals art. 60§7
• Het Netwerk tegen Armoede waarschuwt echter voor een
voortschrijdende evolutie: “trajectbegeleiding leidt mensen naar
arbeidszorg, OCMW’s overwegen leefloners onkruid te laten wieden,
sneeuw of vuil te doen ruimen”
• Dat roept vragen op:
– In hoeverre hoort arbeidszorg en vrijwilligerswerk binnen het activeringsdiscours
van rechten en plichten (cf. sanctie bij ‘niet-naleving’?)
– Druk op sociaal werkers: tijd en incentives om met context en structurele factoren
rekening te houden? Welke rol spelen zij: rechter en partij tegelijkertijd?
– Willekeur in voorwaarden, willekeur in sancties?
Besluit
• Conditionalisering van sociale bescherming in de vorm van financiële
bestraffingen is onrechtvaardig en leidt tot verdere kwetsbaarheid van
mensen die het meest steun nodig hebben.
• Gegeven de grote discretionaire bewegingsvrijheid kunnen
welzijnswerkers zelf de voorwaarden tot werkbereidheid
interpreteren. Als zij dat doen met een nadruk op persoonlijke
verantwoordelijkheid, kan dat leiden tot een uitholling van het recht op
maatschappelijke integratie. Er ontstaat ook een probleem van
willekeur.
• Nood aan centralisering steunnormen (cf. referentiebudgetten) maar
ook voor regelgeving met betrekking tot conditionaliteit (welke
voorwaarden kunnen gesteld worden aan leefloon en aanvullende
steun, welke schending van voorwaarden kan aanleiding geven tot
schorsing?). Maar: Discretionaire marge is nodig voor een beleid op
maat.
Besluit
• Het gaat dus om een streven naar evenwicht tussen centrale
regelgeving enerzijds en de nodige uitvoerdende beslissingsvrijheid
anderzijds. Ideaal: in een context van voldoende inkomensbescherming
mensen toeleiden naar werk via een beleid op maat, zonder daarbij
bestraffend te werken.
• Waarschuwing: we kennen nog geen Nederlandse workfareoriëntering, maar de trend gaat wel in die richting.
• Vraag: Tot waar willen als samenleving gaan in de voorwaardelijkheid
van minimuminkomensbescherming?
• Algemene conclusie: Recht op maatschappelijke integratie dreigt te
verworden tot een plicht tot tewerkstelling. Als dat samengaat met
verdere voorwaardelijkheid van inkomenssteun geënt op de idee van
persoonlijke verantwoordelijkheid voor die tewerkstelling, dan zijn de
meest kwetsbaren daarvan het slachtoffer.