Transcript Document

Vaardigheidskennis en
kennisvaardigheid:
antwoorden uit onderzoek
Wilfried Decoo
14 maart 2008
1. Termen: voorzichtig gebruiken
"kennisgericht" versus "taakgericht" ?
- "kennis" = leren met theorie, inzicht, schema's ?
- "taak" = leren vanuit praktijk en vaardigheid ?
Vaardigheid = proficiency? competence ? skill ?
Vaardigheid = "impliciete kennis" …
2. Vernieuwing is terugkeer van een trend
2.1. Van oudheid tot 19e eeuw

Communicatief taalonderwijs is altijd de
basisbenadering geweest
2. Vernieuwing is terugkeer van een trend
2.1. Van oudheid tot 19e eeuw

Communicatief taalonderwijs is altijd de
basisbenadering geweest

Na 1800: strak onderwijssysteem van Napoleon
= leerplannen = voor taal: “literair” = grammatica
2.2. 1860: de directe methodes ↔ de reacties in 18901910

Schools taalonderwijs moet communicatief worden !
= "méthode directe"  sterke verspreiding in Europa
wordt steeds extremer = geen inzicht meer …
2.2. 1860: de directe methodes ↔ de reacties in 18901910

Schools taalonderwijs moet communicatief worden !
= "méthode directe"  sterke verspreiding in Europa
wordt steeds extremer = geen inzicht meer …

Maar: de wetenschappelijke studies verplichten te
nuanceren  eclectische methodes
2.3. 1950: de audio-methodes ↔ de reacties in 1965-1975

Taalonderwijs moet puur mondeling werken !
geen grammatica, geen vertaling, geen schriftbeeld
2.3. 1950: de audio-methodes ↔ de reacties in 1965-1975

Taalonderwijs moet puur mondeling werken !
geen grammatica, geen vertaling, geen schriftbeeld

Maar: de wetenschappelijke studies bewijzen het nut
van inzicht, vertaling, schriftbeeld …
2.4. 1970: de communicatieve aanpak ↔ de reacties in
1980-2000

Idee: meteen trachten te communiceren, ondanks
beperkingen, als “extra” naast traditionele lessen
2.4. 1970: de communicatieve aanpak ↔ de reacties in
1980-2000

Idee: meteen trachten te communiceren, ondanks
beperkingen, als “extra” naast traditionele lessen

Rond 1980: de “extra” begint het hele leerproces te
bepalen = Communicative Language Teaching (CLT)
Principes van de meeste CLT-methodes

Accent op wat je met het geleerde kan doen:
meaning-centered learning.
Principes van de meeste CLT-methodes

Accent op wat je met het geleerde kan doen:
meaning-centered learning.
 Luisteren en lezen: meteen "authentiek" en globaal
trachten te begrijpen = "negotiation of meaning"
Principes van de meeste CLT-methodes

Accent op wat je met het geleerde kan doen:
meaning-centered learning.
 Luisteren en lezen: meteen "authentiek" en globaal
trachten te begrijpen = "negotiation of meaning"
 Spreken: zich leren behelpen, risico's nemen
= "negotiation of meaning"
Principes van de meeste CLT-methodes

Accent op wat je met het geleerde kan doen:
meaning-centered learning.
 Luisteren en lezen: meteen "authentiek" en globaal
trachten te begrijpen = "negotiation of meaning"
 Spreken: zich leren behelpen, risico's nemen
= "negotiation of meaning"
 Het authentiek materiaal bepaalt de leerinhouden;
geen op voorhand berekende opbouw.
Principes van de meeste CLT-methodes

Accent op wat je met het geleerde kan doen:
meaning-centered learning.
 Luisteren en lezen: meteen "authentiek" en globaal
trachten te begrijpen = "negotiation of meaning"
 Spreken: zich leren behelpen, risico's nemen
= "negotiation of meaning"
 Het authentiek materiaal bepaalt de leerinhouden;
geen op voorhand berekende opbouw.
Sterke verspreiding via ESL, maar de wetenschappelijke
studies gaan nuanceren (zie 3)
2.5. Conclusie voor de trends: een golvend, cyclisch
proces

Teveel theorie ?
enkel praktijk !
↔ Meer praktijk !  Geen theorie,
2.5. Conclusie voor de trends: een golvend, cyclisch
proces
Teveel theorie ? ↔ Meer praktijk !  Geen theorie,
enkel praktijk !
 Werkt goed bij de aanvang: promotoren,
enthousiasme, direct contact met leerkrachten.

2.5. Conclusie voor de trends: een golvend, cyclisch
proces
Teveel theorie ? ↔ Meer praktijk !  Geen theorie,
enkel praktijk !
 Werkt goed bij de aanvang: promotoren,
enthousiasme, direct contact met leerkrachten.
 Bij uitdeining: zwakkere informatie, minder
aangepast voor andere situaties

2.5. Conclusie voor de trends: een golvend, cyclisch
proces
Teveel theorie ? ↔ Meer praktijk !  Geen theorie,
enkel praktijk !
 Werkt goed bij de aanvang: promotoren,
enthousiasme, direct contact met leerkrachten.
 Bij uitdeining: zwakkere informatie, minder
aangepast voor andere situaties
 Onderzoek leidt tot bijsturingen naar meer
systematiek en inzicht.

2.5. Conclusie voor de trends: een golvend, cyclisch
proces





Teveel theorie ? ↔ Meer praktijk !  Geen theorie,
enkel praktijk !
Werkt goed bij de aanvang: promotoren,
enthousiasme, direct contact met leerkrachten.
Bij uitdeining: zwakkere informatie, minder
aangepast voor andere situaties
Onderzoek leidt tot bijsturingen naar meer
systematiek en inzicht.
Timing van de grote trends: 10 à 20 jaar voor
verspreiding, 10 à 20 jaar voor reactie.

Vaak breuk met leerplannen, die achterlopen op
ontwikkelingen
Trend
Wetenschappelijke reactie
Leerplan legt trend
op
1860-... : directe
methodes
1890-1910
1902
1950-... : audio-methodes
1965-1975
1972
1970-... : communicatieve
methodes
1980-2000
1995
3. Onderzoek: de plaats van grammatica in CLT
3.1. Al in de jaren 80: groeiende malaise en onderzoek

De concepten communicatie en vaardigheden zijn
vaak slecht afgelijnd.
3. Onderzoek: de plaats van grammatica in CLT
3.1. Al in de jaren 80: groeiende malaise en onderzoek

De concepten communicatie en vaardigheden zijn
vaak slecht afgelijnd.
 De keuze van authentieke situaties gebeurt teveel in
het wildeweg.
3. Onderzoek: de plaats van grammatica in CLT
3.1. Al in de jaren 80: groeiende malaise en onderzoek

De concepten communicatie en vaardigheden zijn
vaak slecht afgelijnd.
 De keuze van authentieke situaties gebeurt teveel in
het wildeweg.
 De authentieke taal verplicht tot te grote
moeilijkheids-sprongen.

CLT leidt soms tot een gebrekkige, foutenrijke taal.

CLT leidt soms tot een gebrekkige, foutenrijke taal.
 CLT verhoogt werklast en stress bij leerkrachten

CLT leidt soms tot een gebrekkige, foutenrijke taal.
 CLT verhoogt werklast en stress bij leerkrachten
 Evalueren wordt moeilijk en de instrumenten zijn
niet adequaat of te complex.

CLT leidt soms tot een gebrekkige, foutenrijke taal.
 CLT verhoogt werklast en stress bij leerkrachten
 Evalueren wordt moeilijk en de instrumenten zijn
niet adequaat of te complex.
 CLT maakt te weinig onderscheid tussen beginners
en gevorderden.





CLT leidt soms tot een gebrekkige, foutenrijke taal.
CLT verhoogt werklast en stress bij leerkrachten
Evalueren wordt moeilijk en de instrumenten zijn
niet adequaat of te complex.
CLT maakt te weinig onderscheid tussen beginners
en gevorderden.
Publiek en doelstellingen zijn uiteenlopend, dus
nuanceringen nodig.
3.2. Leidt grammaticaal inzicht tot taalvaardigheid?
Drie standpunten over het effect:
 No interface
 Weak interface
 Strong interface
3.2. Leidt grammaticaal inzicht tot taalvaardigheid?
Drie standpunten over het effect:
 No interface
 Weak interface
 Strong interface
Overwegend besluit: grammatica is nuttig voor
verduidelij-king, leerzekerheid, meer correctheid,
diepere integratie.
Maar: hoe het te doen zonder de sterke voordelen van
CLT te verliezen?
3.3. Aanbreng van grammatica: drie vormen

Incidenteel vanuit communicatie (incidental FonF)
3.3. Aanbreng van grammatica: drie vormen

Incidenteel vanuit communicatie (incidental FonF)
 Planmatig vanuit communicatie (planned FonF)
3.3. Aanbreng van grammatica: drie vormen

Incidenteel vanuit communicatie (incidental FonF)
 Planmatig vanuit communicatie (planned FonF)
 Systematisch vanuit taalopbouw (FonFs)
3.3. Aanbreng van grammatica: drie vormen

Incidenteel vanuit communicatie (incidental FonF)
 Planmatig vanuit communicatie (planned FonF)
 Systematisch vanuit taalopbouw (FonFs)
Samengevat: aandachtsvormen voor grammatica
Geen
aandacht
incidental
FonF
planned
FonF
FonFs
Maximale
aandacht
3.4. Welk van de vormen is de beste?

Hangt af van doelstellingen, aard van de taal, soort
grammaticapunt, verwachtingen en behoeften ...
3.4. Welk van de vormen is de beste?

Hangt af van doelstellingen, aard van de taal, soort
grammaticapunt, verwachtingen en behoeften ...

Mogelijk vormen te combineren, bv.
- basisvorm FonFs, maar niet voor plaats van
bijwoorden
- basisvorm i-FonF, maar FonFs voor
voornaamwoorden
4. Bedenkingen
4.1. Niet alles kan via communicatieve taken met FonF

Er zijn grammaticapunten die je makkelijk aan een
situatie kunt binden … = mooie voorbeelden …
4. Bedenkingen
4.1. Niet alles kan via communicatieve taken met FonF

Er zijn grammaticapunten die je makkelijk aan een
situatie kunt binden … = mooie voorbeelden …

Maar er is veel dat je niet “authentiek” kan aanbieden
omdat er dan onvoldoende training voor is.
4.2. Wanneer is het kennis, wanneer vaardigheid?

In natuurlijke communicatie kun je vaardigheid
goed scheiden van expliciete kennis die je dan niet
nodig hebt.

Maar in het leerproces kun je de reflex naar
explicitering niet uitschakelen: er is een
voortdurende interactie tussen explicitering in de
hersenen en groeiende vlotheid naar impliciet
taalgebruik.
Vandaar deze termen voor het leerproces:

Vaardigheidskennis = de kennis van taalelementen
om makkelijker de stap naar vaardigheid te zetten

Kennisvaardigheid = de vaardigheid om op kennis
van taalelementen terug te vallen bij taalgebruik.
4.3. Grammatica verduidelijken: de complexiteit van de
simplificatie
= hoe zo kort en zo eenvoudig mogelijk iets uitleggen
zodat de kennisbelasting minimaal is en de stap naar
automatisering zo vlot mogelijk gaat?
4.3. Grammatica verduidelijken: de complexiteit van de
simplificatie
= hoe zo kort en zo eenvoudig mogelijk iets uitleggen
zodat de kennisbelasting minimaal is en de stap naar
automatisering zo vlot mogelijk gaat?
Ik hep gezecht
4.4. De ene taal is de andere niet

Engels: geen flexisgrammatica, en veel idiomatisch =
staat snel communicatieve training toe zonder risico
van fossilisering van fouten.
4.4. De ene taal is de andere niet

Engels: geen flexisgrammatica, en veel idiomatisch =
staat snel communicatieve training toe zonder risico
van fossilisering van fouten

Frans, Duits, Russisch … = talen met een uitgebreide
flexisgrammatica, al vanaf de eerste les
= Wat te verduidelijken? Wat niet? Hoe groot zijn
risico’s op fossilisering als men forceert?
4.5. Uitdagingen met communicatieve taken

"Authentiek"? Maar hoe realistisch en zinvol is elke
taak? Onderzocht?

De participatiegraad van cursisten: discrepanties ?

Beperktheid: risico dat bepaalde woorden en
structuren niet of onvoldoende aan bod komen.

Programmavulling: met enkele "voorbeelden hoe het
moet" vul je geen jaar of jaren.

Weinig studies met metingen van vooruitgang over
verschillende jaren.
 Soms te globaal en te chaotisch, met teveel druk op
de "performance". Vandaar opnieuw meer nadruk op
de "babysteps“.
 Efficiency: via welke leerweg bereikt men uiteindelijk
het snelste resultaat voor bepaalde zaken?

Weinig studies met metingen van vooruitgang over
verschillende jaren.
 Soms te globaal en te chaotisch, met teveel druk op
de "performance". Vandaar opnieuw meer nadruk op
de "babysteps“.
 Efficiency: via welke leerweg bereikt men uiteindelijk
het snelste resultaat voor bepaalde zaken?
= De basisprincipes van CLT zijn prima, maar er moet
met veel rekening gehouden worden om succes te
garanderen.
4.6. Wat met de cursist ?





zijn doelstelling: hobbyist? TOEFL?
correspondentie? bedrijfstaalproef? overleving?
zijn verwachting van een "taal leren": behoefte aan
kennis en inzicht?
zijn inzet en werkbereidheid
van laaggeschoold naar hooggeschoold: andere
houdingen t.o.v. leerproces en kennis
zijn bereidheid tot spreekdeelname
4.7. Lopend en vorderend onderzoek
Zie de zeven onderzoekslijnen in de handout (Mitchell
2007)
5. Slotwoord
De gevaren van eenzijdige methodes en standpunten …
5. Slotwoord
De gevaren van eenzijdige methodes en standpunten …
Drie zekerheden:
 We zouden verder staan als experts de geschiedenis
van het taalonderwijs beter zouden kennen.
5. Slotwoord
De gevaren van eenzijdige methodes en standpunten …
Drie zekerheden:
 We zouden verder staan als experts de geschiedenis
van het taalonderwijs zouden kennen.
 Alle methodes zijn sterfelijk.
5. Slotwoord
De gevaren van eenzijdige methodes en standpunten …
Drie zekerheden:
 We zouden verder staan als experts de geschiedenis
van het taalonderwijs zouden kennen.
 Alle methodes zijn sterfelijk.
 Succes in taalonderwijs ligt minder in de methode,
dan in een soepele dynamiek tussen leerkracht en
cursist.