Transcript Slide 1

Analfabeten: ingeburgerd aan
het werk
Een samenwerking tussen CBE
Mechelen,
Prisma, VDAB Mechelen, Levanto en
Karel de Grote-Hogeschool
Huidige situatie in Vlaanderen rond
alfa NT2
•
•
•
•
lange trajecten
weinig intensief
algemene taalvaardigheid
cursisten haken voortijdig af
Succesvolle trajecten in buitenland
• intensiever
• alfabetisering als deel van bredere
educatie en persoonlijkheidsvorming
• zoektocht naar eigen behoeftes krijgt
belangrijke plaats
• meer doorstroom
Project “Analfabeten Ingeburgerd
Aan Het Werk”
• Samenwerking tussen
- Karel de Grote-Hogeschool
- CBE Mechelen
- Onthaalbureau Prisma
- Vitamine W
- VDAB
• Financiering door het Europees Sociaal
Fonds, Equal
Doelstellingen
• integratie en kansen op tewerkstelling voor
volwassen anderstalige analfabeten
verhogen
• uitvoeren van een geïntegreerd
opleidingstraject
• ontwikkelen van methodiek en materiaal
De deelnemers
Doelgroep
• Laaggeletterde beginnende tweede-taalleerders
- deelnemers komen uit alfagroepen CBE
- instroom op verschillende momenten in opleiding
- instapniveau
mondeling: lager dan richtgraad 1.1
schriftelijk: van volledig analfabeet tot semi-alfabeet
• Zowel oudkomers als nieuwkomers
Uitreiking certificaat PST en NT2
Voortraject + Beroepsgericht
traject
Doel van het voortraject
( // primair inburgeringstraject )
•
•
•
zo gericht mogelijk een voldoende basiskennis NT2 en
sleutelvaardigheden
grondige loopbaanoriëntatie
kennismaking met intensieve opleiding
Doel van het beroepsgericht traject
(// secundair inburgeringstraject )
•
nodige competenties verwerven om te kunnen doorstromen naar
een specifiek beroep / functie
Het voortraject
• Zo kort mogelijk: 8 maanden
• Intensieve opleiding: 21 tot 24 uur per week
• Doelgericht van bij het begin: focus op
sleutelvaardigheden nodig in latere beroep
• Integratie van verschillende onderdelen: NT2, MO,
loopbaanoriëntatie, trajectbegeleiding
• Content-based language learning: NT2 gekoppeld aan
Maatschappelijke oriëntatie
Buitenschoolse activiteit
Het voortraject
Trajectbegeleiding
•
•
•
•
•
•
•
door onthaalbureau
in eigen taal
intensieve info over opleidingstraject
inzicht in belang van langdurige tewerkstelling
intensieve loopbaanoriëntatie
opvolging van prestaties en motivatie
wegwerken randproblemen (bv. kinderopvang, mobiliteit,
thuissituatie)
• vertrouwenspersoon belangrijk voor deze doelgroep
Het voortraject
Focus op sleutelcompetenties
•
•
•
•
•
•
keuzes maken
problemen oplossen
samenwerken
omgaan met getallen
ict-vaardigheden
eigen leren en presteren verbeteren
het voortraject
• Themagecentreerde interactie
- eigen leiderschap
- storingen hebben voorrang
• Krachtige leeromgevingen
- doelgericht leren
- leren is evalueren
- leren is contextgebonden
- al doende leren
- leren is interactief
- leren is een kwestie van extensieve oefening
Eigen leiderschap
• Geloven in de zelfstandigheid en
zelfredzaamheid van de deelnemers
• Zo veel mogelijk in eigen handen geven
- vb: zelf bellen naar OCMW ; zelf keuze
maken bij kinderopvang, zelf bepalen of uren
tijdens ramadan veranderen, …
• Geleidelijk aan, kijken hoeveel je als begeleider
aan hen kan overlaten, gebeurt in stappen
Storingen hebben voorrang
• Storingen belemmeren het leerproces
• Storingen benutten als leermomenten
vb: cursist voelt zich beledigd omdat
moslimvrouwen niet van haar maaltijd
willen proeven (varkensvlees).
- interessante taalcontext om over te
discussiëren (op hun niveau)
- sleutelcompetentie: problemen oplossen
Doelgericht leren
• Als docent goed weten waarom je iets
aanbrengt.
Vb:
- woordenschat: zijn dit voor hen relevante
woorden ?
- Specifieke context: is dit voor hen een
relevante context , wat wil ik dat ze kunnen ?
- sleutelcompetenties: wat moeten ze kunnen
in hun later beroep. Vb: mobiliteit
Doelgericht leren
• Doelen ook duidelijk maken aan
deelnemers.
Wat is de bedoeling van deze oefening ?
Waar heb je dit voor nodig ?
• Stapje verder: deelnemers feedback
vragen op doelen :
- vind je dit belangrijk ? Wil je dit leren ?
Wat zijn de consequenties als je dit niet
leert ? Vb: plan lezen
Leren is evalueren
• Als deelnemers zelf zicht hebben op wat ze al
kunnen en wat ze nog beter moeten leren,
verhoogt dit de betrokkenheid en de motivatie.
• Self-assessment, co-assesment, peerassessment, vb: bij de stages
• Permanente evaluatie, vb: overzicht van doelen
op regelmatige tijden bespreken. plakken van
bollen.
Leren is contextgebonden
• Leerinhouden koppelen aan leerwereld
deelnemers
• Makkelijker te realiseren in dergelijke
trajecten, link met MO, beroepsopleiding
• Kan ook in gewone opleidingen, link met
thuismilieu, kinderen, actualiteit,
• Link duidelijk benoemen en bespreken
Al doende leren
• Werken met concrete doe-opdrachten
vb: wat is een goede kinderopvang
samen kenmerken benoemen, foto’s zoeken in
tijdschriften,
voordelen – nadelen van werk: wie werkt in het
gezin ? Wat is goed aan de job ? Wat minder ?
Voer een gesprek met die persoon.
• Taakgerichte opdrachten: een recept maken,
een planning maken, een kaartje schrijven, …
• Buitenschoolse opdrachten: zie later
Extensieve oefening
• Cyclische opbouw
• Herhaling in andere context
• Herhaling vanuit andere invalshoek (vb
door MO-docent, vakdocent,
trajectbegeleider, op stageplaats, …)
Interactief leren
• In overleg met anderen, leren van anderen
- zo veel mogelijk in groep, per twee, …
zowel bij schriftelijke als mondelinge
oefeningen, op de werkvloer, buiten de
klas, …
Taakgerichte activiteit:
koffieverkoop
Het beroepsgericht traject
Instapvoorwaarden
•
•
•
gemotiveerd om in de poetssector te werken
fysiek geschikt
taalniveau: op basis van resultaten voortraject
mondeling: module 3 alfatraject (< richtgraad 1.1)
schriftelijk: geen instapvoorwaarden
Het beroepsgericht traject
• Zo kort mogelijk: 8 maanden
• Intensieve opleiding: 28 uur per week
• Integratie van verschillende onderdelen:
• NT2
• beroepsopleiding
• stages
• arbeidsbemiddeling
• cursistenbegeleiding
• sleutelcompetenties
Vragen bij de start
•
•
•
•
Voldoende competent voor tewerkstelling?
Voldoende interesse bij deelnemers?
Laag taalniveau werkbaar in technische opleiding?
Medewerking van bedrijven voor stages?
Succesfactoren
• Organisatorisch model
- alfa NT2 verruimd naar algemene vaardigheden
- gekoppeld aan relevante inhouden
(MO / poetsopleiding/ stages)
- intensief en zo snel mogelijk naar BO en stage
- belang van trajectbegeleiding
• Methodiek
- themagecentreerde interactie
- krachtige leeromgevingen
Creatief werk van deelnemer
Beroepsgericht NT2
• Geleidelijke afbouw ten voordele van de
beroepsopleiding en de stages
• Content-based language learning: NT2 gekoppeld aan
beroepsopleiding en beroep
• Thema-gecentreerde interactie
• Krachtige leeromgeving
• Veel aandacht voor leren leren, problemen oplossen en
keuzes maken
Technische opleiding
•
•
•
•
Standaard programma van VDAB Mechelen
Geen schriftelijke vaardigheden vereist
Docent veel ervaring met laagtaalvaardige deelnemers
Principes van taalgericht vakonderwijs
Documenten op de stageplaats
Stages: zo snel mogelijk
• Motivatie.
• Beter inzicht in het eigen presteren (reality-check, “Waar
sta ik?”).
• Inzicht in de werkvloer
• Inzicht in de verschillende poetssectoren.
• Transfer van het geleerde
• Ervaringen en leervragen mee naar de les
stages: organisatie
•
•
•
•
•
Parallel met de lessen
Cyclische opbouw: 3 korte stages
Taaltaken vanuit project
Permanente evaluatie met zelfevaluatie
Ondersteuning van mentoren
Stages: groot succes
•
•
•
•
•
Overwinning van drempelvrees
Geleidelijke evolutie naar zelfstandigheid
Meerwaarde voor de lesmomenten
Beeldvorming bij werkgevers
Stap naar tewerkstelling verkleind
Werk zoeken
Nazorg: arbeidsbemiddeling en
coaching op de werkvloer
• Deelnemers vonden heel snel een job, mede door krapte
op arbeidsmarkt, maar ook door eigen initiatief en
talenten.
• Concrete acties
– zoeken naar vacatures, via mondelinge en schriftelijke weg
– voorbereiden sollicitatiegesprekken
– begeleiding met betrekking tot administratieve zaken (bv.
aanvragen arbeidskaart, attest allerhande,…)
– concrete begeleiding op de werkvloer de eerste weken
Conclusies: organisatorisch
•
•
•
•
Intensief traject succes
Belang goede loopbaanoriëntatie
Belang van trajectbegeleiding
Voldoende ruimte reserveren voor algemene
vaardigheden
• Belang van stages
• Belang van overleg
Conclusies: methodisch
• Afstemming onderdelen zorgt voor transfer
• Content-based language learning en belang van
buitenschoolse activiteiten.
• Sleutelcompetenties en taalverwerving in alle
onderdelen
• Inbreng en actieve rol deelnemer zo veel mogelijk
gestimuleerd
• Positieve benadering deelnemers
Tevreden deelnemer
Conclusies
competenties deelnemers
•
•
•
•
•
•
Technische vaardigheden vlot verworven
Motivatie en inzet heel hoog
Het zelfbeeld van deelnemers wordt positief bekrachtigd
Hoge aanwezigheid in de lessen
Goede resultaten op vlak van sleutelcompetenties
Taalverwerving lang proces
Conclusies
tewerkstelling
• Alle deelnemers hebben werk in de
schoonmaaksector.
– 4 deelnemers in het NEC
– 4 via Wep+
– 1 via artikel 60
• De werkgevers zijn heel tevreden
• Zwakke taalvaardigheid wordt gecompenseerd door
andere competenties, waaronder werkattitudes en
motivatie
• De stages zorgen voor een positieve beeldvorming bij
de werkgevers
Bedankbriefje
Succesfactoren
• Organisatorisch model
- alfa NT2 verruimd naar algemene vaardigheden
- gekoppeld aan relevante inhouden
(MO / poetsopleiding/ stages)
- intensief en zo snel mogelijk naar BO en stage
- belang van trajectbegeleiding
• Methodiek
- themagecentreerde interactie
- krachtige leeromgevingen