Vervang dit door de titel van de sessie

Download Report

Transcript Vervang dit door de titel van de sessie

Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen

Spreker: Marleen Coutuer Organisatie/Instelling: Karel de Grote-Hogeschool, Centrum voor Talen Zaal: Van Der Goes

 Het ERK: wat is het, wat is het niet?

 De inhoud van het ERK: de hoofdstukken 3, 4, 5, 6, 7 en 9  Andere instrumenten van de Raad van Europa  Meertaligheid  Afsluitende vragen en bedenkingen  Bronnen

Enkele data

 In Rüschlikon wordt in 1991 besloten een algemeen ERK voor talen te ontwikkelen.

 Publicatie ERK in het F/E in 2001 door de Raad van Europa  Beperkte vertaling in het Nederlands in 2006 in opdracht van de Nederlandse Taalunie

Wat is het ERK?

 Het ERK beschrijft op alomvattende wijze wat taalleerders moeten leren om een taal te kunnen gebruiken voor communicatie en welke kennis en vaardigheden zij moeten ontwikkelen om daarbij doeltreffend te kunnen handelen.  Het ERK biedt een gemeenschappelijke basis voor de expliciete beschrijving van doelstellingen, inhoud en methodes, maar legt niets op.

Doel van het ERK

 De belemmeringen, veroorzaakt door de verschillende onderwijsstelsels, weg te nemen in de communicatie tussen deskundigen werkzaam op het gebied van moderne talen.

 Het reikt middelen aan waarmee onderwijsbestuurders, materiaalontwikkelaars, leerkrachten en hun opleiders, exameninstanties, enz. zich kunnen bezinnen op hun huidige werkwijze, hun inspanningen in perspectief kunnen plaatsen en die beter kunnen coördineren zodat ze kunnen waarborgen dat zij voorzien in de reële behoeften van de leerders.

Het ERK heeft geleid tot

 Gemeenschappelijke basis > doorzichtigheid > internationale samenwerking  Objectieve criteria beschrijving taalvaardigheid > wederzijdse erkenning kwalificaties > mobiliteit in Europa > focus op gemeenschappelijke referentieniveaus

Het ERK als catalogus

 Artificiële opsplitsing van taalcompetentie in componenten  Taak leerkracht en leerder: de onderdelen te integreren

Wat is het ERK niet?

 Het ERK is niet bedoeld om leerkrachten te vertellen wat ze moeten doen.

 Het doel is vragen op te roepen, niet ze te beantwoorden.

Gebruik ERK

 Het ontwikkelen van leer- en testmaterialen.  Het herschrijven van nationale curricula.  Het vergelijken van taalcertificaten door internationale groepen.

 Het relateren van testsystemen aan de gemeenschappelijke referentieniveaus beschreven in het ERK.

Een ‘Europees’ referentiekader

 Een beleidsinstrument van de Raad van Europa  Het taalonderwijsbeleid van de Raad van Europa wil de volgende zaken bevorderen: meertaligheid, diversiteit m.b.t. talen, wederzijds begrip, democratisch burgerschap en sociale cohesie.

Inhoud ERK

1. Politieke en onderwijskundige context 2. Gekozen benadering 3. Gemeenschappelijke referentieniveaus 4. Taalgebruik van de taalgebruiker 5. De competenties van de taalgebruiker 6. Het leren en onderwijzen van talen 7. Taken en hun rol bij het leren van talen 8. Linguïstische verscheidenheid en het curriculum 9. Beoordelen

Gemeenschappelijke referentieniveaus

 6 niveaus: A1, A2, B1, B2, C1, C2  Tussenniveaus, deelvaardigheden  Globale schaal (holistisch)  Beschrijving schema voor zelfbeoordeling  Kwalitatieve aspecten van gesproken taal  Descriptoren

De niveaus en de gebruikers

Oplopende gradaties van taalvaardigheid A1 + A2 Basis gebruiker B1 + B2 Onafhankelijke gebruiker C1 + C2 Vaardige gebruiker

C2 C1 B2 B1 A2 A1 Mastery: hoger onderwijs (near-native) Effective Operational Proficiency: hoger onderwijs Vantage: 18+, eind middelbaar onderwijs Threshold: 16+ Waystage: +/- 14j.

Breakthrough: overgang lager – middelbaar onderwijs

Globale schaal

A1 Kan vertrouwde, alledaagse uitdrukkingen en zeer eenvoudige zinnen gebruiken, met het oog op het voldoen aan concrete behoeften. Kan zichzelf of iemand anders voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden met betrekking tot persoonlijke gegevens zoals woonplaats, mensen die hij/zij kent, en de dingen die hij/zij bezit. Kan op een eenvoudige wijze een gesprek voeren op voorwaarde dat de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen.

Beschrijvingsschema voor zelfbeoordeling

A1 – Lezen Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.

Begrijpen = Luisteren en Lezen Spreken: Interactie - Productie

Kwalitatieve aspecten van gesproken taal

Reikwijdte – nauwkeurigheid – vloeiendheid – interactie - coherentie A1 – Vloeiendheid Kan zeer korte, geïsoleerde, voornamelijk voorgekauwde uitingen hanteren, met veel onderbrekingen om naar uitdrukkingen te zoeken, minder vertrouwde woorden uit te spreken en de communicatie te herstellen.

Descriptoren

A1-Lezen Ik kan woorden en zinnen begrijpen op borden die ik dagelijks zie (bijvoorbeeld ‘station’, ‘parking’, ‘verboden te parkeren’, ‘niet-rokers’).

Ik kan de aankondiging begrijpen voor een concert, film of gebeurtenis op een kalender of op een affiche; ik begrijp waar iets plaats vindt en wanneer het begint.

Ik kan een vragenlijst (een hotelregistratie) begrijpen zodat ik de belangrijkste inlichtingen over mezelf kan geven (naam, voornaam, geboortedatum, nationaliteit).

Vertaalslag naar doelstellingen

Descriptor A1-Lezen: Ik kan een aankondiging begrijpen … Doelstellingen - leesstrategieën: skimmen, sleutelwoorden vinden - Kennis: lay-out aankondigingen - Kennis: woordenschat

Gebruik gemeenschappelijke referentieniveaus

 Werkgevers  Taleninstituten (instapvereisten instroom cursussen en uitstroomreferentiepunten)  Materiaal- en testontwikkelaars: oriëntatiepunten  Leerders: zelfevaluatie  Inburgering

De relevantie van de verschillende parameters van taalgebruik en taalcompetenties voor de leerkracht

Hoofdstuk 4: Taalgebruik en de taalgebruiker/-leerder Hoofdstuk 5: De competenties van de taalgebruiker/- leerder

Taalgebruik en de taalgebruiker/-leerder

4.1 De context van taalgebruik 4.1.1 Domeinen 4.1.2 Situaties 4.1.3 Omstandigheden en beperkingen 4.1.4 De psychische context van de gebruiker/leerder 4.1.5 De psychische context van de gesprekspartners 4.2 Communicatieve thema’s 4.3 Communicatieve taken en doelen 4.4 Communicatieve taalactiviteiten en strategieën 4.5 Communicatieve taalprocessen 4.6 Teksten

Schalen

Algemene mondelinge interactie A1: Kan op een simpele manier interactief zijn maar de communicatie is volledig afhankelijk van herhaling in langzamer tempo, herformulering en herstel. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, en eenvoudige uitspraken doen en beantwoorden op het gebied van primaire behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen

De competenties van de taalgebruiker/ leerder

5.1 Algemene competenties 5.1.1 Declaratieve kennis (kennis van de wereld, socio culturele kennis – intercultureel bewustzijn) 5.1.2 Vaardigheden en bekwaamheden 5.1.3 Existentiële competentie 5.1.4 Leervermogen 5.2 Communicatieve taalcompetenties: 5.2.1 Linguïstische competenties: lexicale, grammaticale, semantische, fonologische en orthografische competentie 5.2.2 Sociolinguïstische competentie 5.2.3 Pragmatische competenties

C2 C1 B2 B1 A2 A1

Fonologische beheersing

Als C1 Kan de intonatie variëren en de juiste nadruk in zinnen leggen om ook fijnere betekenisnuances uit te drukken. Heeft een heldere, natuurlijke uitspraak en intonatie verworven .

De uitspraak is duidelijk te verstaan ook al is soms een duidelijk buitenlands accent te horen en worden er incidenteel uitspraakfouten gemaakt.

De uitspraak is over het algemeen voldoende helder om te worden verstaan ondanks een merkbaar buitenlands accent, maar gesprekspartners zullen af en toe om herhaling moeten vragen De uitspraak van een zeer beperkt repertoire van (aan)geleerde woorden en frasen is met enige inspanning verstaanbaar voor moedertaalsprekers die gewend zijn om te gaan met sprekers uit zijn of haar taalgroep.

Het leren en onderwijzen van talen

Hoofdstuk 6  De relatie taalverwerving en taalleren  Deelvaardigheden  Ondersteunen van het taalleren  Enkele methodologische opties  Relatie hoofdstukken 4 en 5

Taken en hun rol bij het leren van talen

Hoofdstuk 7  Echte en pedagogische taken  Selectiecriteria  Betekenis- en vormgerichte taken  De rol van strategieën  De moeilijkheidsgraad van een taak

Beoordeling vaardigheid taalgebruiker: ERK en testontwikkelaars

Hoofdstuk 9  Is mijn B2 =jouw B2?

 Transparantie van testprocedures en normen voor correctie  Validiteit – betrouwbaarheid – uitvoerbaarheid  Verschillende soorten beoordeling

Het ERK zet aan tot vernieuwing

 Europees Portfolio en andere gevalideerde portfolio’s  Handleiding over hoe taalexamens te relateren aan het ERK  Voorbeelden: audio- en videofragmenten, teksten, testitems  ERK en talen in de scholen  Handleiding voor het opstellen van beschrijvingen van referentieniveaus - ‘Profile Deutsch’ (instrumenten Raad van Europa)

Meertaligheid

Niet: Sociale meertaligheid (

multilingualism

) - de kennis van een aantal talen - het naast elkaar bestaan van verschillende talen in een bepaalde regio of samenleving Wel: individuele meertaligheid (

plurilingualism

) - Een communicatieve competentie als onderdeel van een multiculturele competentie

Doel taalonderwijs

niet langer alleen - Het bereiken van de beheersing van 1 of meerdere talen maar ook - Het ontwikkelen van een linguïstisch repertoire waarin alle taalvaardigheden een plaats hebben

Enkele afsluitende vragen en bedenkingen

 Het ERK wordt soms gezien als een ‘bijbel’.

 Het is niet echt bekend bij werkgevers.

 Te grote nadruk op de gemeenschappelijke referentieniveaus en te weinig op de andere hoofdstukken?

 Is er voldoende discussie over de betekenis van het ERK voor de verschillende doelgroepen?

Bronnen

 Council of Europe: Common European Framework of Reference for Languages: http://www.coe.int/t/dg4/linguistic/CADRE_EN.asp

 Council of Europe: European Language Portfolio http://www.coe.int/t/dg4/portfolio/Default.asp?L=E&M=/main_pa ges/welcome.html

 Vertaling van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader onder auspiciën van de Nederlandse Taalunie: http://taalunieversum.org/onderwijs/publicaties/gemeenschappeli jk_europees_referentiekader/

Bronnen (2)

 ALTE: Association of Language Testers in Europe: http://www.alte.org/  Gevalideerde Nederlandse taalportfolio http://www.europeestaalportfolio.nl/TaalPortfolio/show.d

o?ctx=10010,10020  “The role of the Common European Framework of Reference for languages in teacher training”, Lecture delivered by J.K.M. Trim, Graz September 2005

Bronnen (3)

 “Manual for Relating Examinations to the Common European Framework”, Saula Takala, EALTA conference, Slovenia, Granjska Gora, May 14-16, 2004