Wat betekent Samenwerkend leren voor docenten?

Download Report

Transcript Wat betekent Samenwerkend leren voor docenten?

Samenwerken leren
Aonne Kerkstra
VD1, 9 okt. 2012
1
Opdracht 1
Wat betekent Samenwerkend leren voor leerlingen?
D (denken, individueel)
D (delen, samen)
U (uitwisselen in de groep)
2
Wat betekent Samenwerkend leren
voor leerlingen?
•
•
•
•
•
Actief leren in samenwerking met andere ll’n.
Meer inzicht krijgen in eigen denken (leerstof beklijft).
Verantwoordelijkheid nemen voor hun leerproces.
Leren omgaan met anderen (samen plannen).
Een grotere variatie in een schooldag.
3
Opdracht 2
Wat betekent Samenwerkend leren voor docenten?
D (denken, individueel)
D (delen, samen)
U (uitwisselen in de groep)
4
Wat betekent Samenwerkend leren
voor docenten?
Kan gericht hulp bieden.
Krijgt meer zicht op het leren en denken van ll’n.
Heeft meer tijd en gelegenheid voor begeleiding.
Heeft de mogelijkheid het leren steeds meer aan de
ll’n over te laten.
• Krijgt een minder centrale positie zonder verlies van
eindverantwoordelijkheid.
•
•
•
•
5
Opdracht 3
Waarom Samenwerkend leren?
Groepsdiscussie.
6
Waarom Samenwerkend leren?
1. Leerlingen worden zelfstandiger en actiever.
2. Het doet recht aan verschillen tussen leerlingen.
3. De maatschappij vraagt om zelfstandige mensen die
vaardig zijn samenwerken en communiceren.
4. Het motiveert leerlingen.
5. Helpt docenten om leerlingen daadwerkelijk te laten
leren.
6. Het kan stimulerend werken op ontwikkelingen in
school.
7. Onderzoek toont aan dat het effectief is.
7
Hoe leren mensen?
8
Effectief leren
• Kennen
Leren gericht op onthouden
• Begrijpen
Leren gericht op met eigen woorden samenhang
weergeven tussen de concepten
• Integreren
Leren gericht op inpassen van nieuw verworven kennis
in bestaande kennis
• Creatief toepassen
Leren gericht op creatief en wendbaar gebruik.
9
Activerende Didactiek
&
Samenwerkend Leren
AD …is didactiek die er voor zorgt dat leerlingen
actief bij het leren betrokken zijn en blijven.
SL
… is een vorm van actief en construerend leren.
(Ook wel teamleren of coöperatief leren)
10
Basisprincipes van ADSL
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Samenwerkend leren
Teams
Klassenmanagement
Groepsprocessen
Sociale vaardigheden
Werkvormen
11
1 Samenwerkend leren (3.5 handboek)
• Positieve wederzijdse afhankelijkheid
Ll’n hebben elkaar nodig voor de opdracht, samenwerken is meerwaarde voor resultaat.
• Individuele verantwoordelijkheid
Elke ll’n is aanspreekbaar en verantwoordelijk voor zijn aandeel in de samenwerking.
• Directe interactie
Ll’n hebben regelmatig direct contact met elkaar en/of overleg met de docent.
• Aandacht voor sociale vaardigheden
In samenwerkingsproces aandacht voor het proces om prettig en efficiënt samen te
werken.
• Aandacht voor groepsproces
Docent en ll’n hebben oog voor de dynamiek van de groep.
12
1. Samenwerkend leren, een voorbeeld
Maak een ‘slang’
Antwoord
Eigen vraag: ……..
• weerstand, stroom, spanning, serie, parallel, enz
• fase, moleculen, vanderwaals, enz
• kracht, versnelling, snelheid, versnelling, verplaatsing, enz
In de klas toepassen?
13
2 Teams
• Wat is het verschil tussen “bij elkaar zitten” en
“samenwerkend leren”?
• Groepsgrootte?
• Groepssamenstelling?
• Hoe stel je een groep samen?
14
2 Teams, een voorbeeld
• Voorzitter, zorgt voor rust en tempo, communiceert
met docent.
• Schrijver, noteert antwoorden in groepsboekje. Zorgt
er voor dat de verbeteringen worden overgenomen.
• Loper, zorgt voor practicum benodigdheden.
• Uitvoerder, voert de proeven uit, alleen of samen.
Iedere week van taak wisselen.
15
3 Klassenmanagement
De docent moet zich afvragen:
• Is duidelijk wat de leerlingen moeten doen?
• Hoe moeten ze dit doen? (met wie, met welke hulp?).
• Hoe lang krijgen ze de tijd?
• Welk eindresultaat er moet komen?
• Hoe wordt dit verwerkt?
16
4 Groepsprocessen
Veiligheid, groepsafspraken, sfeer…
Groepen indelen.
Individueel invloed uitoefenen op het groepsproces.
Samenwerking en teambuilding
Reflecteren over taakverdeling, opdracht,…
(individueel, groep)
• Feedback geven op het groepsproces en het
groepsproduct.
•
•
•
•
•
17
6 Werkvormen (3.5 handboek)
1. Check in duo’s : snel en efficiënt gesloten antwoorden,
korte opdrachten controleren  kennen en begrijpen
2. Genummerde hoofden : voor opdrachten waarbij er
meerdere antwoorden mogelijk zijn  kennen en begrijpen
3. Denken- Delen- Uitwisselen : voor opdrachten waarbij
er meerdere antwoorden/ ideeën mogelijk zijn 
begrijpen, integreren, meningen en ervaringen
4. Driestappeninterview : voor opdrachten die het
ontwikkelen en verhelderen van begrip van teksten,
personen of concepten  begrijpen en integreren
5. Expertmethode : voor complexe opdrachten, waarbij de
opdracht gelijkwaardig verdeeld kan worden, waarbij één
centrale vraag beantwoord moet worden  integreren en
creatief toepassen
18
5. Expertmethode
De structuur verloopt als volgt:
1. Verdeling van de taak in deeltaken: de docent verdeelt het materiaal (de leerstof) in twee tot
2.
3.
4.
5.
vijf gelijkwaardige en logische deeltaken, bijvoorbeeld twee tot vijf paragrafen van een hoofdstuk.
In principe kunnen leerlingen de taak ook zelf verdelen in deeltaken.
Indeling in groepen: de docent deelt de leerlingen in groepen van twee tot vijf in, afhankelijk
van het aantal deeltaken.
Experts: één leerling bestudeert de toegewezen deeltaak met de opdracht die straks aan de
andere leerlingen in de eigen groep te presenteren. Daarmee wordt deze leerling de expert voor de
andere leerlingen. Het is in deze fase mogelijk om leerlingen uit de verschillende groepen, die
verantwoordelijk zijn voor dezelfde deeltaak, zich daarop gezamenlijk te laten voorbereiden. De
leerlingen verlaten dan tijdelijk hun eigen groep om met betreffende leerlingen uit andere groepen
hun deeltaak door te spreken. Daarna presenteert elke leerling het bestudeerde materiaal aan de
andere groepsleden.
Rapportage/onderwijzen: de leerlingen die verantwoordelijk voor hun deeltaak zijn
rapporteren (onderwijzen) aan de andere leerlingen van de eigen groep. Dat gaat leerling bij
leerling, deeltaak bij deeltaak.
Individuele aanspreekbaarheid op de gehele taak: omdat alle leerlingen in de groep weten
dat ze aangesproken kunnen worden op de gehele taak zullen de leerlingen elkaar vragen moeten
stellen, moeten discussiëren en onduidelijkheden uitspreken, om ervoor te zorgen dat iedereen op
de hoogte is van alle aspecten van de gehele taak. De docent kan dat eventueel ondersteunen door
richtvragen te maken.
19
Expertmethode binnen de groep
Onderwerp: “Koeling”
• A: tekst uit het boek met opgaven.
• B: schematische weergave koelkast.
• C: beschrijving van een werkende koelkast.
• D: geschiedenis van het koelen opzoeken.
Rapportage aan elkaar.
(Presentatie aan de klas.)
20
Expertmethode binnen de klas
Opdracht Zuivering melkzuur
• Maak een groepje van 3 of 4 personen en kies een route die je
nader gaat bestuderen.
• In deze opdracht zijn jullie samen een chemisch adviesbureau dat
moet adviseren over een te kiezen scheidingsroute voor een
nieuw te bouwen melkzuurfabriek. Maak de vragen bij de route
en bereid daarna een presentatie voor van maximaal 5 minuten
waarin je de directie (de rest van de klas) uitlegt hoe de door
jullie gekozen scheidingsroute werkt. De antwoorden van de
vragen bij de route moeten in je presentatie voorkomen.
• Het laatste gedeelte van de les worden de voor- en nadelen van
de verschillende routes besproken.
21
22