De wet van Ohm

Download Report

Transcript De wet van Ohm

WAT IS ELEKTRICITEIT
H 8 Elektriciteit
De wet van Ohm
GROOTHEDEN EN EENHEDEN
Grootheden en eenheden
• Spanning
• Stroom
• Weerstand
U
I
R
in
in
in
Volt
Ampère
Ohm
V
A
Ω
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
• Het lampje heeft een weerstand.
• Over het lampje staat een spanning.
• Door het lampje loopt een stroom.
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
Spanning
Weerstand 
Stroom
.......V
Weerstand 
......A
Weerstand  ...........
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
U
R
I
U
I
R
U  I R
U
I R
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
Een lampje is aangesloten op een spanning van
12 Volt, De stroom is 2 A.
a) Teken het schema.
b) Bereken de weerstand van het lampje.
A)
Denk aan:
B)
U = …… V
C)
I = …… A
D)
R = …… Ω
4Ω
6Ω
24 Ω
48 Ω
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
U  12V
I  2A
R ?
U
R
I
12V
R
2A
R  6
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
Een weerstand van 60 Ω is aangesloten op een
spanning van 240 Volt.
a) Teken het schema
b) Bereken de stroom door de weerstand
A) 0,25 A
B) 0,5 A
C) 4 A
D) 5 A
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
U  240V
I?
R  60
U
I
R
240V
I
60
I  4A
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Extra uitdagen
Een boormachine is aangesloten op 230 V. Als
de boor draait loopt er een stroom van 5A.
a) Teken het schema
b) Bereken de weerstand.
A)
B)
C)
D)
0,028 Ω
28 Ω
46 Ω
1150 Ω
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
U  230V
I  5A
R ?
U
R
I
230V
R
5A
R  46
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Extra uitdagen
Een wasmachine met een weerstand van 16 Ω
gebruikt een stroom van 14,4 A.
a) Teken het schema
b) Bereken de spanning waarop de wasmachine
is aangesloten.
A) 0,90 V
B) 1,11 V
C) 230 V
D) 460 V
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
U?
I  14,4A
R  16
U  I R
U  14,4 A  16
U  230V
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Extra uitdagen
Een mp3 speler werkt op 2 batterijen van elk
1,5V. Als de mp3 speler op zijn hardst aan staat
verbruikt deze een stroom van 0,05A.
a) Teken het schema
b) Bereken de weerstand van de mp3 speler.
A) 0,075 Ω
B) 0,15 Ω
C) 30 Ω
D) 60 Ω
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
U  2  1,5V  3V
I  0,05A
R ?
U
R
I
3V
R
0,05A
R  60
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
Een lampje is aangesloten op een spanning van
24 Volt, De stroom is 250 mA
a) Teken het schema
b) Bereken de weerstand van het lampje
A)
B)
C)
D)
0,069 Ω
6Ω
96 Ω
6000 Ω
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
U  24 V
U  24 V
I  250mA  0,25A
I  250mA  250 10 A
R ?
R ?
U
R
I
24V
R
0,25A
R  96
U
R
I
-3
24V
R
-3
250 10 A
R  96
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
Een weerstand van 4.700 Ω is aangesloten op
een spanning van 42 Volt.
a) Teken het schema
b) Bereken de stroom
door de weerstand
A) 8,9 mA
B) 9 A
C) 112 A
D) 197 A
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
U  42V
I?
R  4700
U
I
R
42V
I
4700
3
I  8,94  10 A
REKENEN MET ELEKTRICITEIT
Wet van Ohm
Een lampje is aangesloten en er loopt een
stroom van 15 mA. Het lampje heeft een
weerstand van 50kΩ
A) 3,3 V
B) 750 V
a) Teken het schema
C) 3300 V
D) 750 kV
b) Bereken de spanning waarop
het lampje werkt.
U?
I  15mA  15  10 A
-3
R  50k  50  10 
3
U  I R
U  15  10 A  50  10 
-3
U  750V
3
HUISWERK
• Maak opgave