Aardrijkskunde

Download Report

Transcript Aardrijkskunde

Aardrijkskunde
De Nederlanders en hun vakantiebestemmingen
Vakanties van Nederlanders
 Vakantieparticipatie: Nederlandse bevolking die
minstens 1 keer per jaar op vakantie gaat
Vakanties van Nederlanders
 Vakantieparticipatie: Nederlandse bevolking die
minstens 1 keer per jaar op vakantie gaat
 Alles wat je in je vrije tijd doet heet recreatie
Vakanties van Nederlanders
 Vakantieparticipatie: Nederlandse bevolking die
minstens 1 keer per jaar op vakantie gaat
 Alles wat je in je vrije tijd doet heet recreatie
 Rijke vorm van vakantievieren heet elitetoerisme
Vakanties van Nederlanders
 Vakantieparticipatie: Nederlandse bevolking die
minstens 1 keer per jaar op vakantie gaat
 Alles wat je in je vrije tijd doet heet recreatie
 Rijke vorm van vakantievieren heet elitetoerisme
 Mobiliteit: De verplaatsing per vervoermiddel
Vakanties van Nederlanders
 Vakantieparticipatie: Nederlandse bevolking die
minstens 1 keer per jaar op vakantie gaat
 Alles wat je in je vrije tijd doet heet recreatie
 Rijke vorm van vakantievieren heet elitetoerisme
 Mobiliteit: De verplaatsing per vervoermiddel
 Absolute afstand: Hemelsbreed in een rechte lijn in
kilometers
Vakanties van Nederlanders
 Vakantieparticipatie: Nederlandse bevolking die
minstens 1 keer per jaar op vakantie gaat
 Alles wat je in je vrije tijd doet heet recreatie
 Rijke vorm van vakantievieren heet elitetoerisme
 Mobiliteit: De verplaatsing per vervoermiddel
 Absolute afstand: Hemelsbreed in een rechte lijn in
kilometers
 Relatieve afstand: In tijd en ook in kilometers over de
wegen
Terugblik
 Vakantieparticipatie: Nederlandse bevolking die
minstens 1 keer per jaar op vakantie gaat
 Alles wat je in je vrije tijd doet heet recreatie
 Rijke vorm van vakantievieren heet elitetoerisme
 Mobiliteit: De verplaatsing per vervoermiddel
 Absolute afstand: Hemelsbreed in een rechte lijn in
kilometers
 Relatieve afstand: In tijd en ook in kilometers over de
wegen
§3 kenmerken vakantie
 Het is anders dan bij je thuis
§3 kenmerken vakantie
 Het is anders dan bij je thuis
 Het is aanvulling vergeleken met thuis ->
§3 kenmerken vakantie
 Het is anders dan bij je thuis
 Het is aanvulling vergeleken met thuis ->
 Het strand op Salou is een complement vergeleken
met thuis.
§3 kenmerken vakantie
 Het is anders dan bij je thuis
 Het is aanvulling vergeleken met thuis ->
 Het strand op Salou is een complement vergeleken
met thuis.
 Dat kan ook met sneeuw, bergen, klimaat. Alles wat
een aanvulling is.
§3 kenmerken vakantie
 Het is anders dan bij je thuis
 Het is aanvulling vergeleken met thuis ->
 Het strand op Salou is een complement vergeleken
met thuis.
 Dat kan ook met sneeuw, bergen, klimaat. Alles wat
een aanvulling is.
 Complementariteit kijk je naar: landschap, cultuur,
klimaat. Dat zijn aantrekkingsfactoren.
Europa heeft 3 soorten
bestemmingen
 1. Landschap en natuur
 2. Klimaat
 3. Cultuur: taal, eten, manieren
Landschap en natuur
 Bv. Alpen en
Pyreneeën
Klimaat
 Alpen, skigebieden
Stranden
Cultuur
Voorzieningen
 Een goede vakantiebestemming heeft 4 soorten
voorzieningen nodig:
 1. Infrastructuur
 2. Nutsvoorzieningen (drinkwater, riolering, en
waterzuivering)
 3. Verblijfsaccommodatie
 4. Voorzieningen voor vermaak
§4 toerisme en inrichting
Massatoerisme: Als veel toeristen tegelijk op één plek
verblijven
Massatoerisme heeft 5 kenmerken.
5 kenmerken massatoerisme
 1. Enorme pieken (hoogseizoen en laagseizoen)
5 kenmerken massatoerisme
2. Grootschalig (veel van alles: infrastructuur,
accomodaties etc.)
-
Boten
Musea
Hotels
vervoer
5 kenmerken massatoerisme
 3. Verstedelijking (grote oppervlakten zijn verbouwd)
Benidorm 1950(6000 inw)Benidorm 2000(60.000inw)
Benidorm 50 jaar later
 Een betonkust zorgt voor horizonvervuiling.
 Mensen vinden dat niet mooi.
Bv:
5 kenmerken massatoerisme
4. Internationale ondernemingen
5 kenmerken massatoerisme
5. Georganiseerde vakanties (pakketreis,
reisorganisaties, chartervlucht)
5 kenmerken massatoerisme
 1. Enorme pieken (hoogseizoen en laagseizoen)
 2. Grootschalig (veel van alles: infrastructuur,
accommodaties etc.)
 3. Verstedelijking (grote oppervlakten zijn verbouwd)
 4. Internationale ondernemingen
 5. Georganiseerde vakanties (pakketreis,
reisorganisaties, chartervlucht)
Gevolgen massatoerisme
 Verstedelijking met betonkusten en horizonvervuiling
 Na 1950 kwam er ook meer massatoerisme in de
Alpen. Ze komen beide seizoenen(dubbelseizoen)
 Oorspronkelijke cultuur verdwijnt.
§5 Massatoerisme: Werk en geld
Duitsland
 N(oordelijke)euro land
 Relatief één van de rijkste
 Passieve balans(meer uitgaven
dan inkomsten)
Spanje
 Z(uidelijke) euro land
 Relatief arm
 Actieve balans(meer
inkomsten dan uitgaven)
Spanje
 Toerisme verandert nog iets positiefs in Spanje:
vroeger waren het vooral zeelieden. Met de toerisme
is er meer vraag naar:
-
Spanje
 Toerisme verandert nog iets positiefs in Spanje:
vroeger waren het vooral zeelieden. Met de toerisme is er
meer vraag naar:
- Timmerlieden
- Metselaars
- Loodgieters
- Koks
- Gidsen
Spanje
 Toerisme verandert nog iets positiefs in Spanje:
vroeger waren het vooral zeelieden. Met de toerisme is er
meer vraag naar:
- Timmerlieden
- Metselaars
- Loodgieters
- Koks
- Gidsen
Veel Spanjaarden trokken naar de kust. Migratie
Werk in het toerisme
Directe werkgelegenheid
Indirecte werkgelegenheid
Werk in het toerisme
Directe werkgelegenheid
Wat direct voortvloeit uit
toerisme:
- Werk in hotels, restaurants,
reisburo, pretpark etc.
Indirecte werkgelegenheid
Werk in het toerisme
Directe werkgelegenheid
Wat direct voortvloeit uit
toerisme:
- Werk in hotels, restaurants,
reisburo, pretpark etc.
- Ze zijn direct met toerisme
bezig (toeristenindustrie)
Indirecte werkgelegenheid
Niet toeristische bedrijven die
door toerisme extra werk
hebben:
- Politie, vuilnisophalers,
brandweerlieden, bouw.
Ze profiteren, maar zijn niet
afhankelijk.
Toerisme en werk
 Het levert veel banen op, omdat het arbeidsintensief
is.
 Nadeel: Hoogseizoen meer vraag dan in laagseizoen.
Dit noem je seizoenswerkloosheid.
Concurrentie voor Spanje
 Toerisme groeide heel snel -> Hotels verouderde -> Er
kwam concurrentie uit Griekenland en Turkije ->
De Spaanse kustplaatsen moesten hun voorzieningen
gaan verbeteren en vernieuwen.
 Door de verbeteringen is er meer zakelijk toerisme en
komen er meer mensen buiten het
hoogseizoen(seizoensverlenging)