Eigendomsvoorbehoud onder het nieuwe regime

Download Report

Transcript Eigendomsvoorbehoud onder het nieuwe regime

Eigendomsvoorbehoud
onder het nieuwe
regime
Prof. Dr. V. Sagaert
Hoogleraar KU Leuven, KULAK en UA
Advocaat te Brussel
I. Achtergrond: een precair
eigendomsvoorbehoud
• “La reine des sûretés” was vervallen in
juridische en economische precariteit: één
van de vijf gedetecteerde pijnpunten (Parl.
St. Kamer 2012-13, nr. 2463/1, p. 8).
• Economische precariteit:
o
o
o
In productiefase: risico van bewerking
(‘zaakvorming’)
In distributiefase: risico van doorverkoop
In elke fase: risico van vermenging
• Juridische precariteit: Cass. 7 mei 2010:
“Er bestaat geen algemeen rechtsbeginsel volgens welk het
beding van eigendomsvoorbehoud in geval van samenloop
geldt ten aanzien van derden.
Het beding waarbij de partijen overeenkomen om de
eigendomsoverdracht van een roerend goed uit te stellen, is
geoorloofd, maar geldt niet ten aanzien van de schuldeisers
van de koper in geval van samenloop met de verkoper,
wanneer de verkochte zaak in het bezit van de koper is gesteld.
II. Draagwijdte van het eigendomsvoorbehoud
onder de Pandwet
• Opname van het eigendomsvoorbehoud in het Burgerlijk
Wetboek, waardoor aan de juridische precariteit wordt
verholpen.
• Erkenning ongeacht de kwalificatie van de overeenkomst (dus
ook bij aanneming).
• Eigendomsvoorbehoud blijft bestaan naast artikel 20, 5° Hyp.
W.
• “De regeling dient ook als richtsnoer te dienen voor andere
gevallen waarin het eigendomsrecht als zekerheidsinstrument
wordt gebruikt.” (Parl. St. Kamer 2012-13, nr. 2463/1, p. 30).
• Voorwaarde voor tegenwerpelijkheid identiek als onder
huidig artikel 101 Faill. W. (art. 69 BW): een geschrift
uiterlijk bij de levering.
• Consumentenbescherming als correctie
• Economische precariteit: de algemene bepalingen inzake
vermenging, voortverkoop, verwerking zijn van toepassing.
Deze zijn erop gericht de economische aan de juridische
zekerheid te koppelen
• Voortverkoop:
o
In principe geen bevoegdheid van de koper
onder eigendomsvoorbehoud, tenzij indien
zulks impliciet (uit de aard der goederen) of
expliciet is bedongen.
o
Bij onbevoegde verkoop: volgrecht
behoudens toepasssing van artikel 2279
BW
• Vroegere discussie over zakelijke subrogatie
(‘Zakelijke subrogatie vindt geen toepassing’)
wordt beëindigd: “Het eigendomsvoorbehoud
strekt zich uit tot alle schuldvorderingen die in de
plaats komen van de bezwaarde goederen,
waaronder de schuldvorderingen uit de
overdracht ervan en deze tot vergoeding wegens
tenietgaan, beschadiging of waardeverlies van
het bezwaarde goed.”
Voorwaarde: traceerbaarheid
• Vermenging: op collectief niveau, uit te oefenen
door een collectieve revindicatie, en te verdelen
volgens een proportionele verdeling tussen
diverse leveranciers.
→ vorming van een sub-boedel waarbinnen
de paritas creditorum speelt.
→ Quid bij vermenging tussen betaalde en
niet-betaalde goederen?
• Zaakvorming: doet geen afbreuk aan het
eigendomsvoorbehoud. Voor roerende natrekking
past men de gemeenrechtelijke regels toe.
• Onroerendmaking door incorporatie:
o
o
o
Vroeger: enkel een beroep op het voorrecht van
de niet-betaalde verkoper.
“Zijn de verkochte goederen onroerend door
incorporatie geworden, dan blijft het
eigendomsvoorbehoud behouden op
voorwaarde van registratie in het pandregister.”
(art. 71 Pandwet) Ratio: bescherming van
investeringskrediet.
Opmerkingen:
• Geen onroerendmaking door bestemming mogelijk.
• Voor voorrecht niet-betaalde verkoper niet langer neerlegging
van de factuur nodig (Wet 14 januari 2013).
III. Eigendomsvoorbehoud als pandrecht
of eigendomsrecht?
• Vraag: creëert het eigendomsvoorbehoud een
pandrecht of eerder een eigendomsrecht?
Doctrinale betwisting
• Deze vraag is bepalend voor de publiciteit die aan
eigendomsvoorbehoud wordt gegeven.
• Keuze van de wetgever: geen publiciteit, om
pragmatische redenen. Dit vormt een beperking op
de functionele benadering, anders dan bv. in de
DCFR of article 9 UCC.
• Verrijkingsverbod van de zekerheidseigenaar: “De
verkoper verrekent de waarde van het
teruggevorderde goed met zijn schuldvordering.”
(art. 72)
• Overtreft deze waarde het bedrag van de
schuldvordering dan is de verkoper tot afdracht
aan de koper verplicht van het saldo.”
Zakenrechtelijke bescherming van de
verkoper bij deze afdrachtsvordering?
Analogie met het Anwartschaftsrecht
IV. Rangconflicten
• Superprioriteit voor verkoper onder
eigendomsvoorbehoud ter bescherming van het
investeringskrediet (i.t.t. financieringskrediet)
• Artikel 59: Een pandrecht dat gebaseerd is op een
retentierecht voor een schuldvordering tot behoud van
de zaak gaat boven alle pandhouders. Onder
voorbehoud van het eerste lid, gaan de onbetaalde
verkoper die zich de eigendom heeft voorbehouden,
de bevoorrechte verkoper en het voorrecht van de
onderaannemer voor op de pandhouders op deze
goederen.”
V. Conclusie
• Een halt aan de verkokering van het
zekerhedenrecht
• Een semi-functionele benadering
• Bescherming van goederenkrediet boven
het financieringskrediet.