File - Beeldende vormgeving op Melanchthon Schiebroek

Download Report

Transcript File - Beeldende vormgeving op Melanchthon Schiebroek

Ruimte & ruimtesuggestie
Begrippen klas 1 t/m 3
Plat - Ruimtelijk
Tekening = twee dimensionaal / 2D
Beeldhouwwerk = drie dimensionaal / 3D
RUIMTELIJK
breedte
hoogte
hoogte
PLAT
breedte
Plat - Ruimtelijk
Tekening = twee dimensionaal / 2D
Beeldhouwwerk = drie dimensionaal / 3D
hoogte
RUIMTELIJK
hoogte
PLAT
breedte
breedte
Aanzichten
Een manier om ruimte uit te beelden
Let op: een bovenaanzicht is anders
dan een plattegrond.
Plattegrond
• Een plattegrond
lijkt door het dak
heen te kijken.
• Een plattegrond
laat de indeling
van bijvoorbeeld
een land, stad of
huis zien.
Ruimte
Je kunt ruimte op verschillende manieren
laten zien op een plat vlak. Dit noemen we
ruimtesuggestie.
Manieren van ruimtesuggestie zijn:
1.Stapeling
2.Verkleining
3.Overlapping
4.Afsnijding
5.Vervaging
6.Perspectief
1. Stapeling
Stapeling betekent plaatjes boven elkaar
afbeelden. Stapeling is de oudste manier om
ruimte uit te beelden.
2. Verkleining
• Een voorwerp op de
voorgrond groter
afbeelden dan op de
achtergrond noemen
we verkleining.
• Grote vormen lijken
hierdoor dichtbij.
• Kleinere vormen
lijken hierdoor verder
weg.
3. Overlapping
Wanneer een voorwerp (gedeeltelijk) VOOR
een ander voorwerp is afgebeeld, noemen we
dat overlapping.
Hierdoor lijkt een tekening of schilderij nog ruimtelijker .
4. Afsnijding
• Als een voorwerp buiten de afbeelding verder gaat
noemen we de vorm afgesneden.
• Onze hersenen maken de vorm in gedachten
verder af.
• De uitsnede van de afbeelding noemen we het
kader.
5. Vervaging
• Met vervaging wordt een wazige
of onscherpe achtergrond
bedoeld.
• Bij voorwerpen op de voorgrond
kun je details zien, op de
achtergrond niet.
• Bv. Gras dichtbij bestaat uit
sprietjes. Ver weg lijkt gras
een groen vlak.
• Bv. Bij een huis dichtbij zie
je bakstenen en dakpannen.
Van veraf zie je alleen bruin
en rood.
6.
Perspectief
A.
Standpunt
B. Lijnperspectief
• Kikvorsperspectief
• Neutraalperspectief
• Ruiterperspectief
• Vogel(vlucht)perspectief
• Eénpuntsperspectief
• Tweepuntsperspectief
C. Licht &
kleur
• Kleurperspectief
• Atmosferisch
perspectief
• Door licht en donker
• Planperspectief
Horizon
6. Perspectief
• De grens tussen lucht en grond
(vloer)
• Vaak een horizontale lijn
• De horizon ligt altijd op ooghoogte
van de kijker (beschouwer).
Hoog
Neutraal
Standpunt
• Het standpunt is de plaats van
waaruit iets in beeld wordt gebracht.
Een standpunt kan hoog, neutraal of
laag zijn.
Laag
Verdwijnpunt
• Denkbeeldig punt op de horizon,
waarnaar de lijnen lopen.
Ooghoogte
A. Standpunt
Kikvorsperspectief & vogelperspectief
Hoog standpunt
Menselijk standpunt
Laag standpunt
= vogel(vlucht)perspectief
= neutraal perspectief
= kikvorsperspectief
vogel(vlucht)perspectief
kikvorsperspectief
6. Perspectief
B. Lijnperspectief
• Lijnperspectief is een
wiskundige manier om ruimte
uit te beelden op het platte vlak.
• Twee soorten lijnperspectief:
éénpuntsperspectief &
tweepuntsperspectief
• Het verdwijnpunt is een stip op
de horizon. Alle hulplijnen
komen samen in het
verdwijnpunt.
• Éénpuntsperspectief heeft één
verdwijnpunt
• Tweepuntsperspectief heeft
twee verdwijnpunten.
6. Perspectief
B. Eénpuntsperspectief
6. Perspectief
B. Tweepuntsperspectief
verdwijnpunt
verdwijnpunt
Als je schuin tegen een object aan kijkt heb je twee of
meer verdwijnpunten.
6. Perspectief
C. Kleurperspectief
• Kleurperspectief wordt ook atmosferisch
perspectief genoemd
• Voorgrond = warme kleuren (lijken dichterbij)
• Achtergrond = koude kleuren (lijken verder weg)
6. Perspectief
C.
Licht en donker
• Ruimtesuggestie door licht
en donker
• Voorgrond in donkere tinten
• Achtergrond in lichte tinten
• De horizon is het lichtst
6. Perspectief
C. Planperspectief
• Planperspectief is een vaste verdeling (indeling) van
voorgrond – midden – achtergrond
• De voorgrond bestaat uit warme kleuren
• Het midden bestaat uit groene kleuren
• De achtergrond (lucht) bestaat uit blauwe kleuren
6. Perspectief
C. Planperspectief
Ruimte & ruimtesuggestie
• Begrippen klas 2 & klas 3
• Voor KLAS 2 t/m (camera) kader
• Voor KLAS 3 t/m plasticiteit
Ruimte
KLAS 2 & KLAS 3
1. Repoussoir
2. Coulissen
3. (Camera)kader
– Groot totaalkader
– Medium kader
– Close - up
– Extreme close up
1. Repoussoir
• Als een groot voorwerp op de voorgrond te zien
is, lijkt alles op de achtergrond nog verder weg
(dieper).
• Het grote voorwerp noemen we een repoussoir.
2. Coulissenwerking
• Coulissen zijn de zwarte gordijnen aan de zijkant van
…het toneel.
• Beschilderde decorstukken die rechtop kunnen staan
…noemen we ook coulissen.
• Coulissenwerking = een reeks van overlappingen
…achter elkaar (het kijkdooseffect).
3. (Camera)kader
• Groot totaalkader ruim overzicht van het onderwerp
MET omgeving
• Medium kader half onderwerp
• Close – up (gedeelte van het) onderwerp, dichtbij
bekeken
• Extreme close up een gedeelte van het onderwerp
heel dichtbij bekeken
Ruimte & ruimtesuggestie
• Begrippen klas 3
• Tot en met trompe l’œil
Ruimte
voor KLAS 3
1. Verkorting
2. Plasticiteit
3. Trompe l’œil (optisch bedrog)
1. Verkorting
2. Plasticiteit
• Een weergave in plasticiteit bevat licht en
schaduw
• De mate van plasticiteit kan verschillen per
tekening of schilderij
3. trompe l’œil
(optisch bedrog)
Wil je meer lezen over dit
onderwerp?
• Lesboek:
“Tekenen in zicht” als klassenset beschikbaar
• Website:
Google  De kunstkijker  kunst kijken 
doorklikken op juiste onderwerp
Melanchthon Schiebroek
Beeldende Vormgeving
Rotterdam 2010 ©