Hoofdstuk 8 - Pearson Education

Download Report

Transcript Hoofdstuk 8 - Pearson Education

PRINCIPES
VAN
BEDRIJFSECONOMIE
HOOFDSTUK 8
EXTERNE VERSLAGGEVING
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
INHOUDSOPGAVE
8.1 Inleiding
8.2 Externe verslaggeving
8.3 Rubricering van de jaarrekening
8.4 International financial reporting standards
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 2
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
LEERDOELEN
8.1 INLEIDING
LEERDOELEN
•
Weten wat externe verslaggeving is
•
Kennis hebben van de publicatieplicht en de wettelijke regels
•
Een algemeen, maar gefundeerd oordeel kunnen vormen over de externe
verslaggeving van een onderneming
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 3
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING
8.2 EXTERNE VERSLAGGEVING
8.2.1 Stakeholders en publicatieplicht
•
Stakeholders
Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het
verschaffen van informatie aan partijen buiten de onderneming. Deze
zogenaamde stakeholders zijn belangrijk voor de onderneming, aangezien
ze allen in meer of mindere mate een relatie hebben met de onderneming.
Dit kunnen zijn:
 De overheid (belastingsdienst)
 Werknemers
 Investeerders (kijken naar solvabiliteit en rentabiliteit voor
beslissingen)
 Aandeelhouders (eigenaars van het bedrijf  willen updates)
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 4
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING
8.2 EXTERNE VERSLAGGEVING
8.2.1 Stakeholders en publicatieplicht
•
Publicatieplicht
Het vrijgeven van informatie aan derden, dus aan iedereen, is geregeld in
de publicatieplicht. Ze is van toepassing op coöperatie, onderlinge
waarborgmaatschappij, nv’s, besloten vennootschappen, commanditaire
vennootschap enz.
De te publiceren stukken bestaan uit:
 De jaarrekening
 Het jaarverslag van de directie
 De aan de jaarrekening en het jaarverslag toe te voegen overige
gegevens
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 5
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING
 De jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige jaarrekening en de
geconsolideerde jaarrekening. De enkelvoudige bestaat uit:



De balans, geeft toelichting met getrouw, duidelijk en stelselmatig
de omvang en de samenstelling van het vermogen (activa & passiva)
aan het einde van het verslagjaar weer.
De winst-en-verliesrekening, geeft op dezelfde wijze de omvang en
de samenstelling van het resultaat van het verslagjaar weer. Het
jaarverslag geeft onder andere een getrouw beeld van de toestand
op de balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar en
de verwachte gang van zaken na het boekjaar.
De toelichting op deze stukken. Deze bevatten onder andere de
resultaatbestemming en de accountantsverklaring.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 6
HOOFDSTUK8:8:EXTERNE
HOOFDSTU
EXTERNEVERSLAGGEVING
VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING
 De geconsolideerde jaarrekening wordt vrijgegeven door
ondernemingen met dochterondernemingen.
 Geconsolideerd betekent dan dat de onderneming de informatie
over het gehele concern weergeeft.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 7
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING; WETTELIJKE REGELS
8.2.2 Wettelijke regels
• Beursgenoteerde ondernemingen zijn vanaf boekjaar 2005 verplicht hun
geconsolideerde jaarrekening op te stellen op basis van de door de
International Accounting Standards Board (IASB) vastgestelde en door de
Europese Commissie goedgekeurde standaarden; dit zijn de zogeheten
International Financial Reporting Standards (IFRS). Niet beursgenoteerde
ondernemingen mogen ook de IFRS toepassen.
•
De hoeveelheid informatie die moet worden verschaft hangt af van de
grootte van de onderneming. De wet kent vereenvoudigingen voor het
opstellen van de jaarrekening, die samenhangen met de omvang van de
rechtspersoon, de aard van de bedrijvigheid en de groepsverhoudingen.
•
De wet onderscheid 3 categorieën van ondernemingen: klein, middelgroot
en groot.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 8
HOOFDSTUK8:8:EXTERNE
HOOFDTUK
EXTERNEVERSLAGGEVING
VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING; WETTELIJKE REGELS
8.2.2 Wettelijke regels
• Hierbij gelden de volgende regels ter indeling van een onderneming:
 Voldoet een onderneming aan 2 van de 3 criteria die voor die grootte
gelden, dan valt de onderneming onder die grootte.
 Wanneer een onderneming onder een andere grootte wordt
geplaatst, dan zal dat met één jaar vertraging gebeuren; dit voorkomt
dat ondernemingen die op ‘het randje’ zitten qua grootte elke keer
andere publicatieverplichtingen hebben.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 9
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING; WETTELIJKE REGELS
Overzicht van de groottes van
de ondernemingen:
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 10
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING; WETTELIJKE REGELS
8.2.2 Toerekeningsprincipe, continuïteitsprincipe en kwaliteitskenmerken
• Bij het opstellen van de jaarrekening moeten twee grondbeginselen als
uitgangspunt genomen worden.
 Toerekeningsprincipe: Dit principe schrijft voor dat de opbrengsten en
kosten aan de juiste periode worden toegerekend. Dit valt weer
uiteen in:
 Het realisatieprincipe; De omzet dient geboekt te worden als er
zowel verkoop als levering heeft plaatsgevonden en de
verwachting aanwezig is dat de gelden worden ontvangen.
 Het matchingprincipe; De kosten worden toegerekend aan de
periode waarin de daaruit voortvloeiende opbrengsten ontstaan.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 11
HOOFDSTUK8:8:EXTERNE
HOFDSTUK
EXTERNEVERSLAGGEVING
VERSLAGGEVING
EXTERNE VERSLAGGEVING; WETTELIJKE REGELS
 Continuïteitsprincipe: Een jaarrekening wordt opgesteld met het idee dat
de onderneming niet over kop zal gaan. Dit heet een going-concernveronderstelling.
 Kwaliteitskenmerken: Naast de twee grondbeginselen zijn vier
kwaliteitskenmerken van belang voor het opstellen van de jaarrekening.




Begrijpelijkheid: Niveau van de jaarrekening  Leek of
bedrijfseconoom?
Relevantie: Er moet in de jaarrekening nuttige informatie instaan
zodat een goed beeld mogelijk is.
Betrouwbaarheid: De weergegeven informatie moet betrouwbaar
zijn. Deze lezer moet daar vanuit mogen gaan.
Vergelijkbaarheid: Dit kan gebeuren op basis van tijdsvergelijkingen
met andere jaren of bedrijven.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 12
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
RUBRICERING VAN DE JAARREKENING
8.3 RUBRICERING VAN DE JAARREKENING
• De jaarrekening bestaat uit:
 Balans
 Winst-en-verliesrekening
 Toelichting op deze stukken
8.3.1 BALANS
• Geeft een overzicht van de activa en passiva. Voor de externe
verslaggeving kan onderstaand T-model, ook wel scrontovorm, van een
balans worden gemaakt.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 13
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
BALANS
De balans, schematisch weergegeven:
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 14
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
BALANS
De balans, verticaal weergegeven:
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 15
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
OVERZICHT ACTIVA
Overzicht van de activa:
 Vaste activa:
 Immateriële vaste activa: Dit zijn niet-tastbare bedrijfsmiddelen
zoals research & development (R&D), octrooien etc.
 Materiële vaste activa: Gebouwen, auto’s en computers.
 Financiële vaste activa: Hierbij gaat het om deelnemingen in
andere onderneming.
 Vlottende activa:
 Hierbij gaat het vooral om de voorraden.
 Indien externe verslaggeving  matchingprincipe is
doorslaggevend.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 16
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
OVERZICHT ACTIVA
Overzicht van de activa:
 Eigen vermogen:
 Dit is het verschil tussen de activa en het totale vreemde
vermogen.
 Voorzieningen:
 Deze worden getroffen wanneer activiteiten over een aantal jaren
worden uitgespreid. Vb. is een garantie- of
onderhoudsvoorziening.
 Langlopende schulden:
 Schulden langer dan 1 jaar. Vb. hypotheken en langlopende
bankleningen.
 Kortlopende schulden:
 Minder dan 1 jaar lang.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 17
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
WINST-EN-VERLIESREKENING
8.3.2 Winst-en-verliesrekening
•
Kan ook op twee manieren worden ingedeeld:
 Categorale winst-en-verliesrekening
 Functionele winst-en-verliesrekening
•
Verschil hiertussen ligt in de manier van groeperen van kosten.
 Categorale: Inzicht in de omvang van de kostensoorten
 Functionele: Inzicht in een aantal functies zoals productie- en
verkoopkosten.
•
Een onderneming maakt een keuze tussen de twee naargelang zijn
bedrijfsactiviteiten.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 18
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
CATEGORALE WINST-EN-VERLIESREKENING
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 19
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
FUNCTIONELE WINST-EN-VERLIESREKENING
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 20
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
WAARDERING
8.4 WAARDERING
• Winstbepaling = ESSENTIEEL voor een onderneming
• Door middel van de externe verslaggeving is het nodig een
waarheidsgetrouw beeld te geven van de winst.
 Indien men een andere manier van waarderen gebuikt, dan zal dat
invloed hebben op zowel de winst als het vermogen van een
onderneming.
•
Er zijn twee winstbepalingstelsel die recht tegenover elkaar staan:
 Historisch-uitgave-prijsstelsel
 Het vervangingswaardestelsel
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 21
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
WAARDERING
Historisch-uitgave-prijsstelsel
• Gebaseerd op de werkelijk betaalde prijzen in het verleden en is vrij van
schattingen. Er wordt gebruikt gemaakt van de nominale waarde van het
vermogen. Een probleem treedt op als de nieuwe prijzen hoger ligger dan
de historische. Het kan dan zijn dat er te weinig vermogen is om deze
nieuwe prijzen te kunnen betalen voor dezelfde hoeveelheid.
Vervangingswaardestelsel
• Hierbij wordt uitgegaan van de handhaving van het complex aan activa. De
vervangingswaarde wordt hierbij in het eigen vermogen opgenomen. Alles
wat daarboven zit, kan worden opgenomen als winst. Het is dus gebaseerd
op de actuele waarde.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 22
HOOFDSTUK 8: EXTERNE VERSLAGGEVING
IFRS
8.5 INTERNATIONAL FINANCIAL REPORTING STANDARDS
• Set van afspraken over hoe bedrijven hun jaarverslag moeten presenteren.
• Basis van de IFRS is het rapporteren op ‘Fair Value’ of reële (actuele)
waarde.
Vb. Aandelen werden vroeger geboekt tegen hun aankoopwaarde. Deze
kan echter sterk verschillen van hun huidige marktwaarde. Daarom moet er
dus nu gerekend worden met de actuele waarde wat een beter beeld zal
geven. Dit kan resulteren in een totaal andere winst terwijl de standaard
werking van het bedrijf weinig verschilt.
•
Verantwoordelijk voor het opstellen van de standaard is de IASB, de
International Accounting Standards Board.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE - 23