H5 Koude Oorlog - Liefting

Download Report

Transcript H5 Koude Oorlog - Liefting

H5 Koude Oorlog
§3 DUITSLAND VERDEELD

Duitsland werd na de oorlog verdeeld in 4 bezettingszones.

Sovjet zone

Franse zone

Britse zone

Amerikaanse zone

Zo kon Duitsland in de gaten gehouden worden.

De hoofdstad Berlijn (Oostzone) werd ook verdeeld in bezettingszones.

De geallieerden waren het oneens over de schadevergoeding die Duitsland moest betalen.

De Sovjet-Unie wilde Duitsland harder aanpakken dan de VS.

Op bevel van Stalin werd in de Sovjetzone het communisme ingevoerd.

Met staatsbedrijven en een planeconomie.

Er gingen ook Duitse goederen als herstelbetalingen naar de Sovjet-Unie.

Hierdoor was de economische groei in de Sovjetzone laag.

In de drie westelijke bezettingszones was de economie niet communistisch, maar kapitalistisch.

De westelijke geallieerden zagen het communisme als een groot gevaar.

Zij wilden dat de Duitse economie ging groeien:

Hoe groter de welvaart, hoe minder kans voor het communisme.
Marshallplan

1947

De VS gaven miljarden dollars aan West-Europese landen.

Om de economie op gang te brengen.

Met het geld konden er goederen gekocht worden in de VS.

En op deze manier kon het communisme gestopt worden.
Marshallplan

De Duitse Westzone kreeg ook Marshallhulp.

Hierdoor groeide de West-Duitse economie wonderbaarlijk snel.

Mensen profiteerden van dit Wirtschaftswunder (economisch wonder).

Ze konden allerlei luxe artikelen kopen.
Marshallplan

De Duitse Oostzone mocht de Marshallhulp van Stalin niet aannemen.

Ook de andere Oost-Europese landen mochten dit niet.

De economie groeide bijna niet.
Marshallplan

Er kwam een nieuwe Duitse mark als betaalmiddel in de westzone en
West-Berlijn.

De oude munt was waardeloos geworden.

Duitsland was geen economische eenheid meer! (afspraak Jalta)

Stalin was woedend.

Deel 2
Blokkade van Berlijn

Toen de nieuwe mark werd ingevoerd, gaf Stalin in 1948 opdracht om alle
toegangswegen naar West-Berlijn te sluiten:

Daarmee begon de blokkade van Berlijn.

De Sovjet-Unie wilde de Westzone van Berlijn uithongeren.

Zodat de andere geallieerden de stad zouden verlaten.
Blokkade van Berlijn

Maar het Westen wilde Berlijn niet opgeven.

Ze bevoorraadde de stad een jaar lang met vliegtuigen.

In mei 1949 stopte Stalin met de blokkade.

West-Berlijn bleef bij de Westzone en kreeg ook Marshallhulp.
Twee aparte staten

Na de blokkade van Berlijn ontstonden er twee aparte staten.

West-Duitsland en Oost-Duitsland.

Vanaf mei 1949 heette West-Duitsland de Bondsrepubliek Duitsland (BRD).

In oktober 1949 werd de Oostzone omgedoopt tot de Duitse Democratische Republiek (DDR)

Na 1945 raakte Europa dus steeds verder verdeeld.

In Oost-Europa kwamen met hulp van de Sovjet-Unie communistische partijen aan de macht.

Andere politieke partijen werden verboden.

Kritiek op het communisme was strafbaar.

West-Europa stond onder invloed van de Verenigde Staten.
IJzeren Gordijn

De grens tussen West- en Oost-Europa.

Bestond uit prikkeldraad, wachtposten en mijnenvelden.

Liep dwars door Duitsland.
IJzeren Gordijn

Deel 3

De DDR en de BRD werden totaal verschillende samenlevingen:
DDR

Communistisch.

Geen democratie.

Fabrieken, banken en grootgrondbezit werden onteigend.

Burgers moesten hun eigendommen afstaan aan de staat.

Net als in de Sovjet-Unie werd er een planeconomie ingevoerd.
DDR

De Sovjet-Unie bepaalde wat de staatsbedrijven moesten produceren.

De Oost-Duitse economie was zwak.

Mede door de herstelbetalingen aan de Sovjet-Unie.

De leiding van de DDR bestond uit communisten die luisterden naar de Sovjet-Unie.
DDR

Kritiek leidde tot opsluiting en marteling of zelfs de doodstraf.

Stakingen en demonstraties werden met geweld neergeslagen.

De Stasi controleerde de samenleving.

Met een systeem van verklikkers en spionage werd verzet onderdrukt.
BRD

Hoorde bij West-Europa en de Verenigde Staten.

Democratie.

Vrijheid van meningsuiting.

Kapitalisme.

Ook in West-Berlijn.
Gat in het IJzeren Gordijn

Via Berlijn konden Oost-Duitsers naar het Westen vluchten.

Berlijn was namelijk niet afgegrendeld.

Tussen 1945 en 1961 waren er miljoenen Oost-Duitsers gevlucht.

Oost-Duitsland dreigde leeg te lopen.
Berlijnse Muur

Het gat in het IJzeren gordijn moest dicht:

1961.

Bouw Berlijnse Muur om West-Berlijn.

In opdracht van de Sovjet-Unie en Oost-Duitsland.

Muur stond op Oost-Duits grondgebied.