mondiale rechtvaardigheid

Download Report

Transcript mondiale rechtvaardigheid

FILOSOFIE VAN DE 20e EEUW:
INTELLECTUELE HELDEN &
CRUCIALE KWESTIES
COLLEGES
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
In de schaduw van de Verlichting.
Sporen zoeken.
Pragmatisme en solidariteit.
Het publiek gebruik van de rede.
Tragedies en emoties.
Religie in de 21ste eeuw.
IV. HET PUBLIEK GEBRUIK VAN DE
REDE
1. POLITIEK LIBERALISME
Waarom beleefde de politieke filosofie in de
jaren negentig van de vorige eeuw een
wedergeboorte?
2. MONDIALE RECHTVAARDIGHEID
Welke verantwoordelijkheid hebben
wereldburgers ten opzichte van elkaar?
3. BURGERLIJKE ONGEHOORZAAMHEID
Onder welke omstandigheden mag de wet
worden overtreden?
1. POLITIEK LIBERALISME
JOHN RAWLS (1921-2002)
STATIONS:
 1921: 21 februari geboren in Baltimore,
Maryland.
 1939-43: studeert aan Princeton University.
 1943-45: militaire dienst aan de University
of Marburg.
 1950: promotie in de filosofie, Princeton
University.
 1960: hoogleraar aan het Massachussets
Institute of Technology (MIT).
 1962: hoogleraar Harvard University.
 1991: pensionering.
 2002: 24 november, sterft in Lexington,
Massachusetts.
BELANGRIJKSTE WERKEN
A Theory of Justice (1971).
Political Liberalism (1993).
The Law of Peoples (1999).
Collected Papers (1999).
Justice as Fairness. A Restatement (2001).
Lectures on the History of Moral Philosophy
(2002).
Lectures in the History of Political Philosophy
(2002).
DE WEDERGEBOORTE VAN DE
POLITIEKE FILOSOFIE
 ‘A Theory of Justice’ zorgt voor de wedergeboorte van de
politieke filosofie.
 In de 19e eeuw was er een einde gekomen aan de zoektocht
naar een antwoord op de centrale vraag van de politieke
filosofie > wat is een rechtvaardige politieke orde?
 Het historisme, marxisme en positivisme wezen erop dat
normatieve vragen over de politieke orde niet objectief,
want gebaseerd op gevoelens.
 Rawls > vragen over de legitimiteit van de politieke orde
zijn niet subjectief en irrationeel.
 Een rationele discussie over een rechtvaardige politieke
orde is mogelijk.
 De inzet van het politiek liberalisme dat hij voorstaat > het
publiek gebruik van de rede.
REALISTISCHE UTOPIE
Het oogmerk van Rawls is het schetsen van een
realistische utopie > een theorie van
rechtvaardigheid te ontwikkelen die tegemoet komt
aan 1) morele intuïties en 2) de realiteit.
Rawls verdedigt een Kantiaanse positie en keert
zich tegen het utilitarisme en intuïtionisme.
Zijn normatieve theorie van rechtvaardigheid biedt
de intellectuele middelen om het hier en nu te
kritiseren.
RECHTVAARDIGHEID
Rechtvaardigheid (Gr.: dikaiosyne; Lat: iusticia) >
het in normatief opzicht adequate handelen van
individuen en collectieven.
Rechtvaardigheid kan gezien worden als een
deugd en als een specifieke inrichting van de
samenleving.
Vormen van rechtvaardigheid:
1. Distributieve rechtvaardigheid.
2. Retributieve rechtvaardigheid.
3. Intergenerationele rechtvaardigheid.
4. Ecologische rechtvaardigheid.
CONTRACTUALISME
 Rawls reanimeert de theorie van het maatschappelijke
contract.
 Daarmee treedt hij in de traditie van Hobbes, Locke and
Rousseau.
 Het contractualisme kenmerkt zich door drie stappen:
1. Schets van een uitgangssituatie > conflict.
2. Procedure voor het achterhalen van een contract dat
een einde moet maken aan deze uitgangssituatie >
rationele keuze leidt tot het einde van het conflict.
3. Resultaten van de procedure > instemming met het
contract.
EEN ANDERE UITGANGSSITUATIE
 Bij Rawls is de uitgangssituatie (‘oorspronkelijke positie’)
niet een conflict waarbij mensen als wolven tegenover
elkaar staan (Hobbes).
 Het conflict gaat over de verdeling van schaarse goederen.
 Centrale vraag: welke principes moeten de leidraad vormen
bij een rechtvaardige verdeling van schaarse goederen?
 Verbreding van het perspectief > het gaat Rawls niet alleen
om de legitimatie van een rechtsstaat die voor vrede en
veiligheid zorgt, maar ook om een staat die aandacht
schenkt aan sociaal-economische vraagstukken.
PRIMAIRE GOEDEREN
 Rechtvaardigheid betreft sociale instituties die constitutief
zijn voor de relaties tussen mensen.
 Instituties zijn verantwoordelijk voor de (her)verdeling van
primaire goederen.
 Primaire goederen > basisvrijheden als de vrijheid van
meningsuiting, gewetensvrijheid en de bescherming van de
persoonlijke integriteit, de mogelijkheid om talenten te
ontwikkelen, de macht en voordelen die verbonden zijn met
het bekleden van een publiek ambt en verantwoordelijke
posities en de sociale voorwaarden voor zelfrespect.
 Hoe moeten de instituties die de basisstructuur van een
samenleving vormen worden beoordeeld?
SLUIER VAN ONWETENDHEID
 Twee vertrekpunten: normativiteit en rationaliteit.
 Achterhalen wat de rechtvaardigheidsprincipes zijn die de
basis moeten vormen van een politieke orde.
 Dit kan alleen onder ideale omstandigheden: faire
procedures.
 Rationaliteit: maximaliseren van de voordelen en
minimaliseren van de nadelen, vertrekkend vanuit het
eigenbelang.
 Sluier van onwetendheid: personen weten niet welke
talenten ze zullen bezitten en ook niet tot welke etnische
groepering, klasse of geslacht ze zullen behoren.
TWEE PRINCIPES
1. Elke persoon dient een gelijk recht te hebben op
het meest uitgebreide totale systeem van gelijke
fundamentele vrijheden, dat verenigbaar is met
een vergelijkbaar systeem van vrijheid voor
allen.
2. Sociale en economische ongelijkheden dienen zo
te worden geordend dat ze a) het meest ten
goede komen aan de minst bevoordeelden en b)
verbonden zin aan ambten en posities die voor
alleen toegankelijk zijn onder voorwaarden van
een billijke gelijkheid van kansen.
2. MONDIALE RECHTVAARDIGHEID
RECHTVAARDIGHEID WERELDWIJD
 Mondiale rechtvaardigheid > het vormen van een moreel
oordeel over de invloed die het handelen van individuen en
door regels geleide instituten hebben op de kwaliteit van
leven van mensen.
 Vraagstukken in de debatten over mondiale
rechtvaardigheid:
1. De doelen die individuen en instituties moeten
bereiken.
2. De activiteiten die nodig zijn om deze doelen te
bereiken.
3. De verantwoordelijkheden van individuen en
instituties bij het bereiken van deze doelen.
 Centrale vraag: wie moet wat doen voor wie?
BELANGRIJKE KWESTIES
1.
2.
3.
4.
Oorlog en vrede.
Soevereiniteit en politieke autonomie.
Milieuvervuiling.
De verhouding tussen mannen en
vrouwen.
5. Armoede.
OORLOG EN VREDE
Oorlog en vrede zijn doorgaans kwesties die de
grenzen van de nationale staat overstijgen.
Klassieke vraag: wat is een rechtvaardige oorlog?
Namen: Augustinus, Thomas Aquinas, Hugo
Grotius, Samuel Pufendorf en Michael Walzer.
Jus ad bellem > rechtvaardigheid van een oorlog.
Jus in bello > rechtvaardigheid van de wijze waarop
de oorlog wordt gevoerd.
Sommigen zijn van mening dat een oorlog altijd
onrechtvaardig is.
DE DROOM VAN EEUWIGE VREDE
Kant: “Zum ewigen Frieden” (1795).
Het ontbreken van een wereldregering hoeft niet
tot internationale anarchie en het ontbreken van
mondiale rechtvaardigheid te leiden.
Er is grote druk om oorlog te vermijden en een
gemeenschap van volkeren in het leven te roepen,
die gebaseerd is op diplomatie.
Ook zonder een wereldstaat is eeuwige vrede
mogelijk.
SOEVEREINITEIT
 Thomas Hobbes: ‘Leviathan’ (1651).
 Soevereiniteit: een staat bezit de legitieme autoriteit over
burgers, althans als zij daarmee instemmen.
 Een sociaal contract maakt een einde aan de natuurtoestand.
 Mondiale rechtvaardigheid is onmogelijk, omdat er geen
transnationale instantie is die een oordeel kan vellen over
het al dan niet juiste gedrag van een staat.
 De internationale verhoudingen kenmerken zich door
anarchie.
 Politieke autonomie: het recht om zichzelf te regeren, geënt
op een sfeer binnen een politieke eenheid (eventueel gericht
op afscheiding).
MILIEUVERVUILING
Het milieu wordt steeds meer aangetast door
toedoen van het menselijke handelen.
Peter Singer > zijn er grenzen aan de wijze waarop
wij het milieu vervuilen?
Andrew Dobson > hoeveel natuurlijke
hulpbronnen mogen we gebruiken?
Niemand heeft het recht op een zodanig grote
ecologische voetafdruk dat hij het milieu van
andere aantast.
ECOLOGISCHE VOETAFDRUK
De oppervlakte aarde
die nodig is om te
voorzien in de
levensstijl van een
persoon, stad of land.
Geeft aan hoeveel
oppervlakte land er
nodig is voor alles wat
wordt gereproduceerd
en aan afval wordt
achtergelaten of
verwerkt
MAATSTAF VOOR ONGELIJKHEID
 Op een schaal van 1-200
1. Verenigde Arabische
Emiraten: 10,6 h.
2. Verenigde Staten:
9,7 h.
199. Somalië: 0,23 h
200. Afghanistan: 0,11 h.
ECOLOGISCHE VOETAFDRUK
Afghanistan
0,11 h.
DE VERHOUDING TUSSEN MANNEN
EN VROUWEN
Hoe een einde te maken aan een door mannen
gedomineerde wereld?
De rechten van vrouwen worden geschonden:
besnijdenis van vrouwen, polygamie,
gedwongen huwelijk, etc.
Susan Moller Okin beweert in ‘Is
multiculturalism Bad for Women?’ dat we alleen
groepsrechten moeten respecteren als ze niet de
rechten van individuen ondermijnen.
EMPOWERMENT VAN VROUWEN
Indicator voor de mogelijkheden van
vrouwen, dat wil zeggen de kans dat zij
parlementslid manager, etc. kunnen worden,
en het geld dat zij in vergelijking met mannen
verdienen.
De mate van gelijkheid tussen de geslachten
in het land waar zij leven.
DE WERELDWIJDE EMPOWERMENT
VAN VROUWEN
ARMOEDE ALS
VERDELINGSVRAAGSTUK
 Verdelingsvraagstuk: wat is een rechtvaardige verdeling
van schaarse goederen?
 46 % van de wereldbevolking leeft van minder dan 2
dollar per dag.
 Ieder jaar sterven 28 miljoen mensen aan problemen die
gerelateerd zijn aan de armoede.
 Absolute armoede > 2 dollar per dag armoedegrens.
 ‘Human poverty’ > armoede verwijst niet alleen naar
economische ongelijkheid, maar ook naar de
levensverwachting, het niveau van onderwijs, gezondheid,
etc.
ARMOEDE
 Brede definitie van armoede > ‚Human Poverty‘.
 Op een schaal van 0-100:
1.
Burkino Faso
650
2.
Niger
614
3.
Mali
589
....
198. Nederland
8,2
199. Noorwegen
7,1
200. Zweden
6,5
HUMAN POVERTY
ABSOLUTE ARMOEDE
EEN VREEDZAAM SAMENLEVEN
VAN STATEN
 Rawls verdedigt een systeem van internationale rechtvaardigheid dat
de relaties tussen de leden van een gemeenschap van volkeren
(‘Society of Peoples’) regelt.
 Een gemeenschap van volkeren > samengesteld uit ‘liberale volkeren’
en ‘beschaafde volkeren’.
 Staten hoeven niet liberaal te zijn om lid te worden van de
gemeenschap van volkeren.
 Beschaafde volkeren kunnen niet liberaal zijn, maar toch
rechtsstatelijke principes (the rule of law) en tegenspraak accepteren.
 Mondiale rechtvaardigheid moet de vorm van een contract tussen
volkeren aannemen, en niet tussen personen.
 Mondiale rechtvaardigheid moet de vorm van een contract tussen
volkeren aannemen, en niet tussen personen.
 Rawlw formuleert acht principes die constitutief zijn voor dit contract.
PRINCIPES VOOR DE RELATIES
TUSSEN VOLKEREN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Volkeren zijn vrij en onafhankelijk, en hun vrijheid en
onafhankelijkheid moeten door andere volkeren worden
gerespecteerd.
Volkeren moeten verdragen en afspraken nakomen.
Volkeren zijn gelijken bij de overeenkomsten die hen binden.
Volkeren houden zich aan de plicht tot niet-interventie.
Volkeren hebben het recht op zelfverdediging, maar geen recht om
een oorlog te beginnen als het niet om zelfverdediging gaat.
Volkeren moeten mensenrechten respecteren.
Volkeren moeten zich in het geval van oorlog houden aan strikte
regels.
Volkeren hebben de plicht andere volkeren te helpen wanneer die
onder omstandigheden leven die hen verhinderen een rechtvaardig
of fatsoenlijk politiek en sociaal regime te vormen.
3. BURGERLIJKE
ONGEHOORZAAMHEID
HET TARTEN VAN DE
MEERDERHEIDSREGEL
 Democratie > berust op het accepteren van wetten die
volgens de meerderheidsregel democratisch zijn
vastgesteld en bindend worden geacht voor alle leden van
een politieke gemeenschap.
 Op grond van een tekort aan informatie of het eigenbelang
van mensen zullen ook onrechtvaardige wetten worden
gemaakt.
 Moeten onrechtvaardige wetten altijd worden nageleefd?
 Is een rechtvaardige vorm van verzet tegen
onrechtvaardige wetten mogelijk?
 Met het oog op het beantwoorden van deze vragen heeft
Rawls een theorie van burgerlijke ongehoorzaamheid
ontwikkeld.
LEGALITEIT EN LEGITIMITEIT
 Het is de morele plicht van burgers de bestaande politieke
instituties te respecteren en the ondersteunen (door
bijvoorbeeld democratisch tot stand gekomen besluiten te
accepteren).
 Deze plicht kent echter ook een grens > de burger hoeft
niet ernstige vormen van onrechtvaardigheid te accepteren.
 Burgers zijn immers niet alleen rechtspersonen die het
geldende recht moeten gehoorzamen, maar ook autonome
personen die een eigen moreel oordeel kunnen vellen.
 Rawls behandelt twee vormen van verzet:
1. De weigering een wettelijk gebod of een
overheidsverordening na te leven vanwege
gewetensbezwaar (conscientious refusal).
2. Burgerlijke ongehoorzaamheid (civil disobedience).
GEWETENSBEZWAAR
 De weigering vanwege gewetensbezwaar is geen publiek
appel aan het gevoel van rechtvaardigheid van de
meerderheid van een politieke gemeenschap.
 Hierbij worden wettelijke verplichtingen niet
gehoorzaamd omdat ze onverenigbaar zijn met het
persoonlijke geweten.
 Het voorbeeld van dienstweigering is interessant, omdat
het duidelijk maakt dat het wegen van de argumenten pro
en contra niet zo eenvoudig is.
 Iemand kan de militaire dienst weigeren omdat hij of zij
daar persoonlijke religieuze motieven voor heeft of omdat
hij of zij daarvoor uitgesproken politieke motieven heeft.
 In het laatste geval wordt de grens met burgerlijke
ongehoorzaamheid poreus.
EEN POLITIEKE DAAD
 Rawls omschrijft burgerlijke ongehoorzaamheid als “een publieke,
geweldloze, gewetensvolle maar politieke daad die in strijd is met de
wet, doorgaans gepleegd met het doel een verandering in de wet of in
het regeringsbeleid te bewerkstelligen.”
 Het wellicht bekendste voorbeeld van burgerlijke ongehoorzaamheid
is de weigering van Rosa Parks (1913-2005) om op 1 december 1955
als zwarte persoon haar zitplaats in een bus af te staan aan een blanke
persoon.
 Toen ze weigerde de boete te betalen die ze voor haar moedige daad
kreeg, werd ze in februari 1956 veroordeeld voor de verstoring van de
openbare orde.
 Voor Martin Luther King was deze politieke daad een reden om
zwarten ertoe te bewegen busondernemingen met een racistische
zitplaatsbeleid te boycotten.
 Hiermee werd een krachtige impuls gegeven aan de
burgerrechtsbeweging die zich verzette tegen de onrechtvaardige
scheiding van witten en zwarten.
EEN THEORIE VAN BURGERLIJKE
ONGEHOORZAAMHEID
 Rawls’ theorie van burgerlijke ongehoorzaamheid is
ontwikkeld voor een speciaal geval: staten die grotendeels
goed georganiseerd (well-ordered) zijn, maar er toch sprake
is van onrechtvaardigheid.
 Het is een theorie die ervan uitgaat dat het probleem van
burgerlijke ongehoorzaamheid zich alleen stelt voor burgers
die in een min of meer rechtvaardige democratische staat
leven en de legitimiteit van de grondwet erkennen.
 Het probleem van burgerlijke ongehoorzaamheid luidt als
volgt: “Op welk punt, gelet op het recht van de persoon om
zijn eigen vrijheden te beschermen en de plicht om zich
tegen onrechtvaardigheid te verzetten, is de plicht om door
een rechtmatige meerderheid bekrachtigde wetten niet
langer bindend te achten?”
VOORWAARDEN
 Ook bij de discussie over burgerlijke gehoorzaamheid komt
Rawls’ idee over het publieke gebruik van de rede om de
hoek kijken.
 Immers, burgerlijke ongehoorzaamheid moet een publiek
appel zijn aan een door de meerderheid gedeeld gevoel van
rechtvaardigheid.
 Rawls stelt drie voorwaarden aan de legitimiteit van
burgerlijke ongehoorzaamheid:
1. Het moet eenduidig om een aantasting van de twee
principes van rechtvaardigheid gaan.
2. Voordat over wordt gegaan tot burgerlijke
ongehoorzaamheid, moeten eerst alle legale middelen
zijn uitgeput.
3. Burgerlijke ongehoorzaamheid mag nooit tot een
destabilisering van de hele politieke orde leiden.
BURGERLIJKE
ONGEHOORZAAMHEID NIEUWE
STIJL
 In het tijdperk van de globalisering en de moderne
informatie- en communicatietechnologie heeft burgerlijke
ongehoorzaamheid deels nieuwe vormen aangenomen.
 Hactivisme: burgerlijke ongehoorzaamheid via het
internet.
 Voorbeelden: Wikileaks, Electronic Disturbance Theatre.
 Zij opereren dikwijls op een transnationaal niveau.
 Belangrijke kwestie: is het legitiem om een onderscheid
te maken tussen destructieve hackers en constructieve
hactivisten?