Hellenisme college 2

Download Report

Transcript Hellenisme college 2

Hellenisme
college 2
Mooi gekleurd is niet lelijk?
E-vragen: E1 (1)
• Walbank en Kuhrt & Sherwin-White hebben een
verschillende visie op de aard van het
Seleucidenrijk. Hoe karakteriseert Walbank het en
hoe Kuhrt & Sherwin-White?
• Dus: wat voor soort rijk was het in de kern?
• W: “[…] a Greek elite confronted a native
population […]. Any unity which the
Seleucid realm might possess the king had to
impose on it with the aid of the bureaucracy
and the army. […] the Seleucids ruled with
the help of their Friends, and a GrecoMacedonian elite quite separate from the
native populations whom they governed.”
E-vragen: E1 (2)
• K & S-W: “The Seleucids and Ptolemies
developed their power while following
Alexander’s policy and that of the
Achaemenids of drawing upon the local
peoples to make their kingdoms work.
[…] the kings won the support of Greek
and non-Greek men[…]. The need for
manpower, military expertise […] and
bureaucratic and administrative personnel
made this policy unavoidable.”
E-vragen: E1 (3)
• Dus:
• Walbank karakteriseert het rijk als een
Grieks ‘koloniaal’ rijk, geregeerd door een
Helleense elite.
• K & S-W daarentegen karakteriseren het
rijk als een rijk dat in de basis nog altijd
‘oriëntaals’/Perzisch/Achaemenidisch is,
waarbij de Helleense elite zich heeft
moeten aanpassen.
E-vragen: E2
• Walbank verwijst naar
een artikel van Habicht
over de etnische
achtergrond van
bestuurders in het
Seleucidenrijk. Wie
hadden de macht en wie
werden buitengesloten?
Met welke argumenten
trachten K & S-W deze
conclusies te
ontkrachten?
• De Grieken hebben de
macht, de Iraanse elites
worden buitengesloten.
• Argumenten tegen:
• 1) alleen de top is
vertegenwoordigd in de
bronnen.
• 2) niet-Grieken in de elite
namen Griekse namen
aan.
• 3) bronnen zijn allemaal
Grieks of Romeins.
E-vragen: E3
• Welke visie wordt het
meest ondersteund
door de Antiochus
Cilinder?
• Antiochus presenteert
zich als een
Babylonisch heerser.
• Is er sprake van
vergoddelijking van de
heerser?
• Nee. De heerser is
koning bij gratie van de
goden.
E-vragen: E4
• Wat voor gebeurtenis
wordt er beschreven in
de Kroniek van
Antiochus Soter? Bij
welke van de twee
visies past deze tekst
het best?
• “That month, the 20th
day, Antiochus, the
[crown] prince [entered
Babylon. (…). [Month ?,
the ?]th [day], the
crown prince at the
instruction of a certain
Bab[ylonian
performed] regular
[offerings] for Sin of
Egišnugal (…).”
E-vragen: E5
• Vergelijk de Antiochus
Cilinder en de Kroniek
van Antiochus Soter
met het decreet van
Ilium voor Antiochus
Soter. Om welke
weldaad wordt A.
geëerd? Welke van de
twee visies wordt
ondersteund door deze
tekst?
• Hij heeft de orde
hersteld en vrede
gebracht door
opstanden neer te
slaan.
• Voorbeeld: Inscriptie in
het Grieks, eerbewijzen
vanuit het volk en de
steden, Griekse titels
voor de koning.
Versnel
• Hoe valt de opvatting
van Versnel over de
herkomst van de
heersercultus in
overeenstemming te
brengen met de
eerdere discussie?
• Oosterse invloed,
politiek of modern
(idolaat) verschijnsel?
Oefententamen Griekenland
• 1) Wat is het onderwerp
van het epos de Ilias?
• de heldendaden van
Gilgamesh
• de strijd om Troje
• de omzwervingen van
Odysseus
• het ontstaan van de goden
en de mensen
• 2) Welke oudbabylonische
heerser stelde een befaamd
wetboek samen?
• Gilgamesh
• Hammurabi
• Sargon
• Nebukadnessar
• 3. Wat is de Griekse term
voor een huishouden,
bestaande uit vader,
moeder, kinderen,
kleinkinderen en
eventuele afhankelijke
boeren en slaven?
• oikos
• genos
• ethnos
• deme
• 4. Hoe heet in het klassieke
Griekenland een
rondtrekkende leraar in de
• welsprekendheid?
• retor
• demagoog
• paidonoom
• sofist
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
5. De slag bij Salamis vond plaats
in?
490 BCE
480 BCE
479 BCE
460 BCE
8. Wie van de volgende goden is geen
oppergod?
• Zeus
• Marduk
• Aton
• Assur
6. Wat is de juiste chronologische
volgorde?
Draco – Solon – Pisistratus –
Cleisthenes
Draco – Pisistratus – Solon –
Cleisthenes
Pisistratus – Draco – Cleisthenes –
Solon
Pisistratus – Draco – Solon –
Cleisthenes
•
7. Welke van de volgende vier
mannen is een wetgever?
Hesiodus
Lycurgus
Sophocles
Cylon
•
•
•
•
•
•
•
•
•
9. Welke van de volgende
staatsvormen hoort niet thuis in de
Spartaanse gemengde constitutie?
Aristocratie
Timocratie
Monarchie
Democratie
10. Wat is de juiste chronologische
volgorde?
Aigospotamoi – Chaeronea –
Mantinea – Leuctra
Aigospotamoi – Leuctra – Mantinea
– Chaeronea
Leuctra – Aigospotamoi –
Chaeronea – Mantinea
Leuctra – Mantinea – Aigospotamoi
– Chaeronea
Welke twee mannen zien wij hier?
En wat hebben zij te maken met de
Griekse geschiedenis?
Topografie
Essayvragen
• 1. Handboek: Waarom gingen de Grieken in
de Archaïsche periode over tot grootschalige
kolonisatie? Motiveer je antwoord.
• 2. Reader: Zowel Clauss als Chaniotus
bespreken de vraag in hoeverre de
heersercultus ‘echte’ religie was. Geef de
standpunten en argumenten van beide
auteurs weer. Geef vervolgens ook je eigen
mening over dit vraagstuk.