Hand-out bij de preek over Daniël 11, Arnemuiden, 12 februari 2017

Download Report

Transcript Hand-out bij de preek over Daniël 11, Arnemuiden, 12 februari 2017

‘Wees getrouw tot de dood’
Hand-out bij de preek over Daniël 11, Arnemuiden, 12 februari 2017
Inleiding:



‘Ik heb niets te bieden dan bloed, moeite, tranen en zweet’ (Winston Churchill, mei 1940).
Daniël 11 is een hoofdstuk dat vanwege de vele details moeilijk te bepreken is.
o Daarom moeten we ons beperken tot een aantal hoofdlijnen.
Het gaat in dit gedeelte over de geschiedenis van Israël in de komende eeuwen en in de
eindtijd.
o Wat Israel overkomt is een beeld van waar de kerk in alle eeuwen mee te maken zal
krijgen: In de wereld zul je verdrukking hebben.
Uitleg:


Het belang van de geschiedenis:
o in de Bijbel gaat het over twee dingen: over heil (verlossing) en geschiedenis, of
beter nog: hoe het heil zich in de geschiedenis ontvouwt.
o De geschiedenis is zo belangrijk omdat dat het toneel is waarop de heilsgeschiedenis
zich voltrekt. Het is toneel waarop de grote daden van de Heere plaatsvinden.
Waar gaat het over in Daniël 11?
o Daniël 11 behandelt het lot van Israël in de periode na de ballingschap: de periode
van het Perzische rijk, het Griekse rijk en het rijk van de Ptolomaeën en de
Seleuciden (hier aangeduid als de koning van het noorden en de koning van het
zuiden).
o Dit is de zgn. intertestamentaire periode (de periode tussen het oude en het nieuwe
testament).
o Dit hoofdstuk behandelt vier fases:
 Fase 1: periode van Daniël tot aan Alexander de Grote (1-4);
 Fase 2: het rijk van de Ptolemaeën en het rijk van Seleuciden (koning van het
noorden en de koning van het zuiden), vers 5-20.
 Fase 3: tekst zoomt in op Antiochus IV Epifanes en zijn terreur tegen het
joodse volk (21-35).
 Fase 4: de Antichrist die –in het verlengde van Antiochus – op zal treden in
de eindtijd (36-45).
o Fase 1: Vier vorsten (Cambyses, Gaumata, Darius I en Xerxes (=Ahasveros).
Ahasveros leidt nederlaag tegen de Grieken (slag bij Salamis). Het Griekse rijk komt
op, bewind van Alexander de Grote (336-232 v. Chr).
o Fase 2: Zes Ptolomeese vorsten, acht Seleucidische vorsten (zie tabel)
 We zien hier iets van de waarheid van Gods Woord. Dit hoofdstuk voorzegt
allerlei gebeurtenissen die precies zo zijn uitgekomen.
 We zien hier iets van de allesomvattende kennis van God. God weet hoe de
geschiedenis verlopen zal.
 We zien hier iets van de schijnbare zinloosheid van de geschiedenis: één
lange aaneenschakeling van strijd, ruzie, conflict, oorlog en geweld.
o
o
Fase 3: Het optreden van Antiochus IV: sluw, meedogeloos en machtsbelust.
Onderneemt twee veldtochten naar Egypte (vs. 25, 29). Wordt geblokkeerd door de
Romeinen (‘schepen van Chittim’, vs. 30). Richt zich vervolgens op Israël. Voert
gruwelijke godsdienstpolitiek met vervolging (vs. 31-33).
Fase 4: Het optreden van de Antichrist in de eindtijd (vs. 36-45).
 Antiochus is in het boek Daniël een type van de antichrist. Er zit een heel
stuk tijd tussen, maar vanuit profetisch perspectief staan ze in elkaars
verlengde.
 Er staan hier zaken die niet op Antiochus (kunnen) slaan:
 Antiochus liet zich niet als God vereren. De Antichrist wel: ‘Hij zal
zichzelf verheffen en groot maken en hij zal tegen de God der goden
wonderlijke dingen spreken’.
 Antiochus is niet in Jeruzalem aan zijn einde gekomen. De Antichrist
wel (‘aan de berg van het heilige sieraad’, vs. 45).
 Kenmerken van de Antichrist:
 1) Hij zal niets aantrekken van gevestigde godsdienst (vs. 37)
 2) Hij zal zichzelf met goddelijke eer laten vereren.
 3) De enige god die hij eert is de god van de oorlog (vs. 38, Mauzzim
= de god van de vestingen).
 Het lijkt erop dat in de eindtijd de strijd zich toespitst op Israël (vs. 41, 45).
 God rekent met hem af (vs. 45, vgl. 2 Thess. 2: 8: ‘De Heere zal hem verteren
door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn
komst’).
Tot slot:

Daniël 11 laat ons zien:
o Er komt een einde aan de geschiedenis.
o Al lijkt de geschiedenis zinloos, dat is niet zo. De geschiedenis heeft een doel. God
werkt aan op Zijn Koninkrijk.
o Het leven van Gods volk is vaak moeilijk, een strijd op aarde.
 Steeds weer duiken er in de geschiedenis vijanden van God op, gestalten en
voorlopers van de Antichrist.
o De zaak van Zijn volk gaat de Heere zeer ter harte.
 De 12 jaar onder Antiochus krijgen bijna net zoveel ruimte als de 350 jaar
daarvoor.

Wat moeten wij met Daniël 11?
o God geeft dit inzicht met maar een reden: dat wij er iets mee doen.
o Wie de Heere wil dienen, moet rekenen op tegenstand en beproeving.
o Dan komt het aan op volharding.
 Volharden kun je alleen als er liefde is tot de Heere. De liefde tot Christus is
de brandstof van de volharding.
o ‘Weest getrouw tot de dood, en Ik zal u geven de kroon van het leven’ (Openb. 2: 10)