Gesteenten en mineralen
Download
Report
Transcript Gesteenten en mineralen
Hoofdstuk 4: De gesteentecyclus
4.1. Mineralen: de bouwstenen van gesteenten
•Mineraal= homogeen bestanddeel van de lithosfeer met
een vaste chemische samenstelling
•Ertsen= opeenhoping van mineralen die geschikt zijn
voor het winnen van metalen
•Edelstenen= zeer mooi gekleurde, zeldzame, HARDE
mineralen
•Mineraal ontstaat ofwel bij stolling van hete gesmolten
gesteente, ofwel bij het uitkristalliseren van een waterige
oplossing, ofwel door herkristallisatie van reeds
bestaande mineralen.
• Kenmerken, eigenschappen van mineralen:
– Kristalvorm
– Dichtheid (soortelijk gewicht)
– Hardheid ( weerstand tegen krassen)
Schaal van Mohs=…
– Breukvlak
– Glans
– kleur
– Streep
– Andere kenmerken:
vb: magnetische eigenschap, smaak, geur, brandbaar,
opbruisen met zuur,…
– Speciale uiterlijke verschijningsvorm: vb woestijnroos
kristalvormen
Zoutkristalllen
Dit met een
rasterelektronenmicro
scoop geproduceerde
beeld toont zuiver
zout (natriumchloride)
dat is
geherkristalliseerd.
Het kristal bestaat uit
een kubusvormig
rooster van natriumen chlorideionen.
4.2. gesteenten
• Gesteente= mengsel van mineralen
• Worden naar ontstaanswijze ingedeeld in:
– Stollingsgesteenten
– Afzettingsgesteenten (of sedimentaire
gesteenten)
– Metamorfe gesteenten
• Kringloop van de gesteenten
Stollingsgesteente
Metamorf gesteente
MAGMA
vast
afzettingsgesteente
Los
afzettingsgesteente
4.2.1. Stollingsgesteenten
worden op hun beurt ingedeeld in:
– Dieptegesteenten of plutonische gesteenten: trage
stolling kristallen
– Uitvloeiings of eruptieve gesteenten: stolling te
snel om kristallen te kunnen vormen. amorf
– Ganggesteenten: stollingssnelheid tussen de twee :
kleine kristallen porfier
Ook volgens temperatuur bij de stolling kan er een
verschil optreden:
- hoge temp donkere kleur
- Lager temp lichtere kleur
Dieptegesteenten:
• Magma stolt in de aardkorst tussen ander
korstmateriaal.
• De vorm en grootte van de
binnengedrongen magma kan verschillen:
–
–
–
–
Batholiet: opp 100 000 km2
Laccoliet: lensvormig lichaam
Sill: Plaat tussen twee lagen in
Dike: gang (meestal in een breuk)
• Enkele gesteenten: graniet, pegmatiet,
dioriet, gabbro
ganggesteenten:
• Snellere stolling dan dieptegesteente. Elk
dieptegesteente (samenstelling) heeft dus
een variant van ganggesteente.
• Rhyoliet (variant van graniet), andesiet (van
dioriet), basalt (van gabbro)
graniet
Rhyoliet
andesiet
gabbro
basalt
Bij afkoeling en
stolling van basalt,
krimpt het in
zeshoekige zuilen.
Afkoelen krimpen
Bekend voorbeeld
(foto) Giant Causway
in Noord-Ierland
uitvloeiingsgesteenten:
Pas op: magma = vloeibaar
lava= aan het oppervlak
Indeling naar vorm waaronder de lava stolt:
–
–
–
–
–
Touwlava
Schol- of bloklava
Kussenlava
Vulkanisch glas (obsidiaan, peksteen)
Puimsteen
• Indeling naar aard van het uitgestoten materiaal
– Vulkanisch as
– Lapilli
– Vulkanische bommen
Vulkanisch glas
4.2.2. Sedimentgesteenten
• Ontstaan uit materiaal van andere gesteenten
(stollingsgesteenten, metamorfe, of andere
afzettingsgesteenten) die ooit werden
afgebroken
– Gelaagd: afzetting in horizontale lagen (zie wet
van Steno)
– Los (zand, klei, grint,…) of vast geworden door
druk van bovenaf (zandsteen, kleisteen,…)
– Verhardingsproces= DIAGENESE
– Bevatten fossiele resten!!!
– afbraakgesteenten
Indeling naar korrelgrootte
korrelgrootte
< 0,002mm
0,002 – 0,05mm
0,05 – 2mm
> 2mm (hoekig)
> 2mm (afgerond)
Los sediment
Verhard
sediment
-Organogene gesteenten:
–Niet brandbare: kalksteen
–Brandbare: veen, bruinkool, steenkool, aardolie, aardgas, asfalt,
kerogeen (olieschalie). Door inkoling van plantenresten!
•Chemische gesteenten: weer neerslaan na oplossing in
water dikwijls mineralen! zout, gips,… (zie ontstaan van
mineralen!!!!)
Druipsteen (stalagmiet, stalactiet), tuf, ertsen, zoutafzettingen
( economisch nut!!), woestijnrozen
4.2.3. Metamorfe gesteenten
• Bij hoge druk en temperatuur kunnen
gesteenten veranderingen ondergaan
metamorfose
Onder andere diep in de aardkorst, bij
gebergtevorming of bij contact met een magmaader
• Chemische samenstelling blijft gelijk, wel
kunnen er herkristallisaties optreden.
kristallen zichtbaar.
• Alle fossielen verdwijnen!!!
• Pseudogelaagdheid = schistositeit
• Enkele voorbeelden:
–
–
–
–
Van schiefer (kleisteen) tot leisteen
Van zandsteen tot kwartsiet
Van kalksteen tot marmer
Van graniet tot gneiss
gneiss
Link gesteenten en platentektoniek
lithologie van België
Atlasoefening:
Stratigrafie
Kwartair
Tertiair
Secundair
Krijt
Jura
Trias
Primair
Perm
Carboon
Boven-Devoon
Midden-Devoon
Onder-Devoon
Siluur
Ordovicium
Cambrium
lithologie
Regio (geografische
streek)
De jongste gesteenten van België werden voornamelijk afgezet door de zee
doordat transgressies en regressies elkaar opvolgden.
- transgressie= …………………………………………………………………………….
- regressie= ……………………………………………………………….……………….
De mariene afzettingen van België zijn m.a.w. terechtgekomen ter plekke tijdens
een …………………………………..
De afzetting (door rivieren in zee) gebeurt selectief:
Figuur:
……………………………………………………..
komt voor in de strandzone.
…………………………………………………….
Komt verder in zee tot bezinking.
grind
zand
klei
Het voorgaande in acht houdend: Hoort dit
pakket bij een regressie of een transgressie?
Hoofdstuk 5: geologie van België (HB p 150)