TM-DeGeo havo Systeem aarde_H2.1_def.

Download Report

Transcript TM-DeGeo havo Systeem aarde_H2.1_def.

Hoofdstuk 2 Afbraak en opbouw van het landschap
Hoofdstuk 2 Afbraak en opbouw van het landschap
Thema
De manier waarop exogene
krachten het uiterlijk van het
aardoppervlak beïnvloeden.
EXOGENE
PROCESSEN >>
-verwering en erosie
-massabeweging
-hydrologie
-rivieren
-kustvormende processen
V
Afbraak van de
ondergrond
LANDSCHAP
<< ENDOGENE
PROCESSEN
Tektoniek
-opheffing
-daling
-rek in aardkorst
-druk in de aardkorst
V
Opbouw geologische
structuur van de
ondergrond
§2.1 Systeem aarde
Kern:
• De gesteentegroepen
en hun ontstaan
• De werking van de
hydrologische
kringloop
• De werking van de
koolstofkringloop
§2.1 Systeem aarde
 Aarde opgebouwd
uit vier sferen:
 Atmosfeer
– dampkring
 Lithosfeer
– vast gesteente
 Hydrosfeer
– water
 Biosfeer
– leven
Onderlinge
wisselwerking
§2.1 Systeem aarde
 Kringlopen
 Gesteentekringloop
– opbouw-omvorming-afbraak
 Drie soorten gesteenten
– kunnen elk in een van de
andere overgaan
 Stollingsgesteenten
– afgekoeld magma
 Sedimentgesteenten
– afzettingen
 Metamorfe gesteenten
– verandering door druk /
temperatuur
Gesteenten
• Gesteente
– mengsel van mineralen en/of organische stoffen
• Mineraal
– verbinding die in de natuur voorkomt met een bepaalde
chemische eigenschap. Komt als kristal voor in de meest
ideaal gerangschikte vorm.
• Kristal heeft veel tijd en onder speciale omstandigheden nodig om te
vormen
• Soorten gesteenten
– Stollingsgesteenten
– Sedimentgesteenten
– Metamorfe gesteenten
•
•
•
Soorten
gesteenten
Stollingsgesteenten
– Door afkoeling en stolling van magma
• Diepte gesteenten = langzaam stollen waardoor grotere kristallen
kunnen ontstaan (voorbeeld is graniet)
• Uitvloeiingsgesteenten = bij vulkanisme koelt snel af en stolt. Geen
tijd voor vorming kristallen (voorbeeld is basalt) => Oceaanbodem
• Ganggesteenten = tussenvorm van beide ontstaat in vulkanische
gangen. Mengvorm van gesteente met nauwelijks zichtbare kristallen
en af en toe een grote kristal.
Sedimentgesteenten
– Door het neerslaan van materiaal in laagjes, dat wordt aangevoerd door
lucht, water of ijs
• Klastisch sediment = samengedrukte laag door bovenliggende lagen
• Chemische en organische sediment = neerslaan van te veel
mineralen in een oplossing (zoutlaag), opeenhoping organisch
materiaal planten-> veen -> steenkool, skeletjes naar kalksteen.
Metamorfe gesteenten
– Gedaanteverwisseling van stollings- en sedimentgesteenten o.i.v. hoge druk
en/of hoge temperatuur.
• Mineralen vallen uiteen en hergroeperen door de druk is de
samenstelling veranderd.
§2.1 Systeem aarde
 Hydrologische
kringloop
 Cyclus van
– neerslag
– verdamping
– condensatie
– transport
§2.1 Systeem aarde

•
•
•
Neerslag:
infiltreert in bodem
verdampt
stroomt af
Verdamping:
Evaporatie
+
Transpiratie
=
Evapotranspiratie
§2.1 Systeem aarde
 Koolstofkringloop
 Actueel door
opwarming aarde
 Koolstofverbindingen
in vaste, vloeibare en
gasvormige toestand