11 Spreekwoorden

Download Report

Transcript 11 Spreekwoorden

Spreekwoorden: les 11
1. de bal misslaan = zich vergissen
2. een sprong in het duister = de gevolgen
zijn niet te overzien
3. zich op glad ijs begeven = risico’s nemen
4. iemand buitenspel zetten = iemand
uitschakelen
5. een tandje bijzetten / bijsteken = een
extra inspanning leveren
Wat is de betekenis?
1. Niet om het voordeel, maar om het principe.
2. De moed verliezen.
3. Je leert iets nieuws, best met oudere
middelen.
4. Opgeven, stoppen.
5. Iemand die heel veel kennis heeft.
Wat is de betekenis? (vervolg)
1. De moeilijkheden niet uit de weg gaan.
2. Hij heeft altijd wel een verklaring waarom
iets niet lukt.
3. Uitschakelen.
4. Een gemakkelijk succes behalen.
5. Oneerlijke concurrentie.
Zegswijzen
1.
2.
3.
4.
De man met de hamer ontmoeten.
Het net laten trillen.
Oefening baart kunst.
Een goed paard, maakt nog geen goede
ruiter.
5. Alle zeilen bijzetten.
Zegswijzen (vervolg)
1.
2.
3.
4.
5.
Mijn beer begint te dansen.
Door vallen en opstaan leert men lopen.
In het oog springen. In het oog vallen.
De keerzijde van de medaille.
De bramzeilen bijzetten.