De Romeinse Republiek

Download Report

Transcript De Romeinse Republiek

Vroeg Romeinse periode
Extra huiswerk
•
•
•
•
•
Stukje historische film/serie
Mag Griekse of Romeinse geschiedenis zijn
Max. 5 min.
Liefst met link
Relateren aan de cursus?
Perioden
• Koningstijd 753-509
• Republiek 509- 27
• Keizertijd 27 BCE – 476/565 CE
Sociale verhoudingen
• Patronus
• Clientes
• Amicitia et fides
• Salutatio
Expansie
Standenstrijd (500-287)
• Patriciërs monopolie op politieke macht
• Magistratuur (consuls, quaestoren)
• Pontifex maximus & rex sacrorum
• Senaat
 Plebejers (arm en rijk) willen participatie
• Rijken > toegang tot bestuurselite
• Armen > verzachting schuldpraktijken
Optekening wetgeving + inperking
willekeur magistraten + erkenning
concilium plebis
Verloop standenstrijd
•
494 v.Chr.: erkenning volkstribunen als officiële belangenbehartigers plebejers
•
451 v.Chr.: optekening wetten (twaalf tafelen)
•
367 v. Chr.: Leges Liciniae Sextiae > toelating rijke plebejers tot magistratuur
+ instelling ambt praetor (rechtspraak)
•
287 v. Chr.: Lex Hortensia > erkenning concilium plebis
 Verschillen patriciërs & plebejers vervagen > nieuwe ambtsadel
 nieuwe sociale verschillen & spanningen
(o.a. toenemend verschil senatoren <> equites door Lex Claudia (218)
> publicani
Staatsinrichting
Consul 1
(imperium)
Ondersteunen
2 Quaestores
Kiest
Kiest
veto
Consul 2
(imperium)
Pontifex
Maximus
Rex Sacrorum
Advies
Senaat
Kiest
Kiest
Comitia Centuriata
Kiest
Kiest
Staatsinrichting na 287 (Lex Hortensia)
Aanvullen of verwijderen
Advies
2 Consuls
(imperium)
Senaat
Vervanging
Cursus honorum
10
Volkstribunen
Kiezen
Kiezen
4 Aedielen
Voorzitter
Voorzitter
Kiezen
Praetoren
(imperium)
2 Censoren
Comitia Centuriata
Concilium Plebis
Comitia tributa
Quaestoren
264 -133 v.Chr. verdere expansie
Romeinse expansie : gevolgen?
• Punische oorlogen
• Spanje, Povlakte, Oosten (hellenistische rijken)
Romeinse politiek:
• Oosten: verdeel- en heers
• Westen: veroverde gebieden worden provincies olv
stadhouder (proconsul, propraetor) + plaatselijke regenten
Punische Oorlogen
• Botsing invloedssferen Carthago en Rome
– Eerste Punische Oorlog (264-241) (zeeoorlog)
– Tweede Punische Oorlog (218-201) (landoorlog)
– Derde Punische Oorlog (149-146)
Het Romeinse trauma
“..ceterum censeo, Carthaginem esse delendam..”
Marcus Porcius Cato (236-149 v.Chr.)
Aanloop tot burgeroorlogen (1)
Tiberius & Gaius Gracchus
– Doelen: tekort legerrekruten opheffen
– Bezitloze burgers helpen
• Maatregelen:
• Tiberius: Wet op maximum hoeveelheid staatsland > herverdeling
• Gaius: - ridders/publicani mogen jury voor afpersingsrechtbank leveren
- staatssubsidie op graan > lage graanprijs
 Zware last staatskas
Wegens maatregelen & ‘alleenheerschappij’: moord op Gracchen door senatoren
 Verharding politieke strijd
 senatoren en equites aparte standen (vanaf 129 v. Chr.)
 Binnen senaat: populares vs optimates
Aanloop tot burgeroorlogen (2)
Marius
– Legerhervormingen
– Uitrusting proletariërs in leger op kosten staat
 Zware last staatskas
Bondgenotenoorlogen (91-88 v. Chr.)
– Italiërs volledig Romeins burgerrecht
Burgeroorlogen (88-82 v.Chr.)
Eerste burgeroorlog (88-82): Sulla (optimaten) vs Marius
(populares).
Oorlog tegen Mithridates IV van Pontus: commando
overgedragen. Sulla neemt Rome in, maar bij vertrek neemt
Marius het terug.
Marius overlijdt (86).
Sulla overwint Marius’ overgebleven bondgenoten en wordt
dictator.
73-71 Slavenopstand Spartacus
• Tweede burgeroorlog (49-45)
Eerste Triumviraat (60 v.Chr.)
Gnaeus Pompeius Magnus
Gaius Julius Caesar
Marcus Licinius Crassus
Eerste Triumviraat (60 v.Chr.)
• Gericht tegen de optimaten
• Met steun van het leger zélf de zaken regelen
(dus buiten de senaat om)
• Karakter: langdurige alliantie
• Maar de rijzende ster van Caesar stemt
Pompeius tot nadenken
• Burgeroorlog; Caesar wint
• ‘Dictator voor het leven’ moet hij met de dood
bekopen (44 v.Chr.)
Tweede Triumviraat (43 v.Chr.)
Gaius Julius Caesar Octavianus
Marcus Aemilius Lepidus
Marcus Antonius
Tweede Triumviraat (43 v.Chr.)
• Aanhangers Caesar. Wreken van de dood van
Caesar
• Formele macht: dictatoriale volmachten via de
volksvergadering
• Karakter: tijdelijke alliantie
• Radicaal: Liquidatie politieke tegenstanders
• Octavianus vs. Marcus Antonius en Cleopatra
Slag bij Actium (31 v.Chr.)
Gaius Julius Caesar Octavianus, aka Augustus (27 v.Chr.)
Dyson
Obv archeologie aangevuld met literatuur:
• Demografie. Geen boeren in het nauw: demografie niet neerwaarts
• Latifundia Landbouwsoorten lenen zich niet voor grootschaligheid
• Geen enorme slavenaantallen Italië in
• Clientes nodig als machtsbasis, dus elite is niet gebaat bij eliminatie
kleine boeren
Dyson beoogt sterke nuancering van Trad .visie: er zijn wel latifundia,
maar gemixte agrarische situatie. P44 “Neither….structure”.
Cornell
Enigszins aangepaste traditionele visie op basis van literatuur
• Demografie: neemt af.
• Overal groei van Latifundia en slaveneconomie. (Door rekrutering,
vraag naar land van elite en aanbod van slavenarbeid).
• P.O.II niet aanleiding, maar acceleratie van deze ontwikkeling.
Echte oorzaak is imperialisme!!
Structurele veranderingen begonnen al in de 4e eeuw (maar slecht
zichtbaar door 3rd centruy gap). Socio-economische literaire
bronnen uit deze periode zijn schaars.