Transcript EPID4A

Vormen van studie (ontwerp)






Doel van studie ontwerp
Experiment is het paradigma
Cohort type populatie: cohort studie
Dynamische populatie: case-referent studie
Experimenteel, quasi-experimenteel en meta-experimenteel
onderzoek
Prognostisch en etiognostisch onderzoek
Vormen van studie (ontwerp)


Paradigma voor methoden ontwerp: experiment
Vb.
We willen iets leren over het effect van een blootstelling
E op de staarten van het ‘losse staart konijn’.
Daarom stellen we de helft van dit zeer specifieke ras
hieraan bloot gedurende een tijdsperiode T0-T1
Op tijdstip T1, observeren we het verschil in voorkomen
van afvallende staart bij de blootgestelde t.o.v. de nietblootgestelde konijnen.
Vormen van studie (ontwerp)

experiment: in een homogene populatie
Vormen van studie (ontwerp)

experiment: (randomisatie ?) in twee groepen
Vormen van studie (ontwerp)

experiment: Op T0, wordt één groep blootgesteld
aan E
Vormen van studie (ontwerp)

experiment: Op T1, meten we het effect van de
blootstelling (CIR = 2.0)
Vormen van studie (ontwerp)

experiment: Geen interesse voor heterogene
populatie
Vormen van studie (ontwerp)

experiment: liever beperken we ons experiment
tot de homogene (sub-) populatie
Vormen van studie (ontwerp)

experiment: Waarom geen interesse voor
heterogene populaties?
Verschillende kenmerken van de
konijnen zouden de uitkomst kunnen
voorspellen
vb.
Bij de grotere zit de staart beter vast
Bij de bruine komt de staart nooit los
In die situatie kan de vergelijkbaarheid van de blootgestelden en de nietblootgestelden problematisch worden.
Daarom kan voor de toewijzing van de blootstelling een randomisatie
uitgevoerd worden.
Het controleren van het succes van de randomisatie is vaak zeer moeilijk.
Vormen van studie (ontwerp)

Beperkingen van het experiment:
Als het experiment beperkt wordt tot een zeer homogene
populatie, kan niets geleerd worden m.b.t. andere
determinanten van het optreden van de gebeurtenis
Als het toewijzingsschema niet kan gerealiseerd worden
(bvb. ten gevolge van non-compliance), neemt het contrast
tussen de blootgestelden en de niet-blootgestelden af, wat
resulteert in een vertekende maat voor het effect
(gedaalde validiteit!)
Vormen van studie (ontwerp)

voorbeeld experiment: Vroege behandeling versus selectieve late
behandeling met indometacine van open ductus arteriosus bij
prematuren met een respiratoir distress syndroom.
Op de afdeling neonatologie wordt een onderzoek uitgevoerd naar de vervangbaarheid
van vroege behandeling met indometacine als standaard behandeling bij open ductus
arteriosus. Het gebruik van indometacine is immers niet vrij van soms ernstige
neveneffecten, zoals een verminderde diurese met belangrijke repercussie op de
waterhuishouding van het te vroeg geboren kind en meer ernstige zoals necrotiserende
enterocolitis.
Het sluiten van de ductus arteriosus wordt bij deze kinderen onder meer bepaald door
de mate van prematuriteit (zwangerschapsduur en geboortegewicht) het al dan niet
toedienen van indometacine of steroïeden bij de moeder voor de geboorte en het
toedienen van hoog frequente oscillatoire ventilatie.
In een onderzoek worden 127 vroeggeboren kinderen (zwangerschapsduur < 32
weken) met open ductus arteriosus en met een respiratoir distress syndroom
gerandomiseerd over een groep (n=64) waarbij vanaf de derde levensdag
indometacine wordt toegediend en een groep (n=63) die aanvankelijk geen
behandeling krijgen en waarbij indometacine pas wordt toegediend indien na de
zevende levensdag de ductus arteriosus nog steeds niet gesloten bleek. Uiteindelijk
werd op het einde van de tweede week nagegaan bij hoeveel kinderen in beide
groepen de ductus arteriosus nog open stond en bij hoeveel kinderen dit een
heelkundige correctie vergde.
In volgende tabel worden enkele van de resultaten van deze studie weergegeven.
Vormen van studie (ontwerp)

voorbeeld experiment: Vroege behandeling versus selectieve late
behandeling met indometacine van open ductus arteriosus bij
prematuren met een respiratoir distress syndroom.
Vroege behandeling n=64
Late behandeling n= 63
geboortegewicht
1210 (+/- 370)
1270 (+/- 365)
zwangerschapsduur
28.9 (+/- 2.0)
29.2 (+/- 2.1)
prenataal indometacine
9
9
prenataal steroïeden
22
17
High frequency
oscillatoire ventilatie *
21
11
aantal open ductus na
behandeling *
6
14
aantal nodige
heelkundige sluitingen
3
4
aantal sterfgevallen
4
3
aantal necrotiserende
4
enterocolitis
Tabel 2. Kenmerken van de studiepopulatie
(+/- sd)
* p<0.05
1