Transcript magnetisme
havo: hoofdstuk 5 (stevin deel 2)
vwo 5: hoofdstuk 7 (stevin deel 1)
Magnetisme
Twee soorten magnetisme:
Permanente magneten
Elektromagneten
Magneten hebben 2 polen: Noord en Zuid
Alleen ijzer, nikkel en kobalt worden door een
magneet aangetrokken
Permanente magneten
Het veldlijnen patroon van een staafmagneet kun je
zichtbaar maken met kompasjes of ijzervijlsel
Open de applet Faraday’s Electromagnetic lab en kies
het tabblad “bar magnet”; de kompasjes geven de
richting van het magnetisch veld aan
Veldlijnen lopen van Noord naar Zuid (buiten de
magneet)
Veldlijnen zijn gesloten krommen
Veldlijnen dichter bij elkaar veld sterker
Elektromagneten: draad
veldlijnen rond een draad zijn
cirkelvormig
de richting van het veld bepaal je met
de rechterhand regel
duim met de stroom mee en
vingers geven de richting van de
veldlijnen en dus het magnetisch veld
B aan
Elektromagneten: spoel
Met de applet Faraday’s Electromagnetic lab kun je
de veldlijnen bekijken (tabblad “electromagnet”)
spoel vervolg
De richting van het veld; de plaats van de Noordpool
kun je ook bepalen met de rechterhandregel:
vingers met de stroom mee,
duim geeft de plek van de Noordpool aan
nog meer spoel
De sterkte van het magnetisch veld of magnetische
inductie (B) van een spoel kun je vergroten door:
meer windingen (N)
meer stroom (I)
windingen dichter bij elkaar
ijzeren kern
Voor het veld in een lange rechte spoel geldt:
μ0 N I
B
Lorentzkracht
2 gewone magneten kunnen elkaar aantrekken of
afstoten
gewone magneet en een elektromagneet oefenen dus
ook krachten op elkaar uit Lorentzkracht
De grootte van de kracht hangt af van:
sterkte van de magneet,
stroom
lengte van de draad in het magnetisch veld
Fl B I
Richting van de Lorentzkracht
De richting van deze kracht bepaal
je met de linkerhandregel:
veld B opvangen met de handpalm
vingers met de stroom I mee
duim geeft de richting van Fl aan
Lorentzkracht op deeltjes
Op een bewegend geladen deeltje kan een
Lorentzkracht werken
q
Fl B I B B q B q v
t
t
NB elektronenstroom is tegengesteld aan de “gewone”
stroom