Vergelijkingen van de eerste graad met één onbekende

Download Report

Transcript Vergelijkingen van de eerste graad met één onbekende

Vergelijkingen van de eerste graad
met één onbekende
1.Ware uitspraak (w)- Onware uitspraak (ow)

Een rechthoek heeft vier rechte hoeken


Is deze uitspraak waar?


ware uitspraak.
3 is een deler van 10

p 62
Ik beweer iets  uitspraak.
onware uitspraak
Ga van de volgende uitspraken na welke
waar en welke onwaar zijn:
-9 < -40
2.
het dubbel van 0,6 is gelijk aan 1,2
Waar
3.
81 is deelbaar door 27
Waar
4.
0 is een even getal
Waar
5.
p 62
Onwaar
1.
1
1
1
de som van en is gelijk aan
2
3
5
Onwaar
Gelijkheid

Is een uitspraak die steunt op de uitdrukking
"is gelijk aan"

0,6.2 = 1,2
 een

0,6.0,2 = 1,2
 een
p 62
ware gelijkheid
onware gelijkheid
Vergelijking
Vb: 2.a = 34


Stel a = 7
 2.7
= 34
 onware
uitspraak
Stel a = 17
 2.17
= 34
 ware
uitspraak
a is onbekende
p 62
vergelijking
2. Gelijkwaardige
vergelijkingen
3x + 7 = 22
Is gelijkwaardige verg. met

3x = 15
Is gelijkwaardige verg. met

x=5
Gelijkwaardige vergelijkingen zijn
vergelijkingen met dezelfde oplossingen
p 64
3. Graad van een vergelijking
Zie boek p.65

5x+1=x-7
Verg. van 1° graad in x

3x²=x+2
Verg. van 2° graad in x

x4 + x3 + x2=x4 + 2x2 + 4x-4
Verg. van 3° graad in x
p 65
Definitie
De graad van een vergelijking is de
graad van de veelterm verkregen in
het eerste lid na herleiden op nul.
p 65
4) Oplossingsmethode verg.
1°graad 1 onbekende.
Los op in R
x
x
2(  1) 
3
6
2x
x

2
3
6
(= referentieverzameling)
1) Haken wegwerken
2) Noemers wegwerken:
kgv = 6
4) Oplossingsmethode verg.
1°graad 1 onbekende.
2.6.2 x 6.

3
6.x
2
6
 4 x  12  x
2) Noemers wegwerken:
kgv = 6
3) Termen met x in 1 lid,
rest in ander (OV1)
 4 x  x  12
4) Zo eenvoudig mogelijk
schrijven
4) Oplossingsmethode verg.
1°graad 1 onbekende.
 4 x  x  12
4) Zo eenvoudig mogelijk
schrijven
 3 x  12
5) Vermenigvuldigen in 1 lid
wordt delen in ander lid
 x4
6) Oplossingenverzameling
schrijven.
V  4
4) Oplossingsmethode verg.
1°graad 1 onbekende: proef
Proef:
LL:
4
2(  1) 
3
2
3
OK
RL:
4
6
2

3
4) Oplossingsmethode verg.
1°graad 1 onbekende.
OV1
:optellen in ene lid wordt
aftrekken in ander lid
OV2
:vermenigvuldigen in ene
lid wordt delen in ander lid