2.3 Bevolking

Download Report

Transcript 2.3 Bevolking

2. China, meest bevolkte land op aarde

Bert Helsen Eric Goyvaerts François Verspagen

2.1 Situering 10 Chinese Volksrepubliek: derde grootste land ter wereld na Rusland en Canada.

Oppervlakte: 9 596 961 km 2 . Vergelijk met Europa (10 180 000 km 2) = bijna even groot als Europa

2.1 Situering Zeeën A B Gele Zee Oost-Chinese Zee 10 C D Zuid-Chinese Zee Grote Oceaan

2.1 Situering 1 2 3 4 Mongolië Rusland Kazachstan India Buurlanden 5 6 7 8 Noord-Korea Nepal Taiwan Vietnam 10

Noord 2.1 Situering Breedtecirkels 10 54

°

N Zuid 19

°

N Vergelijk de breedteligging: China en België China ligt zuidelijker dan België.

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Grootste bevolking ter wereld 1 354 146 000 Een op vijf inwoners op aarde = Chinees!!!! Bevolkingsdichtheid 141 inw./km 2 Vergelijk met België lager / hoger / vergelijkbaar

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Zeer dichtbevolkt (>400 inw./km 2 ) Oost-China Vrij dichtbevolkt (100-400 inw./km 2 ) N.O. en Centraal-china Dunbevolkt (<100 inw./km 2 ) West-China

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Miljoenensteden langs de kust: Hongkong (Xianggang), Shanghai, Shantou, Fuzhou, Ningbo, Qingdao.

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding Slechts een derde van China is bewoonbaar !

Bevolkingsspreiding= gelijkmatig ongelijkmatig

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren Bevolkingsspreiding en reliëf Dichtbevolkt Chinees Laagland: kust- en riviervlakten Dunbevolkt 11 Chinees Hoogland

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren Bevolkingsspreiding en reliëf Dichtbevolkt Chinees Laagland: kust- en riviervlakten 11 Dunbevolkt Chinees Hoogland (West China)

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding en neerslagverdeling Tegenstelling?

Wintermoesson = aflandig H Noord-, West-China = droog L

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 11 Bevolkingsspreiding en neerslagverdeling Tegenstelling?

Zomermoesson = aanlandig L Noord-, West-China = droog Oost-China = regenrijk H

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio

s West-China = gematigd droog klimaat N.O.-China = koudgematigd strenge winter Z.O.-China = warmgematigd natte zomer

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio

s T w 25,2

°

T k -13,0

°

T j N j West-China 7,5

°

236 mm = gematigd droog klimaat

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio

s T w 19,7

°

T k -26,2

°

T N j j -1,6

°

351 mm N.O.-China = koud gematigd klimaat met strenge winter

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Klimatologisch = drie regio

s T w 28,8

°

T k 15,8

°

T N j j 22,9

°

2215 mm Z.O.-China = warmgematigd met natte zomer

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en klimaat Grootste dichtheid in vochtig, warm klimaat

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en landbouw Landbouwsysteem West-China = extensieve, nomadische veeteelt Verklaring Gronden met beperkte landbouw mogelijkheden: sterk reliëf - droog koud klimaat (gebergteklimaat)

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Bevolkingsspreiding en landbouw Landbouwsysteem Oost-China = intensieve, zelfvoorzienende akkerbouw (tarwe, rijst) Verklaring - Geschikte bodem, - laagland (kust- en riviervlakten), - voldoende neerslag, irrigatielandbouw.

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 12 Dichtheid Bevolkingsspreiding Westen dunbevolkt Oosten dichtbevolkt Reliëf hoogland laagland Klimaat droog en koud Vochtig en warm Landbouw nomadische extensieve veeteelt intensieve zelfvoorzienende akkerbouw

2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 13 dunbevolkt hoogland droog gebergtekl.

nom. ext. ldb.

weinig industrie vrij dichtbevolkt laag- middelland koudgematigd tarweteelt veel industrie dichtbevolkt laag- middelland warmgematigd rijstteelt veel industrie

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 13 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Groeicurve bevolkingsevolutie 1950: 500 miljoen, 2011: 1,3 miljard Enorme groei= bevolkingsexplosie!

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Prognose toekomst?

13 Omstreeks 2030 begint bevolking af te nemen.

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Verdubbelingstijd?

13 X 2 45 jaar Bevolking 2011 1 355 000 000

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Verdubbelingstijd?

13 X 2 85 jaar Prognose 2050 1 400 000 000

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.1 Groeicurve en verdubbelingstijd Evolutie bevolking bij korte verdubbelingstijd?

De bevolking groeit zeer snel =bevolkingsexplosie X 2 X 2 13 45 jaar 85 jaar

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei 0 / 00 Bevolkingscijfers X 1 000 Tot. Bevolking?

14 1 355 000 000 X 1 000 = absoluut cijfer (precies aantal)

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei Bevolkingscijfers 0 / 00 Geboortecijfer?

14 X 1 000 13 0 / 00 = relatief cijfer (verhouding in promille) X 1 000

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei 14 = evolutie geboortecijfer (nataliteit) en sterftecijfer (mortaliteit) 0 / 00 X 1 000 X 1 000

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei aantal geboorten geboortecijfer 14 = absoluut cijfer = relatief cijfer (promille, 0 / 00 )

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei Geboortecijfer groter dan sterftecijfer bevolking neemt toe / af 0 / 00 X 1 000 14 X 1 000

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei 0 / 00 Grote natuurlijke groei 1950 25,1 0 / 00 2010 7,3 0 / 00 Sterftecijfer is gedaald van 25,1 naar 7,3 per duizend.

Verklaring Betere gezondheidszorg, betere hygiëne, drinkwater voorhandig.

14 X 1 000

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei 0 / 00 1955 - 1960 Geboortecijfer: sterk gedaald Sterftecijfer: gestegen 14 X 1 000 natuurlijke groei dalend

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.2 Natuurlijke aangroei 1955 - 1960 14 = verhogen industriële productie verwaarloosde voedselproductie !

20 – 43 miljoen hongerdoden = gevolg van de

Grote Sprong Voorwaarts

natuurlijke aangroei dalend

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.3 Samenstelling bevolking Leeftijdsopbouw, geslacht 14 horizontaal: aantal inwoners naar geslacht verticaal: leeftijdsgroepen naar geslacht

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.3 Samenstelling bevolking Vergelijk -20 jaar en >65 jaar 14 Smallere basis = verouderende bevolking - De groep jongeren vermindert in aantal. - Groep ouideren vermeerdert.

- Leeftijdshistogram met smalle basis.

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 15 2.3.4 Vruchtbaarheidscijfer = gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw tijdens vruchtbare leeftijd voortbrengt.

Gemiddeld aantal kinderen/vrouw gelijk is aan 2,1 = constant bevolkingsaantal.

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.4 Vruchtbaarheidscijfer Evolutie vruchtbaarheidscijfer tot 2010 Is steeds gedaald.

15 Hoe sterk?

Drie keer lager.

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 2.3.4 Vruchtbaarheidscijfer Gevolgen voor natuurlijke groei ?

15 2010 tot 2030 Latere prognose Gaat steeds afnemen.

Negatieve groei (afname).

2.3 Bevolking: vlugge bevolkingsgroei 15 2.3.5 Levensverwachting bij geboorte = gemiddeld aantal levensjaren voor iemand bij zijn geboorte Levensverwachting neemt steeds toe Prognose?

Wat betekent lage levensverwachting voor sterftecijfer en kindersterftecijfer?

Beide cijfers zijn hoog.

2.4 Enorme verstedelijking 15 Stedelijke bevolking 2010: 46,6% Evolutie? plattelandsbevolking: Is gestegen tot 1990, sindsdien licht dalend stedelijke bevolking: Is steeds gestegen. Op 50 jaar tijd verzesvoudigd Verklaring? Meer tewerkstelling in stedelijke regio

s: industrie en diensten.

2.5 Problemen bevolkingsgroei Probleem 1 16 = voedselvoorziening voor 1,3 miljard mensen Verzekeren door stijgende productie

2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Landbouwproductie en beteelde oppervlakte De beteelde oppervlakte is toegenomen.

Bodemgebruik? Wat stel je vast?

Slechts 15% opp. = geschikt landbouwgebied Verdere vergroting is bijna onmogelijk (reliëf, klimaat).

2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Landbouwproductie verhogen door landbouw te intensiveren (mits irrigatie) meerdere oogsten per jaar mogelijk - rendementen verhogen (meer meststoffen, moderne technieken)

2.5 Problemen bevolkingsgroei Andere uitdagingen degelijke huisvesting, Meer en beter onderwijs, 16 sociale voorzieningen ouderen (pensioenen), tewerkstelling.

2.5 Problemen bevolkingsgroei 16 Snelgroeiende bevolking voeden huisvesten ontwikkelen tewerkstellen Groei vertragen

daling aantal geboorten Bevolkingspolitiek

2.6 Bevolkingspolitiek 17 Tot jaren 50 gem. 6 kinderen/gezin = meer arbeidskrachten = gunstig voor economische ontwikkeling Jaren 70 nog gem. 3 kinderen/gezin Om al deze mensen te voorzien van voldoende voedsel, opleiding, huisvesting en werk waren enorme investeringen vereist. Plannen voor modernisering en ontwikkeling dreigden onuitvoerbaar te worden. De overheid startte daarom allerlei campagnes om het aantal geboorten te beperken.

2.6 Bevolkingspolitiek 17 In 1978 werd (met harde hand) een strenge politiek van geboortebeperking ingevoerd met als doel het realiseren van de nulgroei (geboortecijfer = sterftecijfer).

2.6 Bevolkingspolitiek 17 Ideale gezinssamenstelling= 1 kind per gezin Voordelen voor gezin: - scholing - gezondheidszorg - tewerkstelling - huisvesting 2 de kind = probleem - boetes - ontslag - abortus - geen onderwijs

2.6 Bevolkingspolitiek 17 In 1984 mochten landbouwgezinnen waarbij de eerstgeborene een dochter was, een tweede keer zwanger worden. Waarom deze uitzondering? Op het platteland trekken meisjes na hun huwelijk in bij de schoonfamilie. Zorg voor de ouders wordt hierdoor een probleem (er is geen pensioenstelsel voor boeren). De geboortepolitiek vraagt een hele organisatie: 300 000 ambtenaren houden toezicht op de quota! Slagen in de (staats-)opzet betekent voor hen bonussen of promotie, mislukking betekent loonverlies.

2.6 Bevolkingspolitiek 18 Resultaten bevolkingspolitiek - vruchtbaarheidscijfer aantal kinderen per vrouw gedaald - natuurlijke groei verkleind - nulgroei nog niet bereikt - prognose nulgroei: Nulgroei zou bereikt worden omstreeks 2030 – 2035 = bevolking constant nadien daling

2.6 Bevolkingspolitiek 18 Resultaten bevolkingspolitiek 400 miljoen Chinezen nooit geboren.

De bevolking neemt toch nog steeds toe.

Verklaring Het sterftecijfer is gedaald door betere leefomstandigheden. De levensverwachting is gestegen.

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek 18 De bevolkingspolitiek heeft sociale gevolgen. Het eenkindbeleid is een inbreuk op de persoonlijke vrijheid. Het beleid kende succes in de grote steden, maar op het platteland stuitte de eenkindpolitiek op heel wat kritiek.

Vooral op het platteland zijn vele paren dan ook ‘ongehoorzaam’ en brengen zij meer dan één kind ter wereld. Zo worden er ook veel baby ’s van het vrouwelijke geslacht niet aangegeven, te vondeling gelegd of zelfs vermoord. En daarbij ontstond een bloeiende handel in babyjongetjes!

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek 18 Het hebben van kinderen staat in China traditioneel gelijk met jongens ter wereld brengen. Zij zorgen voor het voortzetten van de familielijn. In China spreekt men dan ook van ‘kleine keizers’ wanneer men het over jongens heeft, want het zijn vaak enorm verwende kinderen, die na hun jeugd de dromen van hun grootouders en ouders moeten waarmaken (4-2-1-syndroom). Velen kunnen dit niet, worden depressief en plegen zelfmoord.

4-2-1 syndroom = 4 grootouders, 2 ouders, 1 kind

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek Evolutie leeftijdsgroepen 18 = vergrijzing 0-14 jaar 15-64 jaar >65 jaar Wordt steeds kleiner Stijgt tot 2015, nadien daling Wordt steeds groter

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek Evolutie leeftijdsgroepen 18 Kleine groep actieven = vergrijzing Grote groep ouderen Gevolgen?

Financiële lasten veroudering (pensioen, gezondheidszorg) moeten gedragen worden door een kleiner wordende groep actieven.

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek X 1 miljoen 19 Jongeren Ouderen 2000 - 2050 Basis histogram wordt steeds smaller.

Aandeel van jongeren vermindert.

X 1 miljoen X 1 miljoen

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek 19 X 1 miljoen 2000 Man Vrouw (X 1 miljoen) 52 46 2025 46 41 X 1 miljoen 2050 40 37 X 1 miljoen Gevolg: China heeft een mannenoverschot.

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek 19 Het onevenwicht in de demografische groei tussen mannen en vrouwen zorgt er voor dat in het China van 2020 ongeveer 40 miljoen mannen vrijgezel zullen zijn!

Momenteel worden er 119 jongens geboren tegenover 100 meisjes .

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek 19 Financiële gevolgen: Jongens hebben economische meerwaarde.

Minder kinderen betekent minder gezinsinkomen.

Even leek China zijn eenkindbeleid te gaan versoepelen. Immers, dit beleid leidde tot gedwongen abortussen en sterilisaties (officieel verboden sinds 2002), een tekort aan vrouwen en een snelle veroudering van de bevolking.

Het hoofd van de Chinese nationale bevolkings- en gezinsplanningscommissie heeft echter gezegd dat China nog tien jaar aan het eenkindbeleid vasthoudt.

(28/09/2010 VRT radio)

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek 19 Evolutie verhouding Europeanen >< Chinezen Bijna 2,5 x meer Chinezen dan Europeanen China = grote afzetmarkt?????

2.7 Gevolgen bevolkingspolitiek Grote natuurlijke aangroei?

19 Afrika (Kongo, Mali, Niger) Azië (Jemen, Oman)

2.8 India demografie 2.8.1 Situering Buurlanden: 1 Pakistan 2 China 3 4 Nepal Bangla Desh 5 6 Bhutan Myanmar Zeeën: a Arabische Zee b Golf van Bengalen 20

2.8 India demografie 20 2.8.2 Bevolkingsspreiding @ esa.un.org/unpp/index.asp http://www.geohive.com/earth/ Bevolking: Bevolkingsdichtheid: 1 173 000 000 357 Zeer dichtbevolkt = Dunbevolkt = Kust- riviervlakten N.- en Centraal-India Bevolking gelijkmatig/ongelijkmatig verspreid reliëf: - neerslag: - bodem: Laagland = geschikt om te wonen Voldoende neerslag voor irrigatie Bodems met landbouwmogelijkheden - industrie: Zorgt voor tewerkstelling

2.8 India demografie 2.8.3 Bevolkingsgroei Vergelijk groeicurves India en China 20 De Indische bevolking neemt steeds toe.

De Chinese bevolking neemt af.

2.8 India demografie 2.8.3 Bevolkingsgroei Vergelijk groeicurves India en China 20 geboortecijfer: sterftecijfer: natuurlijke groei: Neemt af Zal licht stijgen Zal licht dalen

2.8 India demografie 2.8.4 Samenstelling bevolking 21 Verhouding jongeren/ouderen 2010 Histogram met brede basis = jonge bevolking.

2050 Histogram met smaller wordende basis = bevolking veroudert.

Prognose voor beide landen: verouderende bevolking

2.8 India demografie 2.8.4 Samenstelling bevolking 21 Verhouding mannen vrouwen Ook hier tekent zich een mannenoverschot af.

2.8 India demografie 2.8.5 Vruchtbaarheidscijfer Evolutie vruchtbaarheidscijfer?

21 Neemt af tot 1,9 kinderen/vrouw Vruchtbaarheidscijfer < 2,1?

2025 Gevolg?

Bevolkingsaantal blijft constant.

Vruchtbaarheidscijfer > 2,1: bevolkingsafnama.

2.8 India demografie 2.8.5 Vruchtbaarheidscijfer Vruchtbaarheidscijfer, geboortecijfer, natuurlijke groei?

21 Ze nemen af maar de bevolking blijft groeien.

2.8 India demografie 2.8.5 Kindersterfte, levensverwachting Verklaring 21 De bevolking blijft groeien.

Sterftecijfer daalt Levensverwachting stijgt Kindersterfte daalt

2.8 India demografie 2.8.6 India, China, demografische problemen Vergelijk 21 Beide landen hebben gelijkaardige demografische problemen.

India wordt het meest bevolkte land ter wereld.

2

China: bevolking

1. China heeft het hoogste aantal inwoners ter wereld: 20% van de wereldbevolking.

2. De bevolking is onregelmatig verspreid: -W.-China: dunbevolkt -O.-China: dichtbevolkt -N.O.-China: vrij dichtbevolkt.

3.

Reliëf,klimaat en spreiding van de bevolking: -W.-China: hoogland, droog klimaat -N.O. China: zwakker reliëf, gematigd koud kl.

-Z.O.-China: laag-,middelland, vochtig warm kl.

2

China: bevolking

4. Landbouw: oost-west tegenstelling -W.-China: extensieve nomadische veeteelt -O.-China: intensieve zelfvoorzienende landbouw 5. China kende een grote bevolkingsgroei en zal pas rond 2030 een afname kennen.

6. Het aandeel van de stedelijke bevolking is in de laatste 50 jaar verzesvoudigd.

De plattelandsbevolking neemt licht af.

2

China: bevolking

7.De grote bevolkingsgroei stelt problemen: voedselvoorziening, huisvesting, scholing, werkgelegenheid, … 8. Door een strenge bevolkingspolitiek (één kind per gezin) daalt de natuurlijke aangroei en de vruchtbaarheidsgraad. Het totale aantal Chinezen blijft echter hoog en de bevolking veroudert snel.

9. De door de ‘eenkindpolitiek’ vooropgestelde nulgroei werd nog niet bereikt. Wel ontstond een onevenwicht in de demografische groei tussen mannen en vrouwen.

1. Door analyse van beelden, kaarten, grafieken ... de bevolkingsevolutie en de bevolkingsproblemen van China beschrijven.

2. Verklaren waarom de eenkindpolitiek werd doorgevoerd en met welk resultaat.

3. Verbanden leggen tussen bevolkingsspreiding, menselijke en fysische factoren.

4. De invloed van de overheid aantonen op de bevolkingsevolutie.

Bevolkingsexplosie leeftijdshistogram vruchtbaarheidscijfer verdubbelingstijd nulgroei