pptx - Freudenthal Instituut

Download Report

Transcript pptx - Freudenthal Instituut

Presentatie
titel
Minor PO-VO-(V)MBO
Elwier conferentie, Zwolle 2014
Rotterdam, 00 januari 2007
Rotterdam, 21 november 2014
Minor rekenen
Opvolger minor rekenen 10-14
Waarom deze vernieuwing:
- uitbreiding van minor naar 30 ects (geen
stageonderdelen meer er in
- inhoudelijke veranderingen, zorgen in
beroepsonderwijs over rekentoetsen
- gezamenlijk product HRO-Freudenthal Instituut
ELWIER-bijdragen van HAN Windesheim
IPabo
- veel materialen beschikbaar via ELWIER
Onderdelen
Beroepscontexten (Jaap Griffioen)
Vakdidactiek (Monica Wijers)
Onderzoek (Diana vd Driessche)
Innovatieve rekenlessen in VO en opbrengsgericht
werken
Rekenen in de beroepscontext
Waar gaat het om in deze cursus?
a. de kennis rond de aard en het niveau van rekenonderwijs
binnen het beroepsonderwijs
b. afstemmen van rekenwiskundeonderwijs op het vak
waartoe de studenten worden opgeleid
(kwalificatiedossiers)
c. rekening houden met de verschillen binnen (V)MBO
´Hoogtepunt´ van de cursus was de meeloopdag met de
praktijkdocent.
Aan de hand van de meeloopdag is een presentatie verzorgd
Onderdelen van de presentatie
Situatie beschrijving:
- Inhoud en niveau van rekenen binnen de praktijklessen
- Relatie tussen rekenwiskundelessen (theorie) en praktijk
- Inventarisatie van gebruikte materialen en software
- Rol van de rekendocent/praktijkdocent
Reflectie:
- Voelt de praktijkdocent zich competent t.a.v. zijn/haar taak?
-´Ideaalbeeld´ wat betreft de rekenlessen binnen V(MBO)?
Herontwerpen:
Als het anders moet, hoe kan het dan beter?
Waarom 1F of 2F
1F of 2F
Wat te doen? Voorstructureren of zelf
ontdekken?
Voorgestructureerd, da´s goed
Voelen docenten zich competent?
2F is goed genoeg.....
Verschillen tussen leerlingen
Iedereen een eigen aanpak
Overzicht van de presentatie
Waar hebben we het over gehad?
Vakdidactiek in nieuwe minor
Gericht op VO en MBO
Bijeenkomst 3: FAQ
Doorlopend - rekentoetsvragen
Vb inleveropdracht
Kies vier contextopgaven uit het
werkboekje toetsopgaven - één per
domein, met variatie in niveau. Typeer elke
opgave (zie het bovengenoemde artikel
voor voorbeelden). Beschrijf in ieder geval
het niveau, het domein, de context en de
rekenwiskundige inhoud van elke opgave.
Gebruik het referentiekader en evt. andere
bronnen om je typering te onderbouwen.
(ca. 1 A4, zonder de opgaven).
Innovatieve Rekenlessen
Opbrengstgericht werken
Voorbeelden uit het PO en VO
Literatuuronderzoek uitvoeren in
leerteams
Oriëntatie op ogw in de stagepraktijk
Traject ogw ontwerpen en uitvoeren
Voorbeelden:
- groepsplan schrijven naar voorbeeld PO
- klassenplan (hgw) schrijven
- cyclus Schoolcijfers gebruiken
- cyclus Datateams gebruiken
Onderzoek in de Minor Rekenen en
Wiskunde
Doel: docenten ondersteunen om actief en
zelfstandig hun eigen rekenonderwijs te
ontwikkelen en te evalueren.
1. Onderzoeksplan schrijven en onderzoek
uitvoeren (blok 1 en 2)
2. Stappen in onderzoek met zowel kwantitatief
als kwalitatief onderzoek (blok 1)
3. Wetenschappelijke artikelen lezen en ‘zakelijk’
schrijven (blok 2)
Stappen in onderzoek / exploreren
dataset
Doel: exploratieve data-analyse: wat zie je in de
dataset, wat zijn de variabelen, wat voor soort
variabele, welke vragen liggen ten grondslag aan de
data en hoe worden die vragen beantwoord?
Behandeld zijn meetniveaus, presentatie en
grafische weergave van gegevens,
normaalverdeling, centrummaten en spreiding.
Stappen in onderzoek / effect?
Een toetsvraag: een fragment wordt gegeven van
een casus die te maken heeft met prestatie /
motivatie bij kale of contextopgaven.
a. Op welke manier kan de docent zijn onderzoek opzetten? Beschrijf
dit.
b. Benoem een mogelijke methode van dataverzameling die de docent
uit het fragment kan gebruiken.
c. Welke onderzoekseenheden onderzoekt de docent in zijn onderzoek
(zoals het is opgezet bij je beantwoording van vraag 2a)?
d. Beschrijf de validiteit van het onderzoek zoals het is opgezet bij je
beantwoording van vraag 2a. Geef minimaal twee redenen waarom
het onderzoek wel/niet valide is.
Voorbeeld van een antwoord op 2a (ES)
Twee groepen, een experimentele en een controle
groep
Vergelijkbaar niveau en jaar
Experimentele groep verhaaltjessommen,
controlegroep kale sommen (klopt met
onderzoeksvraag)
Toetsen vergelijken
Voorbeeld van een antwoord (DV)
Je neemt twee parallelgroepen
Controlegroep kale opgaven
Experimentele groep verhaaltjessommen
Resultaten met elkaar vergelijken
Nog een voorbeeldvraag
V: Met welke statistische maten zou de docent de
data kunnen interpreteren en een conclusie kunnen
trekken over de onderzoeksvraag (zie je antwoord
bij 1c voor de onderzoeksvraag)? Geef aan welke
statistische maat je zou berekenen, hoe je deze
interpreteert en waarom deze van toepassing is.
A: (legt uit wat modus en mediaan zijn). Ik zou hier
gemiddelde kiezen van een klas / groep. Het laat
zien wat de groep heeft gepresteerd (tov de andere
groep). En hoogste en laagste cijfer liggen niet ver
uit elkaar (range).