Spijsvertering

Download Report

Transcript Spijsvertering

Spijsvertering
Nodig voor de cellen
• Glucose (enkelvoudig koolhydraat) als
brandstof.
• Aminozuren als bouwstof voor de
aanmaak van eiwitten.
• Vetzuren als bouwstof en brandstof.
• Cholesterol
• Vitamines, mineralen en spore-elementen
• Water
Voedsel bevat
• Eiwitten (polypeptiden)
• Koolhydraten
– Enkelvoudige suikers (monosachariden)
– Tweevoudige suikers (disachariden)
– Meervoudige suikers (polysachariden)
• Vetten en cholesterol
• Vitamines, mineralen en sporenelementen
• Water
Vertering
• Eiwitten splitsen in losse aminozuren.
• Meervoudige suikers splitsen in
enkelvoudige suikers
• Vetten splitsen in losse vetzuren.
Gebeurt door enzymen in de verschillende
spijsverteringssappen
Mond
• Vermalen van het voedsel m.b.v. het gebit.
• Vermengen met speeksel
– Afkomstig uit de speekselklieren
– 1000 – 1500 ml per etmaal
– Bevat water, slijm en amylase
– Hoeveelheid en samenstelling hangt af van de
aard van het voedsel
– Amylase splitst koolhydraten
Keel (pharynx)
• Buisvormige ruimte die over gaat in de
slokdarm (oesophagus) en aan de bovenkant in verbinding staat met de neusholte.
• De wand is gespierd.
• De spierlaag doet mee aan de slikreflex.
• Door de slikreflex gaat voedsel vanuit de
mond de slokdarm in.
• Tijdens het slikken is het strottenhoofd
afgesloten.
Maag (gaster)
• Tijdelijk voedselreservoir met een meng- en
kneedfunctie.
• Produceert maagsap:
– Ongeveer 2000 ml per etmaal
– Bevat water, slijm, zoutzuur, enzymen (pepsine)
en intrinsic factor
– Pepsine splitst eiwitten, zoutzuur helpt bij de
vertering van eiwit en doodt bacteriën
– Intrinsic factor is nodig voor opname van vit. B12
12-vingerige darm (duodenum)
• Eerste stuk van de dunne darm.
• Hier toevoeging van gal en pancreassap.
• Tussen maag en duodenum zit de maagportier (pylorus)
• De pylorus gaat dicht als er zuur in het
duodenum komt en open als het zuur in
het duodenum geneutraliseerd is.
• Gal en pancreassap neutraliseren zuur
Pancreas
• Ligt in de bocht van het duodenum.
• Produceert insuline en glucagon.
• Produceert pancreassap:
– Ongeveer 1000 ml per etmaal
– Bevat water, slijm, natriumbicarbonaat
– Bevat veel enzymen:
• Amylase (splitst koolhydraten)
• Trypsine (splitst eiwitten)
• Lipase (splitst vetten)
Gal
• Geproduceerd door de lever (hepar) en
tijdelijk opgeslagen in de galblaas.
• Ongeveer 750 ml per etmaal.
• Samenstelling:
– Water en slijm
– Natriumbicarbonaat
– Galzouten en galkleurstoffen
– Cholesterol
Dunne darm
• Bestaat uit 3 stukken:
– Duodenum (20 – 25 cm)
– Jejunum (2,5 m)
– Ileum (3,5 m)
• Produceert darmsap:
– 2000 - 3000 ml per etmaal
– Bevat enzymen voor de “eindvertering”
– Bevat water en slijm
Dunne darm
• Enzymen:
– Erepsine: mengsel van eiwitsplitsende
enzymen dat zorgt dat er uiteindelijk alleen
nog losse aminozuren overblijven.
– Disacharidasen: splitsen disachariden in
monosachariden
• Opname: vetzuren in de lymfevaten en de
overige stoffen in het bloed.
Dunne darm
• Voor en goede opname is een zo groot
mogelijk oppervlak nodig
– Slijmvlies is geplooid
– Slijmvlies heeft darmvlokken
Dikke darm (colon)
• Bestaat uit 6 stukken
– Blinde darm (coecum)
– Opstijgend deel (colon ascendens)
– Dwarse deel (colon transversum)
– Afdalend deel (colon descendens)
– S-vormig deel (colon sigmoïdeum)
– Endeldarm (rectum)
• Aan de blinde darm hangt de appendix.
Dikke darm (colon)
• Bevat veel bacteriën (darmflora)
• Belangrijkste functies:
– Onttrekken van water aan de onverteerbare
resten van ons voedsel
– Vorming van ontlasting
Ideale voeding
• Koolhydraten: 55 – 65% van de energiebehoefte
• Eiwitten: ongeveer 11% van de energiebehoefte
• Vetten: 25 – 35% van de energiebehoefte.
• Voldoende vitamines, mineralen, sporenelementen, water, etc.