Dia 1 - Singelkerk

Download Report

Transcript Dia 1 - Singelkerk

Welkom in deze dienst!
Voorganger: Prof. dr. G.C den Hertog
Ouderling: E. Groenewold
Organist:
Wim Brunsveld
Psalm24
Psalm 122
Gezang 175
Gezang 313
Schriftberijming 28
Psalm 87
Lukas 9: 28-56
Welkom en mededelingen
Psalm 24: 1, 2, 3
1 De aarde en haar volheid zijn
des HEREN koninklijk domein,
de wereld en die daarin wonen.
Het land rijst uit de oceaan,
rivieren breken zich ruim baan
om Gods volmaakte macht te tonen.
Psalm 24: 1, 2, 3
2 Wie is de mens die op zal gaan
en voor Gods heilig aanschijn staan?
Wie mag de tempel binnentreden?
Wie niet op loze wijsheid bouwt,
zijn hart en handen zuiver houdt
van kwade trouw en valse eden.
Psalm 24: 1, 2, 3
3 God is hem zegenrijk nabij,
in 't recht des HEREN wandelt hij,
de God des heils zal hem verblijden.
Een nieuw geslacht gaat op in 't licht
en zoekt des HEREN aangezicht,
Jakob, het volk dat Hij zal leiden.
Psalm 122: 1, 2, 3
1 Hoe sprong mijn hart hoog op in
mij,
toen men mij zeide: “Gord u aan
om naar des HEREN huis te gaan!
Kom ga met ons en doe als wij!”
…
Psalm 122: 1, 2, 3
…
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in,
u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
Jeruzalem, van ver aanschouwd,
wel saamgevoegd en welgebouwd,
o schone stede, die wij groeten.
Psalm 122: 1, 2, 3
2 Hoe zijn de stammen opgegaan!
Hier gingen ons de voeten voor
der pelgrims, die de HEER verkoor,
hier, waar uw heilge muren staan!
…
Psalm 122: 1, 2, 3
…
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
naar 's HEREN woord, om zijns naams
ere!
Zo is het Israël gezegd:
hier zijn de zetels van het recht,
de troon, waar David zal regeren!
Psalm 122: 1, 2, 3
3 Bidt heil toe aan dit Vredesoord:
dat die u mint bevredigd zij,
dat vrede in uw wallen zij,
gezegend zij uw muur en poort!
…
Psalm 122: 1, 2, 3
…
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
om u met vrede te ontmoeten!
Om al mijn broeders binnen u,
om 's HEREN tempel wil ik u,
o stad van God, met vrede groeten.
Gezang 175: 1, 2, 3
1 O wij arme zondaars, bedelaars onrein,
die in zond’ ontvangen en geboren zijn,
onze schulden brachten ons in zo grote
nood,
dat met lijf en ziel wij vervielen aan de
dood.
Kyrie eleison, Christe eleison,
Kyrie eleison.
Gezang 175: 1, 2, 3
2 Had de Here Jezus ons niet opgezocht,
mens onder de mensen, en ons
vrijgekocht,
Hij alleen tot sterven voor anderen
bereid,
wij waren verloren in alle eeuwigheid.
Kyrie eleison, Christe eleison,
Kyrie eleison.
Gezang 175: 1, 2, 3
3 Hoe zal 't God de Here ooit worden
geloond,
dat Hij zoveel liefde aan ons heeft
betoond,
ja, dat Hij zijn Een'ge, zijn Zoon gegeven
heeft, tot een prijs voor velen, die stierf
en zie, Hij leeft!
Kyrie eleison, Christe eleison,
Kyrie eleison.
We lezen uit de Bijbel
Lukas 9: 28-56
Lukas 9: 28-56
28
Het gebeurde ongeveer acht dagen
na deze woorden dat Hij Petrus en
Johannes en Jakobus meenam en de
berg opklom om te bidden.
29 En het gebeurde terwijl Hij bad, dat
de aanblik van Zijn gezicht
veranderd werd en Zijn kleding
blinkend wit werd.
Lukas 9: 28-56
30
En zie, twee mannen spraken met Hem;
het waren Mozes en Elia.
31 Zij verschenen in heerlijkheid en spraken
over Zijn heengaan, dat Hij zou volbrengen
in Jeruzalem.
32 Petrus en zij die bij hem waren, waren
bevangen door slaap. Toen ze wakker
geworden waren, zagen zij Zijn heerlijkheid
en de twee mannen die bij Hem stonden.
Lukas 9: 28-56
33
En het gebeurde, toen zij bij Hem
vandaan zouden gaan, dat Petrus tegen
Jezus zei: Meester, het is goed dat wij
hier zijn. Laten wij drie tenten maken,
voor U een, voor Mozes een en voor Elia
een; hij wist echter niet wat hij zei.
34 Terwijl hij dit zei, kwam er een wolk, en
die overschaduwde hen. Zij werden
bevreesd toen zij de wolk ingingen.
Lukas 9: 28-56
35
En er kwam een stem uit de wolk,
die zei: Dit is Mijn geliefde Zoon,
luister naar Hem!
36 En toen de stem geklonken had,
bevond Jezus Zich daar alleen. En zij
zwegen en vertelden in die dagen
niemand iets van wat zij gezien
hadden.
Lukas 9: 28-56
37
Het gebeurde de volgende dag,
toen zij van de berg afdaalden, dat
een grote menigte Hem tegemoet
kwam.
38 En zie, een man uit de menigte riep:
Meester, ik bid U, kijk toch naar
mijn zoon, want hij is mijn enig kind.
Lukas 9: 28-56
39
En zie, een geest grijpt hem en
meteen schreeuwt hij; en hij doet
hem zo stuiptrekken dat hij schuim
op zijn mond krijgt; hij gaat
nauwelijks bij hem vandaan en
mishandelt hem.
40 En ik heb Uw discipelen gevraagd
hem uit te drijven, maar zij konden
het niet.
Lukas 9: 28-56
41
Jezus antwoordde en zei: O ongelovig
en ontaard geslacht, hoelang zal Ik
nog bij u zijn en u verdragen? Breng
uw zoon hier.
42 Terwijl hij naar Hem toe ging, wierp
de demon hem tegen de grond en
deed hem stuiptrekken. Maar Jezus
bestrafte de onreine geest, genas het
kind en gaf het aan zijn vader terug.
Lukas 9: 28-56
43
Zij allen stonden versteld van de
grootheid van God. Toen zij zich allen
verwonderden over alle dingen die Hij
deed, zei Jezus tegen Zijn discipelen:
44 Laat deze woorden tot uw oren
doordringen, want de Zoon des
mensen zal overgeleverd worden in
de handen van mensen.
Lukas 9: 28-56
45
Maar zij begrepen dat woord niet
en het bleef voor hen verborgen,
zodat het niet tot hen doordrong. En
zij vreesden Hem een vraag te stellen
over dat woord.
Lukas 9: 28-56
46
Er ontstond een meningsverschil
onder hen over de vraag wie van hen
de belangrijkste was.
47 Maar toen Jezus de overweging van
hun hart zag, nam Hij een klein kind
en zette dat bij Zich.
Lukas 9: 28-56
48
En Hij zei tegen hen: Wie dit kleine kind
ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij,
en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem Die
Mij gezonden heeft. Want wie de minste
onder u allen is, die zal belangrijk zijn.
49 Johannes antwoordde en zei: Meester, wij
hebben iemand gezien die in Uw Naam
demonen uitdreef, en wij hebben het hem
verboden, omdat hij U niet samen met ons
Lukas 9: 28-56
50
En Jezus zei tegen hem: Verbied het
niet, want wie niet tegen ons is, die is
voor ons.
Lukas 9: 28-56
51
Het geschiedde, toen de dagen van
Zijn opneming vervuld werden, dat Hij
Zijn aangezicht naar Jeruzalem keerde
om daarheen te reizen.
52 En Hij stuurde boden voor Zijn
aangezicht uit. Op hun reis kwamen zij
in een dorp van de Samaritanen om
voor Hem voorbereidingen te treffen.
Lukas 9: 28-56
53
Maar zij ontvingen Hem niet, omdat
Hij op reis was naar Jeruzalem,
waarheen Zijn aangezicht gericht was.
54 Toen de discipelen Jakobus en
Johannes dat zagen, zeiden zij: Heere,
wilt U dat wij zeggen dat er vuur van
de hemel moet neerdalen en hen
verteren, zoals ook Elia gedaan heeft?
Lukas 9: 28-56
55
Maar Hij keerde Zich om, bestrafte
hen en zei: U beseft niet wat voor
geest u hebt,
56 want de Zoon des mensen is niet
gekomen om zielen van mensen te
gronde te richten, maar om ze te
behouden. En zij gingen naar een
ander dorp.
Gezang 313: 3, 4, 5, 6
3 Zie, Heer, de verdeeldheid aan,
die geen mens ooit helen kan.
Breng, o Herder, in Gods naam
uw verstrooide kudde saam.
Erbarm U, Heer.
Gezang 313: 3, 4, 5, 6
4 Open overal de poort,
Heer, voor uw voortvarend woord,
win elk volk met stille kracht
voor uw rijk, verdrijf de nacht!
Erbarm U, Heer.
Gezang 313: 3, 4, 5, 6
5 Geef geloof aan wie Gij zendt,
hoop en liefde, dat op 't eind
wat met tranen werd gezaaid
met gejuich mag zijn gemaaid.
Erbarm U, Heer.
Gezang 313: 3, 4, 5, 6
6 Laat ons zo uw heerlijkheid
zien in deze donk're tijd,
opdat wij nu en voortaan
trouw U ter beschikking staan.
Erbarm U, Heer.
De kinderen mogen naar de Bijbelklas
Preek
Schriftberijming 28: 2, 3, 4
2 Van liefde zij uw hart vervuld,
een vuur, nooit uitgewoed.
Een liefde die verdraagt en duldt,
de zonden toedekt en de schuld
elkaar vergeven doet.
Schriftberijming 28: 2, 3, 4
3 Uw huis sta open, welgemeend;
betoont u steeds gastvrij.
Dient naar uw gave iedereen,
beheert wat God u heeft geleend,
genade velerlei.
Schriftberijming 28: 2, 3, 4
4 Laat als u spreekt uw woord steeds
zijn
een echo van Gods stem
en laten diensten, groot en klein
een weerschijn van Gods daden zijn,
verricht in kracht van Hem.
Collecte voor
1) ##Universiteit
2) ##
Psalm 87: 1-4
1 Op Sions berg sticht God zijn heilge
stede.
Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open
hof.
O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof:
door uwe poort zal ieder
binnentreden.
Psalm 87: 1-4
2 Rahab en Babel zullen u behoren.
Ja volk na volk buigt eenmaal voor
Hem neer
en ieder land erkent Hem als de HEER.
O moederstad, uit u is elk geboren!
Psalm 87: 1-4
3 God zal hen zelf bevestigen en
schragen
en op zijn rol, waar Hij de volken
schrijft,
hen tellen, als in Isrel ingelijfd,
en doen de naam van Sions kindren
dragen.
Psalm 87: 1-4
4 Zij zullen saam, de groten met de
kleinen,
dansend de harpen en cymbalen
slaan,
en onder fluitspel in het ronde gaan,
zingend: “In U zijn al onze fonteinen”.
Zegen, door de gemeente
te beantwoorden met: