Elektriciteit in huis

Download Report

Transcript Elektriciteit in huis

Elektriciteit in huis
Gemaakt door Ype en Ronald
De huisinstallatie
• Door elk woonhuis loopt een heel netwerk
van elektriciteitsdraden: de huisinstallatie.
• In de meeste huizen heb je vier tot zes
groepen waarin de hoofdleiding zich splitst
na de kilowattuurmeter.
Fasedraad en nuldraad
• Elke groep bestaat uit een aantal vertakkingen:
één voor elk stopcontact en elk licht punt. In een
stopcontact komen twee draden uit.
• De bruine draad = fasedraad
• De blauwe draad = nuldraad
• Deze draden zijn gemaakt van koper met
daaromheen vinyl(soort plastic)
Zo word een hanglamp aangesloten.
• Hiernaast zie dat de fase draad tot de schakelaar gaat
en daarna verdergaat met een zwarte draad: de schakel
draad.
De schakel draad.
• Op de schakel draad staat alleen
spanning als je de schakelaar in de
AAN-stand zet.
• Op de fasedraad staat een spanning van 230 volt.
Je moet de koper draad beslist niet aanraken.
Wanneer je dat wel doet krijg je een schok.
• Op de nuldraad staat geen spanning; deze word
alleen gebruikt om de stroomkring te sluiten.
• Toch moet je met de nuldraad oppassen. Heel
soms gebeurt het dat een installateur per ongeluk
de fasedraad en de nuldraad omwisselt. !!
Schakel dus altijd de spanning uit, voordat je een
draad beetpakt !!
kortsluiting
• Elektriciteitsdraden zijn gemaakt van dik, goed
geleidend koperdraad. De weerstand van deze
draden is heel klein. Dat betekent dat de stroom
er gemakkelijk doorheen gaat.
• Elektrische apparaten worden zo ontworpen dat
de stroomsterkte niet te groot kan worden. Zolang
de stroom de juiste weg door het apparaat volgt,
blijft de stroomsterkte binnen de perken. Dat
verandert als de stroom een verkeerde weg kan
nemen, met een veel kleinere weerstand. De
stroomsterkte wordt dan veel te groot. Dit wordt
kortsluiting genoemd.
overbelasting
• Er mogen niet teveel apparaten tegelijk op één
groep aangesloten worden. In dat geval kan de
totale stroomsterkte te groot worden. De
leidingen van de meterkast naar de vertakkingen
moeten dan teveel stroom verwerken. Dit heet
overbelasting.
• De totale stroomsterkte mag in veel oudere
huizen niet groter zijn dan 10 A (per groep). In
nieuwere huizen is de maximale stroomsterkte
(per groep) 16 A.