10 zaken over begrijpend lezen (naar Timothy

Download Report

Transcript 10 zaken over begrijpend lezen (naar Timothy

BEGRIJPEND LEZEN DOET ERTOE!
Wat werkt?
Dr. Kees Vernooy
Lector emeritus Effectief taal- en leesonderwijs
Centrum voor Onderwijskwaliteit
Den Haag
10 januari 2015
Wat komt aan de orde?
Doelen studieavond
• Systematische verkenning begrijpend lezen
• Vragen scholen
• Problemen scholen
• Huidige inzichten m.b.t. begrijpend lezen (het wat en
hoe)
• De afspraken die we met elkaar maken
Verder:
- Er komt veel aan de orde, maar we moeten
fragmentarisch werken voorkomen!
- Aan het einde van de avond weet je wat er allemaal bij
begrijpend lezen komt kijken
Vooraf: Catherine Snow (2014)
De belangrijkste 21e eeuwse vaardigheid?
Goed kunnen begrijpend lezen!
Begrijpend lezen is de basis voor alle leren!
Wat houdt volgens Snow effectief
begrijpend lezen (met diep begrip) in?
Teksten kunnen
- analyseren,
- bekritiseren,
- samenvatten en ervan
- leren.
Korte opdracht
Welke problemen hebben uw leerlingen met
het begrijpen van teksten?
Wat bepaalt de resultaten van
taal-/leesonderwijs?
Doelen
X
Effectief curriculum
X
Voldoende tijd
X
Effectieve instructie
+
Omgaan met verschillen
preventief
curatief
Begrijpend lezen is een
complexe vaardigheid en een
goede begrijpende lezer
kenmerkt zich door integrale
omgang met ‘subvaardigheden’
als ….
• Beschikt over een goede
taalvaardigheid/woordenschat/kennis van de
wereld (1.05)
• Kan vlot en vloeiend lezen (0.85)
• Denkt na over de inhoud en aanpak tekst (0.60)
Het probleem ‘begrijpend lezen’:
landelijk gezien
• Een kwart tot een derde van de leerlingen is in
groep 8 zwak (Van den Broek 2010) en na 2011
nemen de resultaten in groep 8 af (Cito 2014);
• Netten (2014): In het afgelopen decennium zijn
de leesresultaten in groep 6 significant
afgenomen;
• Nederlandse kinderen zijn geen gemotiveerde
lezers; bijna 50% van de kinderen leest thuis
nooit (PISA 2009; 2012).
Illustratie
Begrijpend lezen groep 8
(Cito PPON 2014)
Illustratie
Competentiebeleving lezen bij
brugklassers (Jolles e.a. 2013)
Oorzaken problemen begrijpend lezen
PROCES
Decoderen
(Nauwkeurig)
Leessnelheid
(Automatisch en vlot
en vloeiend)
Werkgeheugen
(aandacht)
KENNIS
Woordenschat (betekenis
woorden)
Mondelinge taal
Syntactische kennis
Domeinkennis
Afleidingen maken
(abstract denken)
Visualiseren
Monitoren begrijpend
lezen
Carlisle & Rice; Perfetti, Marron, & Foltz, 1996
•Inhoudelijke kennis
•Activeren
voorkennis
•Kennis van
teksten
•Levenservaring
Kennis
•Motivatie &
betrokkenheid
•Activerende
leesstrategieën
•Monitorende
strategieën
•Herstelstrategieën
Omgaan met teksten is
een complex proces
Taal
Wat vraagt dat?
(Reid Lyon 2005)
Metacognitie
•Mondelinge taalvaardigheid
•Kennis structuur
taal
•Woordenschat
•Culturele invloeden
Vlot en
vloeiend
lezen
•Goede toon
•Geautomatiseerd/
snelheid
•Nauwkeurigheid
•Decoderen
•Fonemisch bewustzijn
WAT KOMT KIJKEN BIJ HET BEGRIJPEN
VAN EEN TEKST?
Goede (mondelinge) taalvaardigheid
Leesdoel
Vlot en
vloeiend
lezen
Denkproces
Monitoren
Resultaat
Inhoud tekst
Voorkennis/achtergrondkennis
Wat moeten we doen? Doe wat ertoe doet!
De belangrijkste aanbevelingen
1.
2.
3.
4.
Groep 1 – 8: aandacht voor woordenschat/kennis van de wereld
(van begrijpend luisteren naar begrijpend lezen. Voorkennis heeft
volgens Hattie (2012) een effectgrootte van 1.05. Begrijpend lezen
is kennis afhankelijk!
Groep 1 – 8: aandacht voor vlot en vloeiend lezen (van fonemisch
bewustzijn naar vlot en vloeiend lezen). Speelt een vitale rol bij
begrijpend lezen!
Groep 1- 8: aandacht voor doelgericht actief spreken/redeneren
Groep 4 – 8: kinderen met allerlei soorten teksten leren omgaan
(ook bij de kennisgebieden) en met enkele leesstrategieën, waarbij
kunnen omgaan met voorkennis, afleidingen maken en monitoren
het belangrijkst zijn.
Toelichting: 1 - 3 zijn de pijlers van het begrijpend lezen en
moeten de meeste aandacht krijgen.
Leescomponenten in samenhang zien. Het belang
van een integrale aanpak begrijpend lezen
Groepen
Taalvaardigheid
Woordenschat/voorkennis
Technisch
lezen
Leesstrategieën
Groep 1 - 2
Begrijpend
luisteren
Taalgebruik
Verbaal
redeneren
Continu
Omgaan met
voorkennis
Mondelinge taal
Fonemisch
bewustzijn
Letterkennis
Begrijpend luisteren
Omgaan met
voorkennis
Groep 3
Begrijpend
luisteren
Taalgebruik
Verbaal
redeneren
Continu
Omgaan met
voorkennis
Leren lezen
Begrijpend luisteren
Omgaan met
voorkennis
Groep 4 -6
Begrijpend
luisteren
Taalgebruik
Verbaal
redeneren
Continu
Omgaan met
voorkennis
Vlot en vloeiend
lezen
Omgaan met
voorkennis
Afleidingen maken
Leren monitoren
Enkele strategieën
(na groep 4)
Begrijpend
luisteren
Taalgebruik
Verbaal
redeneren
Continu
Omgaan met
voorkennis
Uitbouw en
onderhoud vlot en
vloeiend lezen
Omgaan met
voorkennis
Afleidingen maken
Leren monitoren
Enkele strategieën
Groep 7 - 8
Stilleesbeleid
Stilleesbeleid
Bespreek in viertallen wat u uit dit
onderdeel van de presentatie meeneemt
voor uw eigen school.
Waar zou uw school mee aan
de slag moeten gaan?
Hoe betere resultaten begrijpend
lezen?
Leesresultaten zijn het gevolg van:
Wat we onderwijzen
en
Hoe we onderwijzen
Mike Schmoker
“The Real Causes of Higher Achievement”
Vooraf. Stel doelen Tvk, lezen en
spelling
Doelen I, II en III
DMT
% leerlingen die dat zou
moeten halen
85%
AVI
90%
TvK
80%
Woordenschat
70%
Spelling
80%
Begrijpend lezen
80%
Instromen VO
Minimaal 75% 1F
Taakprofielen Cito Begrijpend lezen
I. Het “Wat”
De niveaus van begrijpend
lezen/niveaus van denken over de
tekst
Evaluatief
“Denk en zoek” en boven
de tekst staan (beoordelen)
Afleiden
“Denk en zoek” of tussen
de regels lezen
Letterlijk
“Daar staat het”
Welke leesvaardigheid vragen de
VO-examens?
• VMBO: 2F (vooral letterlijk begrijpen)
• HAVO: 3F (combinatie van letterlijk
begrijpen en afleidingen maken)
• VWO: 4F (vooral afleidingen maken)
Universiteit Utrecht (2014): leesvaardigheid
hangt positief samen met de
examenresultaten bij alle vakken.
Factoren die het begrijpen van
teksten beïnvloeden nader
bekeken
Vooraf
Begrijpend lezen begint al vroeg.
Strickland & Riley-Ayers (2006)
De leesontwikkeling begint vroeg in het
leven en correleert sterk met
schoolprestaties.
De woordenschat in de kleutergroepen
voorspelt het begrijpend lezen halverwege
de basisschool! (Catherine Snow, 2006).
1. Mondelinge taalvaardigheid
Problemen mondelinge taalvaardigheid werken
negatief door op het (latere) begrijpend lezen.
Daarom:
• Signaleer in groep 1 en 2 kinderen met problemen op
dat gebied.
• Gebruik de SNELtoets:
http://kindentaal.logopedie.nl/site/sneltest
• Controleer in groep 1 en 2 het gehoor! (Keegstra 2010)
• Gebruik een fonemisch bewustzijnprogramma voor deze
kinderen. Onvoldoende werking: schakel een
logopediste in.
Programma’s fonemisch bewustzijn
•
•
•
•
CPS programma
Programma Ellen van der Veen
Het programma Bouw van Aryan van der Leij
Ik & Ko
2. Woordenschat/kennis doet er voor
begrijpend lezen alles toe!
• Woordenschat is significant verbonden met
begrijpend lezen, technisch lezen, spelling en
schoolprestaties in zijn algemeenheid.
• Voorkennis is cruciaal voor begrijpend lezen!
Een effectgrootte van 1.04!
• Woordenschat is een voorwaardelijke pilaar
voor begrijpend lezen! Je moet 95% van
de woorden kennen om de tekst te
begrijpen.
• Woordenschat wordt vooral in de
bovenbouw belangrijk.
Kate Cain (2010)
Het begrijpen van woorden is essentieel
voor goed begrijpend lezen en voorspelt
de begrijpend leesontwikkeling.
Kortom: woordenschat is sterk met
begrijpend luisteren en begrijpend lezen
verweven.
Kaefer, Neuman & Pinkham (2011)
Achtergrondkennis en taalmilieu
• Achtergrondkennis is de belangrijkste verklaring voor
verschillen in begrijpend lezen tussen kinderen
afkomstig uit verschillende taalmilieus;
• Als kinderen uit verschillende taalmilieus dezelfde
voorkennis over het verhaal hebben, zijn er geen
verschillen in het begrijpen van de tekst;
• Het aanbieden van een tekst over een onbekend
onderwerp, waarbij de achtergrondkennis van kinderen
geneutraliseerd werd, liet zien dat er dan geen
verschillen tussen kinderen uit de verschillende
taalgroepen waren.
Illustratie
Rol van kennis bij teksten
Analyseprocedures
De statische procedures voor het analyseren van het
verklaringsmodel worden de analyseprocedures
genoemd. De partiële kwadratenschatters ten
behoeve van de zogenaamde softmodelling
procedure worden vergeleken met de meest
aannemelijke schatters die gebruikt worden in de
covariantiestructuuranalyse procedure, bekend
onder de naam Lisrel.
Vooral veel aandacht voor
woordenschat, voor- en
achtergrondkennis
• Hoe?
• Vanaf groep 1: veel aandacht voor
informatieve teksten en ontwikkelen
domeinkennis;
• Vooral aandacht besteden aan de
schooltaal (zit in de methoden);
• Tijdens stillezen ook aandacht voor
informatieve teksten (zie Informatie
Juniors en Docukit etc.)
Doe veel aan woordenschat en
lees in de onderbouw veel voor
Doet voorlezen ertoe? (Mol & Bus 2011)
Gebruik ook digitale prentenboeken
(Verhallen 2010)
• Probleem: kinderen met een beperkte
woordenschat haken bij voorlezen
dikwijls af;
• Vooral bewegende digitale prentenboeken houden
kinderen beter bij het verhaal. Ook tijdens derde of
vierde herhaling;
• Door herhaling leren kinderen verhalen begrijpen en
nieuwe woorden.
• Zet dit medium vooral bij kinderen met beperkte
woordenschat in.
Maar ook …. kinderen moeten de
woorden van het leren lezen kennen
Een goede woordenschat versterkt
ook het leren lezen. Het is van groot
belang dat kinderen de woorden
kennen die tijdens het leren lezen aan
de orde komen. Dit versterkt, dat
kinderen het leren lezen als
betekenisvol ervaren.
Directe en indirecte activiteiten
woordenschat (groep 4 – 8). Vooral de rood
gemaakte zaken zijn belangrijk
DIRECT
• Woorden uitleggen (pre-teaching:
sterk!
• Ontwikkelen woordbewustzijn
(denken-delen-uitwisselen)
• Strategieën voor het leren van
onbekende woorden
• Inzet computer
• Viertaktstrategie
• Woorden op het bord schrijven
• Gebruik woordenboek
• Woorden uit methoden
behandelen
INDIRECT
• Dagelijkse gesprekken met
volwassenen en andere kinderen
• Door luisteren naar volwassenen
die hen voorlezen
• Veel zelf te lezen: sterk!
Omgaan met moeilijke woorden in
de groepen 3 - 8. Wat hiermee doen?
Pre-reading
Pre-teaching
Belangrijke vragen:
Maar effectiever is
volgens recent
- Waar gaat het over?
- Wat weet ik er al van? onderzoek (2011):
Pre-teaching van
kernwoorden
Advies: Doe bij elke
tekst aan pre-teaching
van kernwoorden
Bij onvoldoende voorkennis
over de inhoud van de tekst
• Preteaching van de voor de leerlingen
onbekende kernwoorden (schrijf woorden
op het digibord);
• Vertel kort over je eigen ervaringen met
die woorden;
• Plaats die nieuwe woorden in een
raamwerk/web tussen de woorden die ze
al kennen.
3. Besteed veel aandacht aan
technisch lezen
• Zorg voor een goede leesstart (spraak-/taal, fonemisch
bewustzijn letterkennis) in groep 1 en 2;
• Geef excellent onderwijs in groep 3, want: kinderen die
slecht starten worden nooit een goede lezer;
• Groep 3 en 4: de eerste 10 minuten aandacht voor
automatisering. Automatiseren is cruciaal voor vlot
technisch lezen;
• Onderhoud het technisch lezen na groep 5.
• Help kinderen in de bovenbouw bij het decoderen van
onbekende moeilijke woorden
Technisch lezen, werkgeheugen
en automatisering
Verwerking
leestaak
Werkgeheugen
Spellende lezer
Verwerking
leestaak
Vlotte lezer
Stimuleer bij vlot en vloeiend
lezen
• Op tempo lezen
• Op toon lezen
Nauwkeurig lezen heeft minder effect voor
het begrijpend lezen
Verbeteren vlot en vloeiend lezen: een
aantal tips
• Behandel vooraf voor leerlingen
onbekende woorden.
• Model vlot en vloeiend lezen, waarna de
leerlingen de tekst zelf kunnen herlezen.
• Spreek moeilijke woorden rustig uit.
Meetbaar = meet - baar
Locatie = lo - ca - tie
Invalide = in - va - li- de
4. Laat leerlingen ervaring opdoen
met (onbekende) Cito tekstvormen
Groep 4:
- hussel- en
invulverhaaltjes
- ordenen in een tabel
- het belangrijkste
woord zoeken
- de beste titel zoeken
- waar gaat deze tekst
over
Groep 8:
- cloze-taak
- husselteksten
- hoofd- en bijzaken
- compleet maken
Gebruik ook actuele teksten
Volgens Guthrie (2002) is de interactie met de
echte wereld (actualiteit), zoals in Nieuwsbegrip
en Kidsweek, voor de leerlingen cruciaal. Bij die
interactie met de echte wereld zijn ze
automatisch bezig met het uiterst belangrijke
proces van activering en het opbouwen van
voorkennis. Ze denken na over wat ze al weten.
Daarnaast beïnvloedt interactie met de echte
wereld ook hun motivatie om te lezen, omdat
deze teksten meer aansluiten bij hun
belevingswereld.
Gebruik de teksten bij
kennisgebieden
Waarom?
- Die teksten zijn dikwijls lastig te begrijpen;
- Hierdoor vindt er meer begrijpend lezen
plaats;
- Doe het op een vanzelfsprekende manier.
5. Wat worden op dit moment als de belangrijkste
strategieën gezien? (Vernooy 2013)
Kritische strategieën
1. Je leesproces kunnen monitoren vanuit je leesdoel:
2. Het omgaan met voorkennis voor, tijdens en na het
lezen om te begrijpen wat je leest;
3. Afleidingen kunnen maken.
Daarbij geldt: je voorkennis bepaalt of je afleidingen
kunt maken.
4. Weten wat je moet doen als je het niet meer begrijpt.
5. Herlezen tekst.
Daarnaast zijn er ondersteunende strategieën (vragen
stellen, visualiseren, samenvatten)
Illustratie
Methoden en leesstrategieën
Illustratie: Frequentie strategieën Leeslink (basisabonnement)
Groep
Doel
Voorsp
bepalen ellen
Kennis
ophale
n
Vragen
stellen
Visualiseren
Samenvatten
Herstellen
Groep 4
Groep 5
4
4
4
4
4
4
4
Groep 6
4
4
4
4
4
4
4
Groep 7
4
4
4
4
4
4
4
Groep 8
4
4
4
4
4
4
4
Sommige methoden hebben alleen korte teksten, waardoor er geen strategieën nodig
zijn. Bijvoorbeeld: Overal tekst!
Wat dan? Beredeneerd aanbod
voor begrijpend lezen
• Groep 1 – 8: aandacht voor doelgericht
praten/redeneren
• Nieuwsbegrip basisversie
• Gebruik artikelen uit Kidsweek
• De meeste taalmethoden voldoen bijna aan de
kerndoelen voor begrijpend lezen
• Cito Hulpboek Begrijpend lezen
• Gebruik de beste teksten uit de oude methode
• Maak van de lessen kennisgebieden begrijpend
leeslessen
• Beperkt aantal strategieën
• Veel aandacht voor het begeleid omgaan met teksten
Superieur: omgaan met teksten in drie stappen
(monitoren/metacognitief handelen)
 Doelen stellen (waarom tekst lezen)
 Verkennen tekst/voorspellen
Vóór het lezen
 Actualiseren achtergrondkennis
 Begrijp ik het?
 Monitoren begrijpen (vanuit
leesdoel)
Tijdens het lezen
 Integreren nieuwe begrippen
 Samenvatten
Na het lezen
 Evalueren; doelen
gehaald?
 Toepassen
Het belang van afleidingen
kunnen maken
• Als ze binnenkomt, is ineens iedereen stil.
• Het schilderij is al jaren familiebezit, maar
moet nu helaas verkocht worden.
• Plasterk houdt vast aan Isabella
• Ik vergeet soms naar mijn werk te gaan.
HOE MOET EEN
LEERLING AFLEIDEN?
- Voor het lezen (de kaft van een boek, aanwijzingen uit
afbeeldingen, vooraf de vragen lezen, voorkennis en
nadenken, en de aanwijzingen aan het begin van de
tekst)
- Tijdens het lezen (tekst, illustraties, aanwijzingen in de
tekst, ervaringen/voorkennis, vergelijkingen, oorzaak
en gevolg)
- Na het lezen (voorkennis, ervaringen, tekst
aanwijzingen, vergelijkingen, oorzaken en gevolgen,en
verbindingen met de tekst leggen)
Opkomst van de strategie ‘het
belang van herlezen’
Herlezen/herhaald lezen leidt tot een beter
en dieper tekstbegrip. Heeft volgens Hattie
(2012) een effectgrootte van 0.67.
Leerkrachten moeten leerlingen
aanmoedigen teksten nog een keer te lezen.
Lees en herlees!
Helpt leerlingen hoe ze moeten
handelen als ze het niet begrijpen
Herlezen, vooruit lezen,
nadenken, kijken naar afbeeldingen
Het aanpassen van de leessnelheid
Om hulp vragen
6. Stimuleer kinderen veel te lezen
“Recent vonden we, dat de omvang van
het lezen van leerlingen in de school één
van de belangrijkste verschillen in
ervaringen was in meer of minder
effectieve klassen.” (Allington, 2003)
Zorg voor een stilleesbeleid, waarbij
leerlingen wat te kiezen hebben!
Begrijpend lezen met actuele
teksten
• Nieuwsbegrip Basis
• Nieuwsbegrip XL
• Kidsweek
•
•
•
•
Leesstudio Actueel
Leeslink
Goed Gelezen!
Begrijpend lezen
Roode Kikker
• CED Rotterdam
• CED Rotterdam
• Young and
Connected
• Uitgeverij Zwijsen
• Malmberg
• Malmberg
• De Roode Kikker
Eindhoven
Universiteit van Amsterdam
Boeken lezen van hoog niveau verhoogt
kans op goede Cito-score (Kortlever &
Lemmens 2012).
De studie bevestigt het belang van
regelmatig vrij lezen. Het regelmatig lezen
van tijdschriften had geen effect.
Bespreek in viertallen wat u uit dit
onderdeel van de presentatie meeneemt
voor uw eigen school.
Waar zou uw school mee aan
de slag moeten gaan?
II. Het Hoe
Wat is voor het leren omgaan met
teksten en strategieën belangrijk?
1. Het gegeven, dat ‘modeling’ - voordoen en
tegelijkertijd hardop denken - ertoe doet!
Observerend leren! Niet laten aanmodderen!
2. Leerlingen veel laten (begeleid) toepassen
(automatiseren en toepassen).
3. Ook feedback geven tijdens het zelfstandig
werken.
4. Yan (2010): 1 – 3 motiveren leerlingen te
participeren.
Wat moeten leerkrachten doen?
• Kinderen wijzen op het belang van met teksten kunnen
omgaan (perspectief bieden)
• De tekst centraal stellen
• Leerdoelen: duidelijk aangeven wat er geleerd moet
worden;
• Modelen hoe je met teksten omgaat (voor – tijdens – na)
• Leerlingen begeleiden bij het toepassen/omgaan met
teksten en daarbij feedback geven
• Leerlingen in duo’s laten samenwerken rondom een
tekst
• Leerlingen zelfstandig met teksten leren omgaan
Nederlands probleem
• Te grote kloof tussen instructie en
zelfstandig werken (Bunte 2013)
• Te weinig aandacht voor onder
begeleiding toepassen
Verantwoordelijkheid leerkracht
Introductie/uitleg/modeling
“Ik doe het”
Begeleide
inoefening
“Wij doen het”
Samenwerken
“Jullie doen
het samen”
Risicolezers:
“Je doet het
Verlengde instructie
alleen”
De rest: werkt zelfstandig
Verantwoordelijkheid leerling
Een succesvol instructiemodel voor alle leerlingen
Fisher, D., & Frey, N. (2008). Better learning through structured teaching: A framework for the gradual
release of responsibility. Alexandria, VA: Association for Supervision and Curriculum Development.
Voorkennis en visualiseren
Geef veel taak- en
procesgerichte feedback!
Taakgerichte feedback is informatie over:
• Waar ga ik heen?
• Hoe doe ik het?
• Wat moet ik vervolgens doen?
Tip: Geef ook feedback tijdens het
zelfstandig werken
Sterke onderwijsfactor. Effectgrootte .73
Maar … laat leerlingen ook
samenwerken rondom teksten
• Leerlingen kunnen elkaar helpen en het is
goed voor de motivatie. Samenwerkende
leerlingen zijn meer tevreden dan niet
samenwerkende leerlingen.
• Heel veel onderzoek toont, dat tutoring met
heel effectief kan zijn (Berrill 2009, Vernooy &
Egbertsen 2012; Egbertsen 2013).
• Peer tutoring heeft een effectgrootte van
0.55.
Zorg voor effectieve koppels!
Waarom peer tutoring?
• Betere leesresultaten
• Betere motivatie
• Biedt leerkrachten de mogelijkheid om Vleerlingen te helpen
Bespreek in viertallen wat u uit dit
onderdeel van de presentatie meeneemt
voor uw eigen school.
Waar zou uw school mee aan
de slag moeten gaan?
III. Wat zeker doen?
Groep 1 – 8 is verantwoordelijk voor het lezen van
risicokinderen. Hoe?
Als team
Werk vanuit doelen voor begrijpend lezen
Zorg voor voldoende tijd en ga effectief om met verschillen
Goed curriculum
Goede leesstart in groep 1-3:
- Veel aandacht voor woordenschat (o.a. kennis van de wereld)
- Veel aandacht voor mondeling taalgebruik (fonemisch bewustzijn)
- Kinderen goed leren lezen (accent op automatiseren)
Groep 4-8:
- Kinderen vlot en vloeiend leren lezen (accent automatiseren)
- Preteaching kernwoorden bij elke tekst (schooltaal!)
- Modelen en begeleid toepassen van het omgaan met teksten (leren
monitoren)
- Effectief stilleesbeleid (kunnen kiezen!)
VOOR HET OMGAAN MET DE
TEKST
• Plaats de tekst centraal
• Praat over het leesdoel en over wat de leerlingen op het
einde van de les geleerd hebben
• Preview met de leerlingen de tekst
• Schrijf de moeilijke woorden op het digibord
• Spreek hardop de woorden uit die ze met moeite kunnen
lezen
• Activeer de noodzakelijke voorkennis of onderwijs
achtergrondkennis
• Leg kort de betekenis van enkele moeilijke woorden uit
(pre-teaching)
Tot slot
Als het kind niet leert van jouw lesgeven,
dan moet je lesgeven op de manier
waarop het kind wel leert.
Rita Dunn
Voor morgen
Werkopdracht: 3-2-1 Reflectie
• Welke 3 zaken heb ik geleerd?
• Welke 2 zaken ga ik uitproberen?
• Over welk onderwerp wil ik nog meer weten?
Voor meer informatie:
[email protected]
Bijlage 1
Barometer van effectiviteit
• Boven de 0.4 = Zone van gewenste
effecten
• 0.15 tot 0.4 = Lichte effecten
• 0 tot 0.15 =
Geringe effecten
• Lager dan 0 = Negatieve effecten
Bijlage 2
Effectgrootten variabelen
Sterk
Gem.
Homogene niveau groepen
0.12
Versnellen ontwikkeling (bijv. klas overslaan)
0.68
Programma’s begrijpend lezen
0.60
Verbanden tussen begrippen leggen
0.60
Coöperatief v.s. individueel leren
0.59
Directe instructie
0.59
Feedback
0.75
Geslacht
0.12
Thuisomgeving
0.52
Geïndividualiseerd onderwijs
0.22
Invloed leeftijdgenoten
0.53
Lesgeven aan leerstijlen koppelen
Meta-cognitieve programma’s
Laag
0.17
0.69
Leren lezen via de letter-klankkoppeling
0.54
Professionle ontwikkeling en leerlingresultaten
0.51