2013 - Belastingservice

Download Report

Transcript 2013 - Belastingservice

Programma
Deel I
• Theorie Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), inclusief
wijzigingen Awir 2013;
• Bezwaar;
Deel II
• Enkele praktijkvragen;
Deel III
• Overige wijzigingen 2013.
1
Programma
deel I
• Algemeen;
• Partner;
– Algemeen;
– 2012;
– Verschillen met de inkomstenbelasting;
– 2013;
– Verpleeghuisproblematiek vanaf 2013;
– Bijzonderheden
• Medebewoner;
• Vreemdelingenbeleid;
• Toetsingsinkomen;
• Minimale uitbetaling;
• Uitbetaling in geval van kleine bedragen;
• Bezwaarschriften.
2
Algemeen
Belastingdienst/Toeslagen is niet hetzelfde bestuursorgaan als de Belastingdienst.
Verschillen:
• Belastingdienst heft en int belastingen;
• Belastingdienst/Toeslagen betaalt toeslagen uit.
3
Algemeen
Toeslagen zijn:
• subsidies die op basis van het sociale zekerheidsstelsel onder voorwaarden
worden toegekend aan een burger.
4
Algemeen
Wat zijn de kenmerken?
• de hoogte van een toeslag is inkomensafhankelijk;
• de toeslag is een vorm van doelfinanciering, zo dient hij voor het kunnen betalen
van bijvoorbeeld de ziektekostenverzekering of de huur enz.
5
Algemeen
Toeslagen zijn dus geen negatieve belastingen, daarom:
• Is Belastingdienst/Toeslagen een ander bestuursorgaan dan de Belastingdienst;
• Kent Belastingdienst/Toeslagen een eigen formeel juridisch regiem;
• Heeft Belastingdienst/Toeslagen een eigen rechtsgang die afwijkt van de
rechtsgang van de Belastingdienst.
6
Algemeen
De missie van Belastingdienst/Toeslagen is:
• toeslagen juist, tijdig en rechtmatig toe te kennen en uit te betalen op een
transparante en efficiënte manier met minimale inspanning voor de burger.
7
Algemeen
Belastingdienst/Toeslagen is in Utrecht gevestigd.
Bijzonderheden:
• Kantoor Belastingdienst/Toeslagen is niet toegankelijk voor publiek;
• Dienstverlening, invordering en inkomensvaststelling worden niet door
Belastingdienst/Toeslagen zelf uitgevoerd.
Probleem?
Ja, de burger heeft met meerdere partijen te maken voor de toekenning van een
toeslag, dit maakt het minder overzichtelijk en gevoelsmatig meer bureaucratisch.
Is het meer bureaucratisch?
8
Algemeen
Is het meer bureaucratisch?
Neen, in tegendeel.
• Dienstverlening bij de Belastingdienst, omdat deze organisatie over een goed
functionerende dienstverlening beschikt en landelijk gespreid over Nederland is
gevestigd.
• Invordering bij de Belastingdienst, omdat de expertise daar voor handen is en het
daardoor efficiënter is uit te voeren, waarbij goed met de belangen van burger,
Belastingdienst/Toeslagen en Belastingdienst rekening wordt gehouden.
• Inkomensvaststelling bij de Belastingdienst, omdat er dan geen verschillende
soorten inkomen ontstaan (harmonisatie).
9
Partner
Algemeen (artikel 3, van de Awir)
Hoe bepalen wij (tot 2013) wie partner is?
Dit doen wij door middel van een afpelmechanisme (artikel 3, van de Awir).
Kan dit tot verschillen leiden met de inkomstenbelasting?
Ja, een ongewenste situatie.
Wat zijn die verschillen?
10
Partner
Algemeen (artikel 3, van de Awir)
Die verschillen zijn:
• Duurzaam gescheiden leven (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir);
• Verpleeghuissituatie (beleid);
• Gezamenlijke huishouding (artikel 3, lid 1, letter c, van de Awir).
11
Partner
2012 (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir)
Schil 1
Men is partner indien men gehuwd is of indien sprake is van geregistreerd
partnerschap, mits er geen sprake is van duurzaam gescheiden leven.
Wat is duurzaam gescheiden leven?
12
Partner
2012 (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir)
Schil 1
Men is partner indien men gehuwd is of indien sprake is van geregistreerd
partnerschap, mits er geen sprake is van duurzaam gescheiden leven.
Wat is duurzaam gescheiden leven?
Dat is een situatie dat personen niet meer bij elkaar wonen en evenmin de intentie
hebben om bij elkaar te gaan wonen.
13
Partner
2012 (artikel 3, lid 1, letter a, van de Awir)
Schil 1
Wanneer is sprake van duurzaam gescheiden leven:
• samenleving is verbroken en één of beiden willen die samenleving niet meer
hervatten.
• Indien sprake is van een ongewilde (permanente) scheiding door omstandigheden,
bijvoorbeeld de verpleeghuissituatie.
In andere situaties kan het lijken op duurzaam gescheiden leven, maar wordt dat
niet erkend, dus blijft met partner.
14
Partner
2012 artikel 3, lid 1, letter b, van de Awir 2012
Schil 1 is niet van toepassing, dan schil 2.
Men staat op hetzelfde woonadres ingeschreven als aanvrager en:
• men wordt aangemerkt als partner voor de toepassing van de Wet
inkomstenbelasting 2001 (men is dan fiscaalpartner).
• samenlevingscontract heeft gesloten (bij notaris).
• kind uit de relatie heeft.
• het kind van de ander heeft erkend.
• in voorafgaand jaar partner was.
• voor een pensioenregeling als partner gemeld.
• samen (beiden eigenaar) een eigen woning bewoont.
15
Partner
2012 artikel 3, lid 1, letter b, van de Awir 2012
Schil 1 is niet van toepassing, dan schil 2.
Let op
Er is een scheiding of scheiding van tafel en bed, maar partijen staan nog op hetzelfde
adres ingeschreven, dan is men in beginsel duurzaam gescheiden (geen intentie meer
om samen te leven). Schil 1 is niet van toepassing.
Bijzonderheid
Voor de inkomstenbelasting is men dan nog steeds fiscaalpartner (zelfde adres
ingeschreven) en op grond van de tweede schil ook voor toeslagen, tenzij men zich
daadwerkelijk laat uitschrijven (dus verschillende GBA-adressen). Men is dan dus
toch partner van elkaar.
16
Partner
2012 artikel 3, lid 1, letter c, van de Awir 2012
Schillen 1 en 2 zijn niet van toepassing, dan schil 3.
Meerderjarige die op hetzelfde woonadres staat ingeschreven en meer dan 6 maanden
een gezamenlijke huishouding voert, tenzij de persoon:
• bloed- of aanverwant in rechte lijn is;
• bloed- of aanverwant in de tweede graad zijlijn is gedurende de periode dat
belanghebbende staat ingeschreven op het adres van zijn ouder.
17
Partner
Verschillen met de inkomstenbelasting
• Voor de inkomstenbelasting is geen sprake van huwelijk of geregistreerd
partnerschap indien men is gescheiden van tafel en bed, of niet meer op één adres
staat ingeschreven en er sprake is van een schriftelijk verzoek bij de rechtbank voor
het uitspreken van een vonnis van scheiding van tafel en bed of scheiding.
• Voor de inkomstenbelasting wordt alleen rekening gehouden met de
verpleeghuissituatie:
– indien sprake is van een scheiding van tafel en bed of een scheiding;
– een verzoek tot scheiding van tafel en bed of een scheiding bij de rechtbank is
ingediend en men ook daadwerkelijk op een ander adres staat ingeschreven.
• Het uitgangspunt is het hanteren van objectieve criteria.
18
Partner
2013
Het partnerbegrip wordt per 1 januari 2013 gelijkgetrokken met het partnerbegrip in
de inkomstenbelasting.
Geen sprake van toeslagpartner wanneer men niet op hetzelfde GBA-adres staat
ingeschreven en:
• er is sprake van een scheiding van tafel en bed of
• een verzoek van scheiding van tafel en bed of een scheidingsverzoek is ingediend
bij de rechter.
19
Partner
2013
Het partnerbegrip wordt per 1 januari 2013 gelijkgetrokken met het partnerbegrip in
de inkomstenbelasting.
Geen sprake van toeslagpartner wanneer men niet op hetzelfde GBA-adres staat
ingeschreven en:
• er is sprake van een scheiding van tafel en bed of
• een verzoek van scheiding van tafel en bed of een scheidingsverzoek is ingediend
bij de rechter.
Een nieuwe voorwaarde is dat men ook partner is indien men ongehuwd op
hetzelfde GBA-adres woont en dat op dat adres ook een minderjarig kind van
tenminste één van beiden staat ingeschreven. (motie Omtzigt, trouwtaxbepaling).
20
Partner
2013
Het partnerbegrip wordt per 1 januari 2013 gelijkgetrokken met het partnerbegrip in
de inkomstenbelasting.
Geen sprake van toeslagpartner wanneer men niet op hetzelfde GBA-adres staat
ingeschreven en:
• er is sprake van een scheiding van tafel en bed of
• een verzoek van scheiding van tafel en bed of een scheidingsverzoek is ingediend
bij de rechter.
Een nieuwe voorwaarde is dat men ook partner is indien men ongehuwd op
hetzelfde GBA-adres woont en dat op dat adres ook een minderjarig kind van
tenminste één van beiden staat ingeschreven. (motie Omtzigt, trouwtaxbepaling).
De bepaling van de gezamenlijke huishouding (derde schil) komt te vervallen.
21
Partner
2013
Wetswijziging:
• Artikel 3, eerste lid, van de Awir verwijst vanaf 1 januari 2013 naar artikel 5a, van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
• In artikel 3 is de regel “op hetzelfde adres partner in het voorgaande jaar dan ook
partner in het volgende jaar” voor 2013 uitgeschakeld. Op die manier zijn de
mensen met een gezamenlijke huishouding niet langer partner. Alleen fiscaalpartner
in 2012 blijft ook in 2013 fiscaalpartner. Vanaf 1 januari 2014 wordt de regel weer
ingeschakeld (staat dan in letter g van het tweede lid van artikel 3, van de Awir).
• Artikel 3 van de Awir is een rangorderegeling, dit blijkt uit het vierde lid van
genoemd artikel.
22
Partner
2013
Toeslagpartnerschema 2013
23
Partner
Verpleeghuisproblematiek vanaf 2013
Het goedkeurende beleid, zoals dat gold in 2012 komt te vervallen.
Wij kijken alleen nog naar objectieve criteria. Wat betekent dit:
• Is men getrouwd of is sprake van geregistreerd partnerschap dan geen partners
meer als men niet op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven en sprake is van:
– scheiding van tafel en bed;
– scheidingsverzoek of verzoek om scheiding van tafel en bed is ingediend bij de
rechter.
• Heeft men een notarieel samenlevingscontract en men woont niet meer op hetzelfde
GBA-adres dan blijft men:
– partner tot er een nieuwe partner op het GBA-adres wordt ingeschreven, tenzij
schriftelijk bij de inspecteur is gemeld dat men geen partner meer is. (zesde lid
van het nieuwe artikel 3 van de Awir)
24
Partner
Bijzonderheden
Het partnerschap kent nog een aantal bijzonderheden:
• Indien het partnerschap in de loop van het jaar eindigt dan blijft men de rest van het
jaar partner, zolang men op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven;
• Bij meerdere partners blijft de persoon met de oudste verbintenis partner;
• Voor alle toeslagen geldt vanaf 2012:
– Is de wijziging op de eerste van de maand dan is de wijziging op die maand
ingegaan.
– In alle andere gevallen gaat de wijziging in op de eerste van de maand
volgende op de wijziging.
• Is men partner, maar woont men op verschillende GBA-adressen dan geldt het
partnerschap niet voor de huurtoeslag, artikel 9 van de Wet op de huurtoeslag.
25
Medebewoner
Het begrip medebewoner is alleen van belang voor de huurtoeslag, artikel 9 van de
Wet op de huurtoeslag.
Medebewoner is de persoon die op hetzelfde GBA-adres staat ingeschreven en geen:
• partner van belanghebbende is, of
• onderhuurder is, dit moet blijken uit een schriftelijke overeenkomst.
Mensen die behoren tot het huishouden van de onderhuurder zijn evenmin
medebewoner.
Kinderen zijn overigens, ook al zijn zij minderjarig wel medebewoner. Wel is er een
vrijstelling van het inkomen tot een bepaalde grens, artikel 7, lid 5, van de Awir.
26
Vreemdelingen
Er moet voor belanghebbende, diens partner of medebewoner sprake zijn van een
rechtmatig verblijf.
De basis voor dit standpunt is artikel 11 van de Vreemdelingenwet 2000.
27
Vreemdelingen
Er is sprake van een rechtmatig verblijf als de persoon beschikt over:
• een geldige verblijfsvergunning;
• een geldige EU-verblijfskaart;
• wacht op besluit tot verlenging, maar met toestemming om in NL te wachten;
• wacht op verlenging, maar met toestemming om in NL te wachten, of;
• wacht op een uitspraak op bezwaar of beroep, maar met toestemming om in NL te
wachten.
28
Vreemdelingen
Welk risico neemt een buitenlandse student die een toeslag aanvraagt?
De student neemt het risico dat hij/zij zich zelf illegaal maakt.
Hij/zij heeft namelijk een overeenkomst met de Staat der Nederlanden waarin staat dat
hij/zij geen gebruik zal maken van publieke middelen, zoals sociale voorzieningen.
Toeslagen zijn sociale voorzieningen.
29
Toetsingsinkomen
Draagkracht
De draagkracht is het bedrag aan kosten wat een huishouden zelf kan dragen.
Dat is het totale inkomen en vermogen van het huishouden, dus het inkomen en
vermogen van belanghebbende, partner en medebewoner. Het gaat dus om een
objectiveerbaar inkomen en vermogen.
Vermogen is alleen van toepassing in geval van huurtoeslag, dat wil zeggen er is dan
sprake van box 3 inkomen.
30
Toetsingsinkomen
Het gaat om het op het berekeningsjaar betrekking hebbende inkomensgegeven.
Dat is het gegeven dat staat in de basisregistratie inkomensgegevens, BRI.
31
Toetsingsinkomen
Het inkomensgegeven is in het geval men een aangifte voor de inkomstenbelasting in
moet dienen, het zogenoemde verzamelinkomen. Dat is dus het totaal van de boxen 1
tot en met 3.
Voor mensen die geen aangifte inkomstenbelasting indienen is het inkomensgegeven
het belastbaar loon, dat staat op de jaaropgaaf dat men ontvangt van de werkgever of
uitkeringsinstantie.
32
Toetsingsinkomen
De Belastingdienst, de inspecteur, stelt het inkomen vast.
Een bijzondere vorm van inkomen is het niet in Nederland belastbare inkomen en
buitenlandse inkomensbronnen. Ook die inkomens maken deel uit van het
toetsingsinkomen.
Voor de vaststelling dient men zich te wenden tot de inspecteur, want ook hier geldt
dat de inspecteur het inkomen vaststelt.
33
Toetsingsinkomen
Uitzonderingen huurtoeslag
• Is er sprake van box 3 inkomen dan betekent dat, dat er vermogen is en is er geen
recht op huurtoeslag. Let op groenbeleggen is vrijgesteld voor box 3, maar niet voor
toeslagen. Dus dat vermogen moet meegeteld worden. In andere woorden bereken
box 3 inkomen alsof er geen groen beleggen is.
• Bepaalde vermogensbestanddelen kunnen op grond van de hardheidsclausule
(artikel 47 van de Awir) buiten beschouwing worden gelaten. Wel moet men hier
apart een beroep op doen het formulier kan via de site worden gedownload.
• Bepaalde inkomensbestanddelen kunnen op grond van een bijzondere regeling in de
Wet op de huurtoeslag (artikel 55 van de Wet op de huurtoeslag) zelf buiten
beschouwing worden gelaten. Wel moet men hier apart een beroep op doen het
formulier kan via de site worden gedownload.
34
Toetsingsinkomen
Bijzonderheden
De herberekening inkomen bij overlijden is in situaties dat sprake is van een partner of
medebewoner komen te vervallen.
Bij alleenstaande die overlijden wordt wel een herberekening gemaakt.
De bijzondere regeling bij sterke inkomensstijgingen, de zogenoemde 10%- regeling is
eveneens vervallen.
35
Minimale uitbetaling
Wettelijk (artikel 14, lid 5, van de Awir) is geregeld dat bedragen tot € 24 per jaar niet
worden uitgekeerd.
Formeel heeft men dus wel recht, maar de wettelijke regeling regelt dat dit niet leidt
tot een materieel recht.
36
Uitbetaling van kleine bedragen
Is het recht op een toeslag lager dan € 60, maar hoger dan € 24, dan ontstaat er een
materieel recht, dat in één keer wordt uitbetaald in plaats van 12 termijnen.
Hier is geen keus mogelijk, dus recht lager dan € 60, dan altijd in één keer in alle
andere gevallen in 12 termijnen.
37
Bezwaarschriften
Vormvereisten
Vorm
• ondertekening
• naw-gegevens
• dagtekening
• omschrijving bestreden besluit
• gronden
• Nederlandse taal
Indien het niet aan deze vormen voldoet wordt het bezwaarschrift niet-ontvankelijk
verklaard.
38
Bezwaarschriften
Termijn
De indieningstermijn is zes weken, dat is een fatale termijn.
Wanneer start de termijn?
Wat gebeurt er bij het overschrijden van die termijn?
Wanneer tijdig?
Uitzonderingen mogelijk?
39
Bezwaarschriften
Horen
Is horen een recht of een plicht?
Wie hoort?
Kan horen door middel van een telefoontje?
Wordt er een verslag gemaakt?
Een tweede hoorzitting mogelijk?
40
Programma
deel II
Behandeling van enkele voorgelegde praktijkvragen over:
• huurtoeslag;
• toeslagpartnerschap;
• toetsingsinkomen;
• HUBA Toeslagen webapplicatie.
41
Praktijkvragen
huurtoeslag
Voorgelegde praktijkvragen over huurtoeslag:
• Hoe om te gaan met huurtoeslag bij het ontvangen van bedragen bij afkoop van
pensioen etc.?
42
Praktijkvragen
huurtoeslag
• Hoe om te gaan met huurtoeslag bij het ontvangen van bedragen bij afkoop van
pensioen etc.?
Dit zijn eenmalige bedragen. Ingeval van een kleine afkoop kan men voordat de
toeslag onherroepelijk (voor verstrijken van de bezwaar- of beroepstermijn) is
geworden verzoeken deze buiten beschouwing te laten. Artikel 2b, eerste lid,
onder b, Besluit op de huurtoeslag.
Te laat ingediende verzoeken worden niet gehonoreerd, ook niet op basis van
artikel 21a, Awir “herziening tegemoetkoming in het voordeel van belanghebbende om andere redenen”. Andere redenen zijn limitatief genoemd in
artikel 5a Uitvoeringsregeling Awir.
43
Praktijkvragen
huurtoeslag
• Hoe om te gaan bij de berekening van de huurtoeslag bij overlijden van de
aanvrager?
44
Praktijkvragen
huurtoeslag
• Hoe om te gaan bij de berekening van de huurtoeslag bij overlijden van de
aanvrager?
Herleiden is afgeschaft. De tabel verandert mogelijk wel, van een meer- naar een
éénpersoonshuishouden.
Automatisch actie om te stoppen, mits het overlijden via GBA is gemeld. De
huurtoeslag gaat automatisch over op de partner.
Binnen 1 maand na overlijden komt een stopzettingsbeschikking, gevolgd door
een condoleancebrief plus activering partner.
Duurt het langer dan 1 maand dan contact opnemen via BelastingTelefoon of
balie, mogelijk dat er iets mis is met het GBA signaal of de GBA melding heeft
niet plaatsgevonden.
Let op:
Verantwoordelijkheid voor de informatie in de GBA ligt bij de aanvrager
danwel diens erfgenamen.
45
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Wanneer moeten we de toeslagen aanvragen bij het overlijden van een partner
en hoe gaat dit automatisch?
46
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Wanneer moeten we de toeslagen aanvragen bij het overlijden van een partner
en hoe gaat dit automatisch?
Als de partner overlijdt loopt de lopende aanvraag gewoon door.
De aanvrager dient dan een wijziging in te sturen.
Als er nog geen aanvraag loopt moet de achterblijvende persoon zelf beoordelen
of hij nu mogelijk recht heeft en zelf een aanvraag doen.
47
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Hoe om te gaan indien een partner of een huisgenoot in een verpleegtehuis
wordt opgenomen?
48
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Hoe om te gaan indien een partner of een huisgenoot in een verpleegtehuis
wordt opgenomen?
Bij een echtgenoot kon tot en met 2012 éénmalige een keuze worden gemaakt
voor DGL of niet. Is gekozen voor DGL, dan is men vanaf 1 januari 2013 weer
partner, tenzij men gescheiden is van tafel en bed of een verzoek tot scheiding
heeft ingediend bij de rechter en niet meer op één GBA-adres staat
ingeschreven.
Bij een huisgenoot of niet-huwelijkse toeslagpartner is de GBA bepalend.
Let op:
Is sprake van scheiding van tafel en bed, dan is er dus geen sprake meer van een
huwelijk. Woont men dan toch op hetzelfde GBA-adres, dan aan de hand van het
schema controleren of nog sprake is van een partnersituatie.
49
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Hoe om te gaan met een kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar nog maar
1 ouder woont?
• Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis
waar nog maar 1 ouder woont?
50
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Hoe om te gaan met een kind dat terugkeert in het ouderlijk huis waar nog maar
1 ouder woont?
Het kind, leeftijd maakt niet uit, wordt medebewoner en dat heeft alleen
gevolgen voor de HT. Voor de ZT houden beiden een eigen aanspraak.
Overigens kan een kind (kind moet dan op 1 januari ouder dan 27 jaar zijn) wel
gaan voldoen aan de definitie van partner en dan is sprake van
toeslagpartnerschap, zie schema.
• Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis
waar nog maar 1 ouder woont?
51
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Hoe om te gaan met volwassen kinderen welke terugkeren in het ouderlijkhuis
maar waar nog maar 1 ouder woont? Jonger dan 27 jaar en ouder dan 27 jaar?
Het kind leeftijd maakt niet uit wordt medebewoner en dat heeft alleen gevolgen
voor de HT. Voor de ZT houden beiden een eigen aanspraak.
Overigens kan een kind (kind is dan op 1 januari ouder dan 27 jaar) wel gaan
voldoen aan de definitie van partner en dan is sprake van toeslagpartnerschap,
zie schema.
• Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis
waar nog maar 1 ouder woont?
Is het kind op 1 januari ouder dan 27 jaar en is het eigen kind minderjarig dan is
sprake van toeslagpartnerschap, zie schema.
52
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis
waar 1 ouder en een volwassen medebewoner woont?
53
Praktijkvragen
toeslagpartnerschap
• Hoe om te gaan met een kind plus eigen kind dat terugkeert in het ouderlijk huis
waar 1 ouder en een volwassen medebewoner woont?
Zolang de medebewoner geen partner is, blijft hij/zij medebewoner. De komst
van de kinderen van de aanvrager verandert hier niets in. De aanvrager krijgt
gewoon meer medebewoners, tenzij het kind op 1 januari ouder is dan 27 jaar en
het eigen kind (kind van het kind) minderjarig is, want dan is het kind de
toeslagpartner van de ouder, zie schema.
54
Praktijkvragen
toetsingsinkomen
• Wat moet men doen met PGB is dit nu wel of niet een inkomen voor toeslagen
of kan men ook hier een bezwaar tegen indienen. Indien een bedrag van een
PGB op een spaarrekening staat en het dus een box 3 deel is kan men daar dan
ook om verzoeken om het te verlagen voor de toeslagen en speciaal voor de
huurtoeslag?
55
Praktijkvragen
toetsingsinkomen
• Wat moet men doen met PGB is dit nu wel of niet een inkomen voor toeslagen
of kan men ook hier een bezwaar tegen indienen. Indien een bedrag van een
PGB op een spaarrekening staat en het dus een box 3 deel is kan men daar dan
ook om verzoeken om het te verlagen voor de toeslagen en speciaal voor de
huurtoeslag?
Of PGB meetelt als inkomen bepaalt de inspecteur.
Als het PGB leidt tot een box 3 inkomen kan daar niet van worden afgeweken.
De wet (art. 47 Awir, jo. art. 9 Uitvoeringsregeling Awir) kent een limitatieve
opsomming en PGB-vermogen staat daar niet tussen.
56
Praktijkvragen
HUBA Toeslagen webapplicatie
• Hoe kan ik een correctie uitvoeren met het door onze organisatie gebruikte
aanvraagsysteem en hoe kan ik binnen het programma van voor naar achteren
gaan?
57
Praktijkvragen
HUBA Toeslagen webapplicatie
• Hoe kan ik een correctie uitvoeren met het door onze organisatie gebruikte
aanvraagsysteem en hoe kan ik binnen het programma van voor naar achteren
gaan?
Wanneer een aanvraag is ingediend en de status “in afwachting” heeft (= nog
niet verstuurd aan de Belastingdienst), klik op de knop “openen” en voer
correctie uit en klik daarna op “indienen”.
Wanneer een aanvraag is ingediend en de status “afgehandeld” heeft (= aanvraag
verstuurd aan de Belastingdienst) dan dient u een aanvraag/wijziging opnieuw in
te dienen.
Alle ingevulde velden worden op het scherm getoond. Klik op “invoer wijzigen”
om wijzigingen door te voeren of “gegevens overzicht” voor een overzicht met
alle ingevulde gegevens. Dit overzicht kan worden geprint.
58
Praktijkvragen
HUBA Toeslagen webapplicatie
• Hoe kunnen we van het door ons gebruikte systeem een uitdraai maken?
59
Praktijkvragen
HUBA Toeslagen webapplicatie
• Hoe kunnen we van het door ons gebruikte systeem een uitdraai maken?
Nadat alle vragen zijn ingevuld, kan je klikken op “gegevensoverzicht”. Er
wordt een nieuw scherm getoond. De inhoud van dit scherm kan je uitprinten
door op de knop “afdrukken” (onderaan het scherm) te klikken.
60
Programma
deel III
Overige wijzigingen 2013
•
•
•
•
•
•
•
Algemeen
Uniformering van het loonbegrip
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Vermogenstoets
Wijziging Kindgebonden budget;
Woonlandfactor Kindgebonden budget;
Wijzigingen Wet kinderopvang.
61
Algemeen
Burgers krijgen een beperkte mededeling met een verwijzing naar “mijn
toeslagen”, alwaar zij de specificatie kunnen zien.
Wil men een papieren specificatie, dan moet men die gaan bestellen, dit kan via de
BelastingTelefoon.
62
Uniformering van het loonbegrip
Om de berekening van bruto- naar nettoloon te vereenvoudigen wordt het begrip
“premieloon werknemersverzekeringen” geïntroduceerd.
Dit betekent dat het ZVW-bedrag uit het loon wordt getild. Daardoor daalt het
toetsingsinkomen. Om te voorkomen dat mensen daardoor een hogere toeslag krijgen
zijn de tabellen aangepast.
Dus een lager inkomen betekent niet automatisch een hogere toeslag.
Let op
Deze maatregel heeft geen gevolgen voor de inkomens van gepensioneerden en
zelfstandigen, het gevolg voor deze groep is een daling van de toeslagen.
Aan dit probleem kunnen wij niets doen, want dit is een rechtstreeks gevolg van
een juiste toepassing van de wet.
63
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Om de effecten van het uniformeren van het loonbegrip te beperken is het volgende
gewijzigd in de Wet op de zorgtoeslag:
• Drempelinkomen is verlaagd van € 20.079 (2012) tot € 19.043 (2013);
• Standaardpremie is verhoogd van € 1.426 (2012) tot € 1.478 (2013);
• Percentage normpremie over drempelinkomen voor alleenstaande is verlaagd van
2,930% (2012) tot 2,195% (2013);
• Percentage normpremie over drempelinkomen voor aanvragers met een partner is
verlaagd van 5,530% (2012) tot 4,695% (2013);
• Percentage normpremie voor inkomens boven drempelinkomen is in alle gevallen
verhoogd van 5,435% (2012) tot 8,713% (2013).
64
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Zorgtoeslag voor alleenstaanden
De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende
effect voor alleenstaanden:
• Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 222;
65
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Zorgtoeslag voor alleenstaanden
De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende
effect voor alleenstaanden:
• Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 222;
• Inkomen 0-24.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0;
66
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Zorgtoeslag voor alleenstaanden
De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende
effect voor alleenstaanden:
• Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 222;
• Inkomen 0-24.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0;
• Bij een inkomen van € 30.930 (was € 35.029 in 2012) eindigt het recht op
zorgtoeslag.
67
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Zorgtoeslag voor aanvragers met een partner
De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende
effect voor aanvragers met een partner:
• Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 320;
68
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Zorgtoeslag voor aanvragers met een partner
De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het
volgende effect voor aanvragers met een partner:
• Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 320;
• Inkomen 0-27.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0;
69
Wijzigingen Wet op de zorgtoeslag
Zorgtoeslag voor aanvragers met een partner
De zorgtoeslag heeft voor inkomens die in 2012 en 2013 niet wijzigen het volgende
effect voor aanvragers met een partner:
• Inkomen 0 de zorgtoeslag stijgt met € 320;
• Inkomen 0-27.100 de stijging van de zorgtoeslag neemt geleidelijk af tot € 0;
• Bij een inkomen van € 42.427 (was € 51.691 in 2012) eindigt het recht op
zorgtoeslag.
70
Vermogenstoets
Vanaf 2013 komt er een vermogenstoets bij de zorgtoeslag en het kindgebonden
budget.
Wat mag de hoogte van het vermogen zijn:
Het totaal van de heffingsvrije vermogens van de mensen die tot het huishouden
behoren plus € 80.000. Komt men daarboven dan is er geen recht meer op
zorgtoeslag of het kindgebonden budget.
Is sprake van bijzonder vermogen zoals bij de huurtoeslag dan kan men verzoeken
om dit buiten beschouwing te laten. Dit moet dus achteraf gebeuren net als bij de
huurtoeslag.
Let op:
Mensen die nooit huurtoeslag hebben gehad weten dit niet.
71
Wijziging Kindgebonden budget
Vanaf 1 januari 2013 krijgen aanvragers voor het tweede kind € 75 extra.
72
Woonlandfactor Kindgebonden
budget
Zal bij de HUBA klanten niet veel voorkomen.
De doelgroep die er mee te maken krijgt zijn:
• aanvragers die in het buitenland wonen;
• aanvragers die in Nederland wonen, maar waarvan het kind buiten de Europese
Unie, EER of Zwitserland woont.
Zie voor de te hanteren percentage de afzonderlijk uitgereikte tabel.
73
Wijzigingen Wet
kinderopvangtoeslag
Het gaat hier om de volgende wijzigingen:
• Het recht op kinderopvangtoeslag wordt voor doelgroepers (bijzondere situatie)
beperkt, koppeling aan de lengte van het doelgroeptraject.
• De bijdrage van het UWV of de gemeente voor doelgroepers wordt onderdeel
van de kinderopvangtoeslag en wordt net als het werkgeversdeel
inkomensafhankelijk, de Belastingdienst betaalt deze bijdrage dus uit.
• Het werkgeversdeel van de kinderopvangtoeslag wordt overgeheveld naar het
inkomensafhankelijk deel en de toeslag bestaat nog maar uit één deel/percentage
voor zowel werkende ouders als doelgroepouders.
• Nieuwe maximum uurtarieven:
Dagopvang
was € 6,36 wordt € 6,46
BSO
was € 5,93 wordt € 6,02
Gastouderopvang was € 5,09 wordt € 5,17
• Maximale eind en begin tijd van voor- en naschoolse opvang
74