Lid 1 - Webnode

Download Report

Transcript Lid 1 - Webnode

Hfdst. 19 Aanhouden
Blz. 199-210
Aanhouden
Art. 15 lid 1 Grondwet:
Niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd buiten de gevallen
die bij of krachtens de wet zijn bepaald.
Aanhouden = iemand rechtens zijn vrijheid beroven
Doel aanhouden = geleiden naar een plaats van verhoor
Art. 53 Sv
Lid 1:
In geval van ontdekking op heterdaad is een ieder bevoegd de
verdachte aan te houden
Lid 2:
De (h)OvJ is bevoegd de aangehouden verdachte naar een plaats
van verhoor te geleiden; hij kan ook diens aanhouding of
voorgeleiding bevelen
Lid 3:
Wordt de verdachte aangehouden door een andere
opsporingsambtenaar, dan draagt deze zorg dat degene die is
aangehouden ten spoedigste wordt voorgeleid voor een (h)OvJ.
Lid 4:
Wordt de verdachte aangehouden door een ander, dan draagt
deze de aangehoudene en inbeslaggenomen goederen
onverwijld over aan een opsporingsambtenaar.
Heterdaad
Art. 128 Sv:
Lid 1:
Ontdekking van een strafbaar feit op heterdaad vindt plaats,
wanneer het strafbare feit ontdekt wordt terwijl het wordt begaan
Of
Terstond nadat het is begaan.
Lid 2:
Ontdekking op heterdaad wordt niet langer aanwezig geacht dan
kort na het feit van ontdekking.
LET OP!
De heterdaad blijft bestaan als een opsporingsambtenaar na
betrapping op heterdaad, de opsporing meteen inzet en daar
onafgebroken mee blijft doorgaan (dit is voortgezette heterdaad)
Er zijn strafbare feiten waarbij de strafbare toestand voortduurt.
Hier is sprake van heterdaad zolang deze strafbare toestand blijft
bestaan.
Bijv.
Het in dienst hebben van illegale werknemers
Zonder verplichte milieuvergunning een bedrijf voeren.
Opdracht: Geef van beide bovenstaande vormen van
heterdaad een goed uitgebreid voorbeeld, waaruit duidelijk
blijkt dat het hierom gaat.
Film overtreders
Vragen behorende bij de film:
Geef altijd uitleg bij je antwoord, waarom denk je dat?
1.Is er sprake van een verdachte?
2.Welke dwangmiddelen mogen er gebruikt worden en wie mag
die dwangmiddelen toepassen?
3.Is er sprake van heterdaad?
4.Is er sprake van een strafbaar feit en zo ja, welk?
5.Ontleed de wetstekst van het strafbare feit
(kwalificatie/norm/sanctie)
6.Benoem de belangrijke bestanddelen van het strafbare feit.
Aanhouden buiten heterdaad
Art. 54 Sv:
Lid 1:
Buiten heterdaad is de OvJ bevoegd om een verdachte van een strafbaar
feit waarop voorlopige hechtenis is toegelaten, aan te houden en naar een
plaats van verhoor te geleiden. Hij kan ook zijn aanhouding en
voorgeleiding bevelen.
Lid 2:
Kan het optreden van de OvJ niet worden afgewacht, dan mag de hOvJ
de aanhouding en voorgeleiding doen. De hOvJ moet wel onverwijld
schriftelijk of mondeling de OvJ hiervan op de hoogte brengen.
Lid 3:
Kan ook het optreden van de hOvJ niet worden afgewacht, dan mag de
opsporingsambtenaar de verdachte aanhouden. Hij moet de verdachte
onverwijld voorgeleiden voor de (h)OvJ.
We noemen dit een trapbevoegdheid.
Feiten waar voorlopige hechtenis op is toegelaten
Art. 67 Sv:
Lid 1: Een bevel tot voorlopige hechtenis kan worden gegeven in
geval van verdenking van:
A) Een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een
gevangenisstraf staat van vier jaren of meer
B) Specifiek genoemde misdrijven uit het wetboek Sr (zie boek blz.
202.
C) Specifiek genoemde misdrijven uit Bijzondere wetten (zie boek
blz. 203.
Lid 2: Dit bevel kan ook worden gegeven als geen vaste woon- of
verblijfplaats van de verdachte kan worden vastgesteld en hij
verdacht wordt van een misdrijf waarvan de rechtbanken
kennisnemen en waarop bij wet gevangenisstraf staat.
Lid 3: De voorgaande artikelen zijn alleen van toepassing als er uit
feiten of omstandigheden ernstige bezwaren zijn tegen de
verdachte.
Vervolg art. 67 Sv
Lid 4: In afwijking tot lid 3 zijn ernstige bezwaren niet vereist voor
een bevel tot bewaring bij verdenking van een terroristisch misdrijf.
Betreden plaatsen
Art. 55 Sv:
Lid 1) In geval van ontdekking op heterdaad van een misdrijf kan
iedereen, ter aanhouding van de verdachte, elke plaats betreden,
m.u.v. een woning zonder toestemming van de bewoner en van de
plaatsen genoemd in art. 12 van de Algemene wet op het
binnentreden.
Lid 2) Zowel bij ontdekking op heterdaad als buiten heterdaad kan
iedere opsporingsambtenaar, ter aanhouding, elke plaats betreden.
Art 12 Awbi: genoemde plaatsen
• Een ruimte voor geloofsuitoefening waar een godsdienstige
bijeenkomst wordt gehouden
• Rechtszaal tijdens een zitting
• De vergaderruimte van de volksvertegenwoordigers
(gemeenteraad, Provinciale Staten, 1e/2e kamer
Vervolg betreden plaatsen
Art. 55a:
Lid 1) In geval van ontdekking op heterdaad van een
strafbaar feit, of in geval van een misdrijf genoemd in
art 67 1e lid Sv kan iedere opsporingsambtenaar ter
aanhouding van de verdachte elke plaats doorzoeken.
Hij heeft daarvoor een machtiging van de OvJ nodig,
behalve als er een dringende noodzakelijkheid is. Dan
wordt de OvJ onverwijld in kennis gesteld.
Lid 2) Indien de OvJ de opsporingsambtenaar een
machtiging heeft verleend om de woning zonder
toestemming van de bewoner te doorzoeken ter
aanhouding, is er geen machtiging voor het
binnentreden van die woning (art 2 Awbi) vereist.
Doorzoeken van plaatsen
Plaatsen: bijv. een gebouw, erf, schuur, garage, tuin of
vervoersmiddel
Opdracht:
Noteer 2 uitgebreide voorbeelden van wat je
zou mogen doen bij het doorzoeken van
plaatsen ter aanhouding en noteer 2
uitgebreide voorbeelden van wat je niet zou
mogen doen bij een doorzoeking te
aanhouding.
Onderzoek aan kleding en voorwerpen
Art. 55b Sv:
Lid 1) De in artikel 141 aangewezen ambtenaren en de door de
Minister van VenJ aangewezen andere personen, belast met de
opsporing van strafbare feiten, zijn bevoegd een aangehouden of
staandegehouden verdachte aan zijn kleding en de voorwerpen die
hij bij zich draagt en meevoert te onderzoeken, voor zover het
nodig is ter vaststelling van zijn identiteit.
Lid 2) Genoemde personen in lid 1, oefenen deze bevoegdheden
alleen uit in het openbaar, als dit redelijkerwijs noodzakelijk is om
wegmaking of beschadiging van voorwerpen waaruit de identiteit
kan blijken te voorkomen.
Lid 3) Er wordt een pv opgemaakt dat aan de OvJ ter beschikking
wordt gesteld.
De bevoegdheid kan niet worden toegepast bij feiten die
vallen onder de Wet Mulder
Identificatieplicht
Art. 8a Politiewet:
Op vordering van een opsporingsambtenaar of toezichthouder is iedereen
vanaf 14 jaar verplicht een geldig id.-bewijs te tonen. Wie dat niet kan of
wil, is strafbaar voor art. 447e Sr.
Geldig identiteitsbewijs:
Geldig
• Nederlands paspoort
• Nederlands diplomatiek paspoort
• Nederlands dienstpaspoort
• Nederlands reisdocument vluchtelingen
• Nederlandse id.-kaart
• Document ingevolge Vreemdelingenwet 2000
• Nationaal, diplomatiek, dienstpaspoort afgegeven door lidstaat van
Europese gemeenschap
• Nederlands rijbewijs of afgegeven door lidstaat van Europese
gemeenschap
Voorgeleiding
Tijdens de voorgeleiding moet de (h)OvJ antwoord zien te krijgen
op de volgende vragen:
• Is de aanhouding rechtmatig (volgens de wettelijke
voorschriften)?
• Weet de verdachte van welk feit hij wordt verdacht?
• Is het voor het onderzoek noodzakelijk om de verdachte vast te
houden voor verhoor en onderzoek.
De (h)OvJ moet de verdachte tijdens de voorgeleiding wijzen op
het consultatierecht (Salduz)
Opdracht
Werk in tweetallen. Verdeel de artikelen genoemd in art. 67 Sv lid
1b en 1c over de tweetallen. Ieder tweetal heeft nu een aantal
artikelen, die ze op gaat zoeken, noteren en ontleden (norm,
kwalificatie, sanctie en belangrijke bestanddelen).
Voeg daarna alle artikelen bij elkaar en zorg dat iedereen
afzonderlijk een lijst krijgt met alle artikelen. Neem die lijst en 1
extra exemplaar voor de docent mee naar de volgende les.
Zorg dat de lijst compleet is, dus vraag hulp aan je klasgenoten
indien nodig!