Communicatie en organisatie voor de onderwijsassistent - Profi

Download Report

Transcript Communicatie en organisatie voor de onderwijsassistent - Profi

De inhoud van dit thema:
1.2 Wetten voor het basisonderwijs
1.3 Wet educatie en beroepsonderwijs
1.4 Wet op de expertisecentra (WEC)
1.5 Wet op het onderwijstoezicht (WOT)
1.6 Tips voor de praktijk
1-1
Belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs:
• Wet op het basisonderwijs
• kerndoelen
• Wet op het primair onderwijs
1-2
Enkele elementen uit de WPO:
• Kwaliteitswet
• Weer Samen Naar School
• inhoudelijke bepalingen
1-3
Herontwerp beroepsonderwijs:
• competentiegericht leren
• minder kwalificaties
• geldigheid binnen Europa
• een leven lang leren
• kerndoelen vmbo
1-4
Een paar belangrijke zaken uit de WEC:
• leerlinggebonden financiering
• opzetten van een rec
• ambulante begeleiding vanuit het so
1-5
Ambulante begeleiding:
• begeleiding leerling met beperking
• ondersteuning onderwijzend personeel
1-6
De inhoud van dit thema:
2.2 Célestin Freinet en de Freinetschool
2.3 Rudolf Steiner en de Vrije School
2.4 Maria Montessori en de Montessorischool
2.5 Peter Petersen en de Jenaplanschool
2.6 Helen Parkhurst en de Daltonschool
2.7 Overige pedagogen
2.8 Tips voor de praktijk
2-1
Célestin Freinet:
uitgangspunt:
• al doende leren
kenmerken:
• communicatie
• geschreven tekst
• vrije expressie
• themahoeken
• gedeelde verantwoordelijkheid
2-2
Rudolf Steiner en de Vrije School:
uitgangspunten:
• het geestelijke als belangrijkste
• ontwikkelingsfasen:
• imitatie tot 7 jaar
• intuïtieve kennis van 7 tot 14 jaar
• logisch denkvermogen vanaf 14 jaar
kenmerken:
• nabootsing
• ontwikkeling wils- en gevoelsleven
• natuurlijke materialen
• dag- week- en jaarritme
• gezamenlijke activiteiten
• ouders hangen antroposofie aan
2-3
Maria Montessori en de Montessorischool:
uitgangspunten:
• natuurlijke onderzoeksdrang
• natuurlijke neiging tot ordenen
• dezelfde fasen in verschillend tempo
• gevoelige perioden
kenmerken:
• materiaal aanbieden in gevoelige periode
• heterogene groepen
• materiaal is ontwikkeld op basis van de theorie
2-4
Peter Petersen en de Jenaplanschool:
uitgangspunt:
• vorming van de hele mens
kenmerken:
• vieringen
• heterogene
• nadruk op inzicht en verbanden leggen
• ritmische dagindeling
• geen reken- of taalboekjes
2-5
Helen Parkhurst en de Daltonschool:
uitgangspunten:
• vrijheid
• zelfwerkzaamheid
• samenwerken
kenmerken:
• sociaal laboratorium
• programma op maat
• werken met contracten
• werken in kleine groepen
2-6
Overige pedagogen:
• Theo Thijssen
• Kees Boeke
• Jan Ligthart
2-7
De inhoud van dit thema:
3.2 Ervaringsgericht onderwijs, EGO
3.3 Adaptief onderwijs en video-interactiebegeleiding
3.4 Ontwikkelingsgericht onderwijs, OGO
3.5 Prestatiegericht onderwijs
3.6 Voor- en vroegschoolse educatie
3.7 De brede school
3.8 Team teaching
3.9 Het nieuwe leren
3.10 Tips voor de praktijk
3-1
Ervaringsgericht onderwijs:
• kernbegrippen: welbevinden en betrokkenheid
• werkvormen:
- de kring
- het forum
- contracten
- projectwerk
- ateliers
- vrije activiteit
• de rol van de leraar
3-2
Adaptief onderwijs:
• sluit aan bij drie basisbehoeften
• hangt samen met WSNS
• is een trainingstraject, geen eindproduct
• leert onderwijsgevenden na te denken over eigen
vaardigheden
• gaat over de leerhouding van de leerling
• kritische noot over de praktijk
• werkvormen bij adaptief onderwijs
3-3
Nadenken over eigen vaardigheden:
• bewustzijn van opvattingen en gedrag
• eigen leerdoelen stellen
• hulpmiddelen: gesprekken of videoanalyse
3-4
Uitgangspunten ontwikkelingsgericht
onderwijs:
• verschillen respecteren
• brede ontwikkeling
• activiteiten moeten zinvol zijn
• behoeften van de leerling en de onderwijsdoelen
verenigen
• onderwijs als kennismaking met de samenleving
• de zone van de naaste ontwikkeling
• rol van de leraar
• hoekenwerk en projecten
3-5
Enkele kenmerken van prestatiegericht
onderwijs:
• productgericht
• veelal rapporten met cijfers
• competitie als stimulans
• leerstof staat centraal
• leerstof is programmatisch opgebouwd
• doel: zo hoog mogelijke vervolgopleiding
3-6
Voor- en vroegschoolse educatie of VVE:
• het doel
• Puk en Ko, Ik en Ko
• Piramide
• Kaleidoscoop
3-7
Brede school:
• wettelijk voorschrift
• breed aanbod van diensten
3-8
Team teaching:
• multidisciplinair team
• scheiding tussen leergebieden opgeheven
• geschikt voor grote scholen
• een nieuw te bouwen school biedt mogelijkheden
• kritische noot bij team teaching
3-9
Kenmerken van het nieuwe leren:
• eigen verantwoordelijkheid voor eigen leerproces
• motivatie ontstaat in het maken van eigen keuzes
• geen lokalen
• geen vakken
• strakke organisatie
• elektronische leeromgeving
• werkt het?
3-10
De inhoud van dit thema:
4.2 Levensbeschouwing en godsdienst
4.3 Christendom
4.4 Islam
4.5 Jodendom
4.6 Hindoeïsme
4.7 Boeddhisme
4.8 Tips voor de praktijk
4-1
Levensbeschouwing:
• kijk op het leven
• religieus
• niet-religieus
4-2
Kenmerken van het christendom:
• katholieken en protestanten
• Oude en Nieuwe Testament
• onsterfelijkheid van de ziel
• zondag is rustdag
• feestdagen: Pasen en Kerstmis
4-3
Kenmerken islam:
• Mohammed is stichter
• Koran
• God is Allah
• vijf zuilen
• Ramadan
• kledingvoorschriften
4-4
Jodendom:
• onsterfelijkheid van de ziel.
• Thora
• Talmoed
• spijswetten
• sabbat
• feest: Pesach
4-5
Hindoeïsme:
• meerdere goden
• karma
• geen religieuze leider
• yoga
• kastenstelsel in India
• geweldloosheid
4-6
Boeddhisme:
• geen God
• Siddharta
• kringloop
• nirwana
• geen geweld
• respect voor levende wezens
4-7
De inhoud van dit thema:
5.2 Primair onderwijs
5.3 Secundair onderwijs
5-1
Secundair onderwijs:
• vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
• mbo/bve
• havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs)
• vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs)
• voortgezet speciaal onderwijs
5-2
Vmbo:
• twee jaar onderbouw
• twee jaar bovenbouw, met vier leerwegen
• sectoren
• vakkenpakket
• extra ondersteuning
5-3
Doorstroming:
• tijdens en na het primair onderwijs
• na het voortgezet onderwijs
5-4
De inhoud van dit thema:
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
6.8
6.9
6.10
6.11
6.12
6-1
Rol van de overheid
Raad van toezicht
Bestuur
Directie of management
Bovenschoolse directie of bovenschools
management
Middenkader
Onderwijzend personeel
Primair onderwijs: vakleerkrachten
Onderwijsondersteunend personeel
Medezeggenschapsraad
Ouderraad
Informele organen van een school:
• ouderraad
• leerlingenraad
• diverse commissies of werkgroepen
6-2
De inhoud van dit thema:
7.2 Buurtcontacten
7.3 Onderwijsondersteuning
7.4 Gezondheid
7.5 Maatschappelijke ondersteuning
7.6 Overige contacten
7.7 Waarom externe contacten?
7.8 Tips voor de praktijk
7-1
Onderwijsondersteuning:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
7-2
inspectie
gemeente
onderwijsbegeleidingsdienst
Stichting Leerplanontwikkeling
pedagogische centra
Cito
permanente commissie leerlingenzorg
commissie voor de indicatiestelling
toelatingscommissie voortgezet onderwijs
leveranciers
Externe contacten over de gezondheid:
• eerstelijnszorg
• schoolarts en logopedist
• vertrouwensarts
• Bureau Jeugdzorg
7-3
Externe contacten voor maatschappelijke
ondersteuning:
• brandweer en politie
• preventie drugs en alcohol
• buitenschoolse opvang
7-4
Waarom externe contacten:
• verwetenschappelijking van het onderwijs
• veelzijdiger worden van het onderwijs
• complexer worden van de samenleving
7-5
Voorbeelden van hulpverlenende instanties:
• AMK, ofwel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
• Bureau Jeugdzorg
• Bureau vertrouwensarts
• maatschappelijk werk
• CAD, consultatiebureau voor alcohol en drugs
7-6
De inhoud van dit thema:
8.2 Speciaal onderwijs, algemeen
8.3 Cluster 1: blind en slechtziend
8.4 Cluster 2: auditieve beperkingen, spraak- of
taalstoornis
8.5 Cluster 3: zeer moeilijk lerend, meervoudig
beperkt, langdurig ziek
8.6 Cluster 4: psychiatrie
8.7 Speciaal Basisonderwijs: lom en mlk
8-1
Algemene kenmerken van scholen voor
speciaal onderwijs:
• kleinere groepen
• aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling
• andere methoden en leermiddelen
• eigen kerndoelen
• aanwezigheid van specialisten
• indicatie is vereist
• ambulante begeleiding
8-2
De inhoud van dit thema:
9.2 Noodzaak van integratie
9.3 Toelating in het speciaal onderwijs
9.4 Toelating in het speciaal basisonderwijs
9.5 Tips voor de praktijk
9-1
Indicatie voor speciaal onderwijs:
• onderwijsbelemmering ten gevolge van beperking
• criteria voor indicatiestelling
• commissie voor indicatiestelling
• herindicatie
9-2
Indicatie voor het speciaal
basisonderwijs, sbo:
• procedure voor verwijzing vanuit WSNS
• permanente commissie leerlingenzorg (PCL)
• onderwijskundig rapport
• criteria voor indicatiestelling
• sociaal-emotionele component, gedragscomponent en
cognitieve component
9-3
De inhoud van dit thema:
10.2 Beroepsprofiel
10.3 Functiebeschrijving
10.4 Taakomschrijving of werkomschrijving
10.5 Tips voor de praktijk
10-1
Inhoud beroepsprofiel onderwijsassistent:
• beroepscontext
• rol en verantwoordelijkheden
• complexiteit
• typerende beroepshouding
• trends in de ontwikkeling van het beroep
10-2
Functiebeschrijvingen:
• onderwijsassistent regulier basisonderwijs
• onderwijsassistent (voortgezet) speciaal onderwijs
• onderwijsassistent voortgezet onderwijs
10-3
Functiebeschrijving onderwijsassistent
regulier basisonderwijs:
• onderwijsinhoudelijke ondersteuning
• ondersteuning bij verwerving van vaardigheden
• ondersteuning bij klassenmanagement
• overige werkzaamheden
10-4
Functiebeschrijving onderwijsassistent
(voortgezet) speciaal onderwijs:
• onderwijsinhoudelijke ondersteuning
• ondersteuning bij verwerving van vaardigheden
• verrichten van verzorgende werkzaamheden
• ondersteuning bij klassenmanagement
• overige werkzaamheden
10-5
Functiebeschrijving onderwijsassistent
voortgezet onderwijs:
• onderwijsinhoudelijke ondersteuning
• ondersteuning bij klassenmanagement
• ICT-taken
• overige werkzaamheden
10-6
De inhoud van dit thema:
11.2 Uitvoering van je werk vastleggen
11.3 Intervisie
11.4 Ontwikkelingen in je beroep bijhouden
11.5 Tips voor de praktijk
11-1
Uitvoering van je werk vastleggen:
• invulformulieren
• vrije verslaglegging
11-2
Aandachtspunten bij het invullen van
formulieren:
• volledigheid
• zakelijkheid
• herhaling vermijden
11-3
Persoonlijke leerdoelen stellen:
• heldere vraagstelling
• eigen keuzes maken
11-4
Ontwikkelingen in je beroep kun je bijhouden
door:
• schoolabonnementen
• de media
• eigen abonnementen
• vakbondsbijeenkomsten
• bijscholing
11-5
De inhoud van dit thema:
12.2 Wat is professionaliteit?
12.3 Kenmerken beroepshouding
12.4 Tips voor de praktijk
12-1
Professionaliteit:
• betaald werk
• een beroepsopleiding
• werken volgens beroepsprofiel of beroepscode
• werken vanuit een beroepshouding
12-2
Belang van een beroepshouding:
• herkenbaarheid van het beroep
• onderlinge afstemming
• herkenbaarheid naar buiten
12-3
Aspecten van de beroepshouding:
• inlevingsvermogen of begrip
• respect of fatsoen
• echtheid of je eigen gevoelens
• persoonlijk evenwicht
• nadenken over wat jou drijft
12-4
Respect heeft betrekking op:
• persoonlijke kenmerken
• persoonlijke keuzen
12-5
Aandachtspunten bij het uiten van gevoelens:
• eigen gevoelens zeggen niets over de ander
• wees duidelijk in het aangeven van grenzen
• wees duidelijk in het bewaken van veiligheid
12-6
Persoonlijk evenwicht:
• evenwicht in je beroepshouding
• evenwicht werk en ontspanning
12-7
Evenwicht tussen werk en ontspanning:
• je werk relativeren
• regelmatig voldoende afstand nemen
• zorgen voor ontspanning
12-8
De inhoud van dit thema:
13.2 Soorten leiding
13.3 Taken en verantwoordelijkheden
13.4 Bevoegdheden
13.5 Samenhang TVB
13.6 Tips voor de praktijk
13-1
Soorten leiding:
• hiërarchische leiding
• functionele leiding
• operationele leiding
13-2
Bevoegdheden:
• wettelijke bevoegdheden
• organisatorische bevoegdheden
13-3
De inhoud van dit thema:
14.2 Het communicatieproces
14.3 Ruis
14.4 Communicatie inhoudelijk
14.5 Tips voor de praktijk
14-1
Communicatieschema:
boodschap
zender
ruis
decodering
ruis
14-2
ontvanger
decodering
Feedback
(boodschap)
codering
Coderen en decoderen:
• coderen: het omzetten van gedachten en gevoelens in
woorden, lichaamstaal of beelden
• decoderen: het omzetten van woorden, lichaamstaal
of beelden in betekenis
14-3
Referentiekader:
het totaal aan waarden en normen, gewoonten,
en ideeën die je gedrag bepalen
14-4
Ruis:
een communicatiestoring waardoor de boodschap
niet goed overkomt:
• interne ruis: de storing ligt binnen het
communicatieproces tussen zender en ontvanger
• externe ruis: de storing ligt buiten het
communicatieproces
• bedoelde of onbedoelde ruis
14-5
Communicatie:
• communicatiedoelen
• communicatieniveaus
• communicatieaspecten
14-6
Hoofddoelen van communicatie:
• informatie overdragen
• jezelf uiten
• iets van de ander willen
• de ander vermaken
14-7
Communicatieniveaus:
• inhoudsniveau: de letterlijke inhoud van de boodschap
• betrekkingsniveau: de relatie tussen zender en
ontvanger
14-8
Communicatieaspecten:
• zakelijk aspect: wat zeg ik precies?
• expressief aspect: wat laat ik van mezelf zien?
• relationeel aspect: wat vind ik van de ander?
• appellerend aspect: wat wil ik van de ander?
14-9
De inhoud van dit thema:
15.2 Verbale communicatie
15.3 Non-verbale communicatie
15.4 Communicatierichtingen
15.5 Tips voor de praktijk
15-1
Verbale communicatie:
communicatie met woorden:
• mondeling
• schriftelijk
15-2
Non-verbale communicatie:
communicatie zonder woorden:
• stem
• uiterlijk
• lichaamshouding
• gebaren
• gezichtsuitdrukking
15-3
Communicatierichtingen:
• eenzijdige communicatie – unilaterale communicatie
• tweezijdige communicatie – bilaterale communicatie
• meerzijdige communicatie – multilaterale communicatie
15-4
De inhoud van dit thema:
16.2 Uitgangspunten van de Roos van Leary
16.3 Vier hoofdtypen
16.4 Acht subtypen
16.5 Gedrag is op te roepen
16.6 Tips voor de praktijk
16-1
Hoofdtypen gedrag:
• dominant vriendelijk
• dominant onvriendelijk
• submissief vriendelijk
• submissief onvriendelijk
16-2
De inhoud van dit thema:
17.2 Wat is het recht op informatie?
17.3 Schriftelijke informatie
17.4 Mondelinge informatie
17.5 Recht op invloed
17.6 Recht op informatie en de identiteit van de school
17.7 Tips voor de praktijk
17-1
Recht op informatie:
• schriftelijke informatie
• mondelinge informatie
17-2
Verplichte schriftelijke informatie:
• schoolgids
• schoolplan
• statuten medezeggenschapsraad
• klachtenregeling
17-3
Mondelinge informatie-uitwisseling:
• rapportbesprekingen
• informatieavonden
• thema-avonden of schoolconferenties
• gesprekken na school
• open dag
• huisbezoek
• gescheiden ouders
17-4
Manieren van invloed uitoefenen op een
school:
• hulp bieden
• zitting nemen in de ouderraad
• zitting nemen in de medezeggenschapsraad
• zitting nemen in het bestuur
17-5
Medezeggenschapsraad:
• twee of drie geledingen
• drie soorten bevoegdheden
• GMR
17-6
De inhoud van dit thema:
18.2 Formele en informele gesprekken
18.3 Gespreksdoelen
18.4 Spreker en luisteraar
18.5 De structuur van een gesprek
18.6 Open, halfopen, gesloten gesprek
18.7 Gespreksvaardigheden
18.8 Valkuilen
18.9 Tips voor de praktijk
18-1
Typen gesprekken:
• formele gesprekken
• informele gesprekken
18-2
Gespreksdoelen:
• kennis uitwisselen
• een houding beïnvloeden
• gedrag beïnvloeden
18-3
Partijen in een gesprek:
• luisteraar
• spreker
18-4
Aandachtspunten bij informatieverstrekking:
• professioneel handelen
• methodisch werken
• beroepshouding
• aansluiting bij de kaders van de school
18-5
Invloed op structuur en inhoud gesprek:
• gesloten gesprek:
structuur en inhoud liggen vast
• halfopen gesprek:
structuur ligt vast, inhoud niet
• open gesprek:
structuur en inhoud liggen niet vast
18-6
Gespreksvaardigheden:
• luisteren
• vragen stellen
• samenvatten
18-7
Luisterniveaus:
• passief luisteren:
- nauwelijks (niveau 1)
- oppervlakkig (niveau 2)
- inhoudelijk (niveau 3)
• actief luisteren:
- empathisch (niveau 4)
18-8
Het belang van vragen stellen:
• voortgang bevorderen
• interesse tonen
• de ander helpen
• de ander begrijpen
• aan juiste informatie komen
• de structuur vasthouden
18-9
Soorten vragen:
• open vragen
• gesloten vragen
• dubbele vragen
• suggestieve vragen
• reflecterende vragen
18-10
Samenvatten:
• kort en volledig
• inhoud + vorm
• in eigen woorden
• controleren of het klopt
18-11
Veelvoorkomende missers:
• bagatelliseren
• foutief interpreteren
• diagnosticeren
• moraliseren
18-12
De inhoud van dit thema:
19.2 Opdracht analyseren
19.3 Informatie verzamelen en ordenen
19.4 De presentatie uitwerken
19.5 (Audio)visuele hulpmiddelen
19.6 De kunst van het overtuigen
19.7 Tips voor de praktijk
19-1
Opdracht analyseren:
• Wat is de aanleiding?
• Waar gaat de presentatie over?
• Wat wil ik ermee bereiken?
• Voor wie geef ik de presentatie?
• Zijn er ook andere sprekers?
• In wat voor ruimte sta ik?
• Hoeveel tijd krijg ik?
19-2
Indeling van een presentatie:
• intro(ductie)
• kern
• slot
• alles op een spreekschema
19-3
Introductie van een presentatie:
• voorstellen
• ‘binnenkomen’
• thema inleiden
• het belang voor het publiek aangeven
• vooruitblikken
• voorinformatie geven
• tijdsduur aangeven
• aangeven wanneer er vragen kunnen worden gesteld
19-4
Aandachtspunten bij de kern:
• begrijpelijke boodschap
• rode draad zichtbaar maken
• aandacht vasthouden
• niet te lang
• creativiteit
19-5
Slot:
• samenvatting
• conclusies
• vooruitwijzen
• uitsmijter
19-6
Voordelen van (audio)visuele hulpmiddelen:
• ze zorgen voor duidelijkheid
• ze bieden houvast
• ze zorgen voor aandacht
• ze zorgen voor levendigheid
• ze helpen de informatie te onthouden
19-7
Soorten (audio)visuele hulpmiddelen:
• flip-over
• overheadprojector
• diaprojector
• videorecorder
• computer/beamer
• laserbeamer of videowall
19-8
De kunst van het overtuigen:
• zet de argumenten in een logische volgorde
• beperk het aantal argumenten
• gebruik argumenten die aansluiten bij je publiek
• doe geen verkeerde aannames
• gebruik argumenten die te controleren zijn
• anticipeer op tegenargumenten
• wees deskundig en betrouwbaar
• win de sympathie van je publiek
19-9
De inhoud van dit thema:
20.2 Klachtengesprek
20.3 Slechtnieuwsgesprek
20.4 Probleemoplossend gesprek
20.5 Adviesgesprek
20.6 Voorlichtingsgesprek
20.7 Tips voor de praktijk
20-1
Structuur van een klachtengesprek:
• aanloopfase:
- begroeten
• planningsfase:
- positie,
- doel en
- werkwijze bepalen
• themafase:
- klacht onderzoeken
- klacht samenvatten
- oplossing of genoegdoening bieden
• slotfase:
- tevredenheid peilen
- gesprek evalueren
- bedanken voor klacht
- afsluiten
20-2
Structuur van een slechtnieuwsgesprek:
• aanloopfase:
- korte begroeting
• planningsfase:
- inleidende zin
• themafase
- slechte nieuws direct en duidelijk overbrengen
- begrip tonen voor emoties
- samen zoeken naar oplossingen
- praktische hulp aanbieden
• slotfase
- afscheid nemen
20-3
Structuur van het probleemoplossend
gesprek:
• aanloopfase:
- begroeten en social talk
• planningsfase:
- rollen, doel en werkwijze bepalen
• themafase:
- probleem beschrijven
- probleem onderzoeken
- oplossingen bedenken
• slotfase:
- tevredenheid peilen
- eventueel nieuwe datum prikken
- afsluiten
20-4
Structuur van het adviesgesprek:
• aanloopfase:
- begroeten
• planningsfase:
- rollen, doel en werkwijze bepalen
• themafase:
- vraag laten formuleren
- vraag nader onderzoeken
- advies samen formuleren
- advies onderbouwen
• slotfase:
- tevredenheid peilen
- afsluiten
20-5
Structuur van het voorlichtingsgesprek:
• aanloopfase:
- begroeten, kennismaken
• planningsfase:
- rollen, doel en werkwijze bepalen
• themafase:
- informatievraag onderzoeken
- voorlichting geven
• slotfase:
- tevredenheid peilen
- afsluiten
20-6
De inhoud van dit thema:
21.2 Taakverdeling
21.3 Draaiboek
21.4 Evenementen het jaar rond
21.5 Samenhang met de onderwijsvisie van de school
21.6 Tips voor de praktijk
21-1
Draaiboek voor de organisatie van
evenementen:
• doel van het evenement
• doelgroep
• activiteiten
• benodigde materialen en ruimte
• budget
• informatieverstrekking
• data en tijdstippen
21-2
Evenementen het jaar rond:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
21-3
de start van het schooljaar
Kinderboekenweek
Werelddierendag
herfst
zomertijd
Sint-Maarten
sinterklaas
Kerstmis
Valentijnsdag
lente
Pasen
Moederdag en Vaderdag
de grote vakantie
De inhoud van dit thema:
22.2 Informatieavond aan het begin van het jaar
22.3 Thema-avond over de sociaal-emotionele
ontwikkeling
22.4 Schoonmaakavond kleutermateriaal
22.5 Feestelijke ouderavond aan het eind van het jaar
22.6 Jaarlijkse ouderavond met een thema
22.7 Open dag
22.8 Tips voor de praktijk
22-1
De inhoud van dit thema:
23.2 Soorten groepen
23.3 Interne functies van groepen
23.4 Externe functies van groepen
23.5 Tips voor de praktijk
23-1
Soorten groepen:
• formele en informele groepen
• primaire en secundaire groepen
23-2
Bestaansredenen van groepen in een
organisatie:
• organisatorische redenen: formele groepen
• individuele redenen: informele groepen
23-3
Onderscheid naar intensiteit van groepen:
• primaire groepen
• secundaire groepen
23-4
Interne functies van groepen:
• sociale identiteit voor de groepsleden
• creëren van een referentiekader
• zich van anderen kunnen onderscheiden
23-5
Externe functies van groepen:
• positieve functie
• negatieve functie
23-6
De inhoud van dit thema:
24.2 Identiteit
24.3 Macht
24.4 Nut
24.5 Acceptatie
24.6 Tips voor de praktijk
24-1
De inhoud van dit thema:
25.2 Voor- en nadelen van een team
25.3 Voorwaarden voor samenwerking in een team
25.4 Hoe stel je een team samen?
25.5 Werkstijlen
25.6 Teamrollen
25.7 Samenhang in een team
25.8 Tips voor de praktijk
25-1
Voor- en nadelen van een team:
voordelen:
• ondersteuning door teamgenoten
• pieken in de drukte opvangen
• meer deskundigheid
nadelen:
• samenwerking is kwetsbaar
• beperking van vrijheid op gebied van
beleidsontwikkeling
• beperking van individuele vrijheid
• overleg kost veel tijd
25-2
Voorwaarden voor een team om goed te
functioneren:
• gezamenlijk doel is duidelijk
• teamleden zijn deskundig en bekwaam
• teamleden hebben een duidelijke functieomschrijving
• de onderlinge verhoudingen zijn functioneel
• teamleden zijn gemotiveerd
25-3
Samenstelling van een team:
• symmetrisch: op basis van overeenkomsten
• complementair: op basis van elkaar aanvullen,
verschillen dus
25-4
Werkstijlen:
• dromer: creatief, maar besluiteloos
• denker: theoretisch, ideeën niet altijd bruikbaar
• beslisser: praktisch en soms minder sociaal vaardig
• doener: actief, soms ongeduldig
25-5
Teamrollen:
• voorzitter
• vormer
• planter
• waarschuwer
• organisator
• groepswerker
• bronnenonderzoeker
• afmaker
25-6
Samenhang in team:
• factoren die samenhang bevorderen
• factoren die samenhang afbreken
25-7
Signalen van een goede teamsamenwerking:
• trots
• solidariteit
• teamgeest
• samenwerken
• onderling vertrouwen
25-8
De inhoud van dit thema:
26.2 Functionele vaardigheden
26.3 Sociale vaardigheden
26.4 Je eigen bijdrage bespreekbaar maken
26.5 Tips voor de praktijk
26-1
Functionele vaardigheden:
• deskundig en bekwaam zijn en blijven
• advies kunnen vragen en geven
• afspraken maken en nakomen
• kunnen deelnemen aan overlegvormen
26-2
De DAU-formule: afspraken zijn:
• duidelijk
• acceptabel
• uitvoerbaar
26-3
Sociale vaardigheden bij teamwerk:
• inlevingsvermogen (empathie)
• echtheid
• assertiviteit
• feedback kunnen geven en ontvangen
• conflictbeheersing
• flexibiliteit
26-4
Tips voor conflictbeheersing:
• voorkom nieuwe tegenstellingen
• houd zaken en personen uit elkaar
• houd het contact in stand
• blijf flexibel
26-5
Je eigen bijdrage aan het team:
• beschrijven van je eigen bijdrage met een sterktezwakteanalyse
• herkennen van de gevolgen van je bijdrage
• bespreken en bijstellen van je eigen bijdrage
26-6
De inhoud van dit thema:
27.2 Vastleggen beleid: schoolplan
27.3 Controlemiddel voor de inspectie
27.4 Informatiebron voor de ouders: schoolgids
27.5 Vastleggen van de onderwijspraktijk: jaarplan,
groepsplan
27.6 Administratieve documenten: inschrijfformulieren
27.7 Vastleggen invloed van ouders: statuten
27.8 Kwaliteitsbewaking: de klachtenregeling
27.9 Tips voor de praktijk
27-1
De inhoud van dit thema:
28.2 Dagelijks werk
28.3 Methodegeboden toetsen
28.4 Toetsen van het leerlingvolgsysteem
28.5 Het belang van registratie
28.6 Portfolio
28.7 Tips voor de praktijk
28-1
De inhoud van dit thema:
29.2 Rapporteren over uitgevoerde taken
29.3 Voorbeeld van een rapport over een uitgevoerde
taak
29.4 Tips voor de praktijk
29-1
Feiten en meningen:
• feiten: concreet, niet voor discussie vatbaar
• meningen: persoonlijk, wel voor discussie vatbaar
• combinatie van feiten en meningen
• wat doe je bij een rapportage?
29-2
De inhoud van dit thema:
30.2 Het woordrapport
30.3 Het cijferrapport
30.4 Het rapport met puntschaal
30.5 Het combinatierapport
30.6 Voorbeeld van een gecombineerd rapport
30-1
Mogelijke elementen in een
combinatierapport:
• gegevens uit het leerlingvolgsysteem
• kerndoelen
• de leerstof per leerjaar en waar de leerling is
• pedagogische scores bij de leergebieden
30-3
De inhoud van dit thema:
31.2 Recht op inzage
31.3 De bewaarperiode
31.4 De inhoud van het dossier
31.5 Het privacyreglement
31.6 Opslag en vernietiging van dossiers
31.7 Criteria voor opname in een dossier
31.8 Tips voor de praktijk
31-1
Een leerlingdossier kan bevatten:
• het inschrijfformulier
• handelingsplannen
• verslagen van onderzoeken
• verslagen van gesprekken met externe
organisaties
• een kopie van alle rapporten
31-2
Criteria voor opname in een dossier:
• de privacy wordt niet geschaad
• er is een onderwijsbelang
• vastlegging is relevant
31-3
De inhoud van dit thema:
32.2 Klassenmanagement
32.3 De inrichting van het lokaal
32.4 Klassendienst
32.5 Tips voor de praktijk
32-1
Inrichting van een klaslokaal:
• pedagogisch aspecten
• praktisch aspecten
32-2
Pedagogische aspecten bij de inrichting van
een klaslokaal:
• decoratie
• kleurgebruik
• veiligheid
• hygiëne
• planten
• een ‘tafel’
32-3
Praktische aspecten bij de inrichting van het
klaslokaal:
• vaste en logische plek leermiddelen
• ergonomie
• materiaalkeuze
• sfeer
32-4
De inhoud van dit thema:
33.2 Het kleuterlokaal
33.3 Opstelling in rijen
33.4 Tafelgroepen
33.5 Hoekenwerk
33.6 Het circuit
33.7 Het groepsoverstijgend circuit
33.8 De expertgroep
33.9 Wisselen van klassenopstelling
33.10 Vmbo: werkplekkenstructuur
33.11 Projecten en ateliers
33.12 Tips voor de praktijk
33-1
Kleuterlokaal:
• een kring als centrale plek
• hoeken
• materiaal grijpklaar achter de leraar
• kasten als scheidingswanden
• een verdieping met daaronder een hoek
• de water- en keukenhoek
• de thematafel
• vrije ruimte in het midden
33-2
Organisatie van hoekenwerk:
• hoeveel leerlingen mogen in een hoek?
• is het werk voldoende gestructureerd?
• zijn de materialen in orde en voorhanden?
• zijn er regels over het opruimen?
33-3
De inhoud van dit thema:
34.2 Omgaan met materiaal
34.3 Materiaal opbergen
34.4 Tips voor de praktijk
34-1
Zorg voor voldoende en deugdelijk materiaal:
• controleren van materiaal
• klaarzetten van materiaal
• ontwikkelen van materiaal
• beheren en aanvullen van voorraden
34-2
De inhoud van dit thema:
35.2 De opzet en inrichting van een DC
35.3 De aanschaf van boeken
35.4 Technisch lezen en leesproblemen
35.5 DC automatiseren
35.6 Toegangsregels
35.7 Tips voor de praktijk
35-1
De inhoud van dit thema:
36.2 Algemene principes van planning
36.3 Planningstechniek: het doorloopschema
36.4 Een planning maken
36.5 Problemen, hulpmiddelen
36.6 Tijdbeheersing
36.7 Het stellen van prioriteiten
36.8 Tips voor de praktijk
36-1
Algemene principes van planningen:
• planningsniveaus
• planningstermijnen
• rekening houden met andere planningen
36-2
Planningsniveaus:
• strategisch niveau
• tactisch niveau
• operationeel niveau
36-3
Planningstermijnen:
• korte termijn: dag-, week- en maandplanningen
• middellange termijn: planningstermijn van 0,5 tot 3 jaar
• lange termijn: planningstermijn van 3 jaar of langer
36-4
Inhoud activiteitenlijst:
• volgordenummer van de activiteit
• naam van de activiteit
• doorlooptijd van de activiteit
36-5
Een planning maken:
1 doel van de planning vaststellen
2 gegevens verzamelen
3 gegevens ordenen
4 gegevens verwerken in een planning
5 planning beoordelen en eventueel aanpassen
6 planning vaststellen
36-6
Gegevens verzamelen:
• mensen
• ruimte
• middelen
36-7
Oorzaken van slecht lopende planningen:
• persoonlijkheid van de planner
• het wandelgangeneffect
• andere storende factoren
• de tijd niet in de gaten houden
• de planning niet aanpassen
36-8
Hulpmiddelen bij planning:
• agenda
• pen en papier
• planborden
• computer
36-9
Voorwaarden voor tijdbeheersing:
• tijdregistratie
• gewoontes willen veranderen
36-10
Oorzaken van verkeerde prioriteiten:
• doelen uit het oog verliezen
• persoonlijke voorkeur overheerst
36-11
De inhoud van dit thema:
37.2 Een schone omgeving
37.3 Immateriële veiligheid: gedragscode voor
volwassenen
37.4 Immateriële veiligheid: gedragscode voor
jongeren
37.5 Tips voor de praktijk
37-1
Hygiëne:
• zelfwerkzaamheid
• schoonmaakdienst
• ouders inschakelen
• intacte omgeving
37-2
De inhoud van dit thema:
38.2 Toezicht houden
38.3 Falend toezicht: weglopen of vermissing
38.4 Tips voor de praktijk
38-1
Toezicht houden:
• binnen het schoolgebouw
• op het plein
• op de rest van het schoolterrein
38-2
Weglopen of vermissing:
• geen vastgelegde procedure
• meer telefoonnummers
• buitengewone omstandigheden
• impulsief weglopen
• wegdromen
• gemiste tijd inhalen
38-3
De inhoud van dit thema:
39.2 Terminologie
39.3 Een BPV-plek vinden
39.4 Het verschil tussen BOL en BBL
39.5 Formulieren bij stagebegeleiding
39.6 Tips voor de praktijk
39-1
Knelpunten bij het vinden van een
BPV-adres:
• werkdruk leraren
• gevoel van bedreiging
• gevolgen voor de positie van stagiaires
• jouw rol in dit proces
39-2
BOL en BBL:
• BBL: beroepsbegeleidende leerweg
• BOL: beroepsopleidende leerweg
39-3
Formulieren bij stagebegeleiding:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
39-4
planningsformulier
formulier voor formele leerdoelen
formulier voor persoonlijke leerdoelen
formulier persoonlijk ontwikkelplan
voorbereidingsformulier
observatieformulier
evaluatieformulier
BPV-opdrachtformulier
voortgangsrapportageformulier
literatuurlijst
Formulieren bij stagebegeleiding:
40.2 Taken bij praktijkbegeleiding
40.3 Persoonlijke leerdoelen in de stagebegeleiding
40-1
Taken van de leraar bij stagebegeleiding:
• de opdrachten van de BPV’er doornemen
• voortgangsgesprekken voeren
• contact onderhouden met de opleidingsschool
• beoordelingsgesprekken voeren
• uitleg en instructie geven
• problemen en knelpunten signaleren
• stimuleren en coachen
40-2
Uitgangspunten van je grondhouding bij
stagebegeleiding:
• de begeleidingsvraag
• je begeleidingsdoelen
• de kracht van de stagiaire
40-3
Belang persoonlijke leerdoelen:
• niet-vrijblijvend leren
• een persoonlijke ontwikkeling doormaken
40-4
De inhoud van dit thema:
41.2 Wat is coaching?
41.3 Groepscoaching
41.4 Individuele coaching
41.5 Gesprekstechniek
41.6 Demonstreren en instrueren
41.7 Omgaan met onderlinge verschillen en met
gevoelens van antipathie
41.8 Omgaan met ongemotiveerde leerlingen
41-1
Groepscoaching:
• gezamenlijk doel
• ideeën uitwisselen
• praktische problemen
• gevoelens delen
• jouw eigen functioneren
• belemmeringen voor goede groepsgesprekken
41-2
Belemmeringen voor open communicatie:
• niveauverschillen
• denkluiheid
• groepsdruk
• polarisatie
41-3
Wanneer één-op-ééngesprekken?
• als er punten zijn die alleen een individu aangaan
• als iemand persoonlijke motivatie nodig heeft
• als iemand persoonlijke problemen heeft
41-4
Coachingsgesprekken:
• exploreren
• confronteren
• inspireren
41-5
Vaardigheden aanleren:
• demonstreren
• instrueren
• een combinatie van beide
41-6
Geleide instructie:
• procesverloop laten vertellen
• lacunes signaleren
- direct vragen stellen
- bij de uitvoering vragen stellen
- bij de uitvoering de ander zelf de lacune laten
ontdekken
41-7
Omgaan met negatieve gevoelens:
• verschillen niet ontkennen
• verschillen waarderen
• vooroordelen ontkrachten
• kijken naar concreet gedrag, concrete prestaties
• respect en waardering tonen
41-8
Motiverend werken:
• hoe wordt een leerling ongemotiveerd?
• omgaan met een ongemotiveerde leerling
41-9