Daan Andriessen, Onderzoek voor bachelorstudenten

Download Report

Transcript Daan Andriessen, Onderzoek voor bachelorstudenten

Onderzoek voor bachelor studenten:
wat moeten, zouden moeten, en
kunnen we ze eigenlijk leren?
Daan Andriessen, Lector Hogeschool Inholland
Onderzoek voor bachelor studenten:
over de kloof tussen wat we willen
en wat we (kunnen) doen
Daan Andriessen, Lector Hogeschool Inholland
Onderzoek = nieuwe kennis
‘Onderzoek is een doelbewust en methodisch
zoeken naar nieuwe kennis in de vorm van
antwoorden op tevoren gestelde vragen
volgens een tevoren opgesteld plan’ .
(Verschuren, 1994)
Onderzoek = nieuwe kennis (2)
• Doelbewust: vanuit probleemveld, gericht op beantwoorden
van probleemstelling en deelvragen.
• Methodisch: systematisch en volgens erkende methoden en
wetenschappelijke criteria te werk gaan.
• Nieuwe kennis: nieuw voor de wereld met bredere
geldigheid dan het individuele geval.
• Vragen: ‘zonder vragen geen...’.
• Plan: onderzoeksontwerp en - plan (acties, instrumenten,
tijd en geld).
Wat moeten we ze leren?
Dublin Descriptoren over onderzoek:
…
Wat moeten we ze leren?
Dublin Descriptoren over onderzoek:
Oordeelsvorming:
relevante gegevens verzamelen en
interpreteren.
Wat moeten we ze leren?
Commissie Franssen over onderzoek:
(Wetenschappelijke) toepassing:
de toepassing van beschikbare relevante
(wetenschappelijke) inzichten, theorieën,
concepten en onderzoeksresultaten
Wat moeten we ze leren?
Commissie Franssen over onderzoek:
Probleemgericht werken:
het zelfstandig definiëren en analyseren van
complexe probleemsituaties en het
ontwikkelen en beoordelen van oplossingen.
Wat moeten we ze leren?
Commissie Franssen over onderzoek:
Methodisch en reflectief denken en
handelen:
• planmatig aanpakken van
werkzaamheden
• reflecteren op het handelen, op basis van
het verzamelen en analyseren van
relevante informatie.
Wat moeten we ze leren?
HBO-kenmerken over onderzoek:
Probleemgericht werken:
(wetenschappelijke) kennis, inzichten,
houdingen en vaardigheden toepassen.
Wat moeten we ze leren?
HBO-kenmerken over onderzoek:
Methodisch en reflectief denken en
handelen:
relevante informatie verzamelen en
analyseren.
Moeten we ze leren onderzoeken?
Bron
Kenmerk
Dublin
Oordeelsvorming
Franssen
(Wetenschappelijke)
toepassing
Franssen
Probleemgericht werken
Franssen
Methodisch en reflectief
denken en handelen
Probleemgericht werken
HBOkenmerken
HBOMethodisch en reflectief
kenmerken denken en handelen
Doelbewust
Methodisch
Nieuwe Vragen
kennis
Plan
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Accreditatiekaders NVAO
“Beleid: De instelling beschikt over adequaat
beleid (…) op het gebied van (…) verankering van
onderzoek in het onderwijs.
(…) verankering van onderzoek in het onderwijs is
van belang omdat instellingen voor hoger
onderwijs alle in meer of mindere mate te maken
hebben met onderzoek, zelfs als ze (…) de
studenten slechts op de hoogte willen brengen
nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen (…)”.
Accreditatiekaders NVAO
Standaard 2:
“De oriëntatie van het programma waarborgt
de ontwikkeling van vaardigheden op het
gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of
de beroepspraktijk”.
Conclusie: wat moeten we ze leren?
• WEL: PROBLEEMOPLOSSING
• Planmatig gegevens/informatie verzamelen en
interpreteren/analyseren voor het oplossen van
een complex probleem in de praktijk.
• NIET: ONDERZOEK
• Volgens erkende methoden en
wetenschappelijke criteria te werk gaan.
• Genereren van kennis die nieuw is voor de
wereld met bredere geldigheid dan het
individuele geval.
Waarom dan wel onderzoek?
• Redenering:
• Onderzoek doen leidt tot een kritische houding
en dat leidt tot vernieuwing.
• Schuiling vanmorgen:
• Hoe valide is die redenering? Evidence-based?
• Leidt beheersen van onderzoeksvaardigheden tot
een kritische houding?
Indien toch leren onderzoeken…
• … wat voor een onderzoek dan?
• Welke onderzoeksfunctie?
(Oost & Markenhof, 2002)
Wat zouden we ze moeten leren?
Onderzoeksfunctie
Exploratief
Hypothese toetsend
Definiëren
Tot welke klasse van fenomenen
behoort dit?
Behoort dit fenomeen bij deze
klasse?
Beschrijven
Wat zijn de eigenschappen van X?
Heeft X deze eigenschappen?
Vergelijken
Wat zijn de verschillen tussen X en
Y?
Zijn X en Y verschillend?
Evalueren
Hoe succesvol is deze interventie?
Is deze interventie een succes?
Verklaren
Waarom Y?
Is het waar dat X Y verklaart?
Ontwerpen
Wat draagt bij aan de oplossing van
Z?
Draagt X bij aan de oplossing van Z?
Bron: Oost & Markenhof, 2002
Oefening onderzoeksfuncties
Hoe vaak komt een bepaald type diabetes
voor bij achthonderd patiënten die de diabetes
polikliniek van het AZU bezoeken?
Oefening onderzoeksfuncties
Zijn er overeenkomsten met betrekking tot de
didactiek tussen de inhoud van de
vernieuwingspoging in het Amerikaanse
wiskunde-onderwijs, zoals vormgegeven in
“The Curriculum and Evaluation Standards for
School Mathematics”
en de inhoud van een Nederlandse
vernieuwingspoging, namelijk het Adaptief
Groeps Onderwijs voor wiskunde aan 12-16
jarigen?
Oefening onderzoeksfuncties
Zal het realiseren van een treinverbinding
tussen Vleuten, Utrecht CS en de Uithof een
waardevolle aanvulling vormen op het
openbaar vervoernetwerk?
Oefening onderzoeksfuncties
Is er een meer dan toevallig verband tussen
leesgewoonten en een aantal nader te
omschrijven persoonlijkheidskenmerken van
de respondenten?
Oefening onderzoeksfuncties
Hoe kunnen wij de waarde van ontastbare
productiemiddelen bepalen en wel op
zodanige wijze dat deze informatie bijdraagt
aan het oplossen van problemen binnen
organisaties?
Definiëren / Beschrijven
Vergelijken
Evalueren
Verklaren
Ontwerpen
Complexiteit
Ontwerpen
Verklaren
Vergelijken /
Evalueren
Definiëren /
Beschrijven
Praktijkgerichtheid
Wat zouden we ze moeten leren?
• Exploratief ontwerpend onderzoek is het meest
praktijkgericht onderzoek.
• Dit zou goed passen bij het doel van HBO
onderwijs.
• Het is echter de meest complexe vorm van
onderzoek.
• Is het realistisch dit te willen leren aan
bachelor studenten?
Wat kunnen we ze leren?
Vragen van afstudeerders in mijn praktijk:
•
•
•
•
•
•
•
•
Onderzoek? Dat is toch iets met SPSS?
Is niet alles op internet waar?
Wat doe ik met literatuur?
Wat is de functie van probleemstelling en deelvragen?
Hoe zet ik een argumentatie op?
Hoe analyseer ik gegevens?
Hoe schrijf ik een leesbaar verslag?
Hoe gebruik ik kopjes in Word zodat ik een inhoudsopgave kan
genereren?
Op zoek naar een realistisch ambitieniveau
Soorten onderzoek
1. Expert gebaseerd onderzoek (met
inbegrip van literatuur-onderzoek)
navragen.
2. Reflectief onderzoek = nadenken.
3. Empirisch onderzoek = nazoeken.
(Verschuren, 2010)
BACHELOR
JA
JA
DEELS
Beheersingsniveaus empirisch onderzoek
1. Het gebruik van resultaten van
onderzoek.
2. Het geven van opdracht voor
onderzoek.
3. Monitoring van uitgezet onderzoek.
4. Het uitvoeren van onderzoek.
BACHELOR
JA
JA
JA
NEE
Verschuren (2010)
over onderzoek empirisch in het HBO
“Voor een ontwikkeling op het vlak van empirisch
onderzoek zijn per definitie nodig competenties voor
het uitvoeren van dit type onderzoek (…). De vraag is
wel of de hoge kwalificaties en dito trainingen die dit
vereist, al prioriteit moeten hebben in de bachelor
fase. Vooralsnog lijkt dit meer iets te zijn voor de
(research) masters.”
Conclusie
 We hoeven bachelorstudenten niet te leren
onderzoeken.
 Wat we ze zouden moeten leren lijkt te hoog
gegrepen (exploratief ontwerponderzoek).
 We kunnen ze wel leren:
1.Het gebruik van resultaten van onderzoek.
2.Het geven van opdracht voor onderzoek.
3.Monitoring van uitgezet onderzoek.
 Echter: dit mag niet ten koste gaan van het
aanleren van de basisbekwaamheden voor
kenniswerkers.
Realistisch ambitieniveau:
Eerst opleiden tot kenniswerker
Drie
bouwstenen
voor kennis
Leren door
interactie met
andere mensen
(Sociaal leren)
Drie
bouwstenen
voor kennis
Leren door het
terugkoppelen
van informatie
(Systeem
leren)
Leren door het
ontwikkelen van
concepten en
overtuigingen
(Cognitief leren)
De kenniswerker
is in staat
permanent
relatief veel te
leren…
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Vragen
De bekwaamheid de eigen informatiebehoefte
te onderkennen en deze informatiebehoefte
om te zetten in een zoekvraag.
Indicatoren:

Het belang inzien van het formuleren van de juiste vraag.

Inzien dat de vraag het antwoord stuurt.

In staat zijn om te bepalen welke informatie precies nodig
is.

In staat zijn om de juiste ‘zoektermen’ te gebruiken.
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Beoordelen
en gebruiken
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Beoordelen en gebruiken
De bekwaamheid de gevonden informatie te
selecteren, te evalueren, te verwerken en in
het eigen werk op te nemen.
Indicatoren:




Informatie beoordelen op bruikbaarheid.
Bij onvoldoende bruikbare informatie nieuw
zoekproces opstarten.
Informatie beoordelen op betrouwbaarheid,
objectiviteit en actualiteit.
Informatie in de tekst verwerken en juiste
bronvermeldingen toevoegen.
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Dialoog
voeren
Teamwerken
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
We leren ze wel discussiëren
maar geen dialoog
DISCUSSIE:
Gelijk krijgen
Argumentatie
Besluitvorming
“Ja, maar….”
DIALOOG:
Op elkaar voort bouwen
Vragen stellen
Kennis uitwisselen
“Ja, en…..”
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Reflecteren op kennis
Het vermogen de waarde van kennis voor het
oplossen van een bepaald probleem te
beschouwen en hieruit lessen te trekken voor
de toekomst.
Indicatoren:



In staat zijn
probleem te
In staat zijn
beoordelen.
In staat zijn
probleem te
de perceptie en de waarde van een
beschouwen.
de waarde van kennis (b.v. theorie) te
de manier van oplossen van een
beschouwen.
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Teamwerken
Dialoog
voeren
Reflecteren
Netwerken
Beoordelen
en gebruiken
Leren
van de drie
bouwstenen voor
kennis
Analyseren
Creatief zijn
Vinden
Vragen
Samenvattend
 We hoeven bachelorstudenten niet te leren
onderzoeken.
 Wat we ze zouden moeten leren lijkt te hoog
gegrepen (exploratief ontwerponderzoek).
 We kunnen ze wel leren:
1.Het gebruik van resultaten van onderzoek.
2.Het geven van opdracht voor onderzoek.
3.Monitoring van uitgezet onderzoek.
 Echter: dit mag niet ten koste gaan van het
aanleren van de basisbekwaamheden voor
kenniswerkers.
Bijlage
Achtergrondinformatie
Wat moeten we ze leren?
Dublin Descriptoren over onderzoek:
Oordeelsvorming:
“Is in staat om relevante gegevens te
verzamelen en interpreteren (meestal op het
vakgebied) met het doel een oordeel te
vormen dat mede gebaseerd is op het
afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of
ethische aspecten.”
Wat moeten we ze leren?
Commissie Franssen over onderzoek:
“(Wetenschappelijke) toepassing: de
toepassing van beschikbare relevante
(wetenschappelijke) inzichten, theorieën,
concepten en onderzoeksresultaten bij
vraagstukken waar afgestudeerden in hun
beroepsuitoefening mee geconfronteerd
worden.”
Wat moeten we ze leren?
Commissie Franssen over onderzoek:
Probleemgericht werken:
“het zelfstandig definiëren en analyseren van
complexe probleemsituaties in de
beroepspraktijk op basis van relevante kennis
en (theoretische) inzichten, het ontwikkelen
en toepassen van zinvolle (nieuwe)
oplossingsstrategieën en het beoordelen van
de effectiviteit hiervan.”
Wat moeten we ze leren?
Commissie Franssen over onderzoek:
Methodisch en reflectief denken en
handelen:
“het stellen van realistische doelen, het
plannen c.q. planmatig aanpakken van
werkzaamheden en het reflecteren op het
(beroepsmatig) handelen, op basis van het
verzamelen en analyseren van relevante
informatie.”
Wat moeten we ze leren?
HBO-kenmerken over onderzoek:
Probleemgericht werken:
“de afgestudeerde kan relevante
(wetenschappelijke) kennis, inzichten,
houdingen en vaardigheden toepassen bij het
definiëren, analyseren en oplossen van
complexe problemen in de beroepspraktijk”.
Wat moeten we ze leren?
HBO-kenmerken over onderzoek:
Methodisch en reflectief denken en
handelen:
“de afgestudeerde is in staat relevante
informatie te verzamelen en analyseren
teneinde projectmatig te werken en te
reflecteren op het beroepsmatig handelen,
mede vanuit ethische en maatschappelijke
vragen”.
Nogmaals Verschuren (2010)
Type kennis
Verklarend
Prescriptief
Idiografisch
Causaal
Finaal
Historisch
Probleem-oplossing
Nomothetisch
Causale theorieen
Prescriptieve
theorieen
Verschuren, P. (2010), Onderzoek in het HBO:
soorten, scholingsniveaus en methodologische profielen
Nogmaals Verschuren (2010)
Universiteit
HBO
Interne validiteit
*****
*****
Externe validiteit
*****
***
Controleerbaarheid
*****
*****
Cumulativiteit
***
***
Implementaire validiteit
*
*****
Ethische validiteit
?
*****
Verschuren (2010) over onderzoek
in/naar het eigen professionele handelen
“Dienen studenten het reflectief en enigerlei
vorm(en) van expert gebaseerd onderzoek op
uitvoerend niveau te beheersen, vooralsnog is dit
niet zo bij empirisch onderzoek naar het eigen
professionele handelen.
Hier dient primair te worden gemikt op gebruik van
door anderen (universiteiten, onderzoeksbureaus,
afdelingen onderzoek van overheden, R&D
afdelingen van grote bedrijven) uitgevoerd
onderzoek.”
Verschuren (2010) over onderzoek
in/naar de eigen werksituatie
“Actieonderzoek. Ik heb twijfels of dit type
onderzoek voor jonge mensen, met nog zo weinig
ervaring en expertise, een haalbare kaart is.
Naast methodologische kennis (die haalbaar is)
vergt het vooral veel materiedeskundigheid,
praktijkervaring, ervaring in het werken met
groepen, alsook enig persoonlijk overwicht.”
Verschuren (2010) over onderzoek
in/naar de eigen vakdiscipline
“Een kernvraag is of men voor reguliere HBO
studenten ook expliciet moet mikken op
grensverleggend bijdragen aan de eigen vakdiscipline.
(…) Indien en voor zover deze vraag met ja wordt
beantwoord, is een gedegen scholing in de uitvoering
van empirisch onderzoek nodig, en wel op het niveau
van een universitaire opleiding met een stevige
empirische traditie, zoals die van sociologie en
psychologie.”
Vragen
De bekwaamheid de eigen informatiebehoefte te
onderkennen en deze informatiebehoefte om te
zetten in een zoekvraag.
Indicatoren:




Het belang inzien van het formuleren van de juiste vraag.
Inzien dat de vraag het antwoord stuurt.
In staat zijn om te bepalen welke informatie precies
nodig is.
In staat zijn om de juiste ‘zoektermen’ te gebruiken.
Vinden
De bekwaamheid om relevante informatiebronnen
te kiezen en te raadplegen en de hiervoor
benodigde informatietechnologie te hanteren.
Indicatoren:



De kenmerken en voor- & nadelen van verschillende typen
informatiebronnen weten.
In staat zijn informatiebronnen te vinden.
In staat zijn zoektechnologie op het internet, in catalogi en
in databanken te hanteren.
Beoordelen en gebruiken
De bekwaamheid de gevonden informatie te
selecteren, te evalueren, te verwerken en in het
eigen werk op te nemen.
Indicatoren:




Informatie beoordelen op bruikbaarheid.
Bij onvoldoende bruikbare informatie nieuw zoekproces
opstarten.
Informatie beoordelen op betrouwbaarheid, objectiviteit en
actualiteit.
Informatie in de tekst verwerken en juiste
bronvermeldingen toevoegen.
Autoriteit, objectiviteit en
actualiteit
Is duidelijk vanuit welk standpunt de aanbieder de
informatie aanbiedt?
Doe een gok: wat is de officiële site van het witte
huis?
www.whitehouse.com
www.whitehouse.org
www.whitehouse.gov
Netwerken
De bekwaamheid om op systematische wijze een persoonlijk
netwerk te ontwikkelen en te onderhouden van mensen die in de
toekomst mogelijk kunnen dienen als waardevolle bron van kennis
of waarvoor de eigen kennis waardevol kan zijn.
Indicatoren:





Weten wat je zelf te bieden hebt.
In staat zijn te herkennen wat een ander eventueel te bieden heeft.
In staat zijn jezelf niet centraal te stellen in de relatie en anderen te
helpen.
In staat zijn je een beeld te vormen van anderen en te herkennen
waarmee zij kunnen worden geholpen.
In staat zijn vertrouwen te wekken.
Teamwerken
De bekwaamheid om in een team de diverse kennis
en kunde van de teamleden te combineren en zo
gezamenlijk tot een beter resultaat te komen.
Indicatoren:



In staat zijn de verschillende kennis en kunde van
deelnemers te herkennen, te respecteren en op waarde te
schatten.
In staat zijn deze kennis en kunde te combineren door het
organiseren en afstemmen van taken.
In staat zijn te reflecteren op het functioneren van het
team en hierover met elkaar een dialoog te voeren.
We leren ze wel discussieren
maar geen dialoog
DISCUSSIE:
Gelijk krijgen
Argumentatie
Besluitvorming
“Ja, maar….”
DIALOOG:
Op elkaar voort bouwen
Vragen stellen
Kennis uitwisselen
“Ja, en…..”
Reflecteren op kennis
Het vermogen de waarde van kennis voor het
oplossen van een bepaald probleem te beschouwen
en hieruit lessen te trekken voor de toekomst.
Indicatoren:



In staat zijn de perceptie en de waarde van een probleem
te beschouwen.
In staat zijn de waarde van kennis (b.v. theorie) te
beoordelen.
In staat zijn de manier van oplossen van een probleem te
beschouwen.
Analyseren
Het vermogen informatie, zienswijzen en
modellen afzonderlijk en in betrekking tot
elkaar te vergelijken, te beoordelen en
eventueel te combineren, teneinde inzicht te
verschaffen in een vraagstelling, opvatting of
oplossing.
Creatief zijn
De bekwaamheid om flexibel te denken en op die manier
kennis te verbinden en te herschikken, teneinde nieuwe,
verrassende ideeën te genereren die anderen nuttig vinden.
Indicatoren:









Lef hebben.
Onverschrokken zijn.
Nieuwsgierig zijn.
Flexibel zijn.
Spontaan zijn.
Grenzen opzoeken.
Doorzettingsvermogen hebben.
Geen blokkades hebben.
In staat zijn creatieve technieken toe te passen.