FNinLimburg2013 - Narrenuniversiteit Limburg

Download Report

Transcript FNinLimburg2013 - Narrenuniversiteit Limburg

Maastricht, 30 oktober 2013
Ann Marynissen
Universität zu Köln
ontstaan van de familienamen
 familienaam = erfelijk overgedragen naam
 Germaans eennaamsysteem: variëren met
componenten van samenstelling, bv. Hildebrand +
Gertrud > Hildegeer
 vroegmiddeleeuws tweenamensysteem: voornaam +
toenaam, bv. 1047 Arnulfus filius Theoderici (Doornik);
1089 Rodbertus agnomine Freso (Robrecht de Fries)
oorzaken
 christianisering: beperkt aantal bijbelse namen:
Johannes, Petrus; Maria, Catharina
 verarming door vernoeming: bv. 867 Liodricus, zoon:
Liodricus (aan de IJzer)
 onderscheidingsdrang, bv. Berthout de Berlaer;
Berthout de Berchem de Ranst
 bevolkingstoename in de steden
 typeren van de medemens, bv. Roobaert
waar en wanneer?
 vaste geslachtsnamen vanaf de 13de eeuw in het
zuiden: in de Vlaamse steden in de 14de-15de eeuw, iets
later in Brabant en Limburg
 16de-17de eeuw: Holland
 18de-19de eeuw: Friesland, Groningen, Drenthe
 officiële registratie in Franse tijd:
 België: in 1795, tal van archaïsmen in spelling bewaard
 Nederland: 1811, invloed van spelling Siegenbeek (1804)
familienamengeografie
 familienamen zijn streekgebonden
 familienamengeografie: studie van de ruimtelijke
verdeling van afzonderlijke familienamen / van types
familienamen
methode
 computerprogramma voor de verspreiding van iedere
familienaam in België en Nederland
 materiaal:
 België: bevolkingsregister 31 december 1987
 Nederland: telefoonabonnees PTT 1993 (vanaf 2
abonnees in een gemeente)
karteermethoden
 verspreiding van één naam: vlakkenkaarten met
kleuren of symbolen
 België (1997): www.familienaam.be
 Nederland (2007):www.meertens.knaw.nl/nfb
 geconcentreerde verspreiding in een kerngebied, waar
de bakermat van de naam ligt, bv. Van Keymeulen,
Konijn, Van Mechelen
 verspreiding van types familienamen:
variabelenkaarten met symbolen, bv. (van)
brussel/brusselman(s)/brusselaars
indeling van familienamen
 criteria: inhoud / vorm
1. lexicale motivering: historisch-etymologische betekenis
van de naam
2. grammaticale motivering: opbouw van de naam
lexicale motivering van
familienamen
 5 groepen:
 afstammingsnamen, bv. Thijs, Jacobs; Roosen, Verjans;
Ooms, Neven
 beroepsnamen, bv. Timmermans, Ketelslegers, Knapen
 eigenschapsnamen, bv. De Groot, Crommen, Voets,
Wolfs, Vos, Haenen
 woonplaatsnamen, bv. Vandebosch, Steegmans,
Vandeweyer
 herkomstnamen, bv. Vanspauwen, Vandormael, Hex
grammaticale motivering van
familienamen
 casus: nominatief / genitief / lokatief
 woordvorming: lidwoord / suffix / voorzetsel
 grammaticale motivering overstijgt de lexicale
motiefgroepen
afstammingsnamen
 casus:
 nominatief: FN Willem, Willemse, Willemsen,
Florizoone, Roggeman, Roelofsma; Beele, Mabesoone
 genitief: FN Willems, Roelofs, Thysmans, Willemen,
Jaenen; Grieten, Baeten, Roosen, Luyten/Luyts
 woordvorming: afleiding en samenstelling:
 -sen < -sone: FN Willemsen, Florizoone, Jansseune, Mabesoone
 -(s)ma(n): FN Roggeman < Rogier, Thijsmans, Jansema, Roelofsma
 diminuering: FN Reintjens < Reinaert, Drieskens < Andries
 diverse vleisuffixen: -en, -el, -tack, FN Lemmens < Lambertus,
Gijsels < Gijsbrecht, Wuytack < Wouter
 titel + voornaam: FN Serclaes < des heren Nicolaes, Serneels < des
heren Cornelius; Vercleren < vrouwe Clara, Verjans < vrouwe
Johanna
 adjectief + voornaam: FN Grootjans, Schoonjans, Sterckendries
 dubbele voornaam: FN Coppejans < Jacob + Jan, Coppieters ,
Goossenaerts < Goswin + Aernout
beroepsnamen
 casus:
 nominatief: FN Smit, De Bakker, Meijering
 genitief: FN Smeets, Beckers, Winnen; Smulders,
Swennen, Smeyers
 woordvorming:
 lidwoord: FN De Backer, Den Boer, D’Olieslaeger
 diverse suffixen: -(s)ma(n)(s), -ing/-ink, -ken: FN
Postma, Molemans, Bekkering, Smekens
eigenschapsnamen
 casus:
 nominatief: FN De Groot, Groot, Haan, D’Haene
 genitief: FN Grooten, Schrooten, Haenen, Saenen
 woordvorming:
 lidwoord: bv. De Jong, Den Ouden, Devos
 diverse suffixen: bv. Mooijaart, Magerman
woonplaatsnamen
 casus:
 nominatief: FN Berg, Bergman
 genitief: FN Bergs, Bergmans
 lokatief: FN Van den Berg
 woordvorming
 suffixen: FN Lindemans, Hofman, Broekaert, Dijkstra
 voorzetsels:


van/ver: FN Vanderlinden/Verlinden
andere voorzetsels: FN Uitenbogaert, Opdenacker, Ten Hove,
Indestege, Aendenboom, Angenendt
herkomstnamen
 casus:
 nominatief: FN Amsterdam
 genitief: FN Berkelmans
 lokatief: FN Van Berkel
 woordvorming:
 lidwoord: FN De Vlaeminck
 suffixen: FN Keulenaers, Gelderman
 voorzetsel: FN Van Vlaenderen
 de verspreiding van familienamen is regionaal
bepaald: structureel verschillende types per regio
 prototypische Limburgse familienamen: courantste
types: lexicaal/grammaticaal
de frequentste motiefgroep aan de hand van de 100 frequentste namen
per provincie in Vlaanderen en Nederland
Procentueel aandeel van de patroniemen aan de 100 frequentste
namen per provincie in Vlaanderen en Nederland
typisch Limburgs: patroniemen
 lexicale motivering van de Limburgse familienamen:
 patroniemen: cfr. top-20 Limburg
top-20 Limburgse familienamen
 Belgisch-Limburg (1987)
 Nederlands-Limburg (1993)
1. Claes
2. Peeters
3. Janssen
4. Hermans
5. Martens
6. Jacobs
7. Gielen
8. Thijs
9. Lemmens
10. Willems
1. Janssen
2. Smeets
3. Peeters
4. Peters
5. Jacobs
6. Hendriks
7. Hermans
8. Willems
9. Jansen
10. Driessen
11. Maes
12. Aerts
13. Jans
14. Smeets
15. Houben
16. Reynders
17. Daniëls
18. Wouters
19. Bosmans
20. Smets
11. Beckers
12. Houben
13. Franssen
14. Timmermans
15. Simons
16. Lemmens
17. Geurts
18. Rutten
19. Theunissen
20. Habets
typisch Limburgs: genitieven
 grammaticale motivering: genitiefvormen !


sterke uitgang –s
zwakke uitgang –en
 genitivering overstijgt de lexicale categorieën:
 patroniemen/metroniemen: FN Hermans, Jacobs,
Gielen, Houben, Rutten; Thoelen, Cleeren, Achten
 beroepsnamen: FN Timmermans, Ketelslegers,
Wagemans, Clerckx, Knapen, Swennen
 woonplaatsnamen: FN Bamps, Brepoels, Steegen
 eigenschapsnamen: FN Wolfs, Haenen, Groven
 sterke genitiefuitgang –s: typerend voor het hele
zuidoosten van het taalgebied: voorbeelden:



patroniemen : FN op –brecht/-brechts
beroepsnamen: FN Brouwer/Brouwers
woonplaatsnamen: FN Schuurman/Schuurmans
 zwakke genitiefuitgang –en: typerend voor Limburg:
 bij metroniemen: FN Thoelen, Billen, Cleeren
 bij patroniemen: FN Rutten, Vranken, Bollen, Coolen


analogische herstructurering:
 zwak > sterk: FN Vranckx/Vrancken, Bols/Bollen, Cools/Coolen
 sterk > zwak: FN Moons/Moonen, Daems/Damen,
Merckx/Mercken
uitbreiding met –en: FN Theunis/Theunissen, Joris/Jorissen,
Thewis/Thewissen, Vaes/Vaessen, Claes/Claesen, Thijs/Thijsen
 zwakke genitiefuitgang –en: typerend voor Limburg:
 bij beroepsnamen: FN Neefs/Neven, Knaeps/Knapen,
Greefs/Greven

met voorgevoegde –s: FN Winnen/Swinnen, Greven/Schreven
 bij eigenschapsnamen: FN Vinckx/Vencken, Vliegen,
Haesen, Haenen; Caels/Caelen, Corten, Langen,
Crommen

met voorgevoegde –s: FN Slangen, Switten, Swijsen, Salden,
Schrooten, Schrauwen, Schroyen, Saenen
 Verspreiding van de Limburgse naampatronen in
Duitsland? (Deutscher Familiennamenatlas, Mainz)
 gegenitiveerde beroepsnamen op –s: Küster/Küsters +
Decker/Deckers
 patroniemen op -en: FN Franken
 eigenschapsnamen op –en: FN Kleinen + Jungen +
Kahlen
 voorzetselnamen met versmelting prepositie + lidwoord:
FN Ingen-/Inger-, Angen-/Anger-
 zuidoostelijke genitiefgebied zet zich voort in het
Duitse Rijnland
 voorzetselnamen: Nederlandse karakter van de Duitse
Nederrijn
 toont de historische eenheid van het Rijn-Maaslandse
grensgebied
Maastricht, 30 oktober 2013
Ann Marynissen
Universität zu Köln
tegenstellingen in de spelling
 namenparen:
 Cuypers/Kuiper
 Van Dijck/Van Dijk
 Claessen/Klaassen
 Vandenberghe/Van den Berg
 Verheyen/Verheijen
 verklaring van de spellingverschillen
 België: FN vastgelegd in 1795, tal van archaïsmen
bewaard
 Nederland: FN vastgelegd in 1811, invloed van spelling
Siegenbeek (1804)
 Nederlands-Limburg: menggebied omwille van politieke
geschiedenis
morfologische tegenstellingen
 driedeling in het taalgebied:
 noorden: nominatief zonder lidwoord, bv. Dekker,
Bakker, Kuiper, Visser, Lambrecht, Jong, Snoek
 zuidwesten: nominatief met lidwoord, bv. De Decker, De
Backer, De Cuyper, De Visscher, De Jonghe, De Pauw
lidwoord in accusatief: Den Dekker, Den Uyl, Den Ouden
 zuidoosten: genitiefvormen, bv. Deckers, Beckers,
Kuipers, Vissers, Winnen, Lambrechts, Snoeckx, Langen
met voorgevoegde genitief: Smulders (des mulders),
Spaepen (des paepen), Slangen (des langen), Saenen (des
haenen)