Multipel Myeloom deel 2

Download Report

Transcript Multipel Myeloom deel 2

Multipel myeloom: therapie
Marie José Kersten
Afd Hematologie, F4-224
www.hematologie-amc.nl
[email protected]
Indeling MM en behandeling
•
•
•
•
MGUS
‘’Sluimerend’’ myeloom
Symptomatisch myeloom
Solitair plasmacytoom (RT)
behandelingsmodaliteiten
•
•
Specifiek: remming MM
Supportive care:
– Hyperviscositeit: plasmaferese
– Hypercalciëmie: vocht, bisfosfonaat
– Nierinsufficiëntie: vocht, evt dialyse
– Botziekte:
Behandeling botziekte bij MM
Normal Coupled Bone Turnover
• Radiotherapie: pijn,
myelumcompressie, dreigende
fractuur
• Orthopedische ingreep
• Bisfosfonaten
• RANKL-antistof
• DKK1-antistof?
RANKL
DKK1
Myeloma Bone
4
Specifieke behandeling MM
•
•
Combinatie chemotherapie: werkzame middelen:
– Steroiden (prednison, dexamethason)
– Alkylerende middelen (melphalan,
cyclofosfamide)
– Nieuwe middelen
≤ 65 jaar: stamceltransplantatie:
– Autoloog na hoge dosis melphalan
– Allogeen (tandem auto-allo; non-myeloablatief!)
Autologe SCT verbetert overall survival
bij MM (3  5 jaar)
MRC72
IFM901
100
Transplant
75
50
Conventional
p = 0.03
25
Overall survival (%)
Overall survival (%)
100
75
50
Conventional
25
p = 0.04
0
0
15
30
45
Treatment (months)
1. Attal NEJM 1996
2. Child NEJM 2003
60
0
20
40
60
80
Treatment (months)
6
Rol allogene SCT bij MM?
Bruno NEJM 2007
Garban Blood 2006
• Duidelijk graft-versus-myeloom effect
• Positieve en negatieve studies 
– alleen in studieverband
– Bij hoog risico patienten of bij recidief?
7
bort/IMiDs
bort/IMiDs
Steroids, CT
bort/IMiDs
bortezomib
Thal/IMiDs
bort/IMiDs
8
Nieuwe middelen bij MM: imids
•
•
Thalidomide:
– slaapmiddel/antiemeticum; teratogeen
– Angiogeneseremmer
– immuunmodulatoir (T cellen, NK cellen),
cytokines
– Bijwerkingen: slaperig, neuropathie, trombose
Lenalidomide:
– Ontwikkeld als opvolger thalidomide
– Veel sterker immuunmodulatoir effect
– Veel minder bijwerkingen
Nieuwe middelen bij MM:
proteasoomremmers
Bortezomib
Effect on bone
disease
10
Proteasoomremmers
•
•
•
Bortezomib:
– Intraveneus (subcutaan!)
– Snel effect
– Kan gegeven worden bij nierinsufficientie
– Ook effect op botziekte?
Bijwerkingen:
– Trombopenie (budding megakaryocyten NFkB
afhankelijk)
– Neuropathie
– Diarree
Opvolgers bortezomib: carfilzomib
MM: cytogenetische afwijkingen en
therapie
Cytogenetica:
–
–
Gunstig: t(11;14),
hyperdiploid
Ongunstig: o.a. t(4;14),
t(14;16), 17p-, 1q+, 13q-
Nieuwe middelen: ook
werkzaam bij ongunstige
CG afwijkingen
Prognose MM: invloed nieuwe middelen
Voor
2000
Na
2000
36
48
Mediane OS <65 39
74
Mediane OS >65 26
33
2001-2006
Mediane OS
Mediane overleving met
intensieve therapie 5-7 jaar;
geen curatie…
13
Behandeling MM ≤ 65 jaar
Inductie chemotherapie
Thalidomide of bortezomib,
dexamethason
stamcelmobilisatie
Hoge dosis melphalan
Vraagstelling
nieuwe studies:
Autologe
Kunnen
de
nieuwe middelen een
stamceltransplantatie
stamceltransplantatie overbodig maken??
-Tijdens inductie
Hoog risico?
Onderhouds-Consolidatie
Allogene
behandeling
stamceltransplantatie
-onderhoud
Incidentie van multipel myeloom
•NL: 700-800 nieuwe gevallen per jaar
•Mediane leeftijd 66 jaar, 45% >70 jaar
Behandeling MM > 65 jaar
•
Patiënten > 65 jr
•
•
•
•
•
melphalan + prednison + thalidomide (MPT)
Nieuwe studies: MPT versus MP + lenalidomide of
bortezomib
Andere combinaties nieuwe en oude middelen
Onderhoudsbehandeling (duur?)
Meer gerichte behandeling (zowel op effectiviteit als
toxiciteit gestuurd)
17