De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor

Download Report

Transcript De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor

De Oudheid
F.G. Naerebout & H.W. Singor
Begeleiding semester I blok I
F.G. Naerebout
GLTC/OCMW
Maandag 9:00-11:00 Vriesh 2/002
rooster
• 20 september: tot pagina 100: alles vóór
Archaïsch Griekenland, prehistorie – 750 v.C.
• 27 september: pp.100-161: 750 – 500 v.C.
• 4 oktober: GEEN college
• 11 oktober: pp.100-161, 165-227: 750 – 500
v.C. en 500 – 338 v.C.
• 18 oktober: pp.165-227: 500 – 338 v.C.
Bron: Wikipedia Dateringen: Internat. Commission on Stratigrafy
Jaren B.P.
(x 1000.000)
Ruimere context: zie Wikipedia, trefwoord Fanerozoicum
 7-5 miljoen jaar B.P.: ontstaan van mensachtigen (einde
Mioceen/begin Plioceen)
 2,4-2,3 miljoen jaar B.P.: genus homo: de mens. Verschijnt
ongeveer gelijk met het begin van het Kwartair en Pleistoceen.
 200.000 jaar B.P.: homo sapiens
 100-60.000 jaar B.P.: de moderne mens verspreidt zich vanuit
Afrika
 25-24.000 jaar B.P.: uitsterven van de homo Neanderthalensis
 12.000 jaar B.P. (10.000 v.C.): einde van het Pleistoceen, begin
Holoceen, einde laatste Pleistocene glaciaal
X B.P. = X before present = X + 2010
In archeologische termen (gebaseerd op werktuiggebruik) behoort
het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis tot het
Paleolithicum, de Oude Steentijd.
Op de overgang naar het Holoceen begint het Mesolithicum, de
Midden-Steentijd, die op een gegeven moment (afhankelijk van
de plaats) overgaat in het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd
Neolithicum
Neolitische revolutie
& secondary products revolution
Diffusie / zelfstandige ontwikkeling
NB: evoluties
10.000-3500 v.C.
 Sedentisme ( nomadisme)
 Domesticatie van planten en dieren  landbouw/tuinbouw
 Gepolijste werktuigen
 Aardewerk
 Zuivelbereiding, textielfabricage, trek-, rij- en lastdieren
 Eerste metallurgie
3000 v.C.
Vroege staten en steden
Vruchtbare Halve Maan
Mesopotamië: Soemer
Egypte
NB: centrum-periferie
Migraties: Semieten (Akkad); Indo-Europeanen
Brons  Bronstijd NB: 3-perioden-systeem: steen, brons, ijzer
Opnieuw: diffusie (en autonome ontwikkelingen)
Schrift: cuneïform (spijkerschrift)
hiërogliefen
Prehistorie  historie
Vanaf het moment dat geschreven
wordt (protohistorie?), of vanaf het
moment dat dat in aanmerkelijke
mate gebeurt, en ‘historische
informatie’ wordt opgeschreven?
Bronnen: primaat van geschreven
bronnen
Extern geheugen
2400 v.C.

Mesopotaamse hegemonieën
Oeroek; Rijk van Sargon van Akkad; Oer
2000 v.C.

Komst van de Amorieten

Einde Soemer en opkomst van Babylon

Begin van geschiedschrijving in Mesopotamië

Begin van Minoïsche bloeiperiode; Helladisch

Komst van Grieken en van Italische volken
1700 v.C.

Babylon: Hammurabi: wetscodificatie
1600-1000
1600 v.C
 Santorini/Thera/Thira
 Opkomst van nieuwe machtsblokken
Elam, Assyrië, Mitanni, Hittieten-rijk
 Griekenland: Mycene
1500 v.C.
 Einde Indusbeschaving
 Opbloei van China: Shang; Chinees schrift: karakters
 Grieken op Kreta: Lineair B
 Egypte expansief in Nabije Oosten: Nieuwe Rijk
1200 v.C.
 Ondergang Late Bronstijd-bestel, migraties
Val van het Hittietenrijk, invallen door de
Zeevolken, binnendringen van Arameeën in
Mesopotamië en Nabije Oosten, begin van het einde
voor Myceens Griekenland
1100 v.C.
 China: Zhou
1000 v.C.
 Successor states: Neo-Hittieten, Frygiers
 Ontstaan van het alfabet-schrift
900 v.C.
 Opkomst van Assyrië als grootmacht
 In het Nabije Oosten: Fenicië, Filistijnen, Israel, Juda
750 v.C.
 Griekse renaissance: Archaïsch Griekenland
Contacten met Nabije Oosten, Egypte: vele ontleningen,
waaronder het alfabetschrift
 Assyrische expansie
722 Israel vernietigd, 670 Egypte veroverd
612 v.C.
 Val van Niniveh; Nieuw-Babylonisch rijk; Neboekadnessar
587 inname Jerusalem, einde van Juda – Babylonische
ballingschap
550 v.C.
 Iran: de Meden verdrongen door de Perzen
Perzische veroveringen: 545 Lydië, 539 Babylon, 525 Egypte
GRIEKENLAND
Dark Age 1000-750
•
De Griekse wereld van Homeros?
•
Migraties: Doriërs; oversteek naar Klein-Azië; Cyprus
Archaïsch Griekenland 750-500
•
Ex oriente lux  o.m. alfabetschrift
•
Polis, poleis burgerschap / aristocratie / turannis
•
Bevolkingsgroei en ‘kolonisatie’
•
Het Dorische model
Expansieve Griekse wereld
tussen:
• Italische volken & Etrusken
• Karthago
• Het Perzische Rijk

500 Ionische Opstand
490/480 Perzische Oorlogen
480 Himera 474 Kumē
ATHENE
620 Drakōn
590 Solōn
550 Peisistratos
510 Verdrijving van Hippias
Rome
ca 600 Etruskisch
510 Einde van de
Koningstijd
Kleisthenēs
Republiek