kapel van de monniken van Berzé-la-Ville

Download Report

Transcript kapel van de monniken van Berzé-la-Ville

Geschiedenis
Bezoek
Hugo van Semur
Informatie
Geschiedenis
Bezoek
Hugo van Semur
Informatie
Geschiedenis
▲
▲
▲
Bezoek
Hugo van Semur
Informatie
Hugo van Semur en de priorij*
van Berzé
Een bijzondere relatie
De abt Hugo van Cluny is sterk betrokken bij de
onderhandelingen die de aankoop van de gronden
van Berzé-la-Ville mogelijk maken.
Hij kiest voor een beheermethode die verschilt
van deze van de andere decanaten* door het beheer
van de site rechtstreeks onder de voogdij te plaatsen
van het bestuur van de abdij van Cluny, die op slechts
10 km gelegen is. In de andere dependances
van hetzelfde type worden decani, een soort
van intendanten, benoemd.
Economische banden
De grondopbrengsten van de site moeten het
overigens mogelijk maken dat elk jaar op de
verjaardag van het overlijden van de abt Hugo
een “vol rantsoen” verstrekt wordt aan het klooster
en aan de infirmerie van Cluny. Dat betekent dat de
productie van de landbouwgronden van Berzé-la-Ville
dient om alle monniken van Cluny één keer per jaar
te voeden, en dit zelfs na het overlijden van de abt.
Vanaf 1103 maken de historische bronnen melding
van frequente verblijven van de abt in Berzé-la-Ville.
Hugo is dan bijna 80 jaar en wellicht op zoek naar
rust en stilte op een meer geïsoleerde plek dan
de grote abdij.
Woordenlijst
Apostolisch: toebehorend aan de apostelen of conform
hun opdracht, hun voorbeeld.
Decanaat: klein klooster belast met het beheer van de
landbouweigendommen die toebehoren aan de abdij.
Diaken: in de primitieve Kerk, titel gegeven aan
de getrouwen die belast waren met het verdelen
van de aalmoezen.
Halfkoepel: gewelf gevormd door een halve koepel.
Hoekverbinding: metselwerk waarvan de driehoekige
vorm past in de hoek die gevormd wordt door
twee muren.
Liturgische kalender: kalender met betrekking tot de
liturgie, met elke viering van het jaar.
Priorij: religieuze gemeenschap onder het bestuur
van een prior, van een priores.
Steenverband: verband waarin stenen worden gemetseld.
De nabootsing van een metselverband is een motief op
pleisterwerk dat eruit ziet als metselwerk.
Praktische informatie
Vrij bezoek en rondleiding met gids.
Gemiddelde duur van het bezoek: 45 min.
Centre des monuments nationaux
Chapelle des moines
71960 Berzé-la-Ville
tél. 03 85 36 66 52
[email protected]
www.monuments-nationaux.fr
*Uitleg op de achterzijde van dit document.
crédits photos © David Bordes / Centre des monuments nationaux. réalisation graphique Marie-Hélène Forestier. traduction ADT international. impression Stipa, 2017.
Nederlands
kapel van de monniken
van Berzé-la-Ville
Een cluniacenzer priorij*
Ontstaan van de kapel
De naam Berzé-la-Ville verschijnt
vanaf 1042 in de tekstbronnen
van de abdij van Cluny.
Het is pas in 1100 dat de abdij van
Cluny de volledige eigendom van
de priorij* van Berzé-la-Ville
verkrijgt, na talloze uitwisselingen,
aankopen en allianties die handig
werden geregeld door de abt
Hugo van Semur (1049-1109). Toen werden de
priorij* en de kapel gebouwd. Het iconografische
programma van schilderingen werd wellicht op dat
ogenblik ontworpen.
Bij het overlijden van abt Hugo, in 1109, zijn de
werken niet beëindigd.
Een slecht gekende recente
geschiedenis
De gebouwen werden heropgetrokken in de
zeventiende eeuw. Na de Franse revolutie wordt
de hoge kapel omgevormd tot schuur en doet de
lage kapel dienst als wijnkelder. In 1887 worden de
schilderijen toevallig ontdekt door Philibert Jolivet,
pastoor van de parochie. De kapel wordt in 1893
geklasseerd als historisch monument. De Britse
archeologe Dame Joan Evans verzamelt fondsen
om deze te redden en de Academie van Mâcon
de mogelijkheid te bieden ze in 1947 aan te kopen.
Vandaag is de kapel door het Centre des monuments
nationaux toegankelijk gemaakt voor bezoekers.
*Uitleg op de achterzijde van dit document.
Geschiedenis
Bezoek
Hugo van Semur
Informatie
▲
De kapel is het enige zichtbare overblijfsel van de
middeleeuwse priorij*. Ze is gebouwd op twee niveaus
en steunt rechtstreek op de rots, zoals te zien is in
de toegangsgang.
van Cluny. Deze iconografische keuzes maken het
mogelijk om de abten van Cluny te positioneren
in de rechtstreekse lijn van de apostelen.
De lage kapel
De vensters
De vloer lijkt nooit betegeld geweest te zijn. Door
twee kleine openingen kon zwak licht naar binnen
vallen.
De halfkoepel* van de apsis vertoont nog veel sporen
van polychromie die dateert uit het prille begin van
de veertiende eeuw: een fries en een regelmatig motief
van okerrode schijnvoegen die een steenverband*
suggereren. De functies van deze kapel blijven nog
onduidelijk.
Het tweede register is dat van de vensters.
Er worden zes bustes van heiligen voorgesteld in
de hoekverbindingen* aan de basis van het gewelf. Vijf
ervan houden een lamp vast, behalve Consorce, rechts,
die een kruis draagt. Er werden relikwieën van deze
heilige bewaard in Cluny en op haar feestdag werd een
mis gevierd. De voorstelling van deze heiligen schetst
de parabel van de wijze en dwaze maagden die verteld
wordt in het evangelie volgens de heilige Mattheus.
De hoge kapel
De blinde bogenrijen
Men komt in de hoge kapel binnen via de westelijke
gevel en dan staat men tegenover de decoratie
van de apsis.
Christus domineert de volledige ruimte door de positie
die hij inneemt en door zijn afmetingen.
Het onderwerp dat aan bod komt in de halfkoepel*
vindt zijn oorsprong in de vroegchristelijke kunst. Het
betreft de Traditio legis: Christus toont zijn wet en
overhandigt ze aan Sint-Pieter. Het decor kan afgelezen
worden op drie registers: de halfkoepel*, het niveau
van de vensteropeningen en de sierbogenrijen in
het onderste gedeelte. De schilder is erin geslaagd
om meer dan veertig personages te verdelen over
deze beperkte ruimte.
Langs weerzijden van de openingen worden de blinde
bogenrijen ingenomen door martelscènes. Links ziet
men de marteldood van de heilige Blasius: in het
bovenste deel brengt een vrouw hem een bezoek in
de gevangenis en biedt ze hem een varkenskop om
zich te voeden. In het onderste deel, wordt de
heilige onthoofd.
Rechts gaat het over de marteling van de heilige
Vincentius van Saragossa: de beulen onder het bevel van
de gouverneur Dacianus houden de heilige uitgestrekt
op de rooster.
Deze twee heiligen waren het voorwerp van een grote
verering in de abdij van Cluny.
De halfkoepel*
De apostelen zijn verdeeld in twee groepen van zes,
langs weerszijden van Christus. Kleiner zijn, rechts
van Christus, de diakens* Vincent en Laurent afgebeeld,
en links van hem, twee abten van Cluny.
Deze compositie illustreert de overdracht van de Wet:
Christus overhandigt ze aan Sint-Pieter, die ze zal laten
naleven door al zijn opvolgers, alsook door de abten
Het onderste register van de apsis
Er worden acht heiligen geïdentificeerd door
opschriften die vandaag gedeeltelijk uitgewist zijn
(Abdon, Sennen, Dorotheus, Gorgon, Sebastiaan,
Sergius, Bacchus, Dionysus, Quintius). Deze oosterse
en westerse heiligen zijn, grotendeels, zeer weinig
gekend, maar ze komen allemaal voor op de liturgische
kalender* van Cluny en hun relikwieën werden
bewaard in de schatkamer van de abdij van Cluny.
Ze werden niet bijzonder uitvoerig vereerd.
De specialisten stellen zich vragen over de reden
van de aanwezigheid van deze oosterse heiligen en
er worden verschillende hypotheses naar voren
geschoven. Men zou er de voorliefde in kunnen
herkennen van Hugo van Semur voor Byzantium,
de voorstelling van de apostolische* overtocht van
het Oosten naar het Westen of nog een illustratie
van de onlusten tussen Oost en West, en meer in
het bijzonder van de eerste kruistocht (1096-1099).
De inkomboog van de apsis rust op pilasters versierd
met twee monniken die een abtstaf vasthouden. Het
gaat om Benedictus van Nursia (zesde eeuw), stichter
van de Regel van Benedictus, en Benedictus van Aniane
(achtste – begin negende eeuw), kloosterhervormer.
Hij de auteur van de regel die de monniken van
Cluny zullen eren door deze op te leggen aan
al hun kloosters.
Ze worden voorgesteld als de pijlers van het
kloosterleven, als ware bewakers van het heiligdom
van abt Hugo.
Het schip en de achterzijde van de gevel van de kapel
dragen nog overblijfselen van muurschilderingen.
Deze decoratie dateert van het prille begin van de
veertiende eeuw, net als deze van de lage kapel. Ze
kaderen wellicht in een opfrissing van de kapel voor
de komst van paus Bonifatius VIII en van negen
kardinalen die koning Filips de Schone kwamen
bezoeken, en die vijf dagen doorbrachten in Cluny
en in de omliggende priorijen*, in de eerste jaren
van deze eeuw.
De schilderijen van de kapel van de monniken
van Berzé-la-Ville zijn een meesterwerk van de
muurschilderkunst van de twaalfde eeuw.
Ze zijn de enige getuigen van de monumentale
cluniacenzer schilderkunst in de hoogdagen
van de abdij.
*Uitleg op de achterzijde van dit document.