Transcript Lees hier de overweging van Ben Vocking o.p.
Overweging
zondag
5
maart
2017
1 e zondag 40 ‐ dagentijd
Het
Steiger
Rotterdam
Eerste
lezing:
Gen.
2, 7 ‐ 9 + 3, 1 ‐ 7
Tweede
lezing:
Mat.
4, 1 ‐ 11
Overweging:
Vandaag – op deze eerste zondag van de veertigdagentijd – gaan we terug naar het begin.
Er wordt verteld, dat wij het leven ontvangen hebben van die Bron van ons leven.
Dat wordt met een mooi beeld naar voren gebracht: God boetseerde de mens uit klei van de aarde en blies hem de levensadem in.
Gods Geest heeft ons het leven gegeven.
Anders gezegd: wij hebben het leven ontvangen.
Wij zijn geen eigenaars, bezitters.
We zijn afhankelijk.
We hebben grenzen.
En dit laatste wordt ons verhalenderwijs duidelijk gemaakt.
God plaatste ons in een tuin met allerlei bomen, heerlijk om van te eten.
Maar – zo kreeg de mens te horen – van de boom van het leven en van de boom van kennis van goed en kwaad mocht de mens niet eten… Maar die afhankelijke mens gaat zijn eigen gang en wil zelf uitmaken wat er gebeurt.
Hij eet van de boom van goed en kwaad.
Zijn ogen gaan open.
De mens loopt weg van de Oorsprong waaruit hij is voort gekomen.
Met dit verhaal wordt ons opnieuw in herinnering gebracht wie wij zijn: mensen, die het leven ontvangen hebben, maar die er steeds voor kiezen hun eigen weg te gaan.
En we zien het gebeuren bij anderen en bij onszelf.
We keren elkaar de rug toe.
Het harmonieuze is vaak helemaal verdwenen.
We hebben geen oog voor elkaar.
Het is goed om dit aan het begin van deze veertigdagentijd in herinnering te brengen.
Want juist in deze weken wordt ons gevraagd onze aandacht op elkaar te richten.
In het verhaal van het evangelie wordt ons verteld, hoe Jezus – aan het begin van zijn ‘openbare’ leven ‐ zich 40 dagen terugtrekt in de woestijn.
Wat hij tevoren gedaan heeft, we weten het niet.
Hij bereidt zich voor:
wat moet ik doen; wat wordt mijn taak; hoe moet ik mij opstellen naar mensen?
Zoals het Joodse volk veertig jaar door de woestijn trok op weg naar het beloofde land, zo zal Jezus 40 dagen zich voorbereiden op zijn taak.
Wij, die op zijn weg geplaatst zijn, mogen ons aan hem SPIEGELEN.
Hij krijgt honger.
‘Als jij de zoon van God bent, verander dan deze stenen in brood.’ Het antwoord van Jezus is:
Niet van brood alleen leeft de mens, maar van alles wat uit de mond van God voortkomt.
M.a.w.: er is méér in dit leven dan het materiele.
We zijn daar heel vaak eindeloos druk mee.
We zijn vaak in de ban van het KOPEN.
We willen HEBBEN.
We willen ons overladen met dingen.
En Jezus zegt: nee, daar gaat het niet om.
Ik, jij, jullie moeten gericht staan op Gods woord; op wat God van ons verwacht.
En, zo wordt er verteld, dat de duivel Jezus plaatste op de bovenbouw van een tempelpoort en hem zei: ‘Als je de Zoon van God bent, werp je dan naar beneden, want er staat geschreven, dat de engelen je op handen zullen nemen.’ Het antwoord van Jezus is:
Je zult God de Heer niet op de proef stellen.
M.a.w.: houd je aan wat er normaal is in deze wereld; houd je aan de regels; handel niet onverantwoord.
Als je gaat rijden, moet je niet drinken; als je de veiligheid in stand wil laten, moet je de
natuur respecteren en niet steeds meer ruimte afnemen van het water door oevers vol te bouwen en beschermende bossen en begroeiingen te kappen.
M.a.w.: mensen, respecteer de regels zoals ze er zijn.
De duivel neemt Jezus mee naar een hele hoge berg, vanwaar hij alle koninkrijken der wereld kan zien.
Als je in aanbidding voor mij neerknielt, zal ik je dit alles geven.
Het antwoord van Jezus is: alleen God zul je aanbidden en dienen.
‐ ‐ ‐ Buigen voor macht en aanzien is zeer aanlokkelijk in ons leven.
We hebben nogal eens de neiging om alles op te offeren aan geld en macht.
En dat gebeurt in het klein (in de familie) en in het groot.
We mogen ons aan Jezus spiegelen.
Hij bleef trouw in zijn keuze voor mensen.
Hij bereidde zich in die veertig dagen voor op wat hem te doen stond.
Hij nodigt ons uit om niet te kiezen voor onszelf, voor macht en aanzien, voor het alsmaar meer willen hebben.
Hij nodigt ons door zijn houding uit mee te gaan op zijn weg van dienstbaarheid aan anderen, van vergeven en bemoedigen.
Mogen we in deze veertigdagen proberen om anderen meer en meer nabij te zijn.