Geen onrechtmatig afbreken van onderhandelingen, wel

Download Report

Transcript Geen onrechtmatig afbreken van onderhandelingen, wel

Geen onrechtmatig afbreken van onderhandelingen, wel koopovereenkomst: financieringsvoorbehoud ingeroepen? Verkoper draagt bewijslast van haar stelling! Kernsamenvatting

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigt in haar arrest ECLI:NL:GHARL:2017:1677 het tussenvonnis van de rechtbank Noord-Nederland C/17/120966 / HA ZA 12-212. Aanleiding hiervoor is het oordeel dat het oordeel dat er een mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen in de weg staat aan een beroep op het onrechtmatig afbreken van onderhandelingen. Na vernietiging van het vonnis draagt het gerechtshof verkoper bewijs op van haar bevrijdende verweer dat Koper een beroep heeft gedaan op een ontbindende financieringsvoorwaarde.

Lange essentie

Grow-Company B.V. ("

Grow-Company

”) en Coöperatieve Groenvoederdrogerij Oosterwolde-Hemrik en Omstreken B.A. ("

Coöperatie

”) hebben onderhandeld over de verkoop van de grasdrogerij van de Coöperatie. Na een eerste bod op 30 maart 2012 van EUR 830.000,- is er na onderhandelingen een koopprijs vastgesteld ad EUR 955.000,-. Deze koopprijs is vastgelegd in een concept koopovereenkomst. In dat concept is als datum van de overeenkomst 23 april 2012 vermeld en zijn afspraken neergelegd over onder meer het object, de prijs, het personeel en de ontbindende voorwaarden. Partijen hebben vervolgens gesproken over de exacte schriftelijke vastlegging van de overeenkomst, in welk kader nog is gesproken over de precieze leveringsdatum, een huurkwestie, het kolencontract, de vergunningen en de bodemverontreiniging. De Coöperatie heeft op 4 en 5 juni 2012 schriftelijk bevestigd dat de onderhandelingen werden beëindigd, omdat Grow-Company tijdens een telefoongesprek op 24 mei 2012 te kennen zou hebben gegeven dat hij wegens gebrek aan financiering afzag van de koop van de grasdrogerij. De Coöperatie heeft de grasdrogerij vervolgens aan een derde verkocht. Grow-Company heeft in eerste aanleg nakoming gevorderd van de koopovereenkomst die zij met de Coöperatie stelt te hebben gesloten met betrekking de grasdrogerij. De rechtbank heeft in haar vonnis van 30 april 2014 overwogen dat er een mondelinge koopovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. De vordering van Grow-Company wordt echter afgewezen door de rechtbank, omdat Grow-Company zich naar het oordeel van de rechtbank verwijtbaar, op onrechtmatige wijze uit de onderhandelingen heeft teruggetrokken. Als gevolg daarvan is overeenkomst beëindigd. Grow-Company is naar oordeel van de rechtbank gehouden om de schade te vergoeden voor zover de Coöperatie die heeft geleden doordat Grow-Company zich uit de onderhandelingen heeft terug getrokken. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigt het vonnis van de rechtbank. Het gerechtshof oordeelt dat in eerste aanleg vast is komen te staan dat er een mondelinge koopovereenkomst is gesloten. Nu vast staat dat er tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen, kan er geen sprake zijn van het onrechtmatig afbreken van onderhandelingen. Het hof besluit de zaak op grond van artikel 356 jo 355 Rv aan zich te houden en zelf verder af te doen. Het gerechtshof oordeelt in dit kader dat de Coöperatie wordt toegelaten om bewijs te leveren van het door haar gevoerde –en door Grow-Company AKD:#10132889v1

betwiste verweer- dat [B] van Grow-Company in een telefonisch onderhoud met [G] van de Coöperatie op 24 mei 2012 te kennen heeft gegeven dat hij wegens gebrek aan financiering afzag van de koop. Martijn Evers AKD AKD:#10132889v1