Nasojejunale sondes - Eurosteriel Medical

Download Report

Transcript Nasojejunale sondes - Eurosteriel Medical

Let op: De nasojejunale sondes hebben een enkele
voedingspoort met open einde zodat ze over een endoscopisch
of radiologisch geplaatste voerdraad kunnen worden gehaald
indien nodig.
Nasojejunale sondes
Inbrengen
B
Keuze van sondes
Diameter
Bij standaardvoeding voor volwassenen is de meest gebruikte maat
8-10FR. Als vastere voeding of vezelrijke voeding wordt gebruikt,
wordt meestal een sonde van 12-14FR gekozen. Voor kinderen is
de standaardmaat 6FR en 8FR voor vastere voeding of vezelrijke
voeding. Voor neonaten is de standaard 4-5FR en 6FR voor vastere
voeding.
5. Meet de diepte B tel A + B
samen en tel nog eens 30
cm bij. Noteer de totale
diepte.
6. Trek de sonde uit
Er mag NIETS in de sonde worden ingebracht totdat
de maagplaatsing is bevestigd. De sonde NIET
SPOELEN totdat de maagplaatsing is bevestigd. De
inwendige voerdraad mag NIET worden bevochtigd
totdat de maagplaatsing is bevestigd.
Lengte
Het is belangrijk om de geschatte diepte van een voedingssonde
in de maag te meten. Normaal worden de afstanden vanaf het oor
tot de neus en vanaf het episternum tot de neus samengeteld. Voor
jejunale voeding telt u bij deze afstand nog eens ongeveer 30 cm
bij.
Bevestiging van de positie
7. Bevochtig de tip en breng
de sonde in
NJ-sondes inbrengen
De sonde wordt uitgetrokken om elk overblijfsel uit de verpakking
te verwijderen zodat de voerdraad niet kan blijven hangen. De
lengte van de sonde wordt geschat door de afstand van het
borstbeen tot de punt van de neus op te tellen bij de afstand van
de neuspunt tot de oorlel (tel ongeveer 30 cm bij voor jejunale
voeding). Deze lengte moet met de schaal op de sonde worden
vergeleken. Voor het inbrengen wordt de sondetip met water
bevochtigd en voorzichtig in de neus ingebracht met het hoofd
lichtjes naar voren gebogen. Indien mogelijk kan de patiënt het
inbrengen van de sonde vergemakkelijken door een slokje water te
slikken.
8. Drinken of slikken
De initiële sondeplaatsing moet met röntgenfoto worden bevestigd.
De nasojejunale sondes van Medicina zijn volledig radiopaak.
Opeenvolgende tests kunnen worden geïdentificeerd door aspiratie
van het jejunum met behulp van een pH-strip. Als de pH daalt, geeft
dit aan dat de sonde terug naar de maag is verschoven. De
indicatorstrip wordt gebruikt door een vrouwelijke ENFit-spuit (20
of 50 ml) op de voerdraadhouder (mannelijke ENFit) of de paarse
(mannelijke ENFit) connector van de sonde te bevestigen. De
aansluitingen moeten vast en luchtdicht zijn. Een kleine hoeveelheid
vloeistof moet worden afgezogen en de pH ervan kan worden
getest op het centrale deel (niet genummerd) van de pH-strip..
Nat reactief
gebied met
aspiraat
WACHT 10
SECONDEN
VOORALEER DE
pH AF TE LEZEN
Vergelijk de kleurverandering met
de schaal
1
1. Was de handen
2. Bereid het materiaal voor
en leg de procedure uit
9. Bevestig de positie met
röntgenfoto
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11 12
bv. pH4
10. Verwijder de voerdraad
Deze kleurverandering t.o.v. de pH kan op de schaal worden
afgelezen.
1. Normale maagpositie
pH 1-5
2. Normale bronchiale positie
pH 6-8
3. Normale positie in dunne darm pH 6-8
A
VOEDEN
NIET VOEDEN
Als er geen aspiraat kan worden verkregen, kan een kleine
hoeveelheid lucht worden ingebracht of kan de patiënt en/of de
sonde worden verplaatst. (In de buitenste doos van de documenten
bij de pH-indicator moet een leidraad voor aspiratie zijn
bijgevoegd).
3. Maak de neusgaten
schoon
4. Meet de diepte A
11. Bevestig de sonde op het
gezicht
12. Spoel de sonde en
controleer de werking
Bij de minste twijfel over de positie van de sonde mag
de voeding niet worden gestart. De indicatorstrip
moet een duidelijke kleurverandering tonen.
Medicatie kan de pH verhogen en sommige
bronchiale secreties kunnen zuur zijn. De pH-test is
een gewoon onderdeel van het volledige klinische
beeld.
Bij
de
minste
twijfel
moet
een
röntgenonderzoek worden uitgevoerd.
Kleine spuiten kunnen hoge drukken genereren die
de sonde kunnen doen barsten. Spuiten kunnen de
sonde ook doen ineenklappen als overmatige
drukken worden gegenereerd. Bij het voelen van
weerstand mag de aspiratie niet worden voortgezet.
Medicina
Nasojejunale
sondes
De sonde bevestigen
Noteer de positie van de sonde nadat de voerdraad voorzichtig is
verwijderd. Daarna kan de sonde op de neus worden bevestigd met
de voorziene neuspleister. De sonde kan ook met kleefband op het
gezicht onder het kaakbeen worden bevestigd.
Aansluitingen
Voedings- en geneesmiddelenaansluitingen worden met de paarse
mannelijke ENFit-connectoren op de sondes gemaakt. Alle sondes
moeten voor en na een geneesmiddel, na voeding en elke vier uur
worden gespoeld. De meest gebruikte volumes zijn 20-30 ml bij
volwassenen, 10-20 ml bij kinderen en 5-10 ml bij neonaten.
(Voorzichtigheid is geboden bij vochtbeperkte patiënten). Als de
sonde blokkeert, kan een kleine hoeveelheid bronwater worden
geprobeerd, maar voer nooit opnieuw de voerdraad in.
nasojejunale sondes
NGJ6/120L
NGJ8/120L
NGJ8/130L
NGJ10/130L
NGJ12/130L
NGJ14/130L
6FR x 120cm lengte
8FR x 120cm lengte
8FR x 130cm lengte
10FR x 130cm lengte
12FR x 130cm lengte
14FR x 130cm lengte
Rivington View Business Park,
Station Road, Bolton BL6 5BN, UK
Telephone: +44(0)1204 695050
email: [email protected]
www.medicina.co.uk
www.facebook.com/MedicinaUK
Medicina nasojejunale sondes
NGJ10/130LW
NGJ12/130LW
NGJ14/130LW
10FR x 130cm lengte
12FR x 130cm lengte
14FR x 130cm lengte
leiders in enterale toediening
NJPEDUNL001
@medicina_ltd