Transcript - Juan y Rosa

Spaans lottospel
Voor twee of meer leerlingen te spelen vanaf hoofdstuk 7.
•
Knip de woordkaartjes van de onderstaande woordenkaarten los. Schud deze kaartjes
en maak er een stapeltje van. Geef ieder een legvel met plaatjes.
•
De leraar/begeleider pakt elke keer een kaartje en leest het Spaanse woord voor. De
leerling die het genoemde woord herkent op zijn legvel moet dit aangeven.
Bijvoorbeeld door snel ‘para mí’ te zeggen.
•
Als de leerling het goed heeft, krijgt hij het woordkaartje en dekt het betreffende
plaatje af op het legvel met plaatjes. Nu leest de leraar/begeleider het volgende
kaartje voor.
•
Heeft een leerling niet door dat het plaatje voor hem is, dan gaat die gewoon onder op
de stapel. Wie het eerst alle plaatjes bedekt heeft, heeft gewonnen.
•
In plaats van met de leraar/begeleider kunnen de kinderen ook met elkaar in een
groepje van minimaal drie het spel spelen.
Kaart 1
Kaart 2
Kaart 3
Kaart 4
s
Kaart 5
Kaart 6
E
Kaart 7
Kaart 8
Kaart 9
Kaart 10
O
Knip de kaartjes van de volgende 5 bladzijden los.
el cubo
el helado
la taza
el sol
el puente
las gafas
el puesto
la cama
la mochila
el jamón
el baño
la playa
el pez
el sofá
la muñeca
la ventana
la vaca
las compras
rojo
la bicicleta
el pañuelo
la noche
el otoño
la acera
la
magdalena
el camping
el bañador
la caravana
el
despertador
la piscina
el farol
la mesa
la barra de
chocolate
el balón
las matas
el bocadillo
el bolso
el
supermercado
la oreja
el norte
el mar
marrón
el chicle
negro
los vaqueros
los amigos
la sombrilla
la plancha
de surf
el río
la guitarra
el camarero
el armario
la chica
el perro
las
montañas
el árbol
la araña
el velero
el palacio
la carretera
la nube
azul
el padre
el coche
el ojo
el reloj
el ordenador
la
mantequilla
el este
el día
el verano
la plaza
la falda
la toalla
el cerdo
el vaso
la nieve
el queso
la nariz
el barco
el chico
el país
el piso
el tejado
el pelo
la mariposa
la casa
la campana
el pan
verde
el futbolista
el caballo
el oeste
la madre
la alfombra
el otoño
la tienda
la verdura
la silla
el estadio
la puerta
amarillo
el periódico
el avión
el refresco
el farolillo
la abuela
el cruasán
el gato
la boca
la camiseta
la tarta
el maestro
la maleta
la moto
el toro
ama de
casa
la
primavera
el sur
el parque
Knip, vouw en plak dit
doosje om de kaartjes in te
bewaren.
...........
= kniplijn
= vouwlijn
¡Qué te diviertas!