Ludo Vandeau krijgt publiek in Gent weer aan zijn voeten!

Download Report

Transcript Ludo Vandeau krijgt publiek in Gent weer aan zijn voeten!

GROETEN UIT OISTERWIJK
Nieuwsbrief van
GUO maart 2017
Ludo Vandeau krijgt publiek in
Gent weer aan zijn voeten!
De dingen niet dwingen, maar schikken en zingen
Ludo Vandeau was de stem van
Ambrozijn (folk), een van de
zangers bij Olla Vogala
(wereldmuziek), gastzanger bij
Laïs en bij de Franse singersongwriter Gabriel Yacoub.
Met zijn eigen groep Bodixel
verkende hij de wereld van het
Spaanse en Franse chanson.
Om uiteindelijk te kiezen voor
een onzekere toekomst als
Frans chansonnier met Franse
pop zoals hij het zelf noemt,
want folk alleen kon hem toch
mindere boeien. Dus koos hij
voor Frans, een genre dat, Mathijs van Nieuwkerk ten spijt,
nog altijd niet overdreven in
trek is in Nederland.
Vorig jaar kwam zijn eerste
Franstalige cd ‘Au gré du charme’ uit en gaven veel binnenen buitenlandse optredens
Ludo Vandeau de inspiratie tot
nieuwe liederen. Al in de zomer van vorig jaar werd begonnen met nieuwe opnames,
die geproduceerd en gemixt
werden door de Canadese
producer Rick Allison, die o.a.
gewerkt heeft met Lara Fabian en Patrick Bruel. Voor de
muzikale begeleiding had Ludo
opnieuw de beschikking over
zijn ‘compagnons de route’, de
trouwe vrienden, die hem al
meer dan tien jaar terzijde
staan: Lode Vercampt (cello),
Stijn Bettens (bandoneon,
accordeon, accordina en piano), Siegfried Van Schuylenbergh (dobro, resonatorgitaar,
12stringh, mandoline), Herlinde Ghekiere (zang), Wim Ramon (contrabas, elektrische
bas) en Ronald Dhaenen
(percussie, drums). Als gastmuzikant op toetsen was daar
ook nog Ad Cominotto, de
producer van de vorige cd.
In Italié, zijn bakermat, was de
cd al voorgesteld maar op
vrijdag 17 februari, praktisch
een jaar na de voorstelling van
zijn eerste cd stond Ludo Vandeau opnieuw voor een goed
gevuld Minardtheater in een
februarikoud Gent. Veel familieleden en leerlingen van de
school waar hij les geeft, vroeg
ik me af, maar het aantal bezoekers dat afkwam op de
presentatie van zijn tweede cd
‘Au Lendemain des Belles Choses’ was jaloersmakend in
deze tijd van teruglopend
theaterbezoek. En de mensen
kregen net als vorig jaar waar
voor hun geld.
Ludo Vandeau speelde zonder
pauze bijna twee uur lang
repertoire van zijn eerste en
zijn nieuwe cd. Oude nummers, vaak voorzien van een
nieuw arrangement, bewezen
hun kwaliteit in deze voorstelling. Ik had af en toe moeite
om me te beheersen en niet
zachtjes mee te zingen met
nummers als ‘Enfant’, ‘Grandmère’, ‘Chloé’ en ‘Vous êtes
belle.’ Fijne melancholieke
werkjes die indruk blijven
maken. En ‘Mer du Nord’, in
het spaarzame schrijnende
arrangement waarbij Lode
Vercampt op cello de hoofdrol
speelde, vrat diep.
‘Quand Dieu crea le monde, il
n’avait pour cette terre
Qu’un soleil noirci qui ne rechauffe ni sèche le coeur trempé’
En daarnaast was er natuurlijk
veel werk van de nieuwe cd.
Meer ingetogen, wat minder
uitbundig, met fijne arrangementen waarin de nadruk meer
op de stem van Ludo lag, was
mijn eerste indruk. Zou dat de
invloed van de nieuwe producer Rick Allison zijn geweest?
Maar de kennismaking met de
nieuwe nummers beviel me
uitstekend. In nummers als
‘Ton sourire’, ‘Une longue
journée’, ‘Octobre’ en ‘Les
belles choses’ zien we de donkere hemel en de eenzame
mens, die Ludo rondom zich
ziet. Nummers waarin we iemand horen, die zoekende is.
Iemand die angst heeft voor
het grote niets, die geen reden
of antwoord vindt op de vraag
waarom hij er is, iemand met
twijfels en onwetendheid.
‘les nuages boivent la terre de
mon plat pays trop gris
Mais jái dáutres choses à faire,
je ne resterai pas ici’
En dat gebracht met een band
die hem al meer dan 10 jaar
bijstaat. Geweldig de manier
waarop zijn begeleiders hem
aanvoelen en de juiste accenten weten te leggen om een
nummer nog sterker te laten
overkomen.
Over de bijdragen van Siegfried
van Schuylenberg op tal van
snaarinstrumenten, Lode Vercampt op cello en Stijn Bettens
op accordeon kunnen we eigenlijk niet lyrisch genoeg zijn.
We hebben het in december
2015 in Oisterwijk zelf kunnen
constateren toen Ludo, Stijn en
Siegfried had meegebracht. Het
zijn zonder uitzondering virtuozen op hun instrument die
precies de juiste ondersteuning
weten te verlenen of hier en
daar emotionele of pakkende
accentjes weten te leggen.
Deze avond viel me ook op
hoe evenwichtig, functioneel
en nergens overheersend het
drumwerk van Ronald Dhaenen
was. Bij de presentatie van de
‘Au gré du charme’ vorig jaar
waren het juist de knallende
drums, die ik bij sommige nummers erg storend vond. Maar
nu, steeds wisselend tussen
drums of een ander percussieinstrument wist hij feilloos het
juiste accent toe te voegen
waar het liedje om vroeg en
samen met het baswerk op
contra- en elektrische bas van
Wim Ramon legden deze twee
de ritmische basis waarop de
rest van de groep af en toe
naar hartenlust kon soleren,
maar altijd ten dienste van het
lied en de zang van Ludo Vandeau. Met zulke begeleiders
kun je geen slecht concert
geven .
Het applaus, na afloop, was
oorverdovend. Zelfs de jonge
meisjes in de rij voor ons, leerlingen van hem vroeg ik me af,
gaven elkaar enthousiast een
hi-five.
‘Geweldig!’ Aan een toegift,
één alleen en een tweede
lekker uitbundig met de hele
band ontkwam hij dan ook
niet. Het was na afloop goed
toeven in de bar. Alleen voor
Ludo zag ik, was het nog hard
werken, want er moesten heel
wat cd’s worden ondertekend,
voor hij even tijd had voor de
gasten uit Nederland.
(Zie interview op pagina 8,9 en
10.)
Tekst en foto’s: Walter van Brakel
Dayna Kurtz koerst af op
uitverkocht bij GUO
Americana singer-songwriter uit USA
zaterdag 11 maart bij Groeten Uit Oisterwijk
Met gitarist Robert Mache doet
americana singer-songwriter
Dayna Kurtz (USA) tijdens haar
Europese toer het GUOpodium van concertorganisatie
Groeten Uit Oisterwijk aan.
GUO verwacht een uitverkocht
concert op zaterdag 11 maart
in Tiliander. Daar pimpten GUO
-vrijwilligers de aula op de eerste verdieping op tot kleurrijk
100=VOL=OP concertzaal.
Het GUO-concert met Dayna
Kurtz & Robert Mache op zaterdag 11 maart begint om
20.30u. GUO opent zaal en
kassa om 19.30u. Om teleurstellingen aan de kassa te voorkomen adviseert GUO belangstellenden te reserveren. Zolang de voorraad strekt kan dat
digitaal op:
http://www.tiliander.com/
agenda/guo-zit-luisterconcert6 en telefonisch tijdens kantooruren op 013 – 5217220.
Meer info in woord, beeld &
geluid? Check:
http://guo.inoisterwijk.nl/
concerten-1617/dayna-kurtz/.
Bij de strot
We schrijven 2003. ‘Love Gets
in the Way’, zingt een onbekende
Amerikaanse
singersongwriter in tv-programma
Barend & Van Dorp. Dayna
Kurtz is de naam. Haar (slide)
gitaar imponeert. Haar stem is
krachtig, intens, kleurt donker,
soms bijtend tot hartverscheurend en grijpt je bij de strot.
Haar song komt van ‘Postcards
from Downtown’, haar eerste
in Nederland uitkomende album. De track wordt een Top
10 hit, de cd de hemel in geprezen, Dayna Kurtz een rijzende
americana-ster. Langs komen
vergelijkingen: Nina Simone,
Marianne Faithfull, Jeff Buckley. Maar hoe meer fans des te
overbodiger
vergelijkingen.
Dayna Kurtz is Dayna Kurtz.
Als ze een paar cd’s verder haar
reputatie
bevestigt
met
‘Another Black Feather’ doet ze
in haar cd-promo-toer in Nederland Paradiso Amsterdam,
Tivoli Utrecht, Het Paard Den
Haag, Het Patronaat Haarlem
en ….. GUO Oisterwijk aan. De
kleinschaligheid
ontgroeid
geniet ze niet minder van de
huiskameruitstraling, de relaxt
Brabantse sfeer, het stijf uitver-
kochte zaaltje, de 125 intens
luisterende bezoekers die
hutje mutje zitten en welhaast
bij haar en elkaar op schoot
kruipen. Ze zingt van New
Orleans waar even daarvoor
‘Katrina’ onstuimig huishield.
Bijna twee uur lang geeft ze
alles en meer. Ook bij GUO
slaat Dayna Kurtz in als een
bom.
Outlaw
Sindsdien staat ze 10 jaar van
intensief toeren en een handvol cd’s verder. Haar wortels in
New Jersey, lang verblijf in
New York City, nu pendelend
tussen houten cabin aan een
rivieroever in Vermont en huis
aan een rivieroever in New
Orleans. Als songwriter is ze
schatplichtig aan Nashville,
‘three chords and the truth’, Tin
Pan Alley, maar ook New Orleans. Zelf duidt ze haar geen
blad voor de mond stijl met
‘outlaw’. In eigen land staat
dat commercieel succes in de
weg. De Amerikaanse staat in
Europa vaker op podia dan in
de VS.
James Reed (Boston Globe):
“There’s no logical reason why
Dayna Kurtz is not a full blown
star. Her ingrained knowledge
of so many (mostly) American
musical forms has lead to a
varied recording history that
doesn’t feel hackneyed or overly reverent to its sources. As a
result, she’s very nearly her
own genre.”
Classic Touch
Laatste wapenfeit uit de studio:
‘Rise and Fall , 2015. De ‘classic
touch’ geeft je een gevoel van
herkenning. Hoorde je ze al
niet op een oude soulplaat, in
een nostalgische film? Passen
ze bij een persoonlijke herinne-
ring zonder dat je weet waarom? De schijf roept associaties
op met al haar voorgaande
albums, hoe divers die ook
zijn. Soul en R&B van haar
twee ‘Secret Canon’ albums,
schaduwcabaret van ‘Beautiful
Yesterday’, country got soul
van ‘American Standard’, poëzie, verhalende songs en
innerlijke
dialogen
van
‘Postcards from Downtown’ en
‘Another Black Feather’.
Dayna zelf: “This album is the
most like ‘Postcards from
Downtown’ in that it covers
such a long span of collected
original material. I was busy
putting out records of obscure
cover songs, (the ‘Secret Canon’ series). And even
‘American Standard’, though
more than half original, was a
sort of concept album – songs
that didn’t work as country or
rockabilly got shelved. As a
result, ‘Rise and Fall’ covers
these last few years of my life
and they were pretty heavy
years. My father died, my marriage ended, I moved to New
Orleans. I had a couple years
of wild oat-sowing and then
found a grand new love. The-
re’s been a lot to think about,
to write about.”
Tearjerker
Het brengt haar in het onvolprezen VPRO tv-programma
‘Vrije Geluiden’. En op Festival
‘Roots in het Park’. De Volkskrant: "Het mooiste optreden
komt van de Amerikaanse singer-songwriter Dayna Kurtz.
Haar stem is zwaar en een tikje
duister, soms hard en gemeen.
Spaarzaam begeleid door haar
eigen akoestische gitaar en de
schelle Telecaster van sidekick
Robert Mache weet Kurtz van
haar soulslijper ‘It's How You
Hold Me’ een regelrechte tearjerker te maken. Weergaloos.”
Pal voor haar komende Europese toer gooit ze er ook nog een
parel van een live-cd uit: ‘Here
vol.1’, opgenomen tijdens concerten in Nederland. De nummering belooft een serie. Dus
wie weet maken bezoekers van
haar GUO-concert deel uit van
een volgende live-cd.
Dringend tijd voor een weerzien bij GUO. Maar waar GUO
haar graag kleinschalig op haar
podium zou zien schitteren,
rees haar ster GUO nog verder
voorbij. Ze toerde met Richard
Thompson, Elvis Costello, Richie Havens, the Blind Boys of
Alabama, Dr. John, BB King,
Rufus Wainwright en Mavis
Staples, nam een duet op met
Norah Jones die evenals Bonnie
Raitt haar muziek bewondert.
GUO kan geïnteresseerd zijn in
Dayna Kurtz, maar hoe geïnteresseerd is Dayna Kurtz nog in
GUO? Maar Dayna komt opnieuw haar ding doen, met
gitarist Robert Mache ditmaal.
Omdat ze geniet van een relaxte sfeer, huiskameruitstraling,
intens luisterpubliek, hutje
mutje, op elkaars schoot. Weer
zal ze zich bijna twee uur geven, met imposant (slide)
gitaarspel, krachtige, intense
stem die je bij de strot grijpt,
donker kleurend, soms bijtend
tot hartverscheurend. Ook nu
zal ze inslaan als een bom.
Dayna Kurtz is Dayna Kurtz
gebleven.
Meer info over Groeten Uit
Oisterwijk
concerten?
en
haar
Check
GUOhttp://
guo.inoisterwijk.nl
Luisteren:
https://www.youtube.com/
watch?v=H4QikldyVSI
https://www.youtube.com/
watch?v=TNM9MdRxtTI
5
June Tabor,
6
‘One of the virtuoso instrumentalists of the English music
scene..... Sounds better than
ever.’ (The Guardian – 4 sterren).
‘Simpson has become a fine
interpreter of traditional and
other songs, as well as a notable writer of his own.’ (The
Times).
‘Simpson’s latest is a potent
blend of the highest calibre…
Simpson has never sung or
played better.’ (Acoustic Magazine).
‘One of our finest traditional
musicians, Simpson’s latest
album offers a roving overview
of his talents.’ (Uncut – 4 sterren).
‘An excellent collection of material drawn from both sides of
the Atlantic handled with loving
care by Simpson and aided by
some of the biggest names in
folk.’ (Maverick – 4 sterren).
Luisteren:
https://www.youtube.com/
watch?v=WzzWA7vBeyM
https://www.youtube.com/
watch?v=4FC7UVR3l9U
MR. MARTIN SIMPSON & MR.
DOM FLEMONS: EVER POPULAR FAVOURITES – Fledg’ling
FLED 3100 5020393 310024
Eind vorig jaar verscheen dit
album live opgenomen tijdens
hun tournee in 2015 door Engeland.
In 2014 gaf The English Folk
Dance and Song Society opdracht aan Martin Simpson en
Dom Flemons om eens te onderzoeken hoe gemeenschappelijke folksongs, heen en weer
reisden tussen Engeland en
Noord-Amerika en om de verschillen in de muzikale tradities
te onderzoeken.
Martin Simpson is niet alleen
een fantastische Engelse folkzanger, hij heeft ook een grote
liefde voor Afro-Amerikaanse
muziek en na een verblijf van
vijftien jaar in de VS was juist
hij daarvoor de aangewezen
persoon.
Samen met Dom Flemons, een
multi-instrumentalist en oprichter van de Carolina Chocolate Drops, met wie hij in 2010
een Grammy won voor het
album Genuine Negro Jig. Toen
de twee muzikanten gingen
samenwerken, bleken ze al
snel over hadden een groot
gemeenschappelijk repertoire
te beschikken en werden ze
beiden steeds enthousiaste
over de mogelijkheden die
deze samenwerking hun beiden bood. Daarvan versche-
nen er op deze cd 12 stukken
live opgenomen tijdens hun
tour. Door Engeland in 2015.
Een van de allerbeste akoestische fingerstyle gitaristen ter
wereld samen met ‘The American Songster’ leverde een
prachtig album op!
7
Melancholie als rode draad bij
‘Au lendemain des belles choses’.
Vrijdag 17 februari presenteerde Ludo Vaneau zijn nieuwe cd ‘Au Lendemain des belles choses’ voor een stampvol theater Minard in
Gent. Na afloop spraken wij met Ludo over de totstandkoming van dit nieuwe album.
van Victor Jara (Chili) of Mercedes Soza of Silvio Rodriguez
(Cuba). (Dat blijven belangrijke
songschrijvers).
Maar ik heb dat achter mij
gelaten. Ik voel het niet meer.
Zelfs politieke songs kunnen
‘te weinig’ worden, soms passé: ik wilde meer het poëtische, de onmacht, de klappen,
het besef van de onkunde en
sterfelijkheid, met poëzie om
iets over leven en maatschappij en mezelf te zeggen. Bij de
protestsongs of politieke liederen gaat de poëzie soms ten
koste van de politiek. Dat ligt
me niet meer.
Soms denk ik dat poëzie en
melancholie de enige wegen
zijn waarlangs de mens iets
zinvols kan zeggen over zichzelf en de samenleving. Dus
zonder slogans, of makkelijke
‘anti- leuzen’.
Op je nieuwe cd heb je ook
een lied van Bob Dylan opgenomen?
Hoe vergelijk jij je nieuwe cd
met je vorige?
‘De vorige cd ‘Au Gré du Charme’, was een eye-opener;
verschillende sferen, verschillende emoties.
De nieuwe cd ‘Au Lendemain
des Belles Choses’ is (voor
mij) een meer consistent geheel: eenheid in tekst en melodieën. Een reflectie over de
mens, zijn zoeken naar hetgeen hij niet vindt, de hunker
naar warmte en beschutting.
Reflecties over eenzaamheid.
Afdalen in mijn eigen pijn. Het
gat in mijn hoofd en hart proberen sussen. Het leven kan
wonden slaan. Ook de klacht
van de 21-eeuwse mens zonder geborgenheid, zonder
hemel, met zijn zoeken naar
geluk.
Had je nog veel materiaal
liggen van ‘Au gré du charme’
of kreeg je na je eerste cd veel
inspiratie, een grote scheppingsdrang?
Het lied van Bob Dylan (die ik
mateloos bewonder…) op de
nieuwe cd is ‘les temps’.
Mijn interpretatie van 'the
times are changing'. Ik wou er
geen jaren 60-lied van maken,
geen imitatie. De tijden
zijn uiteraard anders. Maar
niet zoals Dylan en de generatie van de jaren zestig het
zagen…
Mijn interpretatie is een soort
reflectie geworden over het
feit dat de méns niet verandert, de profeten met de pen
(waaronder misschien mezelf...) amper iets doen, de
tijden uiteindelijk niet veranderd zijn en niet veranderen.
Ook kritiek op Dylan zijn
‘profetische’ woorden... vandaar mijn verstilde verteltrant.
En ik wou andere, melodieuzere (of poëtischer) arrangementen. (met accordina, en piano).
Dus zeker geen protestlied
meer, geen slogans. Dylan zong zijn zekerheden. Ik
zing mijn twijfels.
Evident ben ik al jaren met
deze liederen en cd bezig. Dat
is niet de vrucht van enkele
maanden. De teksten van de
nieuwe cd graven dieper, ik
wou meer zeggingskracht,
meer beelden, meer leegte,
meer onmacht. Ik heb woorden gewikt en gewogen. Ik
hou van soorten rijm. Ik wou
ook dat men een lied kan beluisteren als een mooi liedje
bij een eerste oppervlakkige
beluistering. Maar zij die in het
lied kruipen en de tekst mee
volgen, kunnen dan een tweede laag of betekenis vinden.
Een diepere laag, dikwijls over
verlies, eenzaamheid en hunker.
En hoe stond je daar vroeger
tegenover?
Vroeger heb ik veel liederen
gebracht die je zou kunnen
zien als geëngageerde liederen, of protestliederen.
Lang geleden zong ik songs
8
Waarom geen protestlied
meer?
Ik denk dat je met poëzie en
mooie arrangementen meer
kan zeggen. Ik heb vroeger
protestliederen
gezongen,
maar ik vind sinds enkele jaren
dat te dikwijls de poëzie ten
koste gaat van de slogans of
de politiek.
Wie verandert er dus? De
tijden? Of de mens? Misschien
had ik i.p.v. 'les temps sont en
train de changer' beter 'les
gens sont en train de changer'
kunnen zingen. Klinkt haast
hetzelfde. Ik wil de fragiele
mens ook behoeden voor het
gevaar van de tijd, de mens
die de tijd niet aan kan…
Maar daar ligt toch ook een
protest in?
Maar ach… ik klaag en protesteer ook. Het lied ‘Octobre’
kan je horen als een ingetogen
lied over de herfst in Gent. Dat
mag. Dat is een eerste laag.
Maar ik wou meer. Het lied
geeft in de eerste strofe kritiek
op de politiek, de (Vlaamse)
neiging dat het vroeger beter
was. In de tweede strofe kritiek op de godsdiensten en de
mens met zijn eigen zelfvoldaanheid. In de derde strofe
zie ik de mens die eenzaam
achterblijft, zijn verveling en
de lege hemel boven hem. De
eenzaamheid waarover ik ook
zing in o.a. 'une longue journée': regen en regen, de weide luchten boven het dorp,
soms de kerkklokken, en de
reiger die wacht. Het gevoel
van ‘nergens thuis’.
En maar wachten……?
Dat wachten doe ik in 'je tattends' en in 'cheveux
blonds'. Het wachten op de
aanraking, of het wachten op
de terugkomst of op de persoon die je brokken aan elkaar
lijmt. Wachten tot de pijn
weggaat. Geen geloof of filosofie helpt iets, enkel het lied
van de toren: ‘la tour à sonné
une autre chanson d’amour’.
Je haalt alle kracht uit een
herinnering of uit hoop, of uit
enkele blonde haarlokken die
je verzamelt en meeneemt
(‘quelques de tes cheveux
Ik heb naar het leven
leren kijken door liederen, Franse chansons;
die geven soms een betere
visie of inzicht dan levensbeschouwingen.
Maar de tijd en de
mens doen me soms
vluchten.
blonds’), bijna als een strohalm waar je je aan vastklampt, voor het leven. Ik heb
naar het leven leren kijken
door liederen, Franse chansons; die geven soms een beter visie of inzicht dan levensbeschouwingen. Maar de tijd
en de mens doen me soms
vluchten. Enkele liederen hebben de sfeer van ‘willen vertrekken’. Het lied ‘les choses
les plus jolies’ wou ik eerst
‘partir’ noemen. Vertrekken en
‘weglopen’. Het vertrekken zit
ook in ‘cheveux blonds’ (‘le
train pour ailleur’) ‘octobre’, le
goût du chocolat’). En terzelfdertijd soms weten dat het
geluk vlakbij kan liggen (‘à
corps perdu’)…
Bestaat er liefde zonder melancholie voor jou?
Melancholie en liefde zitten
aan elkaar. De liefde zalft ons
en geneest. Vandaar ook mijn
terugkerende ode aan de
vrouw (zoals Aragon zegt: la
Femme est l'avenir de l'homme)....Volledig akkoord. Ook al
blijven we eenzaam. Maar dat
is niet hetzelfde als negativisme of triestigheid of depressie.
De liefdesliederen voor de
vrouw keren steeds terug
(‘lettre à Renée’, ‘cheveux
blonds’, ‘Elsa’ . – Elsa is een
cover van Leo Ferré – in alle
9
bescheidenheid vind ik onze
versie mooier). Idem voor
‘dans la neige’ – is een cover
van Guy Béart – de hoop die in
de sneeuw achterblijft. Leuk
ritme, maar een tekst met
dubbelheid). De hoop in de
sneeuw…
Heb je bewust voor de sfeer,
de arrangementen van deze
cd gekozen?
Ja ik wou een andere sfeer in
deze cd. Mooie melodieën en
sobere arrangementen, poëzie zonder gedichten te
schrijven. En toch de melancholie als rode draad…
Op elke cd van jou vind je
liederen uit de grote Franse
chansontraditie die jij een
compleet nieuw jasje aangeeft, net zoals je dat nu met
Bob Dylan hebt gedaan?
Ik wil ook het chanson uit zijn
typische keurslijf halen. Chanson wordt te veel in zijn oude
verschijning gebracht en ge-
ïmiteerd. Altijd weer zie en
hoor je die covers van Edith
Piaf tot Michel Sardou etc. Ik
heb niks tegen covers, maar
chanson Française is meer dan
imitatie of herhaling. Ik herken
me daar niet in…
Ik zie me in die grote chansontraditie staan, maar met eigen
werk, andere instrumenten
(zoals bandoneon en cello),
eigen invulling en interpretatie. (Op de vorige cd heb ik
zodoende Brassens en Barbara
uitgekleed en mijn klauw in
hun lied gezet: ‘il n’ y a pas
d’amour heureux’ en ‘Dis,
quand reviendras-tu?)
Luisteren?
https://www.youtube.com/
watch?v=DbHHhR1XMfE
https://www.youtube.com/
watch?v=5GA-s_YYLfE
https://www.youtube.com/
watch?v=iCG1jl8I9XY
https://www.youtube.com/
watch?v=3VQRic-SQJs
https://www.youtube.com/
watch?v=5mch6TO3UtQ
Ik ben een kind van de seventies. En dus ook andere invloeden (vandaar de dobro en de
gitaren). In sta ook in de traditie van Franse chansonniers
die ook ver staan van wat
vroeger werd gebracht.
Maar ja, bovenal primeert het
lied..
Interview en foto’s: Walter van Brakel
10
Hippe Remy van Kesteren katapulteert harp van stoffig duf naar
grenzeloos vet cool sexy
In een enquête van enkele
jaren terug beoordeelden respondenten de harp en de doedelzak als dufste instrumenten.
Zulke uitkomsten zeggen veel
over beoordelaars en niets
over hetgeen ze beoordelen.
Zoals elk instrument kennen
ook harpen en doedelzakken
hun matige tot sublieme bespelers. En verder valt ook over
muzikale smaak vooral heerlijk
te twisten. Wie een beetje ‘into
folk’ is weet dat ‘de’ harp niet
bestaat, evenmin als ‘de’ doedelzak. Doorheen eeuwen en
culturen ontwikkelden gepassioneerde en creatieve am- en speellieden vaak onafhankelijk van elkaar tientallen varianten op ‘de’ standaard die er
ook al niet is.
In de kleurrijke doedelzakkenfamilie moet een vergelijkende
quickscan van Galicische gaita’s
versus Ierse uillean pipes versus Bretonse biniou’s zelfs voor
dovemansoren volstaan, terwijl
duimharpen en kora’s wel als
heel verre neefjes uit zwart
Afrika ogen én klinken van
keltische en klassieke loten uit
het Westen. Onze GUOconcertserie 2017/2018 gaat
eens te meer afrekenen met
stereotiepe beelden en vooroordelen van ‘de’ mens over
zowel ‘de’ doedelzak als ‘de’
harp. Ruitgerokte Schot noch
zoetgevooisde engel hoeft daar
voor neer te strijken.
Duitsland en, nog dichter bij
huis, Lakshmi Mathieu uit het
Vlaamse Waasland en Gwyneth
Wentink en Lavinia Meijer uit
ons eigen Nederland. Zij
stoften het duffe imago van
hun instrument en zorgden
voor een opleving tot zelfs
popularisering.
In deze illustere rij mag de
Harppioniers
De ontwikkeling bij beide instrumenten zet zich gestaag
voort. Voor wat klassieke én
Keltische harpen betreft is dat
te danken aan pioniers als de
blinde 17de eeuwse harpist
O’Carolan uit Ierland en meer
recent celtic pop-bard Alan
Stivell (harpist én highland
bagpiper) uit Bretagne, jazzwizard Andreas Vollenweider
uit Zwitserland, Emilio Cao uit
Baskenland, de broertjes Roberts van Ar Log uit Wales,
Moya Brennan van Clannad uit
het noordwestelijk Ierse Gweedore – county Donegal,
Loreena McKennitt uit Canada,
Thomas Loefke uit Berlijn -
hippe Remy van Kesteren niet
ontbreken. Dat is wel het minst
wat de jonge creatieveling
aantoonde met zijn spannende
programma ‘Tomorrow Eyes’
op donderdag 16 februari in de
Concertzaal van Theaters Tilburg. Remy bracht een kwartet
begeleiders mee op drums,
bas, toetsen en sax die zijn
smakelijke composities lardeerden met pittige, jazzrockachtige
sauzen. Bovendien wisselde hij
zijn statige, klassieke harp af
met zijn veel handzamere elektrische deltaharp die hem
letterlijk ‘room to move’ geeft.
Tere engeleninstrument
Remy was er aan toe, zo legt hij
uit tijdens één van zijn bindteksten. Hoe jong hij ook nog is, in
zijn opleiding en loopbaan in de
klassieke muziek heeft hij zo
langzaamaan de boeiende
harppartijen uit en te na dooren omgespit. Dus gaat hij voor
eigen composities met ‘poppy’
inslag waaraan veel te horen
én te zien is. Gelijk een volleerd
artiest van de Tilburgse Rock-
academie beulend op zijn leadgitaar geselt, teistert, ramt en
katapulteert hij zijn ‘tere engeleninstrument’ met regelmaat
nieuwe dimensies tegemoet.
Om dan weer te verstillen in
contrasterend sereen, rustgevend, welhaast meditatief
voortkabbelend gepluk en getokkel.
Hij slecht meer dan muzikale
grenzen alleen. Een gesprek
met een optimistische vluchteling die in benauwend Afghanistan jurist was, maar hem in
zijn taxi veilig door het vrije
Londen naar zijn hotel loodste,
11
inspireerde hem tot een compositie waarin hij de memorabele ontmoeting omzette in
sprankelende klanken. Idem
dito, maar dan meer ingetogen,
bij een ontmoeting in Japan
met een oude dame uit Kyoto
die geen woord over de grens
sprak, maar hem een week lang
te logeren nam nadat tot zijn
schrik alle hotels bleken volgeboekt in een nationale vakantieweek.
Toeval en dromen
‘Laat in je leven het toeval toe
en jaag je dromen na’, zo verklaart Remy zijn buitenlandse
tournees waarin hij voor elk
uur reistijd een verblijf van één
dag reserveert, zijn verrijkende
ontmoetingen met de meest
uiteenlopende bijzondere mensen wereldwijd buiten de muziek die hij hierdoor tijd en
ruimte geeft, zijn open, onbevooroordeelde blik met zijn
‘Tomorrow Eyes’ op de onbegrensde wereld om hem heen,
op zijn instrument en op zijn
muziek, zijn zich nog immer
ontwikkelende muzikale samenwerking met saxofonist
Ties Mellema, zijn deltaharp
die hem op een cruciaal beslissend moment vanuit een inventieve bouwer in UK kwam
aanwaaien met de mededeling
‘I think I’ve got just what you
need right now’ en die sindsdien zijn wereld op zijn kop
zette, zijn eigen composities
die zich door dit alles beïnvloed
weten en uiteindelijk zijn successen.
Even moet het concert op gang
komen. In het eerste half uur
zit een irritant kraakje in één
van de zaalspeakers hem (of
misschien eerder mij?) dwars.
Bovendien lijken de speakers
wat al te overstuurd mee te
resoneren bij de krachtig aangezette laagste tonen op de
klassieke harp. Afgezien van
deze technische probleempjes
zitten de sax- en toetspartijen
soms in hetzelfde vaarwater als
de melodielijnen van de klassieke harp waardoor de
(overigens uitstekende) begeleiders het hoofdinstrument
overstemmen, hoewel geluidstechneuten dat arrangementeuvel al wat zouden verhelpen
bij een ietwat evenwichtiger
balans tussen de melodieinstrumenten met een ingeto-
lang ik naar een beperktere,
meer open en ondersteunende
bezetting zoals me die bijstaat
in een concert van Andreas
Vollenweider op een folkfestival in het Vlaams-Limburgse
Heusden-Zolder begin jaren
tachtig. Maar als gaandeweg
sax en toetsen meer contrageluiden toelaten, groeien ze uit
tot een betekenisvolle aanvulling op de vederlicht sprankelende tot genadeloos ruw raspende harpklanken. Vooral in
de compositie die zijn eigen
voornaam draagt gaat Ties
Mellema heerlijk los op zijn
eigen scheurende rietblaasinstrument.
Zo ontspint zich ‘Tomorrow
Eyes’ tot een apotheose waarin
hippe Remy niet alleen zijn
deltaharp van Britse makelij
maar evenzeer zijn klassieke
neef tot vet cool sexy instrument promoveert. Zeker met
de ogen dicht gaat mijn voorkeur overigens naar de warme
sound van de statig-statische
klassieke harp met houten
frame in plaats van het blikkeriger geluid van de handzamere,
blitsere deltaharp waar Remy
zelf letterlijk en figuurlijk mee
wegloopt. Maar in onbegrensde zoektochten willen room to
move en uitstraling ook wat.
Superbe mishandeling
Eén dissonantje: al dan niet om
het instrumentale te doorbreken brengt de hoofdrolspeler in
zijn compositie waaraan zijn
programma haar naam ontleent zijn vocale kwaliteiten in
de strijd. In de studio komt die
zangpartij voor rekening van
‘beste singer-songwriter van
Nederland’ Michael Prins die in
Tilburg even niet voorhanden
is. Noem het dapper, want ook
de harpist zal wel weten dat hij
vocaal hooguit als ‘niet vals’
kan worden bestempeld. Zijn
brave zang kan zijn sublieme
beheersing en superbe mishandeling van zijn harpen niet
bijbenen. Het doet er integendeel eerder afbreuk aan.
gener aanwezigheid van sax en
toetsen.
Contrageluiden
Daartegenover staan fijne stuk-
ken waarin sax en toetsen zwijgen, terwijl drums en bas de
harp als leadinstrument grandioos ondersteunen. Even ver-
Als grensverleggend harpist
scheert Remy van Kesteren de
hoogste toppen. Zijn middelmatige donderdagavondzang is
daarbij overbodig. Zonder blijft
‘Tomorrow Eyes’ minstens zo
vet cool sexy.
Jos Creusen
12
Twijfels bij Celtic & Balfolk
night 2017
Te boeiend om mijn kat te sturen, te vlak om
mijn griep te trotseren…..
Celtic & Balfolk Night Doelen Rotterdam toe aan reset?
Het zal toch niet dat POTUS
Trump op 18 februari met zijn
nepnieuws over Zweden doelde op De Jurriaanse Zaal van
De Doelen in Rotterdam? Op
die zaterdag openden en sloten
Symbio respectievelijk Garizim
de concertreeks van de Celtic &
Balfolk Night.
heet. Hoewel de Kelten ooit
aardig over Europa uitzwierven, brachten mijn drie toppers
van deze ‘Celtic Night’ alles
behalve een Celtic sound. Niet
dat er geen bands waren die
dat wel deden, maar het roept
toch vragen op. Hoelang nog
kan deze Celtic Night met droge ogen haar naam blijven
dragen? Welke Celtic bands
van dit moment voegen nog
ernstig door de ‘basket’ vielen.
‘All Around My Hat’ deed Maddy Prior nog maar eens povertjes over en daarna was het
cashen, althans zo kwam het
op mij over. Vergane glorie,
drijvend op valse nostalgie, het
predikaat ‘headliner’ onwaardig.
In de luwte van deze coryfeeën
schitterden op voorgaande
twee edities de Brit Sam Lee
met zijn neo indiefolk en een
fijnzinnig geolied Noors fiddlegezelschap waarvan me de
naam al weer ontschoot.
waartoe ikzelf bijdraag. Hoewel
ik de sfeer graag proef ben ik
geen danser. Zelfs niet met een
veelbelovend,
overwegend
Belgisch-Frans ingekleurde line
up met Pitularita (Italië), KV
Express van Sophie Cavez
(België/Frankrijk),
Elanor
(België), Sextet à Claques
(Frankrijk) en Triple-X (België/
Frankrijk).
De workshops daargelaten
geen Nederlandse podiuminbreng ditmaal, hetgeen overigens ook gold voor de concerten. Met wat steelse blikken in
Belem geen disaster op Celtic & Balfolk night 2017…..
Uitgerekend dit Zweedse duo
en trio bleken alles behalve een
‘disaster’, evenmin als het
Waalse duo Belem dat ergens
tussen hen in stond geposteerd. In deze drie kleine, instrumentale bezettingen in
dezelfde zaal zijn de hoogtepunten van deze vijfde editie
vervat. In de Jurriaanse Zaal,
daar was het te doen ditmaal.
Althans voor de fijnproever die
muzikanten liefst authentiek
buiten de lijntjes van geijkte
paden hun ‘vrije geluiden’
hoort kleuren. Geen POTUS
met alternative facts die een
decreet kan uitvaardigen tegen
muziek zonder grenzen.
Twee Zweedse acts en één uit
Wallonië die komen bovendrijven tussen onder andere Celtic
bands op wat een Celtic Night
iets toe aan het internationale
folklandschap? Het kan aan mij
liggen, ik zal verzadigd zijn, dat
zal zeker meespelen, maar op
die laatste vraag val ik althans
na ‘The Gloaming’ verdacht
lang stil.
Leuke Kelten, bejaarde Britten
Ook op voorgaande vier edities
waren er Kelten die het leuk
deden, maar die me zelden
naar de strot grepen, uitgezonderd het Bretonse Hamont
Martin Quintet dat op de tweede editie een beklijvende balfolkset neerzette. De bejaarde
Britse folkrockers van Fairport
Convention leverden er vorig
jaar nog een alleszins verteerbare set af waar hun belegen
Britse generatieknakkers van
Steeleye Span een jaar eerder
Carlos Nuñez een onverbeterlijke slijmbal
Op deze vijfde editie riep de
Galicische superster Carlos
Nuñez Rotterdam pathetisch
uit tot ‘next Celtic center of
Europe’. Nou, ik dacht het niet.
Het was niet eens ‘wishful thinking’ van de onverbeterlijke
slijmbal.
Balfolk
Vijf zalen besloeg het festival
waarvan er twee gereserveerd
waren voor de balfolkdansers:
workshops ’s middags en bal
op livemuziek ‘s avonds. Concertbezoekers en (gemiddeld
jonger) balfolkpubliek: het
blijven tamelijk gescheiden
wereldjes met weinig overlap,
het voorbijgaan van de Willem
Burger Foyer en de Arcadis Zaal
leek me het balfolkbezoekersaantal in vergelijking met voorgaande edities drastisch geminderd. Wellicht is in Nederland de balfolkhype evenals die
van de celtic folkconcerten een
beetje geluwd: ook dansers
worden een jaartje ouder, aanwas van onderuit blijft achter
bij de afhakers aan de exit.
Keltische konijnen
Het geheel vraagt om herbezinning bij de festivalorganisatie,
zo lijkt me. Een tegelijk levens-
13
Zweeds duo Symbio speelde, zonder ballast, fris van de lever….
Bij Garizim speelt dezelfde draailierspeler als bij Symbio.
vatbaar en betekenisvol folkfestival organiseren in Nederland anno 2000-nu: ik kan er
van mee spreken, het is geen
sinecure. Een in omvang en
begroting bescheiden opgezet
concept met een aaneenrijging
van grenzen slechtende vrije
geluiden door muzikanten die
hongeren naar je schitterende
podia in met name Jurriaanse
en Willem Burger Zaal lijkt me
kansrijk om door te ontwikkelen. Dat moet voor een gesubsidieerde mastodont als De
Doelen toch te overzien zijn.
Tenzij je als festivalorganisatie
zelf nauwelijks ‘into folk’ bent,
of eerder bent blijven hangen
in de hoogtijdagen van de Celtic folk en de boel overlaat aan
impresario’s die Keltische konijnen uit hun hoed blijven toveren. Dan denk je niet verder na
en trek je er gewoon de stekker
uit. Dat zou jammer zijn, maar
ik heb geen idee waar ik de
organisatie momenteel moet
positioneren sinds podiumprogrammeur Hans de Lange van
zijn pensioen geniet.
Toch moet gezegd: naast een
drastische mindering balfolkers
vermoedde ik ook een zich toch
nog redelijk stabiliserend aantal concertgangers. En dat is al
knap op zich. Niettemin liet al
met al de vijfde editie me als
bezoeker achter met de twijfel
of ik mezelf nog kan opdraaien
voor editie 6 als het roer niet
drastisch om gaat. Om er alleen
maar op af te komen vanuit
een reünie-overweging om nog
eens wat oudgedienden tegen
het lijf te lopen…… We kunnen
ook afspreken in een leuke
bruine kroeg om de hoek.
Jurriaanse Zaal
Niet dat er voor mij niet een en
ander te genieten viel, integendeel. Het jonge Zweedse duo
Symbio dus schitterde van
quitte. Accordeonist en draailierspeler speelden fris van de
lever, zonder ballast van beklemmende conventies die de
traditie aan repertoire of instrument zou voorschrijven. De
draailier bootste zelfs nu en
dan melodieuze walvis- en
andere spannende geluiden na
door de bourdonsnaar met een
vinger als een slide te bewerken. En zowel draailier als accordeon bevat afdoende vlakken om er percussie op los te
laten. Het resulteerde in een
opmerkelijk afwisselende set
met al even opmerkelijk vol
geluid.
Dat zoiets ook gold voor het
afsluitende, eveneens jonge,
Zweedse trio Garizim wekte
weinig verbazing toen dezelfde
draailierspeler de hoofdrol
opeiste naast sax en contrabas.
Hij was er toch, dus waarom
niet. Ik kon de set jammerlijk
amper half uitzitten wegens
‘NS-verplichtingen’, maar dat
was voldoende om me evenzeer te overtuigen als Symbio.
Toch sla ik het duo een tandje
hoger aan vanwege het vollere,
variërende geluid met niettemin een instrumentalist minder. Maar goed: wat dat betreft
is een accordeon zeker niet
minder compleet dan een sax
en contrabas tezamen. En een
volle in plaats van pakweg eenderde set had me mogelijk naar
een schitterende apotheose
geleid.
Marc O’Reilly bovengemiddelde singer-songwriter
Marc O’Reilly uit Ierland, ondersteund door contrabassist,
ontbolsterde zich als niet meer
of minder dan een bovengemiddelde singer-songwriter die
gelukkig wintermuts en kunstmatig benepen zangstem waaraan zijn vakbroeders zich de
laatste jaren nogal eens aanstellerig bezondigen thuisliet.
Met de vocale en instrumentale (gitaar) kwaliteiten die de Ier
in huis heeft zouden zulke gimmicks ook overbodig zijn geweest.
Het Waalse duo Belem onderstreepte haar inventieve klasse
met haar hokjesoverstijgende
vrije geluiden nadat één van ’s
werelds beste diatonische trekzakspelers Didier Laloy met
celliste Kathy Adam mijn hart al
veroverden tijdens hun GUOconcert van drie weken daarvoor. En wat een creatieve
podiumpresentatie zowel tijdens de muziek als in de bindteksten tussendoor daar zoal
niet aan kan bijdragen. Naast
de kwaliteit op het uitstekend
op elkaar ingespeelde duo
spatte de passie voor hun muziek er van af. En zoiets slaat
over op een vrijwel volle zaal.
Willem Burger Zaal
Aan dat laatste kan de als
‘superster’
aangekondigde
gaïtaspeler Carlos Nuñez met
zijn trio (gitarist en slagwerker/
percussionist) uit Galicië een
puntje zuigen. Althans, dat is
mijn mening versus die van
vele bezoekers om mij heen die
juist bleken te genieten van zijn
‘charmante show’. Als piper en
whistler meet de man zich
zondermeer al jaren met de
besten wereldwijd. De zaalpresentator kondigde hem aan als
prettig sympathiek, ook buiten
het podium. Ik geloof het
graag, maar op zijn kleffe podiummaniertjes,
paaiende
praatjes, eindeloze oproepen
tot meezwaaien, meeklappen
en uit de stoelen komen richting publiek knapte ik nogal af.
Terwijl deze gladjanus met
haantjesgedrag toch aanleiding
nummer 1 was om ondanks
mijn opkomende griep toch
helemaal naar Rotterdam ab zu
seilen. Zijn klasse als muzikant
staat buiten kijf, wat mij betreft
stak hij zelfs de Schotse piper
Fred Morrison de loef af die er
met zijn trio in de vorige editie
een nogal slordige set uitpeurde. Dit ten spijt deden zijn maniertjes mijn koorts eerder
oplaaien dan afblussen.
Het laten opdraven van een
kwartet bagpipers van het Antwerp & District Pipe Band om
14
de feestvreugde te verhogen
paste in het plaatje, evenals de
digitale nepgeluiden die bepaald niet van de muzikanten
op het podium kwamen. Ook
de Latino klanken (de man
toerde onlangs met Braziliaans
repertoire) en Chieftainsimitaties had hij van mij mogen inruilen tegen meer Galicische
gaïtaklanken, want dat repertoire en dat hoofdinstrument
kwamen er te bekaaid van af.
Zulke topmuzikanten hebben
die liflafjes niet nodig om mij
als liefhebber te laten genieten
van hun pure klasse. Zijn gedweep met Godenzonen met
wie hij zoal het podium deelde,
waaronder streekgenoot Julio
Iglesias, leverde hem bij mij
geen bonuspunten op. Ondanks een aardige act waarin
de percussionist losging op een
Samsonite-koffer spoelde ik na
hun concert ontgoocheld een
stevige kater weg, terwijl ik
toch geen druppel alcohol tot
mij nam. Maar als gezegd: de
charmeur leek zijn gelijk te
halen bij ver weg het merendeel van de bezoekers die juist
genoten van zijn sublieme
show. Het zij zo.
diende de begenadigde Nederlandse violist/mandolinespeler
Siard de Jong als substituut,
maar ook hij kon de tamelijk
afgevlakte, nauwelijks inspirerende groepssound niet verhullen.
had leek een licht verbeterde
uitwerking op de akoestiek te
geven, tenzij het de kwaliteiten
van de technische crew waren
die hieraan debet waren.
Frigg te afgevlakt om zich tot iets echt spannends te ontwikkelen….
Het jonge Finse sextet Frigg
bewees meester te zijn van hun
instrumentarium waarvan de
helft fiddles. Hun technische
vaardigheid ten spijt bleven ze
wat mij betreft te braaf binnen
de lijntjes kleuren. Aangename
set, maar ook hier: te afgevlakt
om zich tot echt iets spannends
te ontwikkelen.
De vocalen bleven echter de
achilleshiel in deze ruimte die
nou eenmaal ongeschikt blijft
voor het genuanceerd tot je
nemen van uitgebalanceerde
muziek. En dat was jammer,
want met name bij Megan
Hendserson van het WestSchotse Breabach leken de
noten aardig de strot te ontsnappen, terwijl de zangliefhebbers onder de bezoekers
op deze dag toch al mondjesmaat aan hun trekken kwamen.
Megan placeerde er ook nog
een obligaat dansje bij en riep
een vergelijking op met Julie
Fowlis. Om in de gaten te houden, dat dan weer wel.
waarbij de Highland bagpipes
vaak het voortouw namen.
Deze bands zetten de ontwikkeling van de Celtic muziek uit
Schotland alleraardigst voort,
waarbij het Glasgowegian trio
The John Langan Band zich ook
beweegt richting Gipsy Balkan.
Maar het was niet alleen vanwege de staanplaatsen dat ze
me nou ook weer niet van mijn
stoel bliezen. Goede instrumentalisten, goede zang ook,
voor zover vast te stellen in een
galmbak, maar waar het aan
ontbrak was een eigen stempel
dat het Schotse trio LAU van
Kris Drever bijvoorbeeld de
laatste jaren zo boeiend maakte. LAU had hier niet misstaan,
zij het dan graag in één van de
echte concertzalen die De Doelen rijk is. En daarmee is het
voordeel uitgeklaard van het
nadeel die de galmbak is: twee
jaar geleden frustreerde de
frêle Britse klasbak Sam Lee me
er aanzienlijk meer dan nu deze
drie steviger Schotse bands.
Achteraf is het makkelijk een
koe in de kont kijken. Hoewel:
editie 5 van de Celtic & Balfolk
Night in De Doelen in Rotterdam op 18 februari was te
boeiend om mijn kat te sturen,
maar te vlak om mijn griep te
trotseren. Des te meer zal editie 6 me benieuwen.
Jos Creusen
Wat de drie bands het beste
konden doen, deden ze ook: de
turbo erop en het publiek proberen in beweging te krijgen,
Weerzien met Shantalla geen onverdeeld succes…..
Het weerzien met Celtic folkband Shantalla was voor mij
geen onverdeeld succes. De
sabatical van al weer enkele
jaren geleden was kennelijk
niet gebruikt om te herbronnen. Dit in België bivakerende
Ierse sextet rond immer aanstekelijke Schotse zangeres
Helen Flaherty leek te hebben
stilgestaan in tijd. Bovendien
stuurde de accordeonist zijn
kat, omdat hij gewichtiger zaken van doen had. Volgens mij
Willem Burger Hal
Tja, en dan die ondankbare
galmbak die luistert naar de
naam Willem Burger Hal. Die
was volledig Schots ingevuld
met drie talentvolle bands die
een stevig geluid produceerden: Breabach, Rura en The
John Langan Band. Beetje sneu
om all the way from Caledonia
af te komen en je dan moeten
zien te behelpen in een galmbak. De kwartslag draai die het
podium in een jaar gemaakt
Breabach met Megan Henderson bij wie de noten aardig uit de strot
ontsnapten..
15
Brabericana met Brabantse tongval bij GUO op zondag 12 februari
Zondagmiddag
februari beklommen om drie uur drie jonge Brabantse honden nonchalant het podium van concertorganisatie ‘Groeten uit Oisterwijk’ GUO. Mathijs Leeuwis was
al ruim van tevoren aanwezig
om zijn pedalsteel goed neer te
kunnen zetten en zich voor te
bereiden op het concert. Zijn
twee kompanen kwamen veel
later. Ze hadden geen haast.
We zijn toch niet voor niets
Brabanders? Een kwartiertje
later moet toch kunnen? Ze
pakten hun gitaarkoffers uit,
plugden in, sloegen een akkoord aan en hoorden dat het
goed was. Toen pas constateerden ze dat er geen microfoons
waren.
“Oh, daar moeten we met het
zingen wel rekening mee houden. Maar maak je niet druk,
het komt allemaal best goed.
Kom we gaan eerst met ons
drieën nog wat eten.”
En weg waren ze, het uitgaansleven van Oisterwijk op een
frisse februarimiddag in. Drie
muzikale
boezemvrienden.
Björn uit Eindhoven, Mathijs en
Jeroen uit Tilburg. Ze delen hun
liefde voor de muziek, voor het
leven en staan niet afwijzend
tegenover een
alcoholisch
drankje. Ieder bewandelt zijn
eigen muzikale kronkelpad,
maar op verschillende kruispunten komen ze elkaar tegen.
De een zingt wat platter dialect
dan de ander, maar deze middag viel op dat de Brabantse
tongval bij Björn van der Doelen het sterkst is. Na gezeik met
platenlabels en bookers richtte
hij in 2013 samen met Jeroen
Kant het Tilburgse Bastaard
Platen op, een platform dat
zich onderscheidt met Nederlandstalige acts: “In gesprekken
met andere Nederlandstalige
artiesten,” vertelde Mathijs, “
bleek dat zij tegen dezelfde
problemen aanlopen. Je maakt
een plaat, klopt overal aan
maar labels pikken het niet op.
Of ze doen er weinig aan om je
muziek te promoten. We dachten Fuck it en zijn voor onszelf
gaan werken.” Ook Björn van
der Doelen kreeg in het commerciële circuit van de gevestigde platenmaatschappijen, in
deze tijd van teruglopende cdverkoop met zoveel problemen
te maken, dat ook hij zijn eigen
platenlabel oprichtte onder de
hem tekenende naam: Val
allemaal maar kapot ik doe het
zelf wel-RECORDS.
Hun set hadden ze eerlijk opgedeeld in ieder drie nummers
voor en drie nummers na de
pauze. Mathijs Leeuwis begon.
“Mijn liedjes zijn niet alleen
maar donker of alleen maar
roots,” vertelde hij, “ze zijn een
vertaling van wat ik voel of wat
ik lees. Ze zijn geschreven vanuit mezelf; over mijn besluiteloosheid en over het idee dat ik
heel veel dingen moet, maar
ook liedjes die niets met mij te
maken hebben”
De vraag waar Mathijs Leeuwis
vaak uithangt in Tilburg, kon hij
al meteen heel simpel beantwoorden: “In de kroeg. Het
liefst ’t Buitenbeentje, Weemoed en Paradox.”
Zijn eerste optreden in Tilburg
was ook in ‘t Buitenbeentje: “Ik
kreeg geen geld voor het optreden, maar ik mocht wel een
maand lang gratis drinken op
kosten van het café. Dat was
een ultieme soort klantenbinding,” vertelde hij ons deze
middag.
Na de pauze vertelde hij nog de
anekdote over schrijver Ilja
Pfeiffer waarmee hij ooit een
middag op het terras van Wee-
16
moed zat. Toen Mathijs op het
eind van de middag voorstelde
om bij hem een hapje te gaan
eten, sloeg de schrijver dat af.
Ilja Pfeiffer als ‘writer in residence’ was in opdracht van
TILT in Tilburg om de ziel van
de stad te zoeken. Dat zou hij
ondertussen wel even doen. Of
hij die echt gevonden had betwijfelde Mathijs want toen hij
terugkwam zat Ilja nog steeds
aan hetzelfde tafeltje met een
glas en een schaaltje bitterballen. Misschien had de schrijver
daarin de ziel van Tilburg ontdekt, want in het boekje ‘Van
weemoed naar de nacht’
schreef hij daarover:
'En pas toen ik Tilburg verliet
om er nooit meer terug te keren, begreep ik dat zij haar
handicap koestert als een kostbaar geheim dat haar in staat
stelt om alles te doen wat zij
wil. Mocht er ooit in de toekomst een manier worden
gevonden om Tilburg te ontdoen van haar ongeneeslijke
lelijkheid, zou zij sidderend
terugdeinzen, omdat zij met
elke verfraaiing alles zou verliezen wat haar uniek maakt.'
Maar in zijn band speelde iemand, die hem nurks vroeg:
“Vraag maar eens aan hem,
wie er mee naar Genua is gefietst.”
En daarmee zou hij zijn vriendin Gelya Bogatihcheva be-
doeld hebben, die in 2008 met
Ilja zou zijn mee gegaan.
Maar een goede, wel ingelezen
vriendin vertelt mij twijfels te
hebben bij deze reis. Ze gelooft
dat deze goedmoedige lobbes
die zonder al te veel tegenslagen bereikt heeft, wat hij heeft
willen bereiken, gewoon met
de trein naar Florence is gereden en van daaruit naar Genua
gefietst.
Tja, verhalen vertellen is leuk,
maar leidt soms ook af. Helaas,
Mathijs beet het spits af, maar
begon in de verkeerde toonsoort, de stemming van zijn
gitaar paste er ook niet bij en
na drie mislukte pogingen besloot hij om toch maar te kiezen voor de versie die hem het
meest vertrouwd was. Een wat
moeizame start helaas, te zien
op
Daarna kwam Björn bekend
geworden als voetballer (PSV,
Standaard Luik, FC Twente en
NEC), maar ondertussen al
jaren een vaste waarde in het
muzieklandschap. Afgelopen
seizoen was hij op tour met
Guus Meeuwis langs alle clubzalen. Zijn album Caballero
Zonder Filter werd in de landelijke pers met superlatieven
ontvangen en is in vele eindlijstjes beland. Één van de beste albums die ooit in Zuid-Oost
Brabant is gemaakt, was het
oordeel van het Eindhovens
Dagblad. Als voetballer was
17
Björn al een speler met karakter; sociaal, maar in zekere
zin een buitenbeentje en eentje die niet afgeeft. Eigenschappen die hem ook als muzikant
gevormd lijken te hebben. Zijn
hoofddoel blijft toch vooral het
maken van mooie platen. Dus
is Van der Doelen inmiddels
alweer toe aan zijn vierde album getiteld “De cowboy, de
outlaw, de sheriff en de hoer”.
Het album wordt op 23 maart
in het Rozenknopje in Eindhoven gepresenteerd en een
maand later, op zondag 23
april, doet hij dat nog eens
over in Paradox in Tilburg. In de
loop van de jaren heeft hij zich
ontwikkeld tot een zanger en
liedjesschrijver met een mooi
oog voor het kleine, een lichte
afkeer van het grote en een
charmant zoekende manier van
verhalen. Eentje waarbij de
glimlach nooit ver weg is. Een
karakter op het podium wat in
staat is om te luisteren en te
sturen, te vertellen en te vermaken. Dat kregen we deze
middag zes keer van hem te
horen. Met een wat rauwe,
schurende stem verhalen brengen en songs over gemis en
verlangen over liefde en eenzaamheid met hier en daar zijn
eigen vleugje Sympathie veur
d'n Duvel. En daarin spaart hij
zichzelf niet wanneer hij zijn
kinderen bezingt in ‘Kiendjes’
het eind van zijn zorgeloos
bestaan, die bij het opgroeien
zijn huis slopen en zijn gezicht
en hem doen twijfelen al die
ellende beheersbaar genoeg
blijft om toch nog met z’n allen
op vakantie te gaan. Alleen wat
antwoord je, wanneer zo’n kind
dan zegt; ”Papa, ik hou van jou,
hou jij ook van mij….”
Bij zijn optreden kreeg Bórn
ondersteuning van Mathijs op
pedal steel en gitaar, maar was
het toch vooral Jeroen op gitaar, die voor een treffende en
soms messcherpe inkleuring
van zijn liedjes zorgde.
Jeroen Kant, winnaar van de
Nekka-prijs 2015/2016 in Antwerpen en winnaar van de
publieksprijs van ‘De Grote Prijs
Van Nederland’ 2011 begon
zijn optreden met het titelnummer van ‘Nooit Genoeg’ zijn
laatste album. Verwacht van
hem geen lieve liedjes of suikerzoete lovesongs. Zijn liedjes
zijn verhalen die ergens over
gaan en die je aan het denken
zetten.
“We willen allemaal sterven
zonder pijn, we willen allemaal
zonder moeite slank, we willen
allemaal jong zijn tot het eind,
we liggen allemaal zappend op
de bank.” wees hij ons genadeloos op onze tekortkomingen
en die van de maatschappij
waarin wij leven. Jeroen is ook
bezig met een nieuw album,
een bluesplaat! Helaas vertelde
hij niet of hij daartoe werd
geïnspireerd door het nieuwe
album van de Stones of dat hij
daar al langer mee bezig was.
‘Çan blue men sing the whites?
Or are they hypocrites for singing woo, woo, wooh?’ vroeg
de Bonzo Dog Doo-dah band
zich al in 1968 af.
En die strijdvraag is nog altijd
actueel. Nu is er de bluespolitie, zong Jeroen, die controleert of mensen zich wel aan de
regels houden. Nederlandstalige blues gezongen door een
Brabander, kan dat wel? Nou
als ik naar ‘De Aardappeleters’
van Vincent van Gogh kijk, kan
dat maar al te goed! En als
Jeroen dan ook nog lekker tekeer gaat op zijn gitaar mag hij
van mij een heel album met
dergelijke nummers vullen. De
twee nummer, die hij als voorproefje vanmiddag liet horen
maakten mij erg nieuwsgierig
naar het uiteindelijke resultaat.
Het klonk lekker, oprecht en
rauw.
Een lekker, humoristisch, niet
perfect, maar wel lekker rauw
en ontspannen concert van
drie Brabanders. Jeroen kant
excelleerde op gitaar, Björn
overtuigde met zijn rauwe
stem van ruw schuurpapier en
zijn dialect en Mathijs liet horen dat er op de pedal steel na
Sneaky Pete nog altijd mogelijkheden liggen.
Was u er niet? Dan hebt u wel
wat gemist. U kunt nog drie
liedjes horen op:
https://www.youtube.com/
watch?v=WyX2yEFlET0
https://www.youtube.com/
watch?v=hDxJT3LziI8
https://www.youtube.com/
watch?v=xzDYbnxlsSQ
Tekst en foto’s: Walter van
Brakel
18
Ludo Vandeau bewijst dat het Franse lied nog
altijd toekomst heeft!
hoor je zijn klacht over de
(Vlaamse) politiek in de eerste
strofe, over de religies en levensovertuigingen met hun
altijd grote gelijk in de tweede
strofe en dat plaatst hij dan
tegenover de mens die eenzaam achterblijft onder een
lege hemel in de derde strofe.
Om in de vierde strofe te hopen dat de liefde ons helpt als
we in deze wereld in deze tijd
verdwalen.
‘ik faut que lámour trottine/
comme un paso doble à
talons/ entre le mur et l’horloge/entre l’ármoire et le désespoir et la mémoire/ le bonheur et l’érreur
Ludo
Vandeau
–
‘Au
Lendemain des Belles Choses’ Music& Words CUP 8064
Amper een jaar na ‘Au gré du
charme’ komt Ludo Vandeau
al weer met een nieuwe cd
van. Nu niet bij Wild Boar van
de Kadrilfamilie maar op het
oer-Nederlandse Music
&
Wordslabel van Liesbeth Puts
en Hans Peters. Al weer meer
dan dertig jaar geleden begonnen ze met hun folk – postorder en importbedrijfje in
Utrecht, waar je terecht kon
voor de betere folkelpee en
hun goede smaak is er na al die
jaren niet minder op geworden.
Bij het beluisteren van ‘Au
Lendemain des Belles Choses’
valt de eenheid op tussen tekst
en melodie. Het is een consistent geheel geworden waarin
Ludo Vandeau ons mee neemt
in zijn reflectie over de mens,
het zoeken naar wat hij niet
vindt, de eenzaamheid en de
hunkering naar warmte en
bescherming. Hij graaft diep in
zijn eigen pijn in een poging om
het gat in zijn hart en hoofd te
sussen.
Die reflectie over wat innerlijk
in hem leeft en wat hij ziet als
hij naar buiten kijkt, de wereld
in, wordt treffend weergegeven op de hoes van het nieuwe
album. Links staat hij, terwijl hij
gezond in een appel bijt, ondertussen een blik werpend op
de meer naar buiten gerichte
kant van hemzelf, die door het
raam de wereld buiten bekijkt.
De hoes geeft de inhoud van
het album treffend weer, waarin we iemand horen, die nadenkend filosofeert over wat
hem beweegt, wat hem raakt
in zijn innerlijke gevoelswereld,
wanneer hij de wereld buiten
om hem heen observeert en
die indrukken weergeeft in
rake, melancholieke soms weemoedige impressies.
Het begeleidende boekje met
de teksten sluit daar volledig bij
aan. Uiterst sfeervolle foto’s,
introvert en ingetogen, die bij
de muziek van dit album passen.
Zelf zegt hij over de hoes:
“Misschien mag men het zien
als de twee personen, die ik me
soms voel. En die zich uit in de
dubbelheid van vele liederen.
De grote, lege donkere hemel
en de eenzame mens uit
‘Octobre’ en 'Une longue journée'.”
Je kan
‘Octobre’ inderdaad beluisteren als een poëtisch lied over de herfst, maar
als je dieper leest of graaft
Bij het begin van dit nummer
valt het uiterst effectieve en
vaak sobere werk op percussie
en drums op van Ronald Dhaene. Nergens overheersend,
altijd passend, net als op de
rest van dit album. De muzikanten die Ludo begeleiden zijn
trouwens dezelfde als op de
vorige cd. Muzikanten waarmee Ludo kan schrijven en
lezen.
Vooral het werk van Lode Vercampt op cello, Stijn Bettens
op accordeon en Siegfried van
Schuylenburgh op dobro, gitaren, banjo en mandoline moet
genoemd worden. Wanneer
Siegfried en Stijn om beurten
achter elkaar soleren in 'Les
choses les plus jolies' ontmoet
Americana het Franse terras op
een zomeravond bij zonsondergang. Mooi gearrangeerd en
een nummer dat diep graaft:
Ondanks bedenkingen, toch
willen vluchten, ver van hier,
ver van de mensen die je gekwetst hebben, ver van zijn
'plat pays trop gris', ver van de
‘tristesse’ en de verzuring, die
alles grauw kleuren. Een mens
wil soms gewoon de zachtheid
en de puurheid, maar krijgt dan
kritiek en kwetsende woorden
over zich. Het is het zoeken van
Ludo naar zijn fragiele hart,
naar de (onvolmaakte) liefde
die
de
mens
compleet
maakt (les dix doigts de lamour).
19
Het is ook een lied over zijn
zoeken en twijfels, angst om de
mensen die hij ten diepste
bemint, kwijt te raken. En eigenlijk geldt dat voor ons allemaal: We zijn niks zonder mensen die van ons houden.
Bij het beluisteren van ‘Au
lendemain des belles choses’
kwam steeds sterker het idee
naar voren van een eigentijdse
versie van Rubbersoul van The
Beatles. Toen was het de wiet
die een sterk, wat meer ingetogen stempel op alle nummers
legde, waarin The Fab Four
zichzelf en de wereld bekeken,
nu heeft Rick Allison ervoor
gezorgd dat deze plaat een
fraai, wat meer bespiegelend
geheel is geworden. Daarin
passen naadloos de drie nummers van andere artiesten, die
Ludo voor dit album opnam.
Pas bij het lezen van de tekst in
het boekje ontdekte ik waar
dat gevoel van herkenning
vandaan kwam. De titel ‘Les
Temps’ zei me in eerste instantie niets. Pas na het lezen van
de tekst, wist ik het. Ludo had
een nummer van Bob Dylan
vertaald! Ik liet het daarna nog
aan een aantal vrienden en
muziekliefhebbers horen en
vroeg: “Kennen jullie dit nummer?’ Het kwam ze allemaal
ergens wel bekend voor, maar
pas toen ik vertelde dat het
‘The times they’re a-changing’
was, viel het kwartje. De hemel
waarnaar wij in de jaren zestig
volgens Bob onderweg waren,
is nog altijd niet bereikt. Nog
altijd moeten tijden veranderen. Ludo Vandeau heeft in dit
nummer zijn ‘eigen klauw’
gezet. Het is hier een Frans
chanson geworden, dat tot
nadenken stemt. Hetzelfde
deed hij met ‘Les Souliers’ van
Guy Béart, maar hier horen
we ineens een lekker rockend
nummer, Franse pop(?) met
een swingende bijdrage van
Stijn op zijn accordeon. En ook
‘Elsa’ van Louis Aragon/ Leo
Ferré werd compleet opnieuw
gearrangeerd, waardoor Americana, de dobro van Siegfried,
het Franse chanson ontmoet in
de accordeon van Stijn. Als de
laatste tonen wegsterven, zou
ik het liefste willen dat Sieg-
fried en Stijn nog minstens een
minuut langer samen wegdrijven in de nacht op de laatste
stralen van de zon.
Ludo Vandeau houdt in ’Au
lendemain des belles choses’
niet alleen zichzelf een spiegel
voor, maar ons allemaal. In ‘Les
chose les plus jolies’ herinnert
hij ons aan Blaise Pascal, de
Franse filosoof die de de mens
prijst die serieus met zijn twijfels en onwetendheid omgaat; die zoekende is. Dat kan
enerzijds bevrijdend zijn, maar
ook lastig, om te moeten leven
vol onzekerheden. De mens
die angst heeft voor het grote
niets, die geen reden of antwoord vindt op de vraag waarom hij er is en niet ergens anders. Het zijn geen gemakkelijke vragen die Ludo ons stelt.
Rick Allison, bekend van zijn
werk met Lara Fabian, Johnny
Hallyday en Patrick Bruel, produceerde dit album. Het is een
fraai, uitgebalanceerde plaat
geworden, waarop de stem en
voordracht van Ludo Vandeau
sterk naar voren komen. Een
aangepast en vaak ingetogen
geluid wat betreft de begeleiding, maar soms hoor ik toch
de accordeon van Stijn, de cello
van Lode of de gitaar van
Siegried iets langer of wat nadrukkelijker. Maar daar is bewust niet voor gekozen.
Toch is ’Au lendemain des belles choses’ een album geworden om vaak te draaien, op
momenten van bezinning voor
jezelf, maar liever nog samen
met je geliefde en het tekstboekje vlakbij om te beseffen
hoe waardevol, vertroostend
en onontbeerlijk de liefde voor
de mens kan zijn, om deze
wereld een beetje meer draaglijk te maken.
Walter van Brakel
GUO-programma 2016 / 2017
GUO-tickets?: www.tiliander .com
tel. tijdens kantooruren: 013-5217220
in Tiliander: elke concertdag vanaf 1 uur vóór aanvang
GUO-locatie:
Cultuurcluster Tiliander
Spoorlaan 82c –Oisterwijk
Meer GUO-info...
...in tekst, beeld & geluid?
Check: http://guo.inoisterwijk.nl
zaterdag 11 mrt 2017– 20.30u
Dayna Kurtz
USA
americana singer-songwriter
€20,-
zondag 26 mrt 2017 – 15.00u
Martin Simpson
UK
gigagitarist: britse folk & americana
20
GUO-programma 2016 / 2017
zondag 9 apr 2017 – 15.00u
The Henry Girls
Eire
celtic songs from donegal &
americana
€15
zondag 14 mei 2017 – 15.00u
Julie Murphy & Ceri Mathews
Cymru
bloedstollende zang uit wales
€15,-
zondag 11 jun 2017 – 15.00u
Osuna
Vlaanderen/Turkije
muzikale reis langs de zijderoute
gratis entree – vrije gift concert
Een voorproefje:
- Horen hoe Björn van der
Doelen, Jeroen Kant en
Mathijs Leeuwis klonken?
Check:
http:guo.inoisterwijk.nl/
concerten-1617/bjorn-vander-doelen-mathijs-leeuwisjeroen-kant/.
Tickets kunnen al worden
gereserveerd via http://
www.tiliander.com/agenda/
guo-zit-luisterconcert-7 of
telefonisch tijdens kantooruren op 013 – 5217220.
Meer info in woord, beeld &
geluid? Check http://
guo.inoisterwijk.nl/concerten1617/martin-simpson/
Hartstikke bedankt.....
GUO-Maten 2015/2016:
=> Stichting Oisterwijk Leeft
=> Gemeente Oisterwijk
=> Stichting De Schuur Oisterwijk
=> Digitaal Oisterwijk/In Oisterwijk
=> Rabobank Hart van Brabant
=> Fletcher Hotel Boschoord Oisterwijk
=> Cultuurcentra Oisterwijk - Moergestel (COM); Tiliander Oisterwijk - Den Boogaard Moergestel
=> Fonds podiumkunsten Performing Arts Fund Nl
Meer info over Groeten Uit
Oisterwijk en haar GUOconcerten?
Check
GUO vrije gift concerten 2016/2017:
Zondag 11 juni 15.00
Trio Osuna
http:guo.inoisterwijk.nl
Groeten Uit Oisterwijk
Is het maandelijks verschijnend digitaal muziekmagazine van
Stichting Podiumkunsten Oisterwijk / concertorganisatie GUO.
Eindredactie: Walter van Brakel
Uw bijdrage is welkom.
Voor een gratis abonnement op de digitale GUO-Nieuwsbrief .
Mail naar [email protected] onder vermelding van naam en
e-mailadres .
21