- Juan y Rosa

Download Report

Transcript - Juan y Rosa

Soy Don Toro
Bijlage Handleiding
behorend bij werkboek
Mijn eerste Spaanse woorden
Autora : Antoinette Gerichhausen
Teksten behorend bij de geluidsfragmenten op de website die opgenomen zijn door: Edgetip
Studio, Arnhem. Engineer: Raoul Soentken.
Eerste druk, eerste oplage, 2017
IVIO-Wereldschool bv
behorende bij de handleiding:
ISBN 978-90-8583-000-9
Soy Don Toro
© IVIO-Wereldschool bv, Lelystad, Nederland
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of anderszins, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze
uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h uit de Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde
vergoedingen te voeldoen aan Stichting Reprorecht
(zie: www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelten dient men zich rechtstreeks te wenden tot de uitgever.
▌2▐
Soy Don Toro
Voorwoord
Deze bijlage bestaat uit de teksten die ingesproken zijn op de begeleidende Prezi’s bij de
hoofdstukken van Soy Don Toro, leermethode Spaans voor de leerlingen van groep 3 en 4 van
het basisonderwijs.
De begeleider kan mee lezen met de teksten uit de Prezi of vooruit lezen met deze teksten en
zich zo beter voorbereiden op wat er komen gaat voor de leerling. De Prezi’s staan ook vermeld
in Edmodo.com. U kunt zich aanmelden bij Edmodo met een eigen account en om een
groepscode vragen aan Don Toro ([email protected]).
De teksten zijn ingedeeld op een basis lesprogramma van 30 minuten gezamenlijk en 2 maal
een kwartier zelfstandig. Een basisschema is opgenomen op de Prezi: ‘Implementatiemodel
Juan y Rosa’ (http://bit.ly/1BINfce).
▌3▐
Soy Don Toro
Inhoud
bladzijde
(Hoofdstuk 1)
5
El sueño de Don Toro
5
(Hoofdstuk 2)
15
Don Toro está alegre
15
(Hoofdstuk 3)
21
Don Toro descubre algo
21
(Hoofdstuk 4)
29
29
(Hoofdstuk 5)
39
Don Toro y sus deseos
39
(Hoofdstuk 6)
49
Don Toro ve posibilidades
49
(Hoofdstuk 7)
55
Don Toro y su talento
55
▌4▐
1
Soy Don Toro
Capítulo uno
(Hoofdstuk 1)
El sueño de Don Toro
Opdracht / tarea 1.1a:
Mijn eerste woordjes Spaans - okt. week 3, les 1 ‘Spaanse woorden’
Don: Capítulo uno - El sueño de Don Toro
1. Don: Tarea 1.1a
2. Don: Hola. ¿Qué tal? Soy Don Toro.
Ana: Hola. Soy Ana.
3. Ana: Hallo kinderen, ik ga met jullie het Spaans leren. Mijn moeder komt uit Spanje en
mijn vader uit Nederland. Ik ben hier geboren en wil heel graag Spaans leren.
Ik hoorde zojuist de stier ‘Hola’ zeggen. Dat is een Spaanse groet. In het Nederlands
groeten we elkaar met ‘Hallo’. In het Engels weet ik het ook. Daar groeten ze elkaar met
‘Hello’. Ken jij nog andere groeten in een vreemde taal. Vertel erover.
4. Ana: Verder groette de stier ons ook met ¿Qué tal? Soy Don Toro. Ik heb het nagevraagd,
dat betekent in het Nederlands: Hoe gaat het? Ik ben Don Toro. Dat gaan we even
oefenen doe je mee? Zeg mij maar na en zeg op het einde je eigen naam.
Hola -
Que tal
-
Soy Ana
Kijk je buurvrouw of buurman aan en zeg het nu nog een keer.
Hola -
Que tal
-
Soy ....
5. Ana: ‘Hola’ Het woord klinkt ook echt als een groet en lijkt een beetje op het Nederlands.
Zouden er meer Spaanse woorden zijn die op het Nederlands lijken?
Knip de eerste 6 kaartjes uit je werkboek en leg ze voor je neer op tafel. De stier leest
dadelijk 4 woorden voor. Luister goed of je de vier woorden kunt verstaan. Leg die 4 dan
apart even op een rijtje. Doe je mee?
Don: pera (5 sec.), melón (5), sandía (5), frambuesa.
Ana: Ik klik eerst om te kijken of ik het rijtje goed heb en de juiste vier kaartjes heb gepakt.
Doe ook maar.
▌5▐
Soy Don Toro
6. Ana: Liggen de vier plaatjes bij je goed op een rijtje? Oei, bij mij liggen de 2e en de 3e niet
goed. Er zijn ook 2 plaatjes van een meloen. Dus ja, welke had ik moeten kiezen? Had jij
ook een plaatje fout gelegd? En welke plaatjes liggen er goed bij jou? De vier woorden
horen we nu nog een keer:
Don: pera (5 sec.), melón (5), sandía (5), frambuesa.
okt. week 3, les 2 ‘Spaanse woorden’
7. Ana: 4 woorden kennen we nu in het Spaans. Die gele meloen heet melón en die rode
sandía. Sandía is dus geen zand maar een rode watermeloen. Nu ga ik samen met jou
alle 6 plaatjes leren. Doe je mee en leg je ze weer op een rij samen met mij?
Don: melón - pera - frambuesa - sandía - plátano o banana - arena
Klik om te kijken of je de plaatjes goed hebt gelegd.
8. Ana: Lukte het bij jou? Dat was een leuke ‘banana’, die verstond je zeker wel. Alleen, heb
ik gelezen, zeggen ze in Spanje geen ‘banana’ tegen die vrucht maar ‘plátano’. In Middenen Zuid-Amerika spreken ze ook in bijna alle landen Spaans en daar verstaan ze je wel
als je het over ‘banana’ heb. Laten we er even naar toe gaan. Klik maar verder.
9. Ana: In dit werelddeel spreken ze bijna overal Spaans behalve in Brazilië. Zie je hoe groot
het is, wel 30 keer groter dan Spanje en Spanje is 13 keer groter dan Nederland. Wat een
grote landen zijn dat waar de mensen Spaans spreken. De volgende mooie foto’s zijn
gemaakt in Costa Rica, ook een Spaanssprekend land in Midden-Amerika. Klik zelf maar
eens rustig door het werelddeel heen. Enne..., een bananenboom heet een ‘banano’ en de
vrucht een ‘banana’.
10. Ana: Ik ken nu alle plaatjes in het Spaans. En ik weet nu dat ‘zand’ in het Spaans ‘arena’
wordt genoemd. Wie kent het woord ‘arena’ in het Nederlands? Denk maar eens aan een
circus, een circusarena. Die ligt soms vol zand, als er bijvoorbeeld paarden optreden.
Don Toro wil jij alle plaatjes nu nog een keer opnoem dan leggen wij ze opnieuw in de
juiste volgorde? Zit jij er ook klaar voor?
Don: arena - melón - plátano o banana - pera - frambuesa - sandía
Ana: Klik eerst om te kijken of je het goed hebt gedaan. Daarna oefenen we nog een keer
met de nieuwe woorden.
11. Ana: Zeg Don Toro maar na.
Don: arena - melón - plátano - pera - frambuesa - sandía
Ana: Nu gaan we weer naar het boek.
Don: Hasta luego - Adiós.
▌6▐
Soy Don Toro
Opdracht / Tarea 1.1b:
Onbekende Spaanse klanken - okt. week 4, les 1
1. Don: Tarea 1.1b
2. Don: Hola.
Ana: Hmm, onbekende Spaanse klanken. Bedoelen we daarmee geluiden als o - a - ie ee - u ? Kom we gaan op onderzoek uit.
3. Ana: Ik zie 5 nieuwe plaatjes en 1 die ik al ken. Dat is de ‘frambuesa’. Laten we eerst
luisteren naar alle woorden.
Don: frambuesa - luna - sol - soldados - puente - agua
Ana: Ik wil ze nog een keer horen en ik luister dan extra goed of ik andere klanken hoor
dan ik in het Nederlands ken.
Don: frambuesa - luna - sol - soldados - puente - agua
4. Ana: De ‘ue’-klank in ‘frambuesa’ die hoor je niet in Nederlandse woorden. Heb jij hem ook
gehoord? Heb je ook de ue-klank gehoord in ‘puente’? En ik hoorde een ‘g’-klank in ‘agua’
zoals je ook in het Engelse woord ‘good’ hoor.
We hebben tot nu toe dus twee onbekende klanken ontdekt: ‘ue’ en ‘g’
5. Ana: Luister met me mee naar een herhaling van de nieuwe woorden, nu met 5 cijfers
erbij. Misschien horen we bij de cijfers nog een onbekende klank.
Don: un sol - dos lunes - tres puentes sobre el agua - cuatro soldados - cinco frambuesas
Ana: Heb jij nog een onbekende klank gehoord bij de cijfers? Ik hoorde iets van een
slissende klank bij ‘cinco’.
6. Ana: Drie onbekende klanken hebben we ontdekt in het Spaans: de ‘ue-klank’, de ‘g-klank’
en de ‘th-klank’.
Hmm, valt best mee, het Spaans. We houden die nieuwe klanken extra in de gaten en
verder valt op dat ik in het Spaans alleen korte klanken hoor. Dus geen lange oo - aa - uu
- ee - ie, maar alleen korte: o-a-u-e-i.
Nu wil ik wel die cijfers leren. Doe je ook mee?
▌7▐
Soy Don Toro
okt. week 4, les 2 ‘Spaanse klanken’
7. Ana: Kom, zeggen we met zijn allen de stier na.
Don:
Uno - dos - tres - cuatro - cinco
Uno dos tres -Uno dos tres cuatro -Uno dos tres cuatro cinco -¡Qué bien!
8. Ana: En dan gaan we nu samen een lied zingen. Na elkaar zingen we een deel van het
lied. Don Toro en ik zullen het voor doen. Don zingt: ik ben Don Toro. En jij? Hoe gaat het
met jou?
En ik zing: ik ben Ana. En jij? Hoe gaat het met jou? .
Don Toro: Vale? A cantar.
‘Uno dos tres, soy Don Toro, ¿y tú, y tú, qué tal?’ [zingend]
Ana: ‘Tres, cuatro, cinco, yo soy Ana, ¿y tú, y tú, qué tal?’ [zingend]
En nu jullie. Kijk de volgende leerling aan in de kring en geef zo het lied door.
9. Ana: We gaan de plaatjes nog een keer samen herhalen. Van boven naar beneden en van
links naar rechts; zeg ons maar na:
Don: frambuesa (Ana herhaalt) – plátano (Ana herhaalt) – puente (Ana herhaalt) - pera
(Ana herhaalt) – agua (Ana herhaalt) - sol (Ana herhaalt) - luna (Ana herhaalt) – soldados
(Ana herhaalt) – melón (Ana herhaalt) - sandía (Ana herhaalt) - arena (Ana herhaalt)
10. Ana: Ik ga dit nog een keertje oefenen en klik met mijn muis op de pijl terug. Wil je dat
ook? Je mag ook naar de volgende dia, daar kun je ook plaatje voor plaatje nog extra
oefenen door heen en weer te klikken. Succes!
Daarna gaan we weer terug naar het boek.
Hasta luego.
▌8▐
Soy Don Toro
Opdracht / Tarea 1.2a:
La canción “Quisiera ser tan alta” - nov. week 2, les 1 ‘De droom’
1. Don: Tarea 1.2a
2. Don: Hola. Quisiera ser …. guitarrista. Mi sueño es …. tocar la guitarra.
Ana: Oké, Don Toro zou dus gitarist willen zijn. Hij droomt over gitaar spelen. Wat zou ik
willen zijn? Ik zou willen zijn... een danseres ... quisiera ser bailarina. Mijn droom is ...
kunnen dansen en dan optreden in een theater. Mi sueño es bailar en un teatro.
We gaan eerst luisteren naar een beroemd Spaans gitarist: Paco de Lucía. Luister maar
mee.
3. Ana: We gaan een lied leren ja joepie. Ik geloof dat ik dit lied al eens eerder heb gehoord.
Het gaat over een jongen die ook een droom had. Het is een oud Spaans lied. Die jongen
wilde soldaat worden. Dan kon hij de koning gaan helpen. Om dit lied te gaan leren, leren
we eerst nieuwe woorden. Luister goed, misschien ken je er al een paar.
Juf: - groot en klein - alta y baja
- de zon en de maan - el sol y la luna
- de kolonel en de soldaten - el coronel y los soldados. In het Nederlands is het kolonel, in
het Spaans coronel. De letters l en r zijn gewisseld. Dat gebeurt vaker.
- het rode gebied heet Cataluña het is zoiets als een provincie in Nederland, maar het is
wel veel groter, De hoofdstad van Cataluña is Barcelona.
- de koning en de koningin - el rey y la reina
Herhaal deze dia tot je de woorden kent. Doe dat ook met de volgende dia.
4. Ana: Nu de moeilijkste woorden uit het lied nog.
Juf: - de brug over het water - el puente sobre el agua
- We leren in het lied een ander woord voor ‘akkoord’: licencia absoluta
- de ring - el anillo.
- een schat van goud is: un tesoro de oro.
- Tenslotte de beeldjes van Maria in het zilver en Christus van goud is: una virgen de plata
y un cristo de oro.
5. Ana: We gaan nu eerst de woorden oefenen met de volgende zes plaatjes. Leg ze in de
volgorde zoals Don Toro ze opleest. Heb je ze voor je neergelegd? Luister goed.
Don: luna - rey - Cataluña - alta - coronel - soldados
Ana: Klik om te kijken of je ze in de goede volgorde hebt gelegd.
▌9▐
Soy Don Toro
6. Ana: En liggen ze bij jou goed? Probeer nu eens zelf de woorden op te noemen in deze
volgorde. De eerste is: ......
De tweede: ... enzovoort.
Luister ook nog een keer naar Don Toro en klik zo vaak heen en weer totdat je de nieuwe
woorden kent.
Don: luna - rey - Cataluña - alta - coronel - soldados
Nov. week 2, les 2 ‘De droom’
7. Ana: We gaan nog zes woorden erbij leren voor het lied. Zeg Don Toro maar na:
Don:
 licencia absoluta ………………………………..
 puente …………………..
 agua ……………….
 anillo ………………
 tesoro ……………..
 una virgen de plata …………………... y un cristo de oro ……………………
Ana: Herhaal deze dia ook zo vaak je wilt. Je kunt Don Toro ook vóór proberen te zeggen
en luisteren of je de woorden goed uitspreekt.
8. Ana: Deze plaatjes wil ik ook op de goede volgorde leggen. Zeg op, Don Toro, in welke
volgorde ga jij ze oplezen?
Don: Una virgen de plata y un cristo de oro - agua - puente - licencia absoluta - anillo –
tesoro
Ana: Klik en kijk of je ze goed hebt gelegd.
9. Ana: En hoe liggen ze bij jou? We gaan ze nog een keer hardop zeggen samen met Don
Toro.
Don: Una virgen de plata …. y un cristo de oro …. agua …. puente … licencia absoluta …
anillo … tesoro
10. Ana: Voordat we naar het boek teruggaan om het lied te leren zingen met opdracht 1.2b
gaan we eerst even een paar mooie kastelen zien aan de Costa Brava. Dat is de kust in
de buurt van Barcelona. Klik verder om ze te zien.
11. Juf: Castillo de Basalú
12. Juf: En Peratallada
13. Juf: Castillo de Tossa de Mar
▌10▐
Soy Don Toro
14. Juf: Castillo de Lloret de Mar
15. Juf: Castillo de Montjuic en Barcelona
16. Ana: En dan gaan we nu terug naar het boek.
Don: Hasta luego. Vamos a cantar.
Opdracht / Tarea 1.2b:
La canción: “Quisiera ser tan alta” - nov. week 3, les 1 ‘De droom’
17. Don: Tarea 1.2b
18. Ana: Dit is leuk. Heb jij ook het boek voor je liggen met ‘opdracht 1.2b?’ Ik klik op de
YouTube en ga eerst een paar keer luisteren naar het lied.
Daarbij probeer ik de woorden aan het einde van elke zin mee te zingen.
19. Ana: Heb je ook al je eigen schat getekend?
We gaan nu ook de bewegingen erbij maken tijdens het zingen van het lied. Je kunt
kiezen hoe je het lied wil oefenen. Of je zingt en beweegt met het lied mee met versie 1.
Je kunt ook kiezen voor versie 2 als je wilt zingen over je eigen schat die je hebt gevonden
of je leert met versie 3 hoe je met de piano kunt meespelen. Jij mag kiezen.
20. Don: Hasta luego
Ana: We gaan weer terug naar het boek naar hoofdstuk 1.2c. Teken en kleur nu je eigen
favoriete droom of wens die je koestert.
Opdracht / tarea 1.3a:
Cuento de hadas: “El sombrero mágico” - dec. week 1, les 1 ‘De droom’
1. Don: Tarea 1.3a
2. Don: El sombrero mágico. Mi sueño es tocar la guitarra. Quisiera ser guitarrista.
Jaime: Hola, soy Jaime. Y mi sueño es tocar el violín. Quisiera ser violinista.
3. Ana: Een aantal woorden ken ik al. Die ga ik als eerste met je oefenen. La guitarra is de
gitaar. El violín is de viool en el sueño is de droom. Don Toro wil graag gitaar leren spelen
en de jongen Jaime, in dit sprookje ‘El sombrero mágico’, wil graag viool leren spelen. El
sombrero mágico is de magische hoed of te wel de toverhoed.
▌11▐
Soy Don Toro
4. Juf: Het verhaal gaat over een vader en een zoon, un padre y un hijo. De jongen, Jaime,
werd geboren, había nacido, in een arm gezin, un hogar muy pobre. Op het plaatje zie je
een huis, una casa, dat is voor Jaime zijn thuis, su hogar. De ouders van Jaime waren
boer en boerin, los padres eran campesinos. Zij werkten dag en nacht, trabajaban día y
noche. Toch was er soms niet genoeg te eten, no había comida.
5. Juf: Maar Jaime had een droom, un sueño. Hij wilde viool leren spelen, tocar el violín, in
een orkest, una orquesta, en daarmee beroemd worden, ser famoso. Deze droom gaf hij
niet op, no se daba por vencido.
6. Ana: Poeh, we gaan nu wat oefenen met al die nieuwe woorden. Leg met mij de 8 plaatjes
van deze dia voor je op tafel. Leg ze in de volgorde waarop Don Toro ze op leest.
Don: el sueño - un padre y un hijo - la familia - la guitarra - había nacido - el violín el sombrero mágico - el hogar muy pobre.
Ana: Klik net als ik om te kijken of de plaatjes goed liggen.
7. Ana: En liggen ze bij jou allemaal goed? Welke liggen goed en welke niet? Hoe komt dat,
denk je? En je buurvrouw of buurman, welke liggen bij hem of haar goed? .... Zeg Don
nog een keer na:
Don: el sueño - un padre y un hijo - la familia - la guitarra - había nacido - el violín el sombrero mágico - el hogar muy pobre
8. Ana: Leg nu de volgende 7 plaatjes op de tafel voor je neer. Leg ze weer in de juiste
volgorde:
Don: no había comida - los campesinos - ser famoso - orquesta - trabajaban - día y
noche - no se daba por vencido
Ana: Klik net als ik om te kijken of je de plaatjes goed hebt gelegd.
9. Ana: En liggen ze allemaal goed? Welke liggen bij jou goed en welke niet? Hoe komt dat,
denk je? .... Zeg Don nog maar een keer na:
Don: no había comida - los campesinos - ser famoso - orquesta - trabajaban - día y
noche - no se daba por vencido
▌12▐
Soy Don Toro
Dec. week 1, les 2 ‘De droom’
10. Ana: Achter in je werkboek zit een lege themakaart. Maak er een aantal kopieën van.
Verdeel de plaatjes die je in dit hoofdstuk allemaal hebt geleerd in groepen en geef elke
groep een naam. Schrijf die naam bovenaan een themakaart en plak de plaatjes die erbij
horen eronder. Je mag je eigen thema’s kiezen. Ik heb mijn themakaarten als voorbeeld in
deze dia gezet. Welke kaarten maak jij?
11. Don: Hasta luego; vamos a escuchar el cuento de hadas
Ana: We gaan nu terug naar het boek naar hoofdstuk 1.3b om te gaan luisteren naar het
eerste deel van het sprookje.
Opdracht / Tarea 1.3b:
Cuento de hadas: “El sombrero mágico”, dec. week 2, les 1
1. Don: Tarea 1.3b.
2. Don: El sombrero mágico. Mi sueño es tocar la guitarra. Quisiera ser guitarrista.
Jaime: Y mi sueño es tocar el violín. Quisiera ser violinista.
3. Juf: Esta es la historia de un sombrero mágico… también es una historia de un padre
(papá) y un hijo. El hijo se llama Jaime.
4. Jaime: “Hola, soy Jaime”.
Juf: Jaime había nacido en un hogar muy pobre…[gehuil].
5. Juf: Sus padres eran campesinos y trabajaban mucho, día y noche sin descanso. Sin
embargo, a veces no había comida.
6. Juf: Desde pequeño, Jaime quería ser músico y tocar el violín [vioolgeluid)]. Soñaba con
tocar en grandes orquestas y ser famoso [applaus].
7. Juf: Este sueño parecía imposible de alcanzar, pero Jaime no se daba por vencido.
8. Don: Hasta luego; vamos a dibujar. (dec. week 2, les 2)
Ana: Vertel eens wat je hebt begrepen van het verhaaltje. Een ‘cuento de hadas’ is een
sprookje. Nederlandse sprookjes beginnen meestal met: ‘Er was eens...’
In het Spaans beginnen de sprookjes met: ‘Había una vez...’
Hoe begon dit sprookje? Hoe zou dit sprookje verder gaan?
Denkt jouw buurvrouw of buurman er ook zo over?
We gaan nu weer terug naar het boek naar hoofdstuk 1.3c. Daar gaan we tekenen en
kleuren over hoe het sprookje verder zou kunnen gaan.
▌13▐
Soy Don Toro
▌14▐
2
Soy Don Toro
Capítulo dos
(Hoofdstuk 2)
Don Toro está alegre
Opdracht / Tarea 2.1:
Todas las nuevas palabras españolas - jan. week 1, les 1
Don: Capítulo dos - Don Toro está alegre
1. Don:Tarea 2.1
2. Don: Todas las nuevas palabras españolas.
Anne: Alle nieuwe Spaanse woorden.
Don: Hola Ana, vamos a trabajar.
Anne: Sí, vamos. We gaan aan het werk!
3. Anne: Je kunt je eigen plaatjes gebruiken voor deze opdracht als je ze nog los hebt.
Anders kun je hier alle plaatjes nog een keer downloaden en uitprinten.
Dan gaan we ermee oefenen.
4. Anne: Een aantal plaatjes kan ik al zelf opzeggen in het Spaans. Welke kun jij al
opzeggen? Leg die even apart. Deze ken ik nu:
pera - plátano - melón - limón - arena - sol - soldados - coronel - agua - orquesta - violín guitarra - sueño - familia - sombrero mágico - uno - dos - tres - cuatro - cinco
Ken jij die ook allemaal? Welke ken je nog meer?
5. Anne: Ik ga nu proberen om steeds meer plaatjes uit de groep ‘ken ik nog niet’ te halen en
naar de groep ‘ken ik al’ te brengen.
Vorm groepjes binnen de groep plaatjes ‘ken ik nog niet’. Sorteer ze op jouw manier, hoe
jij denk dat je ze het beste kunt onthouden. Kijk bij de andere leerlingen en probeer steeds
meer plaatjes te herkennen en te benoemen in het Spaans. Vamos a trabajar.
6. Anne: Als je alleen moet werken of als je mijn plaatjes ‘ken ik nog niet’ nog een keer wil
horen, zal Don Toro ze nog een keer voor je opnoemen. De plaatjes die je erna zelf nog
een keer kunt opnoemen mag je bij de plaatjes ‘ken ik al’ leggen.
Don: arena - luna - puente - sandía - rey - Cataluña - tesoro - anillo
7. Anne: En nu de volgende 8 plaatjes. Welke ken je al? Leg die vast naar de groep ‘ken ik
al’.
▌15▐
Soy Don Toro
Don: alta - el hogar muy pobre - un padre y un hijo - había nacido - los campesinos trabajaban - día y noche - no había comida
Anne: Kun je een aantal plaatjes uit de groep ‘ken ik nog niet’ nu al opzeggen? Leg die
dan ook naar de groep ‘ken ik al’. Blijven oefenen hè. En dan gaan we nu naar de laatste
vier plaatjes.
8. Anne: Deze vier zijn voor mij het moeilijkste te onthouden. Voor jou ook? Ook deze
oefenen we nog een keer met Don Toro en kijk zelf maar of je eigen groep plaatjes ‘ken ik
al’ al wat groter is geworden.
Don: ser famoso - no se daba por vencido - licencia absoluta - una virgen de plata y un
cristo de oro
Anne: poeh poeh, kun jij deze plaatjes nu onthouden? Oefen anders nog maar even en ga
dan weer terug naar het boek 2.2a.
9. Don: Hasta luego, adiós.
Opdracht / Tarea 2.2a:
¿Qué te hace alegre? - jan. week 2, les 1
1. Don: Tarea 2.2a
2. Don: Esta canción me alegre mucho.
Anne: Van dit lied wordt Don Toro heel blij.
Don: Hola Anne, vamos a cantar.
Anne: Sí, vamos.
3. Anne: Op deze dia en de volgende gaan we twee keer luisteren naar het nieuwe lied.
Eerst via YouTube met een filmpje. Daarna nog een keer waarbij je het lied kunt volgen
samen met de nieuwe plaatjes. Die plaatjes heb je uitgeknipt voor je op tafel liggen. Oké?
¿Vale?
4. Anne: Volg het lied aan de hand van de plaatjes op het scherm. Probeer woorden die je
hoort te onthouden en bedenk of je ze al begrijpt.
Jan. week 3, les 1
5. Anne: Dit lied wil ik wel helemaal leren uit mijn hoofd. Fijn ik zie nu ook de woorden die bij
de plaatjes horen. Luister goed naar het Spaans. Het klinkt net even anders dan het
Nederlands.
Juf: “Pollitos” zijn kuikentjes, “tienen hambre”: ze hebben honger, “tienen frío”: ze hebben
het koud, “la gallina” is de kip, “el maíz y el trigo”: de mais en het graan, “les da la
comida”: ze geeft hen eten en tenslotte “les presta abrigo”: ze geeft hen warmte.
▌16▐
Soy Don Toro
6. Anne: Weet je nu al een paar woorden die bij de plaatjes horen? Leg de acht plaatjes voor
je op tafel zoals op deze dia. Dan leggen we ze nu in de volgorde waarop Don Toro ze
opleest.
Don: les presta abrigo - el trigo - los pollitos - tienen frío - les da la comida - la gallina - el
maíz - tienen hambre
Anne: Klik en kijk hoe je de plaatjes hebt gelegd. Liggen ze goed?
7. Anne: Dit gaan we nog een keer oefenen. Nu leggen we ze in een andere volgorde.
Luister goed naar Don Toro.
Don: tienen hambre - la gallina - el maíz - los pollitos - el trigo - tienen frío - les presta
abrigo - les da la comida
Anne: Klik opnieuw door om te kijken of jouw plaatjes goed liggen.
8. Anne: Goed gedaan?
We hebben nu nog zes nieuwe plaatjes. Eerst zeggen we de woorden bij de plaatjes
hardop na.
Juf: Onder haar twee vleugels is “bajo sus dos alas”. Zeg maar na: ...... Samen knus
bijelkaar is “acurrucaditos” .... Slapen de kuikentjes is: “duermen los pollitos” ... tot de
volgende dag “hasta el otro día”... En als ze opstaan:“se levantan”..., roepen ze om hun
moeder. Ze hebben weer honger en willen graag een wormpje: “una lombricita”....
9. Anne: Lees jij deze zes plaatjes weer op Don Toro in een willekeurige volgorde?
Don: “Vale”: se levantan - hasta el otro día - lombricita - duermen los pollitos - bajo sus
dos alas - acurrucaditos
Anne: Klik en kijk hoe het met jouw volgorde staat.
10. Anne: Kom, dat doen we nog een keer en dan in een andere volgorde.
Don: lombricita - acurrucaditos - duermen los pollitos - se levantan - bajo sus dos alas hasta el otro día
Anne: Even doorklikken om te controleren.
11. Anne: En gaat het goed bij jou? Nu we al meer woorden kennen ben ik benieuwd of ik het
lied al beter kan meezingen. Doe je ook mee? Leer er ook bewegingen bij te maken. Kies
zelf als groep je bewegingen die je erbij gaat maken. “Vamos.”
▌17▐
Soy Don Toro
12. Anne: Leuk hè. Als je het lied nog een keer wilt zingen klik je op de pijl terug. Als je het lied
kent, ga je weer naar het boek, naar hoofdstuk 2.2b.
Don: Hasta luego, adiós.
Opdracht /tarea 2.3a:
Cuento de hadas: “El sombrero mágico” - febr. week 2, les 1
1. Don: Tarea 2.3a
2. Anne: Weten jullie al waar Don Toro en Jaime blij van worden?
Don: Lo que me hace alegre es cantar.
Anne: Oké, Don wordt dus blij van zingen. En Jaime?
Jaime: Lo que a mí me hace alegre es aprender a tocar el violín.
Anne: En Jaime wordt blij van viool leren spelen.
3. Juf: Het verhaal vertelt verder over wat Jaime doet en wie Don Mario is. Alle dagen todos
los días, liep Jaime, caminaba Jaime, 2 uur, dos horas, naar het dorp el pueblo waar Don
Mario woonde vivía Don Mario. Don Mario is een verzamelaar van antieke spullen
antigüedades.
4. Juf: Don Mario leende aan Jaime zijn oude viool uit Don Mario le prestaba su viejo violín a
Jaime zodat Jaime erop kan leren spelen aprender a tocarlo.
5. Juf: Elke dag had Jaime er heel veel zin in om te oefenen op zijn viool practicar el violín.
En of het nu regende había lluvia, heel koud was había frío of heel warm había calor
Jaime wilde oefenen. Elke middag precies op tijd liep Jaime binnen in de zaak el negocio
de Don Mario en was heel blij feliz als hij les kreeg van hem.
6. Anne: Leg nu met mij de 6 plaatjes van deze dia voor je op tafel. Leg ze in de volgorde
waarop Don Toro ze op leest.
Don: Don Mario le prestaba su viejo violín a Jaime - todos los días - el pueblo - Don Mario
era un anciano - antigüedades - caminaba dos horas.
Anne: Klik net als ik om te kijken of de plaatjes goed liggen.
7. Anne: En liggen ze bij jou allemaal goed? Kijk rustig nog even welke goed liggen en welke
niet. Vergelijk ook met je buurvrouw of buurman. Welke liggen bij hem of haar goed?
(....pauze) Zeg Don Toro nog een keer na:
Don: Don Mario le prestaba su viejo violín a Jaime - todos los días - el pueblo - Don Mario
era un anciano - antigüedades - caminaba dos horas.
▌18▐
Soy Don Toro
8. Anne: Leg nu de volgende 7 plaatjes op de tafel voor je neer. Leg ze weer in de juiste
volgorde:
Don: el negocio de Don Mario - frío - feliz - nuevo y viejo violín - calor - practicar el violín lluvia
Anne: Klik net als ik om te kijken of je de plaatjes goed hebt gelegd.
9. Anne: En liggen ze allemaal goed? Welke liggen bij jou goed en welke niet? Hoe komt dat,
denk je? (….pauze) Zeg Don Toro opnieuw na:
Don: el negocio de Don Mario - frío - feliz - nuevo y viejo violín - calor - practicar el violín lluvia
Anne: Oefen de laatste vier dia’s totdat je ze goed kent. Als je ze goed kent gaan we
luisteren met opdracht 2.3b hoe het sprookje El sombrero mágico verder gaat. Wil je nog
zien hoe ik mijn plaatjes allemaal verdeel over mijn themakaarten? Klik dan nog even
verder.
10. Anne: Verdeel de nieuwe plaatjes ook zelf op je eigen manier op jouw themakaarten. Om
te oefenen met alle woorden tot nu toe kun je ook het bingospel spelen van hoofdstuk 1 en
2 samen. Vraag het aan je begeleider. Het staat in de handleiding. Succes!
11. Don: Hasta luego; vamos a escuchar el cuento de hadas
Anne: We gaan nu terug naar het boek naar hoofdstuk 2.3b. We gaan luisteren naar het
tweede deel van het sprookje.
Opdracht/tarea 2.3b:
Cuento de hadas: “El sombrero mágico” - febr. week 3, les 1
1. Don: Tarea 2.3b
2. Don: Lo que me hace alegre es cantar y tocar la guitarra.
Jaime: Lo que a mí me hace alegre es aprender a tocar el violín.
Anne: En weet je waar ik blij van wordt als ik Los Parchis zie of hoor zingen. Kijk maar
eens als je doorklikt. Wat vindt jij van het lied?
3. Anne: Het verhaal vertelt verder over wat Jaime doet en wie Don Mario is. Luister goed
naar de vertelster.
Juf: Todos los días Jaime caminaba dos horas hasta el pueblo.
En el pueblo vivía Don Mario.
▌19▐
Soy Don Toro
4. Juf: Don Mario era un anciano, un anciano coleccionista de antigüedades. Don Mario le
prestaba su viejo violín a Jaime para que Jaime aprendiese a tocarlo.(vioolgeluid)
5. Juf: Cada día Jaime tenía muchas gAnnes de practicar el violín.
Aunque había lluvia, frío o calor, Jaime quiso practicar.
6. Juf: Todas las tardes –puntualmente– Jaime se presentaba en el negocio de Don Mario a
recibir feliz sus clases.
7. Anne: Weet jij hoe vioolmuziek klinkt. Als je even doorklikt kun je luisteren naar 2
muzikanten die wel lijken te praten met hun viool. Ze komen uit Hongarije en Finland.
8. Don: Hasta luego. Vamos a trabajar en el capítulo tres.
Anne: We gaan nu terug naar het boek naar hoofdstuk 3.
▌20▐
Soy Don Toro
Capítulo tres
(Hoofdstuk 3)
Don Toro descubre algo
Opdracht / tarea 3.1a:
Voorbereiding op dominospel - mrt. week 2, les 1
Don: Capítulo tres - Don Toro descubre algo (3.1)
1. Don: Tarea 3.1a
2. Don: El juego de dominó.
Ana: Sí Don Toro. Lijkt me heel leuk om een dominospel te gaan doen.
Maar wij gaan eerst iets leren over de uitspraak van Spaanse woorden. Dan kunnen we
de Spaanse woorden op de dominokaartjes lezen.
Don: Vale Ana, vamos a trabajar.
Ana: Sí, vamos.
3. Ana: Ken je de drie vreemde Spaanse klanken nog uit hoofdstuk 1? Ik zie ook hoe je ze
schrijft. Laten we ze nog beter bekijken.
4. Ana: Als ik in een woord de ‘u-e’ lees spreek ik het dus uit als de ‘ue-klank’: frambuesa en
puente. De ‘g’ van agua spreek ik dus uit als de ‘g’ zoals in het Engelse woord ‘good’. En
de eerste ‘c’ van het woord cinco spreken we uit als de ‘c’ zoals in het Engelse woord
‘thank you’. Maar de tweede ‘c’ spreken we uit als een ‘k’. Zouden er nog meer letters zijn
die op verschillende manieren uitgesproken kunnen worden? We gaan op onderzoek uit.
Wat denk jij?
5. Ana: Weet je nog hoe je ze uitspreekt? Let goed op hoe Don Toro ze opleest. Zeg hem
maar na en let op de uitspraak van de letters.
Don: lombricita - acurrucaditos - duermen los pollitos - se levantan - bajo sus dos alas hasta el otro día
Ana: Wel en is je iets opgevallen? Vertel het aan elkaar. Als je nog een keer wil luisteren,
klik dan op de pijl terug.
6. Ana: En? Waren aan alle roodgemaakte letters jou ook al iets opgevallen bij de uitspraak?
Luister nog een keer goed hoe je de bijzondere Spaanse letters uitspreekt:
Juf: de Spaanse ‘ce’ spreek je uit als ‘th’ of als een ‘ka’
▌21▐
Soy Don Toro
De Spaanse ‘u-e’ spreek je uit als ‘ue’
De dubbele ‘el’ spreek je uit als ‘j’
De Spaanse ‘v’ spreek je uit als een ‘b’
De Spaanse ‘j’ spreek je uit als een ‘g’ zoals in het woord ‘geld’
De Spaanse ‘u’ spreek je uit als een ‘oe’
De Spaanse ‘h’ wordt niet uitgesproken
Tenslotte moet je goed opletten als er een accent op een letter staat. De letter met het
accent spreek je duidelijk uit, dus ‘í-a’ in het Spaanse woord ‘día’ spreek je ook helemaal
uit als ‘i-a’
7. Ana: Nog een paar woorden waar we goed op de uitspraak gaan letten. Zeg Don Toro
opnieuw na.
Don: día y noche - rey - feliz - gallina - Cataluña - el sombrero mágico
Ana: En? Wat is je nu opgevallen? Vertel het aan elkaar. Als je wilt luister je nog een keer,
klik dan op de pijl terug.
8. Ana: En? Is je ook aan alle roodgemaakte letters iets opgevallen bij de uitspraak? Het is af
en toe wel opletten geblazen. De Griekse y wordt uitgesproken als ie als het ‘en’ betekent
en anders als j. Luister goed naar wat er nu gezegd wordt over de uitspraak van de
Spaanse letters.
Juf: De Spaanse ‘y’ spreek je uit als ‘ie’ wanneer het ‘en’ betekent en anders als ‘j’
De Spaanse ‘c-h’ spreek je uit als ‘tsj’
De Spaanse ‘zet’ spreek je uit als een ‘th’, zoals in het Engelse ‘thank you’
De Spaanse ‘g’ spreek je soms uit als een ‘g’ zoals in het engelse ‘good’ en soms als een
‘ch’ zoals de ‘g’ in het woord ‘geld’
De Spaanse ‘n’ met een slingertje erop, spreek je uit als ‘enje’
9. Ana: Lees nu de volgende dominostenen hardop voor om alvast te ontdekken of je alle
leesregels kent. Klik daarna verder om te luisteren hoe Don Toro ze uitspreekt.
10. Don: lombrecita - puente - la familia - arena - caminaba dos horas - frambuesa - hasta el
otro día - tienen frío - sol - todos los días - rey - alta y baja
Ana: En hoe goed heb jij het gedaan? En aan welke letter moet jij extra aandacht geven
als je domino gaat spelen?
11. Don: Hasta luego, adiós.
Ana: Als je wilt, kun je een onderzoekje starten over de uitspraak van bijvoorbeeld de
letter g. De vraag in je onderzoekje kan dan zijn: Wanneer spreek je die letter uit als een g
zoals in ‘geld’ en wanneer als een g (good). Vraag aan je begeleider om uitleg over de
manier waarop je zo’n onderzoekje kunt doen en met welke vraag jij dat mag gaan doen.
Je mag zelf kiezen of je zo’n onderzoekje wil starten. Je kunt ook terug gaan naar het
boek en het dominospel 3.1b gaat spelen.
▌22▐
Soy Don Toro
Opdracht / tarea 3.2a:
“El Cocherito” - april week 1, les 2
1. Don: Tarea 3.2a.
2. Don: Me encanta el ritmo de esta canción.
Ana: Don Toro begint te trommelen op dit lied en ik te dansen. En jij?
Don: Hola Ana, vamos a hacer música.
Ana: Sí, vamos.
3. Ana: Klik verder en luister naar het lied van de koetsier en de mooi geklede dame.
4. Ana: Maak een groepje van minimaal 2 leerlingen en bedenk zelf welke gebaren je bij het
lied wil maken. Je mag er ook muziek bij maken met een muziekinstrument. Elk groepje
oefent een deel van het lied en samen vormen jullie het hele lied. Het lied kun je op
verschillende manieren opdelen. Maak eerst de groepjes en verdeel dan het lied in net
zoveel stukken als er groepjes zijn; in 2, 3, 4, 5 of 6 stukken.
5. Juf: Het eerste deel gaat over de koetsier, el cocherito. Die gisteravond, anoche, aan de
mooie dame vroeg of ze in de koets wilde stappen, quería montar en coche, om een
eindje te gaan rijden. Klik verder en je leest de tekst die erbij hoort.
6. Juf: Het tweede deel gaat over het antwoord dat de dame gaf aan de koetsier. Het is een
duidelijk antwoord, con gran salero, met pit, want ze houdt niet van koetsen, no quiero
coche, want die maken haar misselijk, que me mareo.
7. Juf: Het derde deel zingt de derde groep of zingen alle leerlingen samen. De naam María,
el nombre de María, wordt gespeld. Die bestaat uit vijf letters, que cinco letras tiene: de
em - de a - de er - de ie en de a, MARIA.
8. Ana: Als elk groepje genoeg geoefend heeft, gaan we het hele lied presenteren. Let erop
dat elk couplet nog een keer herhaald wordt. Bedenk hoe je dat met alle groepjes samen
wil presenteren.
9. Don: Haste luego, adiós.
Ana: En heb je ook zo genoten van het lied? Ga nu terug naar het werkboek, naar
paragraaf 3.2b.
▌23▐
Soy Don Toro
Opdracht / tarea 3.2b:
“En dan is de beurt nu aan jou” - april week 3, les 1
1. Don: Tarea 3.2b
2. Don: “Mi nombre es Don Toro, que siete letras tiene.”
Ana: “Y mi nombre es Ana, que tres letras tiene.”
Don: Hola Ana, vamos a hacer un rap de mi nombre.
Ana: Vale, vamos
3. Ana: Ken je de getallen nog in het Spaans? Zeg ze hardop en klik om te luisteren of je het
goed hebt gedaan.
4. Don: uno - dos - tres - cuatro - cinco
Ana: Had jij ze goed? Nee? Klik dan op de pijl terug. Ja? Klik dan verder voor de volgende
vijf cijfers.
5. Ana: Don Toro leest ze de eerste keer langzaam hardop voor.
Don: seis - siete - ocho - nueve - diez
Ana: Zeg Don Toro maar na.
Don: seis - .... - siete - .... - ocho - ..... - nueve - …. - diez - …..
Ana: Ken je ze nu? Zeg ze hard op en klik verder om te horen of je het goed deed.
6. Don: seis - siete - ocho - nueve - diez
Ana: Als je de cijfers goed kent klik je vier keer anders klik je een keer en oefen je nog een
keer de cijfers allemaal.
7. Don: uno - dos - tres - cuatro - cinco - seis - siete - ocho - nueve - diez
Ana: Klik verder en zeg Don eerst voor en daarna nog een keer na.
8. Ana: Een tot en met vijf is: .....
Don: uno - dos - tres - cuatro - cinco
Ana: En jij nazeggen….
9. Ana: En nu jij weer zes tot en met tien: ......
Don: seis - siete - ocho - nueve - diez
Ana: En jij weer nazeggen
10. Ana: Om mijn naam te kunnen spellen, ga ik het Spaanse alfabet leren. La a, la ene y otra
a hace ANA. En jij, Don Toro?
Don: La de, la o, la ene, la te, la o, la ere y otra o hace DON TORO
Ana: Nu jullie. Ga oefenen met de letters van je eigen naam. En luister ook naar de
andere leerlingen. Klik een keer door.
▌24▐
Soy Don Toro
11. Ana: Als je je naam kunt spellen, kun je ook de rap maken met je eigen naam uit het lied
“El Cocherito”. Ik luister eerst nog een keer naar het lied, dan schrijf ik in het werkboek
mijn eigen rap waarna ik hem ga zingen voor jou.
12. Ana: Dit heb ik ervan gemaakt: (lied met klappen)
“Mi nombre es Ana
que tres letras tiene
la a, la ene y otra a
hace: ANA”
En jij Don Toro? Hoe is jouw rap?
13. Don: [op trom/cajón]:
“Mi nombre es Don Toro
que siete letras tiene
la de, la o, la ene
la te, la o, ere, o: DON TORO”
14. Don: Has-ta lu-e-go [op trom/cajón rappend]
Ana: Nu mag je terug naar je werkboek gaan en jouw lied rappen voor de andere
leerlingen.
Opdracht / tarea 3.3a:
Cuento de hadas: “El sombrero mágico” - mei week 1, les 1
1. Don: Tarea 3.3a
2. Ana: Begrijpen jullie wat Don Toro ontdekt heeft?
Don: “Me gusta lo que hago y me siento feliz.”
Jaime: “Me siento feliz también.”
Ana: Zowel Don Toro als Jaime houden van dat wat ze doen en voelen zich ‘happy’. Don
van trommelen en Jaime van viool spelen. En jij? Houd jij ook van dat wat je doet; wat je
getekend heb in je werkboek bij hoofdstuk 3.2?
3. Ana: We gaan nu ons voorbereiden op het vervolg van het sprookje.
Juf: Ik ga jullie eerst de nieuwe woorden leren uit het verhaal.
Jaime leerde bij Don Mario heel goed viool spelen, aprendió a tocar muy bien el violín.
Don Mario is een oude man, un anciano, en Jaime een jonge man, un joven.
Don Mario was erg gesteld geraakt op de jongen, se había encariñado con el joven.
4. Juf: Don Mario zegt over de viool dat die nu meer van Jaime is dan van hem. Alleen in
jouw handen, en tus manos, komt de viool weer tot leven, cobra vida. Ik geef hem jou
cadeau, te lo regalo. Don Mario geeft de viool dus aan Jaime als kado, Don Mario le
regala a Jaime el violín.
▌25▐
Soy Don Toro
5. Juf: Jaime was helemaal geëmotioneerd van het kado, era tanta la emoción que Jaime
sentía. Hij was zo geëmotioneerd, dat de viool in zijn handen trilde, temblaba en sus
manos. En Jaime kon geen woord uitbrengen, Jaime no pudo decir nada. De oude man
Don Mario zei verder, el anciano continuó, dat hij alle moeite en inspanningen had gezien
van Jaime, su esfuerzo y gran sacrificio, dat het kado een eenvoudige helpende hand
was, humilde ayuda, van Don Mario. Zo hoopt hij dat Jaime zijn droom kan laten slagen,
para que puedes lograr tu sueño.
6. Ana: Leg met mij de 6 plaatjes van deze dia nu voor je op tafel. Leg ze in de volgorde
waarop Don Toro ze op leest.
Don: las manos - aprendió a tocar muy bien el violín - se había encariñado - regalo anciano y joven - cobra vida
Ana: Klik maar om te kijken of je ze goed hebt gelegd.
7. Ana: Kijk welke goed liggen en welke niet. Probeer ze allemaal nog een keer hardop voor
je zelf op te lezen. Zeg daarna Don Toro nog een keertje na.
Don: las manos -…- aprendió a tocar muy bien el violín -…- se había encariñado -…regalo -…- anciano y joven -…- cobra vida - …
Ana: Klik verder.
8. Ana: Leg nu de andere zes plaatjes voor je neer op tafel. En leg ze op de juiste volgorde in
de rij waarop Don Toro ze opleest.
Don: lograr el sueño - el violín temblaba en sus manos - no pudo decir nada - la ayuda era tanta la emoción - el esfuerzo
Ana: Klik om te kijken of je de plaatjes goed hebt gelegd.
9. Ana: Kijk welke goed liggen en welke niet. Probeer ze allemaal nog een keer hardop voor
je zelf op te lezen. Zeg daarna Don Toro nog een keertje na.
Don: lograr el sueño - el violín temblaba en sus manos - no pudo decir nada - la ayuda era tanta la emoción - el esfuerzo
Ana: Ken je alle plaatjes? Oefen eerst alle plaatjes goed. Klik daarna weer verder.
10. Ana: Als je de plaatjes goed kent, ga je ze eerst verdelen over je eigen themakaarten. Dit
zijn mijn themakaarten maar jij bepaalt zelf je eigen titels of thema’s waar je de plaatjes bij
▌26▐
Soy Don Toro
vindt horen. Om te oefenen met alle woorden tot nu toe kun je het bingospel spelen van
hoofdstuk 1, 2 en 3 samen. Je kunt het vinden op de website van Juan y Rosa. Succes!
11. Ana: Als je alle plaatjes goed kent, gaan we luisteren met opdracht 3.3b hoe het sprookje
El sombrero mágico verder gaat.
Don: Hasta luego. Vamos a escuchar el cuento de hadas.
Opdracht / tarea 3.3b:
Cuento de hadas: “El sombrero mágico” - mei week 3, les 1
1. Don: Tarea 3.3b
2. Ana: Me siento muy feliz. Ik voel me heel vrolijk en blij met mijn dansschoentjes. Don Toro
heeft ontdekt dat als je de dingen doet waar je blij van wordt, je er ook de mensen om je
heen vrolijk mee maakt.
Don: Jaime se siente feliz también. Aprendió a tocar muy bien el violín.
Ana: Jaime voelt zich ook heel blij en gelukkig. Hij leert heel goed viool spelen van Don
Mario. Laten we gauw gaan luisteren naar het vervolg van het verhaal over Jaime.
3. Juf: Dus.., Don Mario da clases a Jaime para que aprenda a tocar muy bien el violín.
Jaime practica cada día.
4. Juf: Don Mario, quien se había encariñado mucho con el joven, un día le dijo a Jaime algo
especial.
5. Juf: Don Mario dijo a Jaime:
–Este violín es más tuyo que mío ahora. Sólo en tus manos el violín cobra vida, te lo
regalo.
6. Juf: Era tanta la emoción que Jaime sentía, que el violín temblaba en sus manos y Jaime
no pudo decir nada.
7. Juf: El anciano continuó:
–He visto tu esfuerzo desde pequeño y tu gran sacrificio por lograr tu sueño. Esta es mi
humilde ayuda para que puedas lograr tu sueño.
8. Don: Hasta luego. Vamos al capítulo cuatro.
Ana: Sí, vamos.
▌27▐
Soy Don Toro
▌28▐
Soy Don Toro
(Hoofdstuk 4)
Opdracht / tarea 4.1b:
Concocer más a Don Toro - sept. week 4, les 1
Don: Capítulo cuatro - Don Toro está contento
1. Don: Tarea 4.1b
2. Juf: Conocer más a Don Toro.
Don: Hola Ana. ¿Aún me conoces?
Ana: Sí, claro, te conozco aún.
Don Toro vraagt of ik hem nog ken? Ja zeker ken ik hem nog. Klik verder met me mee om
nog meer te weten te komen over Don Toro.
3. Ana: Su sueño es tocar la guitarra, quisiera ser guitarrista. Zijn droom is gitaar te spelen,
hij zou graag gitarist willen worden.
4. Ana: Le gusta hacer música y puede hacer el ritmo en un tambor. Hij houdt van muziek
maken en hij kan het ritme slaan op een trommel.
Don: Sí muy bien, Ana.
Ana: Vertel eens meer Don Toro, over waar je woont en wat je elke dag doet?
5. Don: Vale. Vivo en España.
6. Don: Vivo en Madrid.
7. Don: Vivo en un prado verde.
8. Don: Me gusta el prado si hace sol.
9. Don: Me gusta el prado si hace lluvia.
10. Don: El pájaro canta.
11. Don: Me gusta comer las flores y la hierba verde.
▌29▐
Soy Don Toro
12. Don: Si hay un tronco, hago también música como el pájaro. Estoy muy contento.
13. Ana: Wel, Don Toro is zeer tevreden met zijn leven in een wei in Madrid. Hij houdt van de
zon en van de regen. Dan zingen de vogels. Hij eet van de bloemen en van het groene
gras en als hij een boomstam vindt, trommelt hij er een deuntje op met zijn poot. En jij?
Teken net als ik in het werkboek de omgeving waar jij woont. Hoe ziet het eruit? Welke
kleuren zie je om je heen? Wat doe je daar als je er bent? Teken dat er ook bij.
14. Ana: En dit is mijn tekening van mijn omgeving. Ik woon dicht bij een park en daar ben ik
bijna elke dag te vinden. Het is er heel fijn. Soms speel ik samen met andere kinderen en
soms alleen. Er is water en een brug. Én, ik kan er dansen op het gras, la hierba. Een
aantal Spaanse woorden die ik al ken heb ik er bij geschreven. Doe jij dat ook in jouw
tekening?
¡Hasta luego!
Opdracht / tarea 4.2a:
“Que llueva, que llueva” - okt. week 1, les 1
1. Don: Tarea 4.2a
2. Don: (zingt) “Que llueva, que llueva”.
Ana: Don Toro heeft al zin om het lied te zingen. Maar we gaan eerst de woorden leren.
Don: Hola Ana. Vamos a aprender las palabras.
Ana: Sí, vamos.
3. Ana: Dit zijn alle plaatjes. Liggen ze bij jou ook voor je op tafel? Laten we gaan kijken of
we al een paar woorden herkennen. Wat denk jij?
4. Ana: Leg deze vier plaatjes ook voor je neer en vertel hardop de Spaanse woorden die
erbij horen. Klik daarna verder om te kijken of je ze goed had.
5. Ana: En kende je ze nog?
Juf: una virgen de plata y un cristo de oro – lluvia – los pollitos – se levantan
Ana: Nu gaan we een paar nieuwe plaatjes erbij leggen.
6. Ana: “Don Toro, vertel jij hoe die nieuwe plaatjes in het Spaans zijn?”
Don: Vale Ana.
la Virgen de la Cueva - llueve - los pajaritos - las nubes se levantan
Ana: Laten we samen kijken of we de volgende plaatjes al kunnen verstaan.
▌30▐
Soy Don Toro
7. Ana: Leg ze eerst voor je neer luister naar Don Toro en leg ze in de opgelezen volgorde.
Don: las nubes - los pajaritos - llueve - un chaparrón - la Virgen de la Cueva - las nubes
se levantan
Ana: Klik of je de woorden hebt verstaan en de plaatjes in de juiste volgorde hebt gelegd.
8. Juf: Las nubes zijn dus de wolken; los pajaritos de vogeltjes. Llueve betekent ‘het regent’
net als que llueva. Un chaparrón is een stortbui. La Virgen de la Cueva is een van de
namen die ze in Spanje geven aan de heilige Maria. Tenslotte kennen we de betekenis
van se levantan voor het opstaan van de kip en het kuiken. Als de wolken optrekken
spreekt men in het Spaans ook van se levantan.
9. Ana: Leg nu de andere 6 plaatjes op de volgorde waarop Don Toro ze opleest.
Don: el prado o la pradera - la flor - la estación – los cristales – la hierba – primavera
Ana: Wel wat lastiger vond ik deze 6 plaatjes. Ik hoop dat ik de woorden goed heb
begrepen. Klik je ook verder?
10. Juf: La hierba is dus het gras en el prado de wei. La flor is de bloem; los cristales zijn de
ruiten; la estación die had ik goed. Het lijkt ook op ons Nederlandse woord ‘het station’. La
primavera is de lente. Hm, mooi woord…la primavera.
Als je de woorden nog even wilt oefenen klik dan drie keer terug en luister nog een keer
goed naar Don Toro.
11. Ana: We gaan weer terug naar het werkboek naar hoofdstuk 4.2b
Don: ¡Hasta luego!
Opdracht / tarea 4.2b:
“Que llueva, que llueva” - okt. week 2, les 1
1. Don: Tarea 4.2b
2. Don: (zingt) “Que llueva, que llueva”. Me gusta hacer música.
Ana: “Vamos a cantar y bailar”. Don Toro heeft weer zin om muziek te maken en ik heb
zin om te zingen en te dansen op het nieuwe lied.
3. Ana: Klik hier op de YouTube van het lied. Als je het een paar keer hebt gehoord, snap je
waarschijnlijk al een beetje waar het over gaat.
Vertel daarover aan elkaar. Oefen zoveel mogelijk op deze dia het lied totdat je het zelf
kent. Ga dan weer terug naar het werkboek.
Als je doorklikt lees en hoor je over de vertaling van het lied.
▌31▐
Soy Don Toro
4. Juf: De eerste regel van het lied lijkt wel een beetje op het ons bekende lied “het regent,
het regent, de pannetjes worden nat”….. In het Spaans is het lied wel een beetje anders.
Het woord “que” legt extra nadruk op de andere woorden in de zin. Je zou het in het
Nederlands ook kunnen vertalen met “wat een regen!” In de tweede regel van het lied
wordt de Heilige Maria aangeroepen.
5. Juf: Letterlijke vertaalt staat er “de vogeltjes zingen’ en ‘de wolken verdwijnen.
6. Juf: Hier wordt wel drie keer het woordje “que” gebruikt. Uitgedrukt wordt de onzekerheid
of de wolken wel of niet verdwijnen en of er nog een plensbui gaat vallen.
7. Juf: Het kan ook de hele dag blijven regenen soms en dan zie je de hele dag geen vogel
meer buiten. Is je dat wel eens opgevallen?
8. Juf: Maar erna bloeien de bloemen in de wei, lekker in de lentezon.
9. Juf: Nog een keer de regels of de wolken wel of niet verdwijnen en of er nog een plensbui
valt.
10. Juf: Zo’n plensbui die de ruiten breekt van het treinstation, zo hard klettert het dan. Kun je
je dat voorstellen? [geluid van stortbui]
11. Ana: En dan gaan we nu terug naar het werkboek naar hoofdstuk 4.2b. Daar mag je zelf
een presentatie bedenken van dit lied. Succes!
Don: ¡Hasta luego!
Opdracht / tarea 4.3:
“El sombrero mágico” - okt. week 4, les 2
(herhaling van hoofdstuk 1 tot en met 3)
1. Don: Tarea 4.3 “El sombrero mágico”, capítulo uno hasta tres.
2. Ana: Leg voor je op tafel alle plaatjes van het sprookje “El Sombrero Mágico”. Dan kun je
doorklikken om het verhaal van hoofdstuk 1 tot en met 3 nog een keer te horen. Leg de
plaatjes in de volgorde waarop je het sprookje hoort.
3. Ana: Weten jullie nog dat Don Toro droomt over gitaar spelen? En Jaime? Waar droomt hij
over? Jaime is de jongen uit het sprookje. Heb je de plaatjes voor je liggen uit hoofdstuk
1.3a? Klik gauw verder en luister opnieuw naar het verhaal.
4. Juf: Esta es la historia de un sombrero mágico… también es una historia de un padre
(papá) y un hijo. El hijo se llama Jaime.
▌32▐
Soy Don Toro
5. Jaime: “Hola, soy Jaime”.
Juf: Jaime había nacido en un hogar muy pobre…[gehuil].
6. Juf: Sus padres eran campesinos y trabajaban mucho, día y noche sin descanso. Sin
embargo, a veces no había comida.
7. Juf: Desde pequeño, Jaime quería ser músico y tocar el violín [vioolgeluid)]. Soñaba con
tocar en grandes orquestas y ser famoso [applaus].
8. Juf: Este sueño parecía imposible de alcanzar, pero Jaime no se daba por vencido.
9. Ana: Leg nu de plaatjes van hoofdstuk 2.3a voor je op tafel.
Juf: Todos los días Jaime caminaba dos horas hasta el pueblo.
En el pueblo vivía Don Mario.
10. Juf: Don Mario era un anciano, un anciano coleccionista de antigüedades. Don Mario le
prestaba su viejo violín a Jaime para que Jaime aprendiese a tocarlo.(vioolgeluid)
11. Juf: Cada día Jaime tenía muchas ganas de practicar el violín.
Aunque había lluvia, frío o calor, Jaime quiso practicar.
12. Juf: Todas las tardes –puntualmente– Jaime se presentaba en el negocio de Don Mario a
recibir feliz las clases de él.
13. Ana: En leg tenslotte de plaatjes van hoofdstuk 3.3a voor je op tafel.
Juf: Entonces, Don Mario da clases a Jaime para que aprenda a tocar muy bien el violín.
Jaime practica cada día.
14. Juf: Don Mario, quien se había encariñado mucho con el joven, un día le dijo a Jaime algo
especial.
15. Juf: Don Mario le dijo:
–Este violín es más tuyo que mío ahora. Sólo en tus manos el violín cobra vida, te lo
regalo.
16. Juf: Era tanta la emoción que Jaime sentía, que el violín temblaba en sus manos y Jaime
no pudo decir nada.
17. Juf: El anciano continuó:
–He visto tu esfuerzo desde pequeño y tu gran sacrificio por lograr tu sueño. Esta es mi
humilde ayuda para que puedas lograr tu sueño.
▌33▐
Soy Don Toro
18. Don: Vamos al capítulo cuatro, ahora.
Ana: Sí, vamos.
Ana: Maar ik wil eerst even oefenen of ik al zinnen kan maken aan de hand van 2 of 3
plaatjes uit het sprookje. Hm, eens kijken. Ik leg alle plaatjes uit het sprookje voor me
neer. Met welke plaatjes kan ik een Spaanse zin bedenken…..
Ah, ik weet er één. Klik maar verder.
19. Ana: “Los padres trabajaban día y noche sin descanso”.
En nu jij. Kun je ook al een zin in het Spaans maken met behulp van 2 of 3 plaatjes? Ga
naar hoofdstuk 4.3 in het werkboek en werk samen aan de EXTRA opdracht.
Opdracht / tarea 4.3a:
“El sombrero mágico” - nov. week 1, les 1
1. Don: Tarea 4.3a
2. Don: Estoy muy contento en mi prado.
Jaime: Y yo estoy muy contento con mi violín viejo.
3. Ana: Leg de 15 nieuwe plaatjes van hoofdstuk 4.3a voor je op tafel. Zou je al een plaatje
kunnen benoemen, herken je een Spaans woord?
4. Juf: Die twee handen staan voor bedanken. Jaime bedankt Don Mario voor zijn mooie
viool die hij heeft gekregen. Bedanken in het Spaans is agradecer. La calle is de straat in
het dorp, el pueblo. Opeens krijgt Jaime een idee, una idea. Hij zou zijn ouders kunnen
helpen, zijn hulp is su ayuda, door geld, monedas, te verdienen op straat.
5. Juf: Van zijn vader krijgt hij een hoed die hem misschien geluk, suerte, zal brengen. Het is
een speciale hoed met een witte veer, pluma. Zijn vader houdt met heel zijn hart, corazón,
van Jaime. De veer zit aan de linkerkant, izquierdo, van zijn hoed. El derecho is de
rechterkant.
6. Juf: Jaime wil gaan viool spelen voor de mensen, la gente, in de straat. Zijn vader wordt
ziek, se enfermó, en gaat dood, se murió. Dat is wel heel erg voor Jaime. Zijn vader zegt
tegen hem dat hij er op de een of andere manier altijd voor Jaime zal zijn.
Tenslotte leren we de kleuren: rojo – verde – blanco y negro.
7. Ana: Zo nu gaat Don Toro weer met jou en mij de woorden oefenen. Ik leg de volgende 7
plaatjes op de tafel en leg ze in de volgorde waarop Don Toro ze opleest.
Don: la pluma – la calle – agradecer – la idea – suerte – la ayuda – monedas
Ana: Klik jij ook verder om te kijken of jouw plaatjes goed liggen?
▌34▐
Soy Don Toro
8. Ana: Liggen ze goed, bij jou? Zeg Don Toro na om de nieuwe plaatjes te oefenen.
Don: la pluma – la calle – agradecer – la idea – suerte – la ayuda – monedas
Ana: Leg nu met mij de andere acht plaatjes voor je neer.
9. Ana: Leg de plaatjes weer in de juiste volgorde neer zoals Don Toro ze opleest.
Don: el corazón – rojo/verde – derecho – murió - la gente – enfermó – blanco y negro –
izquierdo
Ana: Klik verder om te kijken of jouw plaatjes goed liggen.
10. Ana: Liggen ze goed, bij jou? Zeg Don Toro na om de nieuwe plaatjes te oefenen.
Don: el corazón – rojo/verde – derecho – murió - la gente – enfermó – blanco y negro –
izquierdo
Ana: Als je nog extra wilt oefenen, klik dan een paar keer terug. Als je de woorden goed
hebt geoefend ga je verder naar de volgende dia.
11. Ana: Ik merk dat ik de woorden ook goed kan onthouden als ik ze weer allemaal bij elkaar
zie staan, bijvoorbeeld alle plaatjes uit het lied of uit het sprookje. Hoe verdeel jij de
nieuwe woorden weer over je themakaarten? Als je dat gedaan heb mag je naar hoofdstuk
4.3b en ga je luisteren naar het vervolg van het sprookje.
12. Don: Vamos a escuchar el cuento popular “El Sombrero Mágico”.
Ana: Sí, vamos.
Opdracht / tarea 4.3b:
“El sombrero mágico” - nov. week 2, les 1
1. Don: Tarea 4.3b
2. Ana: Don Toro está contento en su prado verde. Y Jaime tiene una idea con su ‘nuevo’
violín. Ah het is eigenlijk een oude viool maar voor Jaime een nieuwe. Ik ben benieuwd
hoe het sprookje verder gaat. Luister je mee?
3. Juf: Jaime agradeció a su amigo tan generoso regalo y corrió a su hogar a contarles a sus
padres.
▌35▐
Soy Don Toro
4. Juf: Mientras corría Jaime pensó que, teniendo ya su propio violín, podía tocar en las
calles del pueblo a cambio de algunas monedas. De esa forma Jaime podría ayudar a su
familia.
5. Juf: Sus padres se alegraron mucho cuando Jaime les mostró su violín, que si bien viejo,
era nuevo en su hogar ahora. Jaime les contó a sus padres su idea.
6. Ana: Snap jij het idee wat Jaime heeft bedacht? En hoe denkt je buurvrouw of buurman
erover? Praat er even over met elkaar wat Jaime heeft bedacht om te gaan doen.
7. Juf: Hijo querido – dijo su padre un poco triste – ya quisiera yo que no tuvieras que hacer
esto. Pero que no tenemos muchas monedas en este hogar, agradezco mucho tu ayuda.
8. Juf: Te daré el sombrero mío, el único que he tenido en la vida, tal vez te traiga suerte y
con él puedas juntar muchas monedas.
9. Ana: Ah, begrijp je wat de vader van Jaime doet nu? Wat vind je ervan? Vertel het aan
elkaar.
10. Juf: Luego también dijo:
– Siempre te ayudaré hijo, de la manera que pueda, siempre estaré contigo, no lo olvides.
Te amo con todo mi corazón y créeme, de un modo u otro, siempre estaré presente para
ti.
11. Juf: El muchacho iba todos los días al pueblo con su violín y el sombrero de su padre. Era
un sombrero viejo, gastado y que tenía una pluma de color blanco en el costado
izquierdo.
12. Juf: Curiosamente, la pluma siempre estaba limpia y llamaba la atención de la gente.
Ana: Dat is mooi, de speciale hoed van de vader van Jaime trekt de aandacht door de
mooie witte veer.
13. Juf: No era demasiado el dinero que Jaime juntaba tocando el violín. Pero por poco que
fuese, era muy bienvenido en su humilde hogar.
14. Juf: Pasó el tiempo y su padre enfermó. Ya anciano, murió tomando las manos de su hijo
y repitiendo las palabras que antes le dijera: “de un modo u otro, siempre estaré contigo”.
15. Ana: Hmm, wat een mooi afscheid van de vader van Jaime. Heb je ook begrepen wat hij
zei tegen Jaime? Vertel erover aan elkaar. En teken in je werkboek dat wat jij het mooiste
moment uit dit deel van het sprookje vond.
Don: Vale, y también vamos a crear un sombrero de papel en juego 4.3d
Ana: Sí vamos, Don Toro. Ja we gaan ook een hoed van papier vouwen. Ga eerst terug
naar hoofdstuk 4.3c
▌36▐
Soy Don Toro
Opdracht / tarea 4.3d:
“Crear tu sombrero mágico” - nov. week 4, les 1
1. Don: Tarea 4.3d
2. Don: Hola Ana. Me gusta crear un sombrero de papel.
Ana: Claro, yo también. ¿De qué color quieres crearlo?
Don en ik willen graag een hoed van papier maken. Doe je mee?
3. Ana: Als je hoed wilt maken die je ook op je hoofd kunt zetten, heb je een vel papier nodig
zo groot als 4 schrijfblokvellen. De afmetingen van dit vel zijn 594 mm x 420 mm (A2formaat)
4. Ana: Kies daarna een kleur uit voor je ‘magische hoed’.
En heb je een mooie kleur gekozen voor je hoed? Ik kon kiezen uit een regenboogkleur,
die vond ik mooi.
5. Ana: Kijk naar het filmpje, kijk zo vaak je wil en vouw mee en maak zo je eigen hoed van
je vel papier.
6. Ana: Maak nu je hoed op je eigen manier ‘magisch’. Bedenk wat je erop kunt tekenen, aan
kunt plakken of op kunt schilderen en maak je hoed op jouw manier heel speciaal.
7. Ana: Presenteer tenslotte met zijn allen een hoedenparade in je klas of in je school. Vraag
aan je begeleider naar de mogelijkheden. Succes!
8. Ana: En daarna kunnen we aan het nieuwe hoofdstuk beginnen. Vamos al capítulo cinco.
▌37▐
Soy Don Toro
▌38▐
5
Soy Don Toro
Capítulo cinco
(Hoofdstuk 5)
Don Toro y sus deseos
Opdracht / tarea 5.1:
Mis deseos y los tuyos. - dec. week 2, les 2
Don: Capítulo cinco - Don Toro y sus deseos
1. Don: Tarea 5.1
2. Don: Hola Ana. Mi deseo es hacer música. ¿Y el tuyo?
Ana: Hola Don Toro. El mío es bailar.
3. Ana: Het lijkt me heerlijk om met dansbewegingen een verhaal te kunnen uitbeelden. Dat
is ook een vorm van praten. Kijk je met me mee, hoe ze in Spanje en Spaans-Amerika
dansen?
4. Ana: Dit filmpje is gemaakt door een dansschool in Granada. Granada ligt in het zuiden
van Spanje. De manier van dansen heet Flamenco en hoort vooral bij de
Zuid-Spaanse cultuur. De dans drukt emoties uit; dat kan plezier en opluchting zijn maar
ook pijn en verdriet.
5. Ana: Een traditionele dans uit Mexico heet “Jarabe Tapatío” en komt oorspronkelijk uit de
streek van Jalisco. Op het filmpje zie je kinderen op het schoolplein in traditionele kleding
de dans uitvoeren.
6. Ana: En tenslotte zie je op het laatste filmpje een lesje Salsa in Temuco, een stad ten
zuiden van de hoofdstad van Chili. Die hoofdstad heet Santiago. Chili is een heel
langgerekt land in Zuid-Amerika. Van het noorden van Chili tot het uiterst zuiden van het
land is 4.275 km. Dat is net zover als de afstand van Den Bosch naar de Noordpool.
7. Don: Las bailes me hacen alegre, Ana.
Ana: Sí Don Toro, a mí también.
Don Toro en ik worden erg blij van muziek en van dansen op allerlei verschillende ritmes.
Maar het meeste houd ik toch van het vertellen van een verhaal op de muziek met mijn
dansbewegingen.
▌39▐
Soy Don Toro
8. Don: Hasta luego, voy a buscar un tronco para hacer música en el prado.
Ana: Heb je Don Toro verstaan? Ondertussen dat hij gaat zoeken naar een
boomstammetje om muziek te maken in zijn wei, ga ik vragen aan mijn ouders of ik
balletles mag. Lijkt me heel leuk om mee te beginnen.
Don y Ana: ¡Hasta luego!
Opdracht / tarea 5.1a:
Revuelto-herhaling - dec. week 3, les 1
1. Don: Tarea 5.1a
2. Don: Un revuelto. - Hola Ana. ¿Qué sabes del español, ahora?
Ana: Hola Don Toro. Te lo contaré.
3. Ana: Verstond je het ook wat ik net tegen Don Toro zei? Hij vroeg wat ik al weet over het
Spaans nadat hij mij groette. En na mijn groet aan hem, zei ik dat ik het hem zal gaan
vertellen.
In hoofdstuk 1 heb ik geleerd dat er Spaanse woorden zijn die lijken op het Nederlands.
En dat er Spaanse woorden zijn die je verrassen. Die vind ik moeilijker te onthouden. Met
een ezelsbruggetje lukt het me meestal wel. Maar ik ken ze nog niet allemaal. Ken jij ze al
allemaal?
4. Ana: Verder heb ik leren telen van 1 tot en met 10. En weet ik dat Don Toro een droom, un
sueño, heeft. “Quisiera ser gitarista.” Ik heb ook nagedacht over mijn droom, mi sueño.
“Quisiera ser bailarina”. Ben jij er ook achter gekomen wat je heel graag wil of jezelf
toewenst?
Kom, tel mee, van één tot tien.
Uno – dos – tres – cuatro – cinco – seis – siete – ocho – nueve – diez. ¡Qué bien!
5. Ana: En ik ben nog meer te weten gekomen over Don Toro. Ik weet dat hij in een wei in
Madrid woont. Vive en un prado. Dat hij van muziek maken houdt. Le gusta hacer música.
En het maakt Don Toro niet zoveel uit hoe hij muziek maakt, met een gitaar, en una
guitarra, of op een boomstronk, en un tronco.
6. Ana: Ook weet ik dat ze niet alleen in Spanje Spaans spreken maar ook in bijna heel
Midden- en Zuid-Amerika. En dat er verschillende traditionele dansen zijn in de Spaanse
landen. Zo leuk om te zien. Maar ik, ga eerst op balletles, lijkt me superfijn om mooi te
leren dansen. Weet jij nog iets anders te vertellen wat je hebt geleerd?
▌40▐
Soy Don Toro
7. Ana: Wat ik verder heb geleerd zijn 4 Spaanse liedjes die mij heel vrolijk maken. Eén over
de wens om zo groot te worden als de maan, één over hoe de moeder kip haar kuikentjes
blij maakt, een lied over een koetsier en een dame die een gesprekje voeren samen. Ik
mocht zelf mijn versie bedenken hoe ik het liedje wilde presenteren voor de klas. Je snapt
het al dat ik samen met mijn klasgenootje gedanst heb op het lied. En tenslotte heb ik de
Spaanse versie van het lied “het regent, het regent” geleerd en weet ik hoe fijn Don Toro
het heeft als het regent.
8. Ana: En welk lied kun jij je nog het beste herinneren? Welke zou je nog een keertje willen
zingen en/of presenteren? Ik kies voor “el cocherito”. Die vind ik zo mooi om te
presenteren. Ik begin er al van te dansen. Als je wil, mag je er ook een uitkiezen om alleen
of samen nog een keertje te zingen.
9. Ana: En dan heb ik verder het alfabet leren uitspreken in het Spaans. Ik heb nu al veel
Spaanse woorden geleerd met het Dominospel. Nog maar 13 woorden heb ik in de groep
‘KEN IK NOG NIET’ zitten. En jij?
Ook heb ik vier kleuren geleerd. Vier kleuren ken ik dus van de zes die ik hier op de
website zie: blanco y negro, verde y rojo.
Juf: De vlag van Spanje is rojo-amarillo-rojo en het water is azul. Dus de nieuwe twee
kleuren zijn amarillo en azul. Zeg Don maar na. op het volgende plaatjes.
10. Don: blanco – negro – verde – rojo – amarillo – azul. Y otra vez:
blanco – negro – verde – rojo – amarillo – azul.
Ana: Goed hoor, mij lukte het. Jou ook? Anders herhaal deze día nog maar een keer.
11. Ana: En ik kan je nog iets vertellen over het sprookje El Sombrero Mágico. Kun jij er ook
nog iets over vertellen? Vertel met behulp van deze plaatjes wat je nog weet van het
verhaal. Zoek de plaatjes erbij. Je mag ook voor andere plaatjes kiezen. Tenslotte staat er
in het werkboek een voorbeeld van een verhaal met een aantal weggelaten woorden. Vul
die woorden in en dan kun je ook dat verhaal kiezen om te vertellen aan de anderen.
12. Ana: Hasta luego. Ga nu terug naar hoofdstuk 5.1b van je werkboek en kies minstens
twee opdrachten die je nog een keertje oefent.
▌41▐
Soy Don Toro
Opdracht / tarea 5.2a:
‘El barquito chiquitito’ - jan. week 2, les 1
1. Don: Tarea 5.2a
2. Don: Hola Ana. ¿Vamos a aprender las palabras.
Ana: Sí, vamos. Don Toro heeft weer zin om muziek te maken. Maar we gaan eerst de
woorden leren van ‘El barquito chiquitito’.
3. Ana: Welke plaatjes kun jij al benoemen in het Spaans? Probeer maar. Neem je tijd en als
je er minstens 2 weet, klik je verder.
4. Ana: Dit is … el barquito. Ofwel het is een bootje. En als het bootje heel klein is, is die
chiquitito.
5. Juf: Het bootje had een wens. Het wilde leren varen, navegar, maar wist niet hoe het
moest varen, tot het bootje plotseling toch kon varen, navegó.
6. Juf: En tenslotte het Spaanse woord voor ‘een week’ is una semana. Als je goed kijkt kun
je ook de dagen van de week in het Spaans lezen. Als je wil, mag je die ook leren
onthouden in het Spaans.
7. Ana: Ik verwacht eigenlijk dat ik ze in 1 keer goed legt. Wat denk jij gaat het ons lukken?
Luister naar Don Toro en leg de vier plaatjes die voor je liggen in de juiste volgorde.
Don: navegar – chiquitito – semana – barquito
Ana: Klik om te kijken of ze bij jou goed liggen.
8. Ana: En, liggen ze op de goede volgorde bij je? Zeg Don Toro nog een keertje na.
Don: navegar – chiquitito – semana – barquito
Ana: En dan gaan we nu het lied uit ons hoofd leren.
9. Ana: Luister naar de volgende instructies en zing en beweeg daarna samen op het nieuwe
lied. Het lied bestaat uit 8 regels, 4 paartjes van 2 regels.
10. Juf: Op de eerste twee regels gaan we tegenover elkaar staan of zitten, pakken we
kruislings elkaars handen en bewegen samen naar voren en naar achteren. Zo varen we
als een bootje.
Don zingt: Había una vez un barquito chiquitito (2x)
▌42▐
Soy Don Toro
11. Juf: Op de volgende twee regels schud ieder met zijn hoofd en beweegt de wijsvinger
heen en weer.
Don zingt: Que no sabía, que no sabía, que no sabía navegar.
12. Juf: Dan tellen we allemaal mee op onze vingers tot zes en herhalen dat nog een keer.
Don zingt: Pasaron 1,2,3,4,5,6 semanas (2x)
13. Juf: Op deze laatste twee regels ga je weer varen met je klasgenootje zoals bij de eerste
twee regels. Klik nu verder als je de instructies hebt begrepen en oefen zo vaak je wil!
Don zingt: Y aquel barquito, y aquel barquito, y aquel barquito navegó.
14. Don: ¡Qué divertido, Ana!
Ana: Sí, mi amigo, muy divertido. Dat wil ik ook wel een keer, varen op een boot.
Dat lied was leuk hè, muy divertido.. Ga nu terug naar hoofdstuk 5.2b van je werkboek.
Opdracht / tarea 5.2b:
‘Crear un barquito’ - jan. week 3, les 1
1. Don: Tarea 5.2b
2. Don: Hola Ana. Me gusta crear un barquito de papel.
Ana: Claro, yo también. Toma tu sombrero de papel. Don en ik hebben zin om een bootje
te vouwen van papier. Daarvoor pakken we ieder onze gevouwen ‘sombrero mágico’. Doe
je mee? Pak dan ook je eigen ‘sombrero’.
3. Ana: Schrijf eerst een wens op die je graag in vervulling ziet komen op een papiertje.
4. Ana: Is het je ook gelukt? Nu plakken we het papiertje in de magische hoed.
5. Ana: Kijk en vouw mee met het filmpje. Je kunt het filmpje zo vaak als je wilt opnieuw
bekijken.
6. Ana: Zet je bootje nu op een mooie plaats in de klas of thuis.
7. Ana: Wacht nu geduldig op wat er gaat gebeuren. Let wel goed op, kijk om je heen en
vertel elkaar als op de een of andere manier je wens is uitgekomen.
8. Don: Vamos a escuchar al cuento de hadas en capítulo 5.3
Papá de Jaime: ‘… de un modo u otro…’
▌43▐
Soy Don Toro
Opdracht / tarea 5.3a:
“El sombrero mágico” - febr. week 1, les 1
1. Don: Tarea 5.3a
2. Don: Vamos a trabajar, Ana.
Ana: Sí, Don Toro, vamos a trabajar. We hebben veel nieuwe woorden om te leren voor
dit deel van het sprookje. Dus extra werk te doen. Kom we gaan aan de slag ermee.
3. Juf: Wel, nu de vader van Jaime is overleden, wil Jaime graag meer geld verdienen voor
zijn familie. Hij voelt zich nu de kostwinner, el sostén, thuis, del hogar. De jongen, el
muchacho, verdubbelt zijn inzet, redobló sus esfuerzos, en gaat in meer dorpen in de
buurt, pueblos vecinos, spelen met zijn viool om zodoende meer geld, más dinero / más
monedas, te verdienen voor zijn familie.
4. Juf: Op een dag als het onweert, un día de tormenta, vliegt zijn mooie hoed uit zijn
handen, voló de las manos, en verdwijnt, y desapareció. Wanhopig gaat de jongen
zoeken, el joven buscó, naar zijn verdwenen hoed in het hele dorp maar hij kon hem niet
meer vinden. Ontroostbaar, desconsolado, gaat hij zitten huilen op straat, llorar en el
camino o en la calle.
5. Juf: Zo ging de middag voorbij, así pasó la tarde, terwijl Jaime zijn viool bleef omarmen,
abrazado a su violín. Totdat een wandelaar, un caminante, voorbij kwam en tegenover
hem bleef staan, frente a Jaime, en zag hoe verdrietig Jaime was. Hij vroeg wat er was
gebeurd en Jaime vertelde het hele verhaal. Van zijn mooie hoed die hij cadeau had
gekregen met zo veel liefde, amor, van zijn vader, en die nu was weggevlogen. Hij
vertelde ook van zijn arme familie en van zijn manier om te helpen geld te verdienen met
viool spelen in verschillende dorpen.
6. Juf: De wandelaar was een vreemde man. Hij kwam niet uit de buurt maar aan zijn stem te
horen leek hij te komen van een andere plaats, era de otro país. Hij was groot, alto, slank,
delgado, en niet dik dus, no gordo. Hij droeg een hele andere hoed, sombrero distinto. Met
een grote glimlach, una sonrisa, gaf hij de hoed aan Jaime. Gebruik hem maar net zo als
de hoed die je van je vader had gekregen, zei hij. Jaime wist niet wat hij moest zeggen,
wilde de hoed niet aannemen van een vreemdeling, un forastero, waarom zou die man
hem willen helpen. Er zijn vragen die geen antwoord krijgen zegt de vreemdeling dan.
Preguntas y respuestas zijn vragen en antwoorden. Maar op een dag zou Jaime het
begrijpen en toen vertrok de vreemdeling.
▌44▐
Soy Don Toro
7. Ana: Wat veel woorden deze keer zeg. Eens kijken of ik die allemaal weer kan onthouden.
Doe je mee met Don Toro en mij? Bedenk ondertussen ook een andere manier nog om
alle 20 plaatjes nog eens te oefenen. Leg de eerste vier plaatjes voor je neer en leg ze op
de volgorde waarop Don Toro ze opleest.
Don: redobló sus esfuerzos – el sostén – pueblos vecinos – monedas/más monedas
Ana: Klik verder om te kijken of ze goed liggen.
8. Ana: En heb je ze goed gelegd? Oefen nog maar een keer. Even terug klikken dus en zeg
Don Toro hardop na.
9. Ana: Leg de volgende plaatjes voor je neer. Voordat we nu naar Don Toro gaan luisteren,
proberen we eerst zelf te kijken of we al een paar woorden zouden kunnen opnoemen.
Las manos, de handen, kennen we uit hoofdstuk 3 en la calle uit hoofdstuk 4. In dit
hoofdstuk is er een ander woord voor straat … ik dacht… el camino (wandelpad) en die
vreemdeling noemde ze een caminante (wandelaar). Die woorden lijken op elkaar. Kun jij
nog een ander woord hardop zeggen?
Daarna luisteren we naar Don Toro.
Don: llorar en el camino – el joven buscó – tormenta – el sombrero desapareció –
desconsolado – voló de las manos
Ana: Klik verder om te kijken of ze goed liggen.
10. Ana: En heb je ze goed gelegd? Oefen nog maar een keer. Even terug klikken dus en zeg
Don Toro hardop na.
11. Ana: En nog een keer vijf nieuwe plaatjes. Leg ze in de goede volgorde als je er klaar voor
bent.
Don: frente a Jaime – un caminante – amor – abrazado a su violín – así paso la tarde
Ana: Klik verder om te kijken of ze goed liggen.
12. Ana: En heb je de plaatjes in de goede volgorde liggen? Oefen nog maar een keer. Even
terug klikken en zeg Don Toro hardop na.
13. Ana: Tenslotte de laatste vijf plaatjes. Leg ze weer voor je op tafel en luister naar Don
Toro.
Don: una sonrisa – un sombrero distinto – preguntas y respuestas – era de otro país –
delgado/gordo
Ana: Klik verder om te kijken of ze goed liggen.
▌45▐
Soy Don Toro
14. Ana: En heb je ook deze plaatjes in de goede volgorde liggen? Oefen nog maar een keer
anders. Even terug klikken en Don Toro hardop nazeggen.
Als je genoeg hebt geoefend naar je zin, klik je verder.
15. Ana: Heb jij nog een andere oefening bedacht waarmee je alle woorden van hoofdstuk 5
nog eens wilt oefenen?
Ik wel. Pak de woordkaartjes van het bingospel van hoofdstuk 5. Trek je eerste kaart en
beeldt het woord uit. De andere leerlingen mogen raden. Wie het woord raadt, is aan de
beurt om uit te beelden. Veel plezier.
Tenslotte niet vergeten om je eigen themakaarten weer aan te vullen met de nieuwe
plaatjes.
16. Ana: Heb je genoeg geoefend en je themakaarten weer aangevuld; dan ga je naar
hoofdstuk 5.3b. We gaan nu weer fijn luisteren naar het vervolg van het sprookje.
Don: Vamos a escuchar el cuento de hadas “El Sombrero Mágico”….
Ana: Sí, vamos Don Toro.
Opdracht / tarea 5.3b:
“El sombrero mágico” - febr. week 2, les 1
1. Don: Tarea 5.3b
2. Don: Mi deseo es hacer música. Pero, ¿cómo?
Jaime: Mi deseo es tocar el violín. ¿Cómo?, en un orquesta.
Ana: We gaan luisteren naar het vervolg van het sprookje: El Sombrero Mágico. Neem de
kaartjes voor je van juego 5.3a en leg ze op de volgorde waarop het verhaal loopt.
3. Juf: Siendo ahora el sostén del hogar, Jaime redobló sus esfuerzos para mantener a su
familia y decidió visitar pueblos vecinos y así juntar más dinero.
4. Juf: Un día de tormenta, el viejo sombrero voló de las manos de Jaime y desapareció.
5. Juf: Desesperado, el joven buscó por todo el pueblo, pero su búsqueda fue inútil.
Desconsolado, Jaime se sentó a llorar en el camino … [gejammer van jongeman]
6. Juf: Así pasó la tarde, abrazado a su violín, hasta que un caminante se detuvo frente a
Jaime.
Caminante: Pareces realmente muy triste muchacho ¿qué te ha ocurrido?
▌46▐
Soy Don Toro
7. Juf: .. en dan vertelt Jaime wat er allemaal is gebeurd.
Jaime le contó del sombrero de su padre. De que su padre con tanto amor
le había regalado. De que lo había perdido para siempre.
También Jaime le contó de la pobreza de su familia y de cómo él ganaba monedas para
ayudar en su hogar.
8. Juf: El caminante era una persona extraña. Parecía no tener una edad concreta. No
parecía de ser de aquí sino de otro país. Era alto, delgado y llevaba puesto un sombrero
muy distinto al sombrero de Jaime.
Parado frente a Jaime y con una gran sonrisa, se sacó el sombrero y se lo dio a Jaime.
El caminante forastero dijo: Toma, es tuyo, úsalo del mismo modo que usabas el
sombrero de tu padre.
9. Juf: Jaime no sabía qué decir, seguía abrazado a su violín miró al hombre y le contestó:
Jaime: – No puedo aceptarlo, usted no me conoce ¿por qué habría de ayudarme?
El caminante forastero: – Hay preguntas que no tienen respuesta. Algún día lo entenderás
–
Juf: El caminante forastero se alejó, dejándole el sombrero en las manos de Jaime.
10. Ana: Wat een mooi verhaal. Dus begrijp ik het goed dat Jaime nu zomaar de hoed van die
vreemdeling krijgt? Heb je ook begrepen wat die vreemdeling zei tegen Jaime? Praat er
even over met elkaar en vraag anders na of je het goed begrepen hebt aan je begeleider.
De vreemdeling zei: “úsalo del mismo modo que usabas el sombrero de tu padre”; en hij
zei: “hay preguntas que no tienen respuesta. Algún día lo entenderás”.
In het werkboek kun je nog even napraten met elkaar over het verhaal.
Don: Vamos Ana, al capítulo 5.3c.
Ana: Sí, Don Toro, vamos.
▌47▐
Soy Don Toro
▌48▐
6
Soy Don Toro
Capítulo seis
(Hoofdstuk 6)
Don Toro ve posibilidades
Opdracht / tarea 6.2:
‘El patio de mi casa’ - mrt. week 3, les 1
Don: Capítulo seis - Don Toro ve nuevas posibilidades
1. Don: Tarea 6.2a
2. Don: ¡Ana! Hago música en este tronco ya.
Ana: Sí, Don Toro, lo oigo. Muy bien.
Horen jullie ook dat Don Toro al zo mooi muziek maakt op de boomstam? Klik maar
verder en je zult het ook horen. En weet je wat ik heb gedaan? Het toneelstukje uit
hoofdstuk 5.3c gedanst!
3. Ana: Dit lied gaat over ‘El patio de mi casa’. Heb je wel eens een huis gezien met een
patio? In Spanje hebben veel huizen een patio. Ze bouwen deze speciale plaats in of
dichtbij hun huis. Het is een koele en gezellige buitenplaats voor een samenzijn met
familie. In Córdoba, in het zuiden van Spanje vieren ze elk jaar ‘El festival de los patios.
Kom, gaan we even naar Códoba in Spanje. Klik zelf verder.
4. Ana: Nu gaan we het lied leren. Joepie. Kom Don Toro, trommel mee op je ‘tronco’. Deze
keer zijn het zes nieuwe woorden die we gaan leren voor het zingen van het lied: ‘El Patio
de mi casa’. Liggen ze alle zes voor je op tafel?
5. Juf: Wel, het eerste plaatje is de patio of binnenplaats van de Spaanse huizen. Een huis
in het Spaans is una casa. Het lied vertelt verder dat die patios ook nat worden, se moja,
net als overal buiten als het regent, llueve.
Daarna verandert het lied meer in een gymoefening en mag je twee keer achter elkaar op
je hurken gaan zitten, agáchate.
Het laatste couplet is een dansje met twee leerlingen, speciaal voor Ana. Sí no me
quieres, betekent als jij niet met mij gaat, zal een ander meisje, otra niña, met mij gaan.
6. Ana: Oh wat leuk, een dansje. Ik heb er zin in. Don Toro gaat nu de woorden oplezen in
een andere volgorde. Leg jij ze met mij op de juiste manier op een rij?
Don: agacharse – casa – otras niñas – se moja – me quieres – patio
Ana: Klik en kijk of ze goed liggen.
▌49▐
Soy Don Toro
7. Ana: Hmm, jammer ik heb 2 plaatjes verkeerd gelegd. En jij? Agacharse en me quieres
wist ik nog niet. Agacharse is dus op je hurken gaan zitten. Hoe ga ik dat onthouden.
Praat er over met elkaar en zeg Don Toro na als hij de woorden nog eens opleest.
Don: agacharse – casa – otras niñas – se moja – me quieres – patio
Ana: Als je genoeg geoefend hebt, gaan we het lied verder leren. Joepie!
8. Juf: In het eerste deel wat je zo hoort zingt een jongen over de patio van zijn huis, el patio
de mi casa, die is bijzonder, es particular. Als het regent, dat woord kennen we al….,
cuando llueve, wordt het er nat, se moja, net als overal, como los demás.
Klik verder en luister naar het eerste deel van het lied.
9. Juf: Het tweede deel van het lied zingen we met zijn allen en gaan op onze hurken zitten,
agáchate, en nog een keer, y vuélvete a agachar. En dat diegene die goed hurken
kunnen, que los agachaditos, niet weten hoe ze moeten dansen, no saben bailar. Klik
verder en luister een paar keer naar het tweede deel van het lied.
10. Juf: Tenslotte dansen we met een andere leerling samen en zingen: ha, i, jé, ka, el, em,
en, a – hache, i, jota, ka, ele, eme, ene, a. Als jij niet met mij wilt gaan, que si tú no me
quieres, zal een andere meisje met mij gaan, otra niña me querrá. Klik verder en luister
naar het derde deel van het lied.
11. Ana: Oh, ik ken het lied best goed al en ik heb zin om te gaan dansen met zijn allen. Ga
naar juego 6.2b om met alle leerlingen het lied te gaan zingen en te dansen.
Vamos a cantar y bailar, Don Toro.
Don: Sí, Ana, vamos.
Opdracht / tarea 6.2b:
‘El patio de mi casa’ - mrt. week 4, les 1
1. Don: Tarea 6.2b
2. Don: ¡Oye, Ana! Yo hago música. ¿Y tú? ¿tú vas a bailar?
Ana: Sí, Don Toro, voy a bailar.
3. Ana: We gaan eerst een paar keer naar het lied luisteren. Klik op de YouTube en als je
kunt, zing je een beetje mee.
4. Juf: Laat ik jullie eerst het dansje uitleggen. Dat zal ik ook in drie delen doen.
Het eerste deel van het lied wordt twee keer gezongen. We zingen mee en dansen in een
kring en houden elkaars handen vast. We dansen al huppelend een kant op, met de klok
mee. Bij de tweede keer zingen van dit deel dansen we samen in de kring nog steeds
hand in hand, tegen de klok in.
▌50▐
Soy Don Toro
5. Juf: Het tweede deel van het lied wordt een keer gezongen. We laten elkaars handen los
blijven in de kring staan en zakken twee maal op onze hurken. We gaan snel weer rechtop
staan, zonder te vallen.
6. Juf: Het derde deel van het lied wordt ook twee keer gezongen. En op het einde van het
lied zelfs drie keer. Nu zoeken we een andere leerling op waarmee we samen verder
willen dansen. Daarna herhaalt het hele dansje zich nog een keer. We pakken elkaars
handen weer snel en dansen in een kring.
7. Ana: Oké, ik geloof dat ik het dansje begrijp. Eerste deel dans ik in de kring met ons allen.
Tweede deel, vanaf “¡Agáchate!”, zak ik twee keer door mijn knieën. En tenslotte het
derde deel , vanaf “Hache, i, jota, ka, ele, eme, ene, a”, kies ik een leerling waarmee ik
samen wil dansen. Leuk, oefen met zijn allen zo vaak je wil.
8. Ana: Don Toro geef jij het ritme aan? Dan gaan wij oefenen met zijn allen.
9. Ana: ¡Qué divertido, Don Toro! He disfrutado mucho del baile.
Don: Bueno, Ana, yo también.
Opdracht / tarea 6.3a:
‘El sombrero mágico’ - april week 1, les 1
1. Don: Tarea 6.3a
2. Ana: Kijk Jaime, met zijn nieuwe hoed. Zou hij weer aan het werk gaan? Geld verdienen
met viool spelen? Of zou hij naar huis gaan? Zou hij nog wel viool willen spelen? Ik ga
eerst de woorden leren. Doe mee! Voy a aprender las nuevas palabras. ¡Vamos!
3. Juf: Jaime pakte zijn nieuwe hoed op, stopte met het huilen, dejar de llorar, en ging weer
aan het werk om geld te verdienen voor zijn familie. Op het plein, la plaza, van elk dorp
speelde hij met zijn viool en met de nieuwe hoed. Aan het einde van de dag, al final del
día, telde hij zijn geld. Maar tot zijn verbazing, para su sorpresa, zat er drie keer zoveel
geld in, tres veces más, dan hij had verwacht.
4. Juf: Helemaal verbaasd was Jaime erover. Hij kon het niet geloven en ook niet goed
narekenen, calcular. Maar het gebeurde elke dag weer. In de hoed verdrievoudigde,
triplicaban, het geld wat de mensen erin hadden gegooid. Niemand begreep er iets van.
Voor de rest van het verhaal heb je nog drie woorden te leren: een jaar is, un año, een
klein huis is, una casita, zoals ze nu woonden en leefden, cómo vivían ahora.
▌51▐
Soy Don Toro
5. Ana: Vooruit, Don Toro, ik heb de plaatjes voor me liggen. Lees ze maar op dan leg ik ze
in de juiste volgorde waarop je ze opleest.
Don: sorpresa – la plaza – tres veces más – dejar de llorar – al final del día
Ana: Ik klik en kijk of ik ze goed heb neergelegd. Doe jij het ook?
6. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro dan nog een keertje na.
Don: sorpresa – la plaza – tres veces más – dejar de llorar – al final del día
7. Ana: En nu zijn de andere vijf plaatjes aan de beurt. Daarna oefenen we ze nog twee keer
allemaal. Leg eerst de andere vijf plaatjes voor je neer op tafel en leg ze weer in de juiste
volgorde.
Don: triplicaban – una casita – un año – cómo vivían ahora - calcular
Ana: Ik klik en kijk of ik ze goed heb neergelegd. Controleer jij ook of jij ze goed hebt
liggen?
8. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro nog een keertje na.
Don: triplicaban – una casita – un año – cómo vivían ahora – calcular
9. Ana: Oké, leg nu alle tien nieuwe plaatjes van het verhaal voor je neer en leg opnieuw de
plaatjes in de volgorde waarop Don Toro ze opleest.
Don: un año – sorpresa – tres veces más – cómo vivían ahora – una casita – dejar de
llorar – calcular – triplicaban – al final del día – la plaza
Ana: Kijk je mee of je ze goed hebt gelegd?
10. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro nog een keertje na.
Don: un año – sorpresa – tres veces más – cómo vivían ahora – una casita – dejar de
llorar – calcular – triplicaban – al final del día – la plaza
11. Ana: En nog een keertje Don Toro. Zeg de woorden nog een keer in een andere volgorde.
Leggen wij ze weer voor ons neer op tafel.
Don: calcular – una casita – la plaza – sorpresa – al final del día – triplicaban – tres veces
más – cómo vivían ahora – un año – dejar de llorar
Ana: Kijk je mee of je ze goed hebt gelegd?
▌52▐
Soy Don Toro
12. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro nog een keertje na.
Don: calcular – una casita – la plaza – sorpresa – al final del día – triplicaban – tres veces
más – cómo vivían ahora – un año – dejar de llorar
13. Ana: En tenslotte kun je hier een keertje weer mijn themakaarten zien. Houd je eigen
themakaarten ook bij. Vul jouw bestaande kaarten aan met de nieuwe woorden uit het lied
en het verhaal. Plak je kaartjes dus weer bij het onderwerp of thema waar jij het kaartje
het beste bij vindt horen en dan misschien ook makkelijker onthouden kan. Links van mij
zie je de nieuwe themakaart ‘personen’ en rechts van mij die van ’tijd’. Nu jij!
Als het je helpt kun je ook onder elk plaatje het woord schrijven wat erbij hoort. Hang de
kaart op een plaats waar je elke dag langs loopt.
14. Ana: Wat fijn dat Don Toro zo tevreden kan zijn met elke boomstronk die hij vindt. Hij weet
nu waar hij muziek mee kan maken, wat hij zo graag doet. Hopelijk komt Jaime er ook
weer achter hoe hij vrolijk kan worden.
Don: Vamos, Ana, vamos a escuchar el cuento de hadas.
Ana: Sí, Don Toro, vamos.
Opdracht / tarea 6.3b:
‘El sombrero mágico’ - april week 2, les 1
12. Don: Tarea 6.3b
13. Ana: Jaime is helemaal in de war over wat er allemaal is gebeurd en zit wat beduusd te
kijken met de hoed van de vreemdeling. Wat zal hij gaan doen? ‘¿Qué irá a hacer, Jaime?
Jaime: ‘Uf... qué iré a hacer sin el sombrero de mi padre?’
14. Ana: Leg samen met mij deze plaatjes voor je op tafel. Het zijn de 10 nieuwe plaatjes en
10 oude plaatjes. Een komt er uit het lied van hoofdstuk 2, ‘hambre’. Weet je nog wat dat
betekent?
Leg de plaatjes in de goede volgorde waarop het verhaal verder wordt vervolgd. De
volgende dia’s ondersteunen je erbij.
15. Juf: Jaime tomó el sombrero y supo que era hora de dejar de llorar y trabajar por su
familia.
Como todos los días fue a la plaza de un pueblo. Tocó su violín como siempre. No fueron
demasiadas las personas que dejaron sus monedas en el sombrero.
16. Juf: Al final del día el joven, Jaime, tomó el sombrero para contar el dinero o sus monedas
y, para su sorpresa, era tres veces más de lo que él había podido calcular.
Desconcertado*, creyó que se trataba de un error.
▌53▐
Soy Don Toro
17. Juf: Cada día ocurría lo mismo, la gente dejaba sus monedas y éstas monedas dentro del
sombrero triplicaban su valor. Ni Jaime, ni su familia podían dar una explicación a lo que
ocurría, pero así era.
18. Juf: Jaime buscó al misterioso caminante para preguntarle acerca del sombrero, pero fue
inútil.
En un año, fue tal la cantidad de dinero que Jaime había ganado. Ahora, pudo comprarle
una casita a su madre y por primera vez en sus vidas, nadie pasaba hambre, ni penurias
económicas.
19. Juf: El muchacho Jaime estaba contento, hacía lo que más amaba en el mundo (tocar a
su violín) y habría logrado darle a su familia un bienestar (una casita muy buena) que
jamás habían soñado. A menudo pensaba en su amado padre y en lo feliz que estaría si
pudiese ver cómo vivían ahora.
20. Ana: Och, wat gebeuren er mooie dingen met Jaime. Praat er over met je buurman of
buurvrouw en bespreek daarbij de volgende vragen. Die staan ook in je werkboek:
 Wat doet Jaime nu hij de hoed van zijn vader verloren is?
 Wat is het vreemde aan de nieuwe hoed?
 Hoe komt het dat Jaime nu veel geld verdient?
 Wat heeft hij gedaan met het geld?
 Wat zou jij doen met veel geld?
 Hoe voelt Jaime zich en waardoor komt dat?
21. Ana: Oké, Don Toro is tevreden dat hij nu de mogelijkheid ziet om ook op boomstronken
muziek te maken. Jaime is tevreden omdat hij heeft gezien dat ook de nieuwe hoed hem
geluk kan brengen. Hij kan met een blij gevoel viool blijven spelen.
Don: ¿Y tú, Ana, ves posibilidades también para bailar?
Ana: Sí, Don Toro, veo posibilidades para bailar.
Ik zie zeker mogelijkheden om toch dat te doen wat ik zo graag doe, namelijk dansen. Op
elk lied in het boek bedenk ik een dansje om het lied uit te beelden. En ik ben bij ballet
gegaan.
▌54▐
7
Soy Don Toro
Capítulo siete
(Hoofdstuk 7)
Don Toro y su talento
Opdracht / tarea 7.2:
‘Soy la reina de los mares’ - mei week 2, les 1
Don: Capítulo siete - Don Toro y su talento
1. Don: Tarea 7.2a
2. Ana: Leuk, het laatste lied gaan we springen. We leren eerst weer de woorden van het
lied.
Hola, Don Toro, vamos a aprender las nuevas palabras.
Don: Vale, Ana, tu aprendes las palabras y yo marco el ritmo.
3. Ana: Op dit lied gaan Spaanse kinderen touwtje springen. Wij gaan eerst de acht woorden
leren en Don Toro geeft het ritme aan.
Don Toro: (slaat een rap-ritme)
Juf: Daar gaan we... ik zie la reina en ik zie el mar, el pañuelo en el suelo, recoger en el
bolsillo, un pliego de papel y salte niña o niño.
4. Ana: Ik ga proberen de woorden springend te leren. Ik begin met de eerste vier; doe je
mee? Je mag ook naast je tafel op de plaats springen zonder touw. Als je met het touw wil
oefenen kun je beter een plekje buiten zoeken. Dat ga ik doen, ik zoek een plekje op en
herhaal de eerste woorden: la reina is de koningin, el mar is de zee, el pañuelo is de
zakdoek, el suelo is de vloer, wie doet er met me mee. Verzin zelf ook een deuntje om de
woorden op te oefenen en herhaal het zo vaak je wil.
5. Ana: En nu de andere vier woorden nog. Oprapen is recoger, de broekzak, el bolsillo, een
opgevouwen blaadje un pliego de papel en spring erin meisje of jongen salte niña o niño.
Je mag ook je eigen rijmpje verzinnen. Herhaal het totdat je de woorden kent.
6. Ana: Leg nu de 8 plaatjes voor je neer en leg ze op de goede volgorde waarop Don Toro
ze opleest.
Don: el mar – salte niña – un pliego de papel – el pañuelo – recoger – el bolsillo – el suelo
– la reina
Ana: Ik klik en kijk of ik ze goed heb neergelegd. Doe jij het ook?
▌55▐
Soy Don Toro
7. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro dan nog een keertje na.
Don: el mar – salte niña – un pliego de papel – el pañuelo – recoger – el bolsillo – el suelo
– la reina
Ana: Ging het goed? Zeg anders Don Toro gewoon nog een paar keer na.
8. Ana: Dat doen we nog een keer, Don Toro. Nu in een andere volgorde. Leg de plaatjes in
de nieuwe volgorde. Luister goed naar Don Toro.
Don: salte niña – la reina – el pañuelo – el bolsillo – el suelo – el mar –un pliego de papel–
recoger
Ana: Ik klik weer en kijk of ik ze goed heb neergelegd. Doe ook maar.
9. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro dan nog een keertje na.
Don: salte niña – la reina – el pañuelo – el bolsillo – el suelo – el mar –un pliego de papel–
recoger
Ana: Je kunt de laatste vier ‘slides’ zo vaak herhalen als je nodig vindt. Ga je gang.
10. Ana: We hebben in deze 7 hoofdstukken op verschillende manieren geleerd om woorden
te onthouden. Kun je ze allemaal opnoemen? Welke manier vond jij het prettigste en
werkte voor jou het makkelijkst? En voor je buurman of buurvrouw? Praat erover met
elkaar. Over de verschillen en waarom je denkt dat de ene manier makkelijker is voor je
om woorden te onthouden dan de andere.
11. Ana: Vamos a saltar a la comba. No pierde el ritmo, Don Toro.
Don Toro: No, Ana, va bien.
Ana: En versta je wat we zeggen? Overleg anders even met elkaar en/of met je
begeleider.
Opdracht / tarea 7.2b:
‘Soy la reina de los mares’ - mei week 3, les 1
1. Don: Tarea 7.2b
2. Ana: Hola, Don Toro, vamos a aprender la canción.
Don: Vale, Ana, con ganas.
▌56▐
Soy Don Toro
3. Ana: In Spanje gebruiken kinderen dit lied om mee touwtje te springen op het schoolplein.
In een Spaans tv-programma kun je het zelf zien hoe ze dat doen. Kijk je ook eerst mee?
Er worden drie liedjes gezongen, twee ken je er al van. Klik zelf verder en zet de YouTube
aan.
4. Juf: En nu jij. Heb je gezien hoe er gesprongen werd op het lied? Ik zal je uitleggen hoe
het gaat. In het eerste deel van het lied zing je: “Ik ben de koningin van de zee, en u zult
het gaan zien, ik gooi de zakdoek op de grond en ik raap hem weer op.”
Je doet wat je zingt terwijl het touw heen en weer blijft bewegen en je zelf blijft springen
zonder het touw te raken. Hierbij gaat het touw dus niet rond maar deint heen en weer als
de zee. Als je het touw raakt, ben je af en sluit je aan achter in de rij.
5. Juf: De Spaanse tekst is als volgt. Zeg mij maar na:
Soy la reina de los mares – Y ustedes lo van a ver – Tiro mi pañuelo al suelo – Y lo vuelvo
a recoger (voldoende tijd tussen de zinsdelen om na te kunnen zeggen)
Ana: Ik ken dit eerste deel nu en jij? Klik anders een keer terug.
6. Juf: In het tweede deel zing je: “Zakdoekje, zakdoekje, wie mag het houden? Ik bewaar
het in mijn broekzak als een opgevouwen blaadje.”
Ook nu doe je wat je zingt, vouwt al springende het zakdoekje op en stop het in je
broekzak. Denk erom dit alles doe je zonder het touw te raken.
7. Juf: De Spaanse tekst is als volgt. Zeg mij weer na:
Pañuelito, pañuelito – quién te pudiera tener – guardadito en el bolsillo – como un pliego
de papel (voldoende tijd tussen de zinsdelen om na te kunnen zeggen)
Ana: Oké, het tweede deel oefen ik nog een keer en dan ga ik het laatste deel leren.
8.
Juf: Tenslotte zingen we van, 1, 2 en 3: Una dos y tres. De een springt eruit en de
volgende springt er dan in. Je zingt dan: “Spring erin meisje zodat je niet verliest.” En de
Spaanse tekst die daarbij hoort is: Una, dos y tres. Salte niña, que vas a perder.
Ana: Oké, het laatste stukje tekst leer ik nog. Dan nog een keer het lied helemaal oefenen
en dan probeer ik het mee te zingen in het Spaans.
9. Juf: Zeg mij maar na:
Una, dos y tres – Salte niña, que vas a perder (voldoende tijd tussen de zinsdelen om na
te kunnen zeggen)
Ana: Oké en nu nog een keer helemaal!
▌57▐
Soy Don Toro
10. Juf: Zing je met me mee? Don Toro geeft het ritme aan. (op hout)
Soy la reina de los mares, y ustedes lo van a ver. Tiro mi pañuelo al suelo, y lo vuelvo a
recoger.
Pañuelito, pañuelito, quién te pudiera tener. Guardadito en el bolsillo como un pliego de
papel.
Una, dos y tres. Salte niña, que vas a perder.
Ana: Nog één keer klik ik terug en dan ga ik meezingen met de YouTube.
11. Ana: Wat een leuk spel is dit, samen met anderen op het plein touwtje springen, kunstjes
doen en Spaans zingen. Toppie!
‘¡Qué bien, saltar a la comba con mis amigos! Me he disfrutado mucho.’
Don Toro: ‘Bueno, Ana, yo también.’
Opdracht / tarea 7.3a:
‘El sombrero mágico’ - mei, week 4 les 1
1. Don: Tarea 7.3a
2. Ana: Hallo allemaal. Hola, a todos. Jaime is erg tevreden. Jaime es muy contento. Ik ben
benieuwd hoe het sprookje gaat eindigen. Hoe zou het met de droom van Jaime zijn? Hij
wilde zo graag beroemd worden en in een groot orkest spelen. ¿Qué tal con su sueño?
Hoe gaat het met zijn droom?
Wel als eerste ga ik de laatste woorden leren voordat ik naar het verhaal ga luisteren.
Doe je mee?
3. Ana: Er zijn nog negen woorden om te leren voor het laatste deel van het sprookje. Heb je
ze ook voor je neergelegd? Je krijgt nu eerst de beschrijving van de plaatjes te horen.
4. Juf: De droom van Jaime leek niet uit te komen. Hij speelde niet in grote orkesten en werd
niet beroemd op die manier. Wat er wel gebeurde was dat de beloning, la gratificación, die
Jaime kreeg van zijn familie alles overtrof. Jaime bleef wel denken aan het vreemde van
de hoed, lo extraño del sombrero, dat het geld wat erin werd gegooid telkens
verdrievoudigde, drie keer zoveel werd dus. Op een avond, una noche, toen hij naar huis
terugkeerde, kwam er weer een storm opzetten, net zoals het moment waarop hij de hoed
van zijn vader verloor. Maar nu zocht hij bescherming, se guareció, onder het dak van een
woning, el techo de una vivienda, en hield hij zijn hoed en viool goed vast.
▌58▐
Soy Don Toro
5. Juf: Jaime stond te wachten en dacht weer even aan zijn vader. Toen hij door de regen en
de harde wind, el vendaval, heen keek, zag hij weer die vreemdeling aan komen lopen
met dezelfde glimlach. Jaime kon geen woord uitbrengen toen de vreemdeling hem iets
heel speciaals gaf, dat hij was vergeten te geven. De vreemdeling ging weer zonder een
spoor na te laten, sin dejar rastro alguno. Jaime bleef achter met trillende handen, las
manos temblorosas. Het regende nog steeds en Jaime dacht aan de woorden van zijn
vader met de veer vastgeklemd in zijn hand, la pluma aferrado en su mano.
6. Ana: Leg de eerste vijf plaatjes weer voor je neer. Zoals je gewend bent en leg ze in de
volgorde waarop Don Toro ze gaat opzeggen.
Don: una noche – lo extraño del sombrero – el techo de una vivienda – la gratificación –
se guareció
Ana: Ik klik en kijk of ik ze goed heb neergelegd. Doe jij het ook?
7. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro dan nog een keertje na.
Don: una noche – lo extraño del sombrero – el techo de una vivienda – la gratificación –
se guareció
8. Ana: En nu zijn de andere vier plaatjes aan de beurt. Daarna oefenen we ze nog een keer
allemaal. Leg deze vier plaatjes voor je neer op tafel en leg ze weer in de juiste volgorde.
Don: la pluma aferrado en su mano – el vendaval – las manos temblorosas – sin dejar
rastro alguno
Ana: Ik klik en kijk of ik ze goed heb neergelegd. Controleer jij ook of jij ze goed hebt
liggen?
9. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro nog een keertje na.
Don: la pluma aferrado en su mano – el vendaval – las manos temblorosas – sin dejar
rastro alguno
10. Ana: Oké, leg nu de laatste negen plaatjes van het verhaal voor je neer en leg opnieuw de
plaatjes in de volgorde waarop Don Toro ze opleest.
Don: el techo de una vivienda – una noche – la pluma aferrada en su mano – lo extraño
del sombrero – la gratificación – el vendaval – las manos temblorosas – sin dejar rastro
alguno – se guareció
Ana: Kijk je mee of je ze goed hebt gelegd?
▌59▐
Soy Don Toro
11. Ana: En liggen ze goed? Zeg Don Toro nog een keertje na.
Don: el techo de una vivienda – una noche – la pluma aferrada en su mano – lo extraño
del sombrero – la gratificación – el vendaval – las manos temblorosas – sin dejar rastro
alguno – se guareció
Ana: Denk je dat je de woorden nu kent? Herhaal anders de laatste 2 dia’s nog een keer.
12. Ana: En hier zie je voor de laatste keer mijn nieuwe themakaarten aangevuld met de
nieuwe plaatjes die ik heb geleerd. Ik heb bovendien nog een nieuwe bedacht: de
themakaart activiteiten ofwel ‘actividades’. Met die kaart kan ik hints spelen in de vakantie
met mijn vrienden en familie. Werk nu eerst aan je eigen themakaarten en deel ze in op
jouw manier. Daarna ga ik terug naar het werkboek en bereid me voor op het laatste deel
van het sprookje.
13. Ana: Jaime lijkt ook al heel tevreden met wat hij doet. Viool spelen voor geld voor zijn
familie. Zijn droom is daarmee niet helemaal uitgekomen. Ik ben benieuwd wat Jaime
ontdekt in het laatste deel van het sprookje.
Vamos, Don Toro, vamos a escuchar el final del cuento de hadas.
Don: Sí, Ana, vamos.
Opdracht / tarea 7.3b:
‘El sombrero mágico’ - juni week 2, les 1
1. Don: Tarea 7.3b
2. Ana: Jaime is zeer verbaasd over hoe goed het gaat eigenlijk met hem, met het viool
spelen en met geld verdienen. Zijn familie hoeft geen honger meer te lijden en ze wonen
nu in een mooi huis. En hoe gaat het met zijn droom om in een orkest te willen spelen?
Jaime denkt daar vast over na. Wil hij nog steeds in een orkest gaan spelen? En wil hij
daarmee beroemd worden? ¿Qué piensa Jaime sobre su sueño?
Jaime: ‘Pues bien, ¿qué tal con mi sueño?
3. Ana: Ik ben heel benieuwd hoe het sprookje nu afloopt. Leg samen met mij deze plaatjes
in de volgorde van het verhaal. Het zijn 9 nieuwe plaatjes en 12 oude plaatjes.
Leg de plaatjes in de goede volgorde waarop het laatste deel van het sprookje wordt
voorgelezen. De volgende dia’s ondersteunen je erbij.
4. Juf: Cierto era que Jaime no había logrado ser famoso, ni dar conciertos. Pero, la
gratificación de su familia que Jaime sentía, superaba todo.
De todas maneras, Jaime sigue pensando en lo extraño del sombrero y cómo podía
ocurrir lo que ocurría con las monedas que allí caían.
▌60▐
Soy Don Toro
5. Juf: Una noche, regresando a su hogar, se desató una tormenta similar a la que le había
hecho volar el sombrero de su padre. Para que no ocurriese lo mismo, el joven se
guareció bajo el techo de una vivienda. Jaime esperaba que la tormenta pasara, esta vez
abrazando el violín y a su nuevo sombrero.
6. Juf: Mientras esperaba, pensaba en su padre una vez más. Al levantar la vista, traído por
la lluvia y el vendaval (harde wind), Jaime encontró al caminante. Tenía una sonrisa de la
misma manera que lo había tenido ese primer día.
7. Juf: Sin dejar que Jaime hablara palabra alguna, el caminante extendió la mano y
entregándole la pluma blanca del sombrero de su padre. Y él dijo a Jaime:
– Esto también es tuyo, olvidé dártelo el día que nos conocimos. Como había llegado, el
caminante se fue, sin dejar rastro alguno de su presencia, excepto la pluma blanca e
intacta en las manos temblorosas del joven.
8. Juf: Sentado bajo la lluvia, abrazado al violín y al sombrero y con la pluma aferrada en su
mano, recordó las palabras de su padre y recién allí entendió todo:
“Te amo con todo mi corazón y créeme, de un modo u otro, siempre estaré presente
para ti”.
Fin
9. Ana: Wat een mooi verhaal. Er gebeuren mooie dingen in het leven van Jaime. Praat met
je buurman of buurvrouw over Jaime. In het werkboek staan nog een aantal vragen
waarover je samen kunt praten. Kun je vertellen wat er gebeurde in dit laatste deel van het
sprookje? En begrijp je ook wat de vader van Jaime heeft gezegd?
Op de volgende dia kun je nog even controleren of je alle 21 plaatjes in de goede volgorde
hebt gelegd. Die dia kan je helpen nog even het verhaal te herinneren.
10. Ana: En liggen jouw plaatjes ook zo? Pak het werkboek erbij en praat samen over het
verhaal aan de hand van de vragen bij 7.3D.
11. Ana: Hoe fijn is het als je kunt doen wat je leuk vindt. Daarna blijft het belangrijk om goed
om je heen te blijven kijken en te zien wat er allemaal gebeurt. Zo heb ik inmiddels al een
mooie balletvoorstelling gegeven met mijn groepje dansers. En Don Toro is telkens weer
blij als hij een nieuwe boomstronk vindt. En Jaime ... die houdt van viool spelen en
verdient er geld mee voor zijn familie.
Don: Me gusta tocar a los troncos.
Jaime: Yo, me gusta mucho tocar el violín.
Ana: Y yo, me gusta el baile de ballet.
Todos: Hasta luego!
▌61▐
Soy Don Toro
Opdracht / tarea 7.3e:
Kwartetspel en vouwen van een vogel - juni week 3, les 1
1. Don: Tarea 7.3e
2. Don: Hola Ana. Me gusta crear un pájaro de papel.
Ana: Claro yo también. ¿De qué color quieres crearlo?
Leuk we gaan samen een vogel vouwen van papier. Een vogel die met zijn vleugels kan
bewegen als een vliegende vogel: Un pájaro volando.
3. Ana: Kies uit de gekleurde blaadjes van papier je lievelingskleur. Welke kleur kies jij? Is
het blaadje aan alle kanten even groot? Is het dus een vierkant? We gaan nu eerst
vouwlijnen maken. Let goed op het filmpje. Als je het niet kunt volgen, begin je het filmpje
weer opnieuw. Succes!
Don: ¡Mucho éxito!
4. Juf: Denk nog aan het volgende: hoe groter je papier is hoe groter je vogel wordt. Vouw de
lijnen scherp. Hoe beter je vouwt hoe beter je vogel kan vliegen.
5. Ana: Kijk zo vaak je wil naar het filmpje.
6. Ana: Is het je gelukt? Lijkt je vogel op die uit het filmpje? En kunnen de vleugels bewegen?
Hou je vogel bij de voorpootjes vast en trek hem zachtjes aan de staart. Lukt het? Waar
vliegt jouw vogel heen?
7. Ana: En nu wil ik nog het kwartetspel maken om mee te gaan spelen in mijn vakantie.
Juf: Oké, Ana en alle kinderen, kies 8 thema’s uit je themakaarten. Kies verder van elk
thema vier plaatjes. Alle plaatjes die je kiest zijn verschillend. Je hebt dus 32 verschillende
plaatjes. Schrijf op een blaadje je acht thema’s op en onder elk thema vier Spaanse
woorden van de plaatjes die erbij horen. Ana, heeft een voorbeeld gemaakt. Kijk maar.
Plak nu je plaatjes op een blaadje, kleur hem aan de binnenkant en schrijf het thema
erboven. Geef elk thema een andere kleur zodat je zelf goed kunt onderscheiden. De
tegenspeler mag die kleur niet zien natuurlijk. De achterkant van alle plaatjes is een kleur.
Speel het spel met minstens drie personen en vragen maar. Als je aan een ander om een
plaatje vraagt van een thema en die persoon heeft het plaatje, mag je nog een vraag
stellen aan een van de medespelers. Zo niet, is de volgende speler aan de beurt. Als je er
vier plaatjes van een thema hebt, heb je een kwartet. Wie de meeste kwartetten kan
verzamelen heeft gewonnen. Veel plezier!
8. Ana: Ik ga nu lekker vakantie vieren. Geniet ook van je vakantie en tot volgend jaar,
vrienden. ¡Hasta el año que viene, amigos!
▌62▐